Etaamb.openjustice.be
Plan De Secteur
publié le 21 juin 2001

Département de l'Environnement et de l'Infrastructure Plan de secteur « Mechelen ». - Fixation définitive du plan de modification partielle du plan de secteur « Mechelen » sur le territoire des communes de Berlaar, Bonheiden, Bornem, Duffel, Hei Par arrêté du Gouvernement flamand du 30 mars 2001 le plan d'affectation y annexé de modification p(...)

source
ministere de la communaute flamande
numac
2001035564
pub.
21/06/2001
prom.
--
moniteur
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE


Département de l'Environnement et de l'Infrastructure Plan de secteur « Mechelen ». - Fixation définitive du plan de modification partielle du plan de secteur « Mechelen » sur le territoire des communes de Berlaar, Bonheiden, Bornem, Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier, Malines, Nijlen, Putte, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver et Willebroek Par arrêté du Gouvernement flamand du 30 mars 2001 le plan d'affectation y annexé de modification partielle de l'arrêté royal du 5 août 1976 portant fixation du plan de secteur « Mechelen » est fixé définitivement pour des parties des feuilles 15/6, 15/8, 16/5, 16/6, 16/7, 23/2, 23/3, 23/4, 23/8, 24/1, 24/2, 24/3 et 24/5 avec des prescriptions urbanistiques y afférentes telles que comprises dans les annexes 1re à 14 au présent arrêté.

Les cartes indiquant la situation physique et juridique existante appartenant aux parties non normatives du plan de secteur précité, sont comprises dans les annexes 15 à 27 au présent arrêté.

Le ministre flamand ayant l'aménagement du territoire dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.

"Advies van de Regionale Commissie van Advies van de Provincie Antwerpen Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende voorlopige vaststelling van het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Mechelen op het grondgebied van de gemeenten Berlaar, Bonheiden, Bornem, Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier, Mechelen, Nijlen, Putte, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver en Willebroek;

Gelet op het besluit van de gouverneur van de provincie van 15 september 2000 dat het openbaar onderzoek over het ontwerpplan afsluit, en de 8.696 bijgevoegde bezwaren en opmerkingen;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van natuurgebied naar gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen te Mechelen stelt : "Overwegende dat te Mechelen-Muizen het domein van het dierenpark Planckendael, voorzien als natuurgebied, wordt gewijzigd in gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen; dat dit dierenpark bestaat van voor het gewestplan; dat deze bestemmingswijziging nodig is om de voor het dierenpark en zijn bezoekers noodzakelijke voorzieningen te kunnen uitvoeren; dat hierbij het bestaande groene karakter van het gebied behouden moet blijven;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat in het domein verschillende constructies zonder stedenbouwkundige vergunning zijn gebouwd, dat in het verleden verscheidene oude bomen werden gerooid, dat een weide werd verhoogd met slib uit de Baarbeek; dat bij herhaalde klachten geen procesverbaal werd opgesteld; dat in het domein verschillende nachtelijke en geluidshinderlijke evenementen worden georganiseerd; dat de rust in de onmiddellijke omgeving van het domein dient te worden hersteld; dat er juridische garanties voor het behoud van het groene karakter van het domein dienen te worden voorzien;

Gelet op. het voorwaardelijk gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000 dat stelt dat er voldoende garanties te voorzien zijn voor het behoud van het bestaande waardevolle groene karakter van de omgeving;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat het bouwen van constructies zonder stedenbouwkundige vergunning, het omzagen van oude bomen, het verhogen van weiden met uitgebaggerd slib, het niet opstellen van proces-verbaal, het organiseren van geluidshinderlijke en nachtelijke evenementen en de vraag om de rust in de omgeving van het domein te herstellen buiten het bestek van het ontwerpplan vallen; dat de bestemming van natuurgebied de uitvoering van een aantal van de voor het park en zijn bezoekers noodzakelijke voorzieningen in de weg staat; dat een wijziging van de bestemming hiertoe vereist is; dat het groene karakter van het gebied van belang is; dat de bestemming van gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen voor het behoud van het gebruik als dierentuin en van het groene karakter van het gebied niet volstaat; dat de nodige garanties hiertoe kunnen worden geboden via de opmaak van een bijzonder plan van aanleg waarin de het gebruik als dierentuin verder wordt uitgewerkt en het groene karakter van het gebied wordt bestendigd; dat het advies van de bestendige deputatie deels bij te treden is; dat de bezwaren en opmerkingen deels bij te treden zijn;

Gelet op het overwegende gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van woongebied naar parkgebied te Mechelen stelt : "Overwegende dat de gronden, die midden in het provinciaal domein Vrijbroekpark te Mechelen gelegen zijn en destijds als woonzone bestemd werden voor een hotelsite, thans worden voorzien als parkgebied; dat deze gronden verkeerd werden gelokaliseerd op het gewestplan en niet overeenkomen met de hotelsite; dat de bestaande bebouwing is vervallen tot een ruïne;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen enerzijds stellen dat de wijziging bijdraagt tot een beter beheer van het Vrijbroekpark; dat het gebied vanwege zijn landschappelijke waarde niet geschikt is voor bebouwing; dat zij anderzijds stellen dat de verkoop van de in het gebied gelegen gronden met het oog op de realisatie van een projectontwikkeling met recreatief karakter in het gedrang komt; dat het doorvoeren van de bestemmingswijziging aanleiding geeft tot een eis voor planschadevergoeding;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de realisatie van een projectontwikkeling in een volledig door parkgebied omgeven zone niet gewenst is; dat het vraagstuk van planschadevergoeding geen ruimtelijk gegeven is, doch de consequentie van een ruimtelijk gegeven; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn; dat de bezwaren en opmerkingen in die zin te verwerpen zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van gebied voor verblijfsrecreatie naar natuurgebied te Willebroek stelt : "Overwegende dat te Willebroek-Heindonk, in het gebied Boven-Zanden, de voorziene bestemming van verblijfsrecreatie wordt gewijzigd in natuurgebied; dat het gebied gelegen is aan de samenvloeiing van Dijle en Rupel en integraal deel uitmaakt van de valleien van beide rivieren en bijgevolg behoort tot de natuurlijke structuur op Vlaams niveau; dat de zone een belangrijk verbindingsgebied vormt tussen enkele natuurgebieden;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat de in het gebied bestaande constructies zonevreemd worden gemaakt en de waarde ervan aanzienlijk daalt; dat de huidige activiteiten die in het gebied plaatsvinden, geen bedreiging vormen voor de natuurwaarde van het gebied; dat uit de argumentatie van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 niet blijkt waarom één vijfde van de op het gewestplan als gebied voor verblijfsrecreatie bestemde zone niet van bestemming wijzigt;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden op het gewest;

