Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2014
gepubliceerd op 22 april 2014

Koninklijk besluit betreffende de oprichting van een Adviesraad inzake beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2014015086
pub.
22/04/2014
prom.
02/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/02/2014015086/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit betreffende de oprichting van een Adviesraad inzake beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2013 pub. 12/04/2013 numac 2013015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking sluiten betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, de artikelen 2, 16°, 8, 31 en 35, 2° ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 december 2013;

Gelet op het advies 54.922/4 van de Raad van State, verleend op 19 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 17 december 2013;

Op de voordracht van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Bij het regeringslid dat bevoegd is voor ontwikkelingssamenwerking, hierna "de Minister" genoemd, wordt er een Adviesraad inzake beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling opgericht, hierna "de Adviesraad" genoemd.

Art. 2.§ 1. De Adviesraad heeft de volgende opdrachten : 1° de betrokken Minister adviseren en zijn vragen beantwoorden over federale maatregelen binnen zijn bevoegdheidsdomein die een impact hebben op de ontwikkelingslanden;2° voorstellen uitwerken die de werkzaamheden van de Interministeriële Conferentie inzake beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling kunnen voeden;3° de regering en de Belgische instanties die belast zijn met beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling, op hun vraag, adviseren om uitvoering te geven aan de aanbevelingen inzake beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling van internationale instanties of over de standpunten die België tijdens internationale vergaderingen inneemt;4° zich, op verzoek van het betrokken regeringslid, uitspreken over de impactanalyses betreffende beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling die zijn voorzien in artikel 31 van de wet van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2013 pub. 12/04/2013 numac 2013015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking sluiten betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;5° kan, bij het begin van de legislatuur, een lijst van prioriteiten opstellen die wordt voorgelegd aan de Minister. § 2. De Adviesraad stemt zijn activiteiten af op de werkzaamheden van : 1° de Interdepartementale Commissie voor beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling;2° de dienst belast met de opvolging van het thema beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling binnen de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;3° het platform inzake beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling.

Art. 3.§ 1. De Adviesraad bestaat uit acht effectieve leden en acht plaatsvervangende leden die worden aangewezen door de Minister op basis van hun ervaring of hun specifieke kennis inzake beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling binnen de volgende organisaties : 1° de Nederlandstalige koepel : twee leden en twee plaatsvervangers;2° de Franstalige koepel : twee leden en twee plaatsvervangers;3° de Nederlandstalige academische wereld : twee leden en twee plaatsvervangers;4° de Franstalige academische wereld : twee leden en twee plaatsvervangers. § 2. Zonder afbreuk te doen aan de onafhankelijkheid van de Adviesraad, kunnen aan de vergaderingen van de Adviesraad deelnemen met raadgevende stem : 1° een vertegenwoordiger van de Minister;2° een vertegenwoordiger van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-samenwerking. § 3. De leden van de Adviesraad worden door de Minister benoemd voor een duur van vijf jaar met inachtneming van de regels voorzien in de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 26/05/2011 numac 2011000307 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid. Hun mandaat kan eenmaal worden hernieuwd.

Art. 4.De Adviesraad wordt voorgezeten door een voorzitter en door een vice-voorzitter van een verschillende taalrol. Zij worden gekozen uit de leden voor de duur van vijf jaar. Hun mandaat kan niet worden hernieuwd.

Art. 5.§ 1. De Adviesraad vergadert minstens één keer per trimester. § 2. De voorzitter of, in geval van afwezigheid, de vicevoorzitter, roept de vergaderingen van de Adviesraad bijeen en bepaalt de agenda op basis van de prioriteiten zoals voorzien in de lijst vernoemd in het artikel 6. § 3. Het aanwezigheidsquorum bedraagt de helft van de leden van de Adviesraad. Het stemmingsquorum is de meerderheid van de aanwezige leden. In geval van gelijkheid van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 4. De Adviesraad kan zich laten bijstaan door externe deskundigen.

Art. 6.Bij het begin van de legislatuur kan de Minister overeenkomstig de internationale agenda een lijst op van de prioriteiten opstellen waarover de Adviesraad geraadpleegd kan worden.

Op deze basis kunnen de Minister, de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire hulp samen met de Adviesraad jaarlijks een lijst opstellen met belangrijke vervaldata, binnen een termijn die gezamenlijk kan worden vastgelegd. Indien noodzakelijk, wordt deze lijst in onderling akkoord aangepast.

Art. 7.§ 1. De Adviesraad geeft advies binnen 45 dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek ertoe. In geval van dringendheid of in speciaal gemotiveerde omstandigheden kan die termijn evenwel tot 14 dagen herleid worden. Als de aanvraag van bijzonder belang of ingewikkeld is, kan deze termijn met 10 dagen verlengd worden door de Minister. § 2. In geval van dringendheid of in speciaal gemotiveerde omstandigheden, kan de Adviesraad zijn advies uitbrengen op basis van een elektronische consultatieprocedure.

Art. 8.De Adviesraad stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het, evenals eventuele latere wijzigingen ervan, ter goedkeuring voor aan de Minister.

Het huishoudelijk reglement regelt tenminste volgende punten : 1° het opstellen van notulen van de debatten die tijdens elke vergadering gevoerd worden;2° de wijze waarop de documenten aan de leden worden overgemaakt;3° de procedure van bijeenroeping van de vergaderingen;4° de nadere regels tot uitvoering van de schriftelijke procedure in geval van dringende noodzakelijkheid of in speciaal gemotiveerde omstandigheden zoals voorzien in artikel 7;5° de voorwaarden en de gevallen waarvoor de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen of de documenten kan worden toegepast;6° de plaats van de vergaderingen.

Art. 9.De activiteiten van de Adviesraad worden gepubliceerd op de website van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Art. 10.De minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, J.-P. LABILLE

^