Overwegende dat het belang van de natuurlijke waarde van het gebied primeert op het huidig gebruik ervan; dat het gewestplan de bestemming van terreinen bepaalt, zodat het gebruik ervan aan beperkingen wordt onderworpen; dat de waardevermindering van de aanwezige constructies geen ruimtelijk gegeven is doch de consequentie van een ruimtelijk gegeven; dat de bestemming natuurgebied de beste waarborg kan bieden voor het behoud van de natuurlijke waarde van het gebied; dat het bestemmen van een deel van de op het gewestplan als gebied voor verblijfsrecreatie bestemde zone tot natuurgebied buiten het bestek van het ontwerpplan valt; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn; dat de bezwaren en opmerkingen te verwerpen zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van ontginningsgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied te Mechelen en Bonheiden stelt : "Overwegende dat te Mechelen en Bonheiden, in het Mechels Broek, gronden voorzien als ontginningsgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied worden gewijzigd in natuurgebied; dat het gebied deel uitmaakt van de vallei van de Dijle en bijgevolg behoort tot de natuurlijke structuur op Vlaams niveau; dat het gebied nagenoeg volledig wordt beheerd als natuurreservaat;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat de bestemming van landschappelijk waardevol agrarisch gebied behouden dient te blijven in het gebied ten noorden van de Platte Beek aangezien dit gebied nog in volledig landbouwgebruik is; dat de vergunde woning gelegen te Muizenhoek 29 te Mechelen uit de wijziging te lichten is;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de wijziging naar de bestemming natuurgebied ernstige beperkingen tot gevolg heeft voor de volwaardige agrarische activiteiten in het gebied ten noorden van de Platte Beek; dat gewestplanwijzigingen worden aangewend om de bestemming van grote gebieden te bepalen, doch niet de bestemming van individuele percelen; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie deels te verwerpen zijn; dat de bezwaren en opmerkingen deels bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen stelt : "Overwegende dat te Mechelen-Muizenhoek de bestemming van gronden wordt gewijzigd van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang; dat het een gebied betreft met verweving van de agrarische functie op reliëfrijke weilanden met belangrijke landschappelijke waarden en hoge natuurpotenties;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat het huidige waardevolle landschap het gevolg is van de aanwezige land- en tuinbouw;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de bestemming agrarisch gebied met ecologisch belang het behoud van het waardevolle landschap niet in de weg staat; dat de bestemming de verdwijning van de aanwezige land- en tuinbouwactiviteit niet tot gevolg heeft, doch enige restricties aan de uitoefening ervan oplegt; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn; dat de bezwaren en opmerkingen te verwerpen zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen en Bonheiden stelt : "Overwegende dat te Mechelen en Bonheiden, in het gebied Mispeldonk, de bestemming van gronden wordt gewijzigd van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang; dat het een groot aaneengesloten complex betreft van natte graslanden, bosjes, ruigtes, enkele zandheuvels (donken) en kleine landschapselementen (veel sloten); dat 70 ha worden beheerd als natuurreservaat, ca. 55 ha extensief worden gebruikt voor hobbylandbouw en andere doeleinden en enkele hectaren braak liggen; dat de bedrijfzetels en woningen niet zijn opgenomen;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat het huidige waardevolle landschap het gevolg is van de aanwezige land- en tuinbouw;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Bonheiden dat stelt dat de vallei van de Dijle tot de Dijieweg ook naar de bestemming van agrarisch gebied met ecologisch belang te wijzigen is;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de bestemming van agrarisch gebied met ecologisch belang het behoud van het waardevolle landschap niet in de weg staat; dat de bestemming niet de verdwijning van de aanwezige land- en tuinbouwactiviteit tot gevolg heeft, doch restricties aan de uitoefening ervan oplegt; dat het bestemmen van de vallei van de Dijle tot de Dijleweg tot agrarisch gebied met ecologisch belang buiten het bestek van het ontwerpplan valt; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn; dat het advies van de gemeenteraad van Bonheiden te verwerpen is; dat de bezwaren en opmerkingen te verwerpen zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen stelt : "Overwegende dat te Mechelen-Hoek Dijlevallei, een landschappelijk waardevol agrarisch gebied wordt gewijzigd in agrarisch gebied met ecologisch belang; dat het een extensief gebruikt onbemest grasland betreft dat tevens dienst doet als overstromingsgebied;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat het huidige waardevolle landschap het gevolg is van de aanwezige land- en tuinbouw;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de bestemming van agrarisch gebied met ecologisch belang het behoud van het waardevolle landschap niet in de weg staat; dat de bestemming niet de verdwijning van de aanwezige land- en tuinbouwactiviteit tot gevolg heeft, doch restricties aan de uitoefening ervan oplegt; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn; dat de bezwaren en opmerkingen te verwerpen zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van landschappelijk waardevol agrarisch gebied en woonuitbreidingsgebied naar natuurgebied te Mechelen stelt : Overwegende dat te Mechelen-Kassenbroek, gronden voorzien als landschappelijk waardevol agrarisch gebied en woonuitbreidingsgebied worden gewijzigd in natuurgebied; dat het gebied bestaat uit een aaneenschakeling van graslandjes, verruigde terreintjes, bos, kleine landschapselementen en extensieve landbouw door uithollende bedrijven; dat in de startnota van het structuurplan van de gemeente Bonheiden wordt gesteld dat het niet aangewezen is om het gebied voor woonuitbreiding aan te snijden;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat de in het gebied aanwezige volwaardige landbouwactiviteit in de buurt van de Elstloop moet kunnen blijven bestaan aangezien deze activiteit de natuurwaarde van het gebied niet aantast;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de in het gebied ten zuiden van de Elstloop aanwezige landbouwactiviteiten de natuurwaarde van het gebied niet in het gedrang brengen; dat het advies van de bestendige deputatie deels te verwerpen is; dat de bezwaren en opmerkingen deels bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen stelt : Overwegende dat te Mechelen-Kassenbroek, gronden voorzien als landschappelijk waardevol agrarisch gebied worden gewijzigd in agrarisch gebied met ecologisch belang; dat zeer natte graslanden en moerasvegetaties in het gebied voorkomen; dat het een typisch verwevingsgebied betreft met afwisselend biologisch waardevolle en minder waardevolle vegetaties;";

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van agrarisch gebied en gebied voor dagrecreatie naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen stelt : "Overwegende dat te Mechelen-Barrebeekhoeve, gronden voorzien als agrarisch gebied en gebied voor dagrecreatie gewijzigd worden in agrarisch gebied met ecologisch belang; dat de gronden gelegen zijn op de grens van de Dijlevallei en het eet verwevingsgebied is met biologisch waardevolle hooilanden in landbouwgebruik;";

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van landschappelijk waardevol agrarisch gebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen naar natuurgebied te Mechelen stelt : "Overwegende dat te Mechelen in de Barrebeekvallei, gronden voorzien als landschappelijk waardevol agrarisch gebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen worden gewijzigd in natuurgebied; dat dit gebied onmiddellijk aansluit bij de Dijle; dat in het gebied een sterke afwisseling voorkomt van bosjes, verschillende kleine landschapselementen en een afgesneden meander; dat de vegetaties bestaan uit ruigten, dotterbloemgraslanden en natte weilanden; dat het gebied sterke natuurpotenties heeft en gedeeltelijk wordt beheerd als natuurreservaat;";

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang en natuurgebied te Bonheiden stelt : "Overwegende dat te Bonheiden, in het gebied Pikhakendonk, gronden voorzien als landschappelijk waardevol agrarisch gebied gewijzigd worden in agrarisch gebied met ecologisch belang en natuurgebied; dat dit gebied onmiddellijk aansluit bij de Dijle; dat het een vrij intact cultuurlandschap betreft met pimpernelgraslanden, natte graslanden en sloten, en dat één geheel vormt met het aanpalend natuurgebied op het gewestplan Leuven;" Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Bonheiden dat stelt dat het kadastraal perceel, 2e afdeling, sectie D, nr. 209 a, met de bestaande woning uit het natuurgebied te lichten is;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden op het gewest;

Overwegende dat gewestplanwijzigingen worden aangewend om de bestemming van grote gebieden te bepalen, doch niet de bestemming van individuele percelen; dat het advies van de gemeenteraad van Bonheiden te verwerpen is; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van parkgebied, gebied voor verblijfsrecreatie en recreatiegebied in natuurgebied en agrarisch gebied en betreffende het wijzigen van de bestemming van woonuitbreidingsgebied, gebied voor verblijfsrecreatie, recreatiegebied, agrarisch gebied en bosgebied naar agrarisch gebied en agrarisch gebied met ecologisch belang te Puurs stelt : "Overwegende dat de vallei van de Molenbeek te Puurs in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen weerhouden is als structuurbepalend op Vlaams niveau; dat de vallei een corridor vormt tussen de vallei van de Benedenschelde en het Lippelobos; dat de delen van de Molenbeekvallei die in het noorden aansluiten bij het gebied reeds bestemd zijn als bosgebied; dat het afgebakende gebied functioneert als belangrijk overstromingsgebied; dat belangrijke oppervlakten botanisch waardevolle graslanden in de vallei voorkomen; dat ongeveer een derde van het gebied bebost is en ca. 10 ha wordt beheerd als natuurreservaat; dat in het gebied zeer weinig beroepslandbouw voor komt en het zuidelijk deel reeds als landschap is beschermd;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat verschillende percelen in waarde verminderen door de wijziging naar een zachtere bestemming; dat het niet gerechtvaardigd is dat percelen die niet zijn opgenomen in het besluit van de Vlaamse regering dat de vallei van de Molenbeek klasseert als landschap in de wijziging naar natuurgebied worden opgenomen; dat de percelen langs de Wolfstraat eerder te bestemmen zijn tot woongebied; dat perceel 620g "Hoeve ter Bollen" niet op te nemen is in natuurgebied vermits dit perceel niet is opgenomen in het voornoemd klasseringsbesluit; dat akkoord kan gegaan worden met de wijziging van bestemming van de percelen 618a, 622, 623 op voorwaarde dat een vergoeding wordt voorzien; dat het ruimen van de waterloop De Molenbeek en het uitvoeren van verbeteringswerken aan deze waterloop ten allen tijde mogelijk moet blijven; dat de wijziging van bosgebied naar agrarisch gebied ten oosten van het Fort van Liezele niet logisch is; dat ten westen van het Fort van Liezele een strook om te zetten is naar natuurgebied; dat het Fort van Liezele te bestemmen is tot natuurgebied of monument; dat percelen 126g, 147f,n en k, 144b, 143a, 150, 151 a en 338 b te bestemmen zijn tot natuurgebied; dat het natuurgebied langs de Ter Bollendreef te begrenzen is aan de kavels 329/2 en 326; dat het recreatiegebied dat door de wijziging verdwijnt, te verplaatsen naar een alternatieve lokatie; dat de omzetting van recreatiegebied naar agrarisch gebied te ondersteunen is; dat de wijziging van KMO-zone naar natuurgebied tegen het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan indruist en niet logisch is vermits deze zone niet is opgenomen in voornoemd klasseringsbesluit;

Gelet op het advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000; dat gunstig advies wordt uitgebracht voor de wijziging van parkgebied, gebied voor verblijfsrecreatie, en recreatiegebied naar natuurgebied en agrarisch gebied en de wijziging van woonuitbreidingsgebied, gebied voor verblijfsrecreatie, recreatiegebied, agrarisch gebied en bosgebied naar agrarisch gebied en agrarisch gebied met ecologisch belang; dat ongunstig advies wordt uitgebracht voor de wijziging van het recreatiegebied ten noorden van het fort van Liezele naar agrarisch gebied, vermits dit gebied in het in opmaak zijnde gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd geselecteerd als projectgebied voor recreatieve doeleinden; dat de visie in dit in opmaak zijnde plan verder moet kunnen worden onderbouwd alvorens hier door het Vlaamse gewest een wijziging kan worden voorgesteld;

Gelet op het advies van de gemeenteraad van Puurs dat gunstig is voor de wijziging van de bestemming van gebied voor verblijfsrecreatie naar natuurgebied op voorwaarde dat het perceel afdeling 1, sectie B, nr. 107 d, niet in de wijziging opgenomen wordt, voor de wijziging van de bestemming van agrarisch gebied naar natuurgebied op voorwaarde dat het perceel afdeling 4, sectie A, nr. 620 y, niet in de wijziging opgenomen wordt, zodat het ontwerpplan conform is met het ministerieel besluit van 29 mei 1995 dat de vallei van de Molenbeek als landschap beschermt en voor de wijziging van de bestemming van agrarisch gebied naar natuurgebied op voorwaarde dat het perceel met de bestaande K.M.O., dat ver van de Molenbeek gelegen is, niet in de wijziging opgenomen wordt, maar ongunstig is voor de wijziging van de bestemming van recreatiegebied naar agrarisch gebied omdat de conclusie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan af te wachten is;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de waardevermindering van percelen geen ruimtelijk gegeven is doch de consequentie van een ruimtelijk gegeven; dat het gewestplan gronden die niet beschermd zijn als landschap, kan bestemmen als natuurgebied; dat het vraagstuk van planschadevergoeding geen ruimtelijk gegeven is, doch de consequentie van een ruimtelijk gegeven; dat de bestemming van de aangrenzende gebieden werken aan waterlopen niet verhindert; dat de wijziging van de bestemming van het Fort van Liezele en van het gebied ten westen van het fort van Liezele buiten het bestek van het ontwerpplan valt; dat de vraag om het van bestemming gewijzigd recreatiegebied elders in de gemeente te vestigen buiten het bestek van het ontwerpplan valt; dat het ontwerpplan een gebied voor kleine en middelgrote ondernemingen bestemt tot natuurgebied; dat in de considerans van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 geen motivering voor deze wijziging wordt aangegeven; dat deze wijziging niet gewenst is met het oog op de vrijwaring van de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van de in het gebied gevestigde onderneming; dat gewestplanwijzigingen worden aangewend om de bestemming van grote gebieden te bepalen, doch niet de bestemming van individuele percelen; dat de bestemmingen van het gewestplan geenszins gebonden zijn door de kadastrale perceelsgrenzen; dat het gebied ten noorden van het fort van Liezele reeds sinds de vaststelling van het gewestplan bestemd is tot recreatiegebied; dat het gebied tot heden niet werd ontwikkeld in functie van recreatieve activiteiten; dat het gebied evenwel nagenoeg volledig in landbouwgebruik is; dat het advies van de bestendige deputatie deels te verwerpen is; dat het advies van de gemeenteraad van Puurs deels te verwerpen is; dat de bezwaren en opmerkingen deels bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming conform de voorzieningen van het bijzonder plan van aanleg nr. 1 "Landelijk gebied-Kanaalzone, noordelijk deel" te Bornem stelt : "Overwegende dat te Bornem-Hingene, voor het gebied noordelijk eiland, de bestemmingen worden gewijzigd conform de voorzieningen van het bijzonder plan van aanleg nr. 1 "Landelijk gebied-Kanaalzone, noordelijk deel" zoals aangepast bij ministerieel besluit van 19 januari 1999; dat het een van de grote gebieden in Vlaanderen betreft waar aan natuurbouw wordt gedaan;";

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het advies van de gemeenteraad van Bornem dat gunstig is op voorwaarde dat het ontwerp aan het gebied van het bijzonder plan van aanleg Landelijk Gebied Kanaalzone Noordelijk Deel geheel wordt aangepast, zodat de bergingsvijver in het ontwerp opgenomen wordt, het gedeelte van tuinen en landbouwgronden tegen het centrum van Wintam niet in het parkgebied opgenomen wordt, de kofferdam die het bijzonder plan van aanleg in de zone van openbaar nut (met beperkte recreatieve en toeristische infrastructuur) opneemt, niet in het natuurgebied opgenomen wordt, de dijken die het bijzonder plan van aanleg in het openbaar domein opneemt, niet in het aangrenzend bestemmingsgebied opgenomen worden en de landtong tussen de Rupel en de monding van het kanaal in de Schelde die het bijzonder plan van aanleg in het openbaar domein opneemt, niet in het natuurreservaat opgenomen wordt;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat het aangewezen is het gewestplan geheel aan te passen aan de voorzieningen van het bijzonder plan van aanleg gelet op de meer gedetailleerde bestemming op het bijzonder plan van aanleg; dat de overname van de bestemmingen van het bijzonder plan van aanleg consequent dient te gebeuren; dat het opnemen van de bergingsvijver buiten het bestek van het ontwerpplan valt en dat de dijken van waterwegen de bestemmingen ontvangen van het aangrenzend gebied; dat het advies van de bestendige deputatie deels te verwerpen is; dat het advies van de gemeenteraad van Bornem deels bij te treden is;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van ontginningsgebied met nabestemming recreatiegebied naar agrarisch gebied te Nijlen stelt : "Overwegende dat te Nijlen, ten zuid-oosten van het centrum, het voorziene ontginningsgebied met nabestemming recreatiegebied, gewijzigd wordt in agrarisch gebied; dat deze bestemmingswijziging gewenst is omdat de gronden midden in het agrarisch gebied gelegen zijn; dat het gebied nooit ontgonnen is, zodat de recreatiebestemming die voorzien werd om te realiseren na ontginning ook kan vervallen;";

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van reservaatsgebied en bosgebied naar gebied voor dagrecreatie te Mechelen stelt : "Overwegende dat te Mechelen-Walem, het gedeelte van de waterplas langs de E19, voorzien als reservaatsgebied en bosgebied, gewijzigd wordt in gebied voor dagrecreatie; dat het gebied, in overeenkomst met de minister van Nederlandse Cultuur, sedert 25 jaar gebruikt wordt voor competitieve watersporten;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat uit het rangschikkingsbesluit van de Vlaamse regering dat de volledige waterplas beschermt als landschap en het besluit van de bestendige deputatie waarbij een milieuvergunning werd verleend aan een waterskiclub voor een gedeelte van de vijver, de natuurlijke waarde van het gebied en het belang van het gebied voor watervogels blijkt; dat de Vlaamse regering heeft voorgesteld het gebied als Europees vogelrichtlijngebied op te nemen; dat de motivering voor het wijzigen van de bestemming niet juist is; dat het huidig beschikbaar wateroppervlak volstaat om aan de behoefte van de waterskisport tegemoet te komen; dat het reservaatsgebied versterkt dient te worden;

Gelet op het ongunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000 dat stelt dat het betrokken gebied in het ontwerp van ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen geselecteerd is als natuurlijk baken, dat het gebied een belangrijke waad- en rustplaats voor verschillende soorten watervogels vormt, dat in het besluit van de bestendige deputatie d.d. 12 december 1996 waarbij een milieuvergunning werd verleend aan de v.z.w Mechelse Waterskiclub voor een gedeelte van de vijver, uitdrukkelijk werd bepaald dat het gebied dat momenteel als reservaatsgebied is ingekleurd, gevrijwaard dient te blijven van elke activiteit en dat er een rustperiode tussen 1 november en 1 maart wordt ingelast op het overige deel van de vijver gelet op het belang van het gebied voor watervogels;

Gelet op het advies van de gemeenteraad van Mechelen dat gunstig is op voorwaarde dat geen bijkomende infrastructuur op het water en de oevers aangebracht wordt en de periode van rust tussen 1 november en l maart in acht genomen wordt omdat de vijver beperkt belang als rustplaats in de winter voor watervogels heeft;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat bij het verlenen van de vergunningen de vereiste waarborgen voor het behoud van de natuurlijke waarde van het gebied en voor het behoud van het gebied als waad- en rustplaats voor de watervogels kunnen worden voorzien; dat het gebied dat voorgesteld wordt als Europees vogelrichtlijngebied, op het gewestplan reeds voor het grootste gedeelte bestemd is tot gebied voor dagrecreatie; dat de vraag om het inlassen van een rustperiode en het weren van bijkomende infrastructuur op het ogenblik van de vergunningsaanvraag te beoordelen is; dat de argumentatie van het bovenvermelde besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 bij te treden is; dat het advies van de bestendige deputatie en het advies van de gemeenteraad van Mechelen te verwerpen zijn; dat de bezwaren en opmerkingen te verwerpen zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van agrarisch gebied naar natuurgebied te Mechelen stelt : "Overwegende dat te Mechelen-Stompershoek, gronden voorzien als agrarisch gebied gewijzigd worden in natuurgebied omdat het gebied een waardevolle groenstrook bevat en een bosje met vennen;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat het gebied eerder tot landschappelijk waardevol agrarisch gebied te bestemmen is gelet op het belang van het gebied voor de landbouw enerzijds, en de landschappelijke waarde ervan anderzijds;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat het gebied gelegen is in een aaneengesloten agrarisch gebied; dat de wijziging van de bestemming van een dermate beperkt gebied weinig zinvol lijkt; dat de landschappelijke waarde van het gebied evenwel de bestemming van landschappelijk waardevol agrarisch gebied verantwoordt; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie te verwerpen zijn; dat de bezwaren en opmerkingen bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van agrarisch gebied naar industriegebied en regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter te Lier stelt : « Overwegende dat te Lier-Hagenbroek, gronden voorzien als agrarisch gebied worden gewijzigd in industriegebied, omdat er in het kleinstedelijk gebied Lier een dringende behoefte is aan industriegronden; dat hiertoe het bestaande industrieterrein aan de Antwerpsesteenweg wordt uitgebreid; 1° langs de oostkant, met een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter;2° langs de westkant, op de gronden tussen de thans voorziene reservatiestrook voor een leidingenstraat en het bestaande industrieterrein omdat voor deze restgronden, gezien hun geringe omvang, een agrarische bestemming nog weinig zinvol is; Overwegende dat reeds eerder door de stad Lier plannen werden opgesteld voor uitbreiding van die industrieterreinen; dat ook in de startnota voor het structuurplan van Lier, de uitbreiding van de industrieterreinen aan de Antwerpsesteenweg als zone voor bedrijvigheid wordt vooropgesteld;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat de stad Lier geen recht meer heeft op bijkomende bedrijventerreinen; dat uit het ontwerp van ruimtelijk structuurplan van de stad Lier blijkt dat er geen behoefte is aan bijkomende industrieterreinen; dat de ontsluiting langs de Antwerpsesteenweg problematisch is; dat de bereikbaarheid van de stad in het gedrang wordt gebracht; dat de verkeersonveiligheid wordt verhoogd; dat de verkeersdruk in de omliggende gemeenten verhoogd wordt; dat slordig wordt omgesprongen met industriegronden; dat een servitudeweg dreigt te verdwijnen; dat een bufferzone te voorzien is tussen het industriegebied aan de Duwijckstraat en de pijpleiding van Air Liquide; dat de milieuproblemen zullen toenemen; dat de plaatselijke middenstand nadelige gevolgen zal ondervinden; dat de leegstand in de stad in de hand wordt gewerkt; dat een belangrijk wildgebied dreigt te verdwijnen; dat het gebied in verschillende plannen als landschappelijk waardevol wordt erkend; dat kwalitatieve landbouwgrond wordt opgeofferd; dat de aansnijding van open ruimte in strijd is met de bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen;

Gelet op het advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000 dat gunstig is onder voorbehoud van de hiernavolgende elementen : « De provincie vindt het belangrijk dat in de kleinstedelijke gebieden een bijkomend aanbod van bedrijventerreinen wordt gecreëerd. Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en de omzendbrief inzake provinciale ruimtelijke structuurplannen voorziet dat de toebedeling van bijkomende bedrijventerreinen in kleinstedelijke gebieden en de eraan gekoppelde ruimtelijke uitvoeringsplannen een specifieke taak is voor de provincies. Het is echter zo dat de provincie slechts provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen kan opmaken nadat de provincie over een goedgekeurd ruimtelijk structuurplan beschikt. In tussentijd kan de provincie of de gemeente wel een gewestplanwijziging voorstellen aan het Vlaams gewest.

In het advies dat in september 1999 en februari 2000 door de provincie werd overgemaakt aan de gemeente naar aanleiding van het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, is gezegd dat de provincie het gemeentelijk structuurplanningsproces niet wenst af te remmen.

Gelet op de mogelijkheid om de provinciale reservepot aan te wenden, gaat de provincie in principe akkoord met een grotere oppervlakte aan bijkomend bedrijventerrein in Lier dan voorzien in het ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan en dit mits motivatie.

De provincie stelt echter vast dat de ruimtelijke motivatie van het bijkomende bedrijventerrein beter tot uiting zou komen in het voorliggende voorstel van gewestplanwijziging en dit met betrekking tot de verwijzing naar de afwegingselementen die geleid hebben tot de voorgestelde locatie (ontsluiting, inpassing van de bestaande agrarische functie, inpassing van de bestaande kleinhandel, landschappelijke inpassing en inpassing van het omliggende woongebied). Deze elementen hebben in de eerste plaats betrekking op de ontsluitingsmogelijkheden van het terrein en dit in relatie met de ontwikkeling van eventueel bijkomende oppervlakte bedrijventerrein ten oosten ervan, zoals voorzien in het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het is niet uitgesloten dat dit zou kunnen leiden tot alternatieve oplossingen voor het ontsluitingsprobleem.

Verder kan in het kader van de optimale inrichting van het bedrijventerrein duidelijk worden aangegeven dat het de bedoeling is het bedrijventerrein in oostelijke richting uit te breiden tot de bestaande industriezone Hagenbroek. »;

Gelet op het advies van de gemeenteraad van Lier dat gunstig is op voorwaarde dat het gebied ten zuiden van de Paaiestraat niet van agrarisch gebied naar regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter gewijzigd wordt, omdat de bestaande woningen te beschermen zijn en de bestaande weg geenszins voor de ontsluiting van het industriegebied geschikt is;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de toebedeling van bijkomende bedrijventerreinen in kleinstedelijke gebieden in beginsel een provinciale bevoegdheid is; dat het ontwerp van ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zich in de eindfase bevinden; dat het wenselijk is de resultaten van de plannen af te wachten; dat de voorgestelde lokatie in een waardevolle open ruimte gelegen is; dat de ontsluiting van het gebied moeilijk is; dat het advies van de bestendige deputatie te verwerpen is; dat de bezwaren en opmerkingen in dit opzicht bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming groengebied naar gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen te Mechelen stelt : "Overwegende dat te Mechelen-Zuid, gronden voorzien als groene zone, worden gewijzigd in gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen voor de aanleg van een waterzuiveringsstation; dat de industriezone van Mechelen-Zuid, in het regionaalstedelijk gebied Mechelen, voor de vestiging van een groot bedrijf een dringende behoefte aan een waterzuiveringsstation heeft; dat er hiervoor binnen de grenzen van de industriezone onvoldoende ruimte overblijft; dat om die reden in de nabijgelegen groene zone, tussen de E19 en de Zenne, een paar hectaren voorzien worden voor de inplanting van een waterzuiveringsstation voor het ganse industrieterrein; dat als voorwaarde voor de wijziging gesteld wordt dat het station zo goed mogelijk moet geïntegreerd worden in het landschap en geen aanleiding mag zijn voor een verdere aantasting van het groengebied;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat de groene Zennevallei onherstelbaar wordt verminkt; dat de creatie van een groen verbindingsgebied onmogelijk wordt gemaakt; dat de waterzuiveringsinstallatie op het industrieterrein zelf dient te worden voorzien; dat onderzoek dient te gebeuren naar alternatieve lokaties; dat de wijziging strijdig is met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de andere plannen die de natuurlijke waarde van de riviervallei en onderstrepen;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het ongunstig advies van de gemeenteraad van Mechelen dat ongunstig is omdat verschillende plannen (RSV, RSM, GNOP, enzovoort) de valleien van rivieren beschermen, de bufferzone in het gedrang komt, de installatie op zeer beperkt ruimte uitgevoerd kan worden en de alternatieven op het industriegebied te onderzoeken zijn;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat bij de uitvoering van de werken ter inplanting van het waterzuiveringsstation de aantasting van het groengebied te beperken is; dat het belang van een waterzuiveringsinstallatie voor het ganse industrieterrein te Mechelen-Zuid primeren op een beperkte aantasting van het groengebied; dat de inplanting van een waterzuiveringsstation op het industrieterrein wegens plaatsgebrek uitgesloten is; dat de inplanting tussen E19 en de Zenne een volwaardige alternatieve lokatie vormt; dat de beperkte aantasting van het groengebied geen afbreuk doet aan de bepalingen van de overige plannen; dat de argumentatie van bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn; dat het advies van de gemeenteraad van Mechelen te verwerpen is; dat de bezwaren en opmerkingen te verwerpen zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van agrarisch gebied en bosgebied naar regionaal bedrijvenkarakter en bufferzone te Sint-Katelijne-Waver stelt : "Overwegende dat te Sint-Katelijne-Waver, voor gronden tussen de Irisstraat en Walemstraat ten noorden van de R6, en tussen de Korte Mussepi en de Mechelsesteenweg ten zuiden van de R6, de bestemmingen van agrarisch gebied en bosgebied gewijzigd worden in regionale bedrijventerreinen met een openbaar karakter en bufferzone;

Overwegende dat tijdens het afbakeningsproces voor het regionaal stedelijk gebied Mechelen, en vooraleer de resultaten ervan bekend zijn, de twee voormelde regionale bedrijventerreinen met openbaar karakter worden voorzien om te voldoen aan de dringende behoefte aan bedrijventerreinen in het Mechelse; dat de gebieden gelegen zijn tussen de Mechelse ring en aanpalend woongebied; dat de agrarische functie er beperkt is en het voorziene bosgebied nog niet werd aangelegd; dat er in het gebied, of ik de omgeving, reeds een industriële bedrijvigheid aanwezig is;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat de inplanting van bedrijventerreinen in de nabijheid van woongebieden onverantwoord is; dat lawaai- en reukhinder zullen toenemen; dat de gemeentelijke overheid onvoldoende geconsulteerd is geweest; dat deze wijziging strijdig is met het ontwerp van ruimtelijk structuurplan van de gemeente; dat de verdwijning van bosgebied in strijd is met de bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; dat bijkomende bedrijventerreinen een toename van de verkeersproblemen tot gevolg hebben; dat de ontsluiting van het gebied problematisch is; dat onvoldoende buffering is voorzien; dat het afgebakend gebied te smal is om tot een goede inrichting inclusief voldoende buffering te komen; dat diverse woningen zullen onteigend worden; dat de woningen in de omgeving aanzienlijk in waarde dalen; dat een in sociaal opzicht belangrijke voetbalvereniging dreigt te verdwijnen; dat geen evenwichtig ruimtelijk beleid wordt gevoerd; dat een aanzet wordt gegeven tot industrielinten; dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur vanwege de Vlaamse overheid door de gemeente niet te betrekken bij de gewestplanwijziging, doch wel bij het afbakeningsproces van het regionaalstedelijk gebied Mechelen; dat het twijfelachtig is of de weerhouden lokaties voldoende werden onderzocht; dat de waterhuishouding verstoord dreigt te worden; dat de vraag kan gesteld worden naar de opmaak van een MER-rapport; dat de opname van goedgekeurde verkavelingen in de wijziging de rechtsonzekerheid in de hand werkt; dat de aanwezigheid van 3 zonevreemde bedrijven in het gebied geen aanleiding mag vormen voor de uitbouw van een volwaardig industrieterrein; dat de gebruikte topografische kaarten geen correct beeld geven van de bestaand toestand; dat het gebied volledig verstedelijkt wordt, zeker indien tevens de zuidelijke kant van de R6 ontwikkeld wordt; dat de begrenzing van de bestemmingswijzigingen onvoldoende duidelijk is; dat de door de overheid geraadpleegde commissies niet objectief zijn; dat de tuinen van omwonenden worden ingepalmd door de bufferzones; dat het voorstel niet gebaseerd is op waarnemingen op het veld; dat het onaanvaardbaar is een door een vroegere regeringscoalitie besliste gewestplanwijziging nu uit te voeren; dat eerder leegstand en verwaarloosde terreinen aan te pakken zijn; dat de Valkstraat niet geschikt is ter ontsluiting van het bedrijventerrein; dat het niet aanvaardbaar is dat de verschillende planningsprocessen aan eenzelfde studiebureau worden toevertrouwd; dat alternatieve terreinen te Willebroek en Mechelen eerder aan te snijden zijn; dat de westlimiet van de bestemmingswijziging te verleggen is; dat niet voldaan is aan de criteria van de Raad van State om af te wijken van het gewestplan; dat verschillende land- en tuinbouwbedrijven zonevreemd worden gemaakt; dat nieuwe ontwikkelingen in groengebied in het globaal gemeentelijk kader te onderzoeken zijn; dat het proces van de afbakening van regionaalstedelijk gebied Mechelen sterk beïnvloed wordt; dat inbreiding en zuinig ruimtegebruik de voorkeur dienen te krijgen;

Gelet op het ongunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000 : "De voorlopige resultaten van het afbakeningsproces van het regionaalstedelijk gebied Mechelen wijzen wel op het aanduiden van regionale bedrijventerreinen op deze locaties maar ook op een minder zwaar programma dan de thans voorliggende gewestplanwijzigingen.

Wat betreft de uitbreiding van de industriezone-Noord worden in het afbakeningsproces twee gemengde regionale bedrijventerreinen voorzien met een belangrijke kantoor- en dienstenfunctie. Deze bedrijventerreinen, genaamd Otterbeek en Spie-Noord, situeren zich respectievelijk op het grondgebied van de gemeenten Mechelen en Sint-Katelijne-Waver. Omdat de zone Otterbeek zeer moeilijk ontsloten is en omdat de zone Spie-Noord nog waardevolle glastuinbouwbedrijven bevat, worden zij in het afbakeningsproces voorgesteld als reserveterreinen. Dit wil zeggen dat zij pas ontwikkeld kunnen worden indien de andere afgebakende terreinen in het regionaalstedelijk gebied voor 50 % effectief bezet zijn. Bovendien is de omvang van deze kantoor- en dienstenzones in het afbakeningsproces kleiner dan in de voorgestelde wijziging van het gewestplan.

De provincie stelt dat de aard, de omvang en de ontwikkelingstermijn van het voorgestelde regionaal bedrijventerrein in overeenstemming moeten worden gebracht met de bestemming die het heeft gekregen in het afbakeningsproces van het regionaalstedelijk gebied Mechelen.

Wat betreft de zone Heisbroek op het grondgebied van Sint-Katelijne-Waver wordt in het afbakeningsproces voor de percelen onmiddellijk gelegen langs de R6 een gemengd regionaal bedrijventerrein voorzien en een lokaal bedrijventerrein voor de achterliggende percelen. Dit terrein kan ontwikkeld worden op korte termijn, doch de omvang ervan is in het afbakeningsproces kleiner.

Voor deze zone is door de gemeente een BPA in opmaak voor aan de veiling gerelateerde bedrijven.

De provincie stelt dat de aard en de omvang van het voorgestelde regionaal bedrijventerrein in overeenstemming moeten worden gebracht met de bestemming die het heeft gekregen in het afbakeningsproces van het regionaalstedelijk gebied Mechelen;";

Gelet op het ongunstig advies van de gemeenteraad van Sint-Katelijne-Waver dat stelt dat de groene zones aan de R6 gelden als afbakening tussen het landelijk gedeelte en het stedelijk gedeelte; dat het maximum aan industriële draagkracht in de gemeente bereikt is; dat het gebied ten noorden van de R6 waardevol divers gebied is; open landschappen, kleine tuinbouwbedrijven, tuinbouw en achtertuinen; dat het gebied ten zuiden van de R6 in gebruik is voor land- en tuinbouwbedrijven, woningen met tuinen, recreatie en kleine bedrijven; dat het agrarisch gebruik van de twee gebieden geenszins beperkt is; dat de dwingende behoefte aan bijkomende regionale bedrijventerreinen de weerhouden lokalisaties op de grens tussen buitengebied en stedelijk gebied geenszins rechtvaardigt; dat de wijziging ten onrechte op de conclusies van het afbakeningsproces van het regionaalstedelijk gebied Mechelen vooruitloopt; dat de wijziging in strijd is met het principe van de subsidiariteit dat voorafgaand overleg met de gemeente vereist en met het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening dat voorafgaand overleg met alle besturen (ook de gemeente) over de ruimtelijke uitvoeringsplannen vereist; dat de wijziging in strijd is met het principe van stand-still dat dwingende en gemotiveerde redenen vergt om het bestaand niveau van bescherming krachtens het actuele gewestplan te reduceren; dat de dringende behoefte aan bijkomende regionale bedrijventerreinen geenszins bewezen is; dat de wijziging geen compensatie voorziet in de ruime omgeving; dat de wijziging in strijd is met het principe dat schade aan het milieu te voorkomen of te beperken is;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat het tot de taakstelling van het proces tot afbakening van het regionaalstedelijk gebied Mechelen hoort om lokaties aan te duiden voor de vestiging van regionale bedrijventerreinen; dat dit afbakeningsproces geenszins afgerond is; dat het doorvoeren van de in het ontwerpplan voorgestelde wijziging afbreuk aan de resultaten van het afbakeningsproces doet; dat het aangewezen is de resultaten van het proces tot afbakening van het regionaalstedelijk gebied Mechelen af te wachten alvorens regionale bedrijventerreinen op het gewestplan aan te duiden; dat de regionale commissie van advies gunstig advies heeft uitgebracht over ontwerp van ruimtelijk structuurplan van de gemeente Sint-Katelijne-Waver, dat een afwijkende invulling van het betrokken gebied voorziet; dat het advies van de bestendige deputatie en het advies van de gemeenteraad van Sint-Katelijne-Waver bij te treden zijn; dat de bezwaren en opmerkingen in dit opzicht bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van agrarisch gebied naar industriegebied en bufferzone te Duffel stelt : "Overwegende dat in het economisch knooppunt Duffel, gronden voorzien als agrarisch gebied gewijzigd worden in industriegebied en bufferzone; dat de wijziging wordt doorgevoerd om te voldoen aan de dringende behoefte aan uitbreiding van het bedrijf Reynaers, een bedrijf met bovenlokaal belang; dat een belangrijk deel van deze uitbreiding reeds voorzien is in het BPA "Oude Liersebaan", goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 mei 1995;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat het landelijk karakter van de omgeving aangetast wordt; dat de uitbreiding van het bedrijf verkeersoverlast zal bezorgen; dat ontsluiting via de smalle Zijpstraat niet te aanvaarden is; dat de verharding van de terreinen problemen m.b.t. de waterhuishouding met zich zal meebrengen; dat onvoldoende buffering is voorzien; dat de bufferzones deels in privé-tuinen zijn voorzien; dat de motivering van het besluit van de Vlaamse regering niet deugt en de wijziging slechts gericht is op de waardevermeerdering van de betrokken gronden; dat de opmaak van een milieueffectenrapport vereist is; dat de wijziging in strijd is met de beginselen van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen dat de open ruimte maximaal wenst te beschermen; dat onvoldoende riolering voorzien is; dat de verschillende gewestplanwijzigingen wijzen op een gebrek aan visie; dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur en schending van het subsidiariteitsbeginsel door de gemeente te confronteren met een onaangekondigde gewestplanwijziging; dat de inplanting van hoge gebouwen nadelig zijn voor een naburige tomatenkweker; dat de woningen in de omgeving in waarde dalen; dat de wijziging verschillende nadelige gevolgen voor het milieu met zich meebrengt, zoals geluidshinder en lichtpollutie; dat onvoldoende informatie over de ontwikkelingen van het bedrijf wordt verstrekt;

Gelet op het advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000 dat gunstig is op voorwaarde dat de zone langs de Zijpstraat als agrarisch gebied dient te worden behouden, de bufferzone dienen te worden voorzien op de terreinen die eigendom zijn van het bedrijf Reynaers en dat de ontsluiting van het bedrijf dient te worden voorzien langs de N108;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Duffel; dat het advies stelt dat de uitbreiding enkel ten behoeve van het huidig aluminiumverwerkend bedrijf kan dienen;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat het ontwerpplan het landelijk karakter van het gebied slechts gedeeltelijk aantast; dat de hinder voor de naburige woonomgeving te beperken is; dat ontsluiting van het bedrijf langs de Zijpstraat niet gewenst is gelet op de beperkte breedte van deze straat; dat de ontsluiting langs de N108 te voorzien is; dat voor de verkeersproblematiek tevens in het gemeentelijk mobiliteitsplan een oplossing kan gezocht worden; dat bij het verlenen van de vergunningen en bij de uitvoering van de werken rekening kan worden gehouden met de problematiek van de waterhuishouding; dat de in het ontwerpplan voorziene bufferzones evenwel op het terrein van de industriële site zelf dienen aangelegd te worden en niet te voorzien zijn in de tuinen van de omwonenden; dat de opmaak van een milieueffectenrapport te koppelen is aan de vergunningsaanvragen; dat de motivering voor de wijziging van de bestemming in het besluit van de Vlaamse regering kan volstaan; dat het aangeven van een langetermijn-visie met betrekking tot de toekomstige ontwikkelingen van het bedrijf buiten het bestek van het ontwerpplan valt; dat het gewestplan geenszins de inplanting van hoge gebouwen oplegt; dat de waardevermindering van onroerende goederen geen ruimtelijk gegeven is maar de consequentie van een ruimtelijk gegeven; dat de hinderlijke gevolgen voor het milieu te beperken zijn; dat het verstrekken van informatie over ontwikkelingen van ondernemingen buiten het bestek van het ontwerpplan valt; dat het gewestplan niet kan bepalen dat de bestemmingswijziging enkel in functie van een welbepaald bedrijf gebeurt; dat het advies van de bestendige deputatie bij te treden is; dat het advies van de gemeenteraad van Duffel te verwerpen is; dat de bezwaren en opmerkingen deels bij te treden zijn;

Gelet op het overwegend gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van agrarisch gebied naar industriegebied en bufferzone te Heist-op-den-Berg stelt : "Overwegende dat in het kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau Heist-op-den-Berg, gronden voorzien als agrarisch gebied worden gewijzigd in industriegebied; dat de wijziging wordt doorgevoerd voor het bedrijf Kemisol, een bedrijf van bovenlokaal belang; dat het bedrijf dringende behoefte heeft aan terreinen voor stapelplaatsen en om de productiecapaciteit uit te breiden;

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat het bedrijf niet thuis hoort in de open ruimte; dat geen riolering is voorzien in het gebied; dat het bedrijf van haar vroegere uitbreidingsreserves geen gebruik heeft gemaakt;

Gelet op het ongunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000; dat het advies stelt dat de voorgestelde wijziging meer dan een verdubbeling inhoudt van het huidige industrieterrein; dat het een sterk milieubelastend bedrijf betreft dat op deze plek historisch is gegroeid; dat het gelegen is in een waardevolle aaneengesloten agrarische omgeving en slecht ontsloten is langs lokale wegen; dat het betrokken gebied bovendien gelegen is in de waardevolle vallei van de grote Nete.

Gelet op het impliciet gunstig advies van de gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de problematiek van zonevreemde bedrijvigheid in het globaal gemeentelijk kader te bekijken is; dat het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven hiertoe de geschikte instrumenten zijn; dat het bedrijf gelegen is in een waardevolle aaneengesloten agrarische zone; dat het advies van de bestendige deputatie bij te treden is; dat de bezwaren en opmerkingen bij te treden zijn;

Gelet op het overwegende gedeelte van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het wijzigen van de bestemming van agrarisch gebied naar lokaal bedrijventerrein met openbaar karakter te Sint-Amands stelt : "Overwegende dat in de kern van het buitengebied Sint-Amands, in het gebied Hemelrijken, gronden voorzien als agrarisch gebied gewijzigd worden in lokaal bedrijventerrein met openbaar karakter; dat de wijziging de bestaande ambachtelijke zone uitbreidt om te voldoen aan de dringende behoefte aan ambachtelijke terreinen;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat de dringende behoefte aan bijkomende bedrijventerreinen niet is bewezen; dat inbreiding en zuinig ruimtegebruik de voorkeur dienen te genieten;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het gunstig advies van de gemeenteraad van Sint-Amands;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat de gemeente Sint-Amands in het ontwerp van ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen geflecteerd is als een gemeente met een Hoofddorp type III; dat in het voormeld ontwerp de mogelijkheid wordt voorzien in deze gemeenten bijkomend lokaal bedrijventerrein te creëren met het oog op de herlokalisatie van lokale zonevreemde bedrijven; dat de principes van inbreiding en zuinig ruimtegebruik de wijziging van de bestemming op gewestplan niet uitsluiten; dat het advies van de bestendige deputatie bij te treden is; dat de bezwaren en opmerkingen te verwerpen zijn;

Gelet op het overwegende gedeelte van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 dat betreffende het schrappen van overbodige wegentracés in uitvoering van het ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en opnemen van uitgevoerde infrastructuren telt : "Overwegende dat het ontdubbelingstracé (Bonheiden, Putte, Heist-op-den-Berg) niet is weerhouden in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; dat het voorziene tracé wordt geschrapt;

Overwegende dat het verbindingstrace (Bonheiden, Sint-Katelijne-Waver, Duffel, Lier) tussen de geplande doortrekking van de A2, en het tracé van de Grote Rins rond Antwerpen wordt geschrapt omdat het tracé niet weerhouden is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; dat de doortrekking van de A2 reeds geschrapt is in het gewestplan Leuven en dat het tracé van de Grote Ring rond Antwerpen in het gewestplan Antwerpen reeds werd gewijzigd in een reservatiestrook voor pijpleidingen; dat het tracédeel van de Grote Ring, te Lier, om die reden eveneens wordt voorzien als reservatiestrook voor pijpleidingen;

Overwegende dat te Bornem, de voorziene hoofdweg tussen Bareldreef er Puursesteenweg wordt geschrapt, omdat het tracé overbodig is volgens het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan;

Overwegende dat te Mechelen-Walem, de voorziene omleidingsweg wordt geschrapt omdat het tracé overbodig is volgens het in voorbereiding zijnde gemeentelijk ruimtelijk structuurplan;

Overwegende dat de voorziene verbindingsweg tussen de Herentalsesteenweg en de provinciale weg N15 te Heist-op-den-Berg is uitgevoerd en thans wordt opgenomen als bestaande weg;";

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen stellen dat de bestemming van het gebied dat door de te schrappen reservatiestrook voor de Expressweg te Heist-op-den-Berg behelsd wordt, ter hoogte van de Rashoevewijk te wijzigen is naar bosgebied of bufferzone;

Gelet op het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van 28 september 2000;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Bonheiden; dat gunstig advies wordt uitgebracht op voorwaarde dat het bosgebied aan de Rijmenamseweg naar woongebied met landelijk karakter over 50 meter links van de opgeheven gewestweg en naar woongebied over 50 meter rechts van de opgeheven gewestweg gewijzigd wordt;

Gelet op het gunstig advies van de gemeenteraad van Duffel; dat gunstig advies wordt uitgebracht op voorwaarde dat het opheffen van de reservatiestrook acht op de bestaande bestemming van de percelen geeft; de kavels 1 tot 4 van de verkaveling die het college van burgemeester en schepenen op 1 september 1965 aan de Binnenweg vergund heeft, zijn in het bijzonder van bosgebied naar woongebied met landelijk karakter te wijzigen;

Gelet op het impliciet gunstig advies van de overige gemeenteraden van het gewest;

Overwegende dat het ontwerpplan op verschillende plaatsen de grondbestemming van de betrokken gebieden wijzigt; dat de considerans van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 hiertoe geen motivering geeft; dat deze wijzigingen niet in een globaal kader gesitueerd zijn; dat de argumentatie van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 en het advies van de bestendige deputatie bij te treden zijn; dat het advies van de gemeenteraad van Duffel te verwerpen is, dat het advies van de gemeenteraad van Bonheiden te verwerpen is; dat de bezwaren en opmerkingen te verwerpen zijn;

Overwegende dat het geven van een groene bestemming aan de vallei van de Grote Nete, het gebied achter Senthout, de overstromingsgebieden en vallei van de Goorbosbeek, de Straatjesbossen, de Itterbeekvallei en het Fort van Duffel te Duffel en de omgeving van de Oude Spoorwegberm te Kontich buiten het bestek van het ontwerpplan vallen; dat het schrappen van het tracé voor de ringweg rond Duffel, de versterking van de natuurwaarden in het gewest, de regeling van de problematiek van de historische, vergunde zonevreemde, het bestemmen van een perceel landbouwgrond tot bouwgrond te Sint-Katelijne-Waver, het bestemmen van vier verschillende kavels in bosgebied tot woongebied te Duffel, het bestemmen van verschillende percelen langs de Zagstraat te Putte, het bestemmen van verschillende percelen bosgebied tot woongebied te Mechelen, het bestemmen van perceel sectie C, 414 d en percelen 2 en 3 van sectie A, 72 l te Putte tot woongebied buiten het bestek van het ontwerpplan vallen; dat het bestemmen van de volledige Dijlevallei op het grondgebied van de gemeente Bonheiden tot agrarisch gebied met ecologisch belang, het bestemmen van het gebied rond het kasteel van Berentrode tot agrarisch gebied met ecologisch belang, het bestemmen van het woonuitbreidingsgebied "Dertien Eiken" te Bonheiden tot landschappelijk waardevol agrarisch gebied, het bestemmen van het woonuitbreidingsgebied tussen de Grote Doelstraat en de Pastorijstraat te Bonheiden tot bosgebied, het bestemmen van het bosgebied tussen de Leeuwerikhoeve en Vijverstein te Bonheiden buiten het bestek van het ontwerpplan vallen, Besluit : Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van de bestemming van natuurgebied naar gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen te Mechelen op voorwaarde dat een bijzonder plan van aanleg wordt opgemaakt, waarin de bestemming dierentuin nader wordt uitgewerkt en waarin het groene karakter van het gebied wordt bestendigd;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van bestemming van woongebied naar parkgebied te Mechelen;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van bestemming van gebied voor verblijfsrecreatie naar natuurgebied te Willebroek;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van bestemming van ontginningsgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied te Mechelen voor het gebied ten zuiden van de Platte Beek;

Eenparig ongunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van bestemming van ontginningsgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied voor het gebied ten noorden van de Platte Beek;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen-Muizenhoek;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen en Bonheiden;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen-Hoek Dijlevallei;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van woonuitbreidingsgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied te Mechelen voor het gebied ten noorden van de Elstloop;

Eenparig ongunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van woonuitbreidingsgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied ten zuiden van de Elstloop;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen-Kassenbroek;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van agrarisch gebied en gebied voor dagrecreatie naar agrarisch gebied met ecologisch belang te Mechelen-Barrebeekhoeve;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied en gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen naar natuurgebied te Mechelen;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang en natuurgebied te Bonheiden;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van parkgebied, gebied voor verblijfsrecreatie en recreatiegebied naar natuurgebied en agrarisch gebied en over de wijziging van woonuitbreidingsgebied, gebied voor verblijfsrecreatie, recreatiegebied, agrarisch gebied en bosgebied naar agrarisch gebied en agrarisch gebied met ecologisch belang te Puurs;

Eenparig ongunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van gebied voor kleine en middelgrote ondernemingen naar natuurgebied te Puurs;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over het aanbrengen van de bestemmingen van het bijzonder plan van aanleg nr. HIN 1 "Landelijk gebied-Kanaalzone, noordelijk deel" op het gewestplan te Bornem op voorwaarde dat de bestemming van het bijzonder plan van aanleg correct worden aangebracht, met uitzondering van de dijken en de bergingsvijver;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van ontginningsgebied met nabestemming recreatiegebied naar agrarisch gebied te Nijlen;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van reservaatsgebied en bosgebied naar gebied voor dagrecreatie te Mechelen;

Eenparig ongunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging agrarisch gebied naar natuurgebied te Mechelen-Stompershoek; voorgesteld wordt om het gebied te bestemmen tot landschappelijk waardevol agrarisch gebied;

Eenparig ongunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van agrarisch gebied naar industriegebied en regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter te Lier;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van groengebied naar gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen te Mechelen;

Eenparig ongunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van agrarisch gebied en bosgebied naar regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter te Sint-Katelijne-Waver;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van agrarisch gebied naar industriegebied en bufferzone te Duffel op voorwaarde dat de zone langs de Zijpstraat als bufferzone wordt bestemd, de bufferzone wordt voorzien op de terreinen die eigendom zijn van het bedrijf Reynaers en dat de ontsluiting van het bedrijf wordt voorzien langs de N108;

Eenparig ongunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van agrarisch gebied naar industriegebied te Heist-op-den-Berg;

Eenparig gunstig advies wordt uitgebracht over de wijziging van agrarisch gebied naar lokaal bedrijventerrein met openbaar karakter te Sint-Amands op voorwaarde dat het betrokken gebied enkel wordt aangewend voor de herlokalisatie van zonevreemde bedrijven;

Eenparig gunstig advies wordt aangebracht over de schrapping van de overbodige wegentracés en de opname van de uitgevoerde infrastructuren op het gewestplan op voorwaarde dat aan de grondbestemmingen van de betrokken zones geen wijzigingen worden aangebracht Antwerpen, in vergadering van 11 december 2000.

De voorzitter, W. Taelman."

^