Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 08 september 2016

Uittreksel uit arrest nr. 99/2016 van 30 juni 2016 Rolnummer : 6185 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheids Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016204227
pub.
08/09/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Uittreksel uit arrest nr. 99/2016 van 30 juni 2016 Rolnummer : 6185 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (thans : artikel 153, § 3, eerste lid, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015), gesteld door de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 1 april 2015 in zake Fabian Hellebois en anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 april 2015, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet en met artikel 6 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, doordat het eist, van de personen die niet voldoen aan de in artikel 24, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden, dat zij beschikken, om hun activiteit te blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars die over een erkenning beschikken, over een ervaring van drie jaar op datum van 2 juli 1997, terwijl de erkenningsprocedure pas op 1 september 2010 effectief is geworden, en doordat die bepaling dus, enerzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 over drie jaar ervaring beschikten, die verworven rechten kunnen genieten los van hun (eventuele) latere ervaring (tussen 1997 en 2010) en, anderzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 niet over drie jaar ervaring beschikten, die geen verworven rechten kunnen genieten terwijl zij op datum van 1 september 2010 over drie jaar (of zelfs meer) ervaring beschikken, verschillend behandelt ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. Artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (hierna : koninklijk besluit nr. 78), zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 19 december 1990 « tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies met het oog op de bescherming van de beroepstitels van medici en paramedici » (hierna : de wet van 19 december 1990), bepaalt : « De Koning kan, overeenkomstig de bepalingen van artikel 46, de voorwaarden bepalen waaronder de apothekers, op eigen verantwoordelijkheid en onder eigen toezicht, helpers kunnen belasten met het verrichten van bepaalde handelingen die betrekking hebben op de artsenijbereidkunde.

De lijst van die handelingen, de uitvoeringsmodaliteiten ervan, alsook de vereiste kwalificatievoorwaarden van de helpers worden door de Koning vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 46bis, § 2 ».

Op grond van artikel 22, 3°, van het koninklijk besluit nr. 78 valt de uitvoering van de bij artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 78 bedoelde handelingen onder de uitoefening van een paramedisch beroep.

B.1.2. Onder een hoofdstuk II, getiteld « De uitoefening van de paramedische beroepen », bepalen de artikelen 22bis en 23 van het koninklijk besluit nr. 78, zoals respectievelijk ingevoegd en gewijzigd bij de artikelen 4 en 5 van de wet van 19 december 1990 : «

Art. 22bis.De Koning stelt de lijst vast van de paramedische beroepen.

Art. 23.§ 1. De Koning kan, overeenkomstig de bepalingen van artikel 46bis, § 2, de in artikel 22, 1° bedoelde prestaties nader bepalen en de voorwaarden vaststellen waaronder zij moeten worden uitgevoerd.

Hij kan eveneens, overeenkomstig de bepalingen van artikel 46bis, § 2, de vereiste kwalificatievoorwaarden bepalen waaraan de personen moeten voldoen die deze prestaties verrichten. § 2. De Koning kan, op advies van de Nationale Raad voor de paramedische beroepen, de beroepstitels bepalen waaronder de betrokkenen de bij artikel 22 bedoelde prestaties en handelingen verrichten ».

B.1.3. Ter uitvoering van die bepalingen is het koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten « betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast » (hierna : koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten) bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 2 juli 1997 en in werking getreden op 12 juli 1997.

Artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten bepaalt : « Het beroep van farmaceutisch-technisch assistent mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1°- ofwel houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont van hoger secundair onderwijs, waarvan het programma op zijn minst omvat : a) een theoretische opleiding in : - Fysiologie, anatomie, biologie; - Studie van aliphatische en aromatische organische geneesmiddelen; - Farmacologie (farmacodynamie); - Toxicologie; - Fysica; - Studie van minerale geneesmiddelen; - Deontologie; b) een theoretische en praktische opleiding in : - Galenica (inbegrepen steriliteit en microbiologie); - Lezen van voorschriften; - Farmaceutische wetgeving en tarificatie; - Farmacognosie; - Analytische scheikunde; - ofwel houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont van hoger secundair onderwijs en bovendien met vrucht een op zijn minst evenwaardige specifieke opleiding gevolgd hebben in een inrichting opgericht, gesubsidieerd of erkend door de bevoegde overheid, waarvan het programma minstens de hogervermelde theoretische opleiding en theoretische en praktische opleiding omvat; 2° met vrucht een stage doorlopen in een apotheek die tenminste 300 uren [moet] bedragen;3° hun beroepskennis en -vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. De hierboven bedoelde bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan vormingsactiviteiten ».

De handelingen waarmee een apotheker met toepassing van artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 een farmaceutisch-technisch assistent kan belasten, zijn opgesomd in de bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten : « - Het ontvangen en registreren van geneeskundige voorschriften onder gelijk welke vorm; - Het afleveren van geneesmiddelen overeenkomstig de wetten en geldende regels; - Het inlichten van de patiënten betreffende het adekwaat en veilig gebruik van de geneesmiddelen; - Het registreren en identificeren van de grondstoffen; - Het uitvoeren van magistrale bereidingen; - Het voorlichten van stagiairs ' farmaceutisch-technisch assistent ' met betrekking tot het werk in de apotheek ».

B.2.1. Naast de kwalificatievoorwaarden voorziet het koninklijk besluit nr. 78 eveneens in een erkenningsvereiste voor de beoefenaars van paramedische beroepen.

Zoals vervangen bij artikel 177 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten houdende sociale bepalingen (hierna : de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten) bepaalt artikel 24 van het koninklijk besluit nr. 78 : « § 1. Buiten de beoefenaars, bedoeld in artikel 2, § 1, en de artikelen 3, 4 en 21bis voor wat betreft de prestaties verbonden aan hun respectieve kunst, mag niemand prestaties verrichten die nader bepaald zijn ter uitvoering van artikel 23, § 1, of handelingen uitvoeren die bedoeld zijn bij artikel 22, 2° en 3°, die niet houder is van een erkenning afgegeven door de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort. § 2. De Koning bepaalt, op advies van [de] Nationale Raad van de paramedische beroepen, de voorwaarden en de regels tot het verkrijgen, het behouden en het intrekken van de in § 1 bedoelde erkenning.

Deze erkenning mag enkel toegekend worden aan personen die voldoen aan de vereiste kwalificatievoorwaarden die nader bepaald zijn ter uitvoering van artikel 23, § 1, of ter uitvoering van artikel 22, 2° en 3° ».

B.2.2. Zoals gewijzigd bij artikel 179 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten bepaalt artikel 25, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78 : « Niemand mag een beroepstitel dragen die betrekking heeft op één van de prestaties die nader bepaald zijn ter uitvoering van artikel 23, § 1, of op handelingen die bedoeld zijn bij artikel 22, 2° en 3°, zo hij niet houder is van de erkenning bedoeld in artikel 24, § 1 ».

B.2.3. Teneinde rekening te houden met de situatie van de personen die, vóór de nieuwe reglementering, een paramedisch beroep uitoefenden zonder houder te zijn van het vereiste diploma en zonder over een erkenning te beschikken, is in het koninklijk besluit nr. 78 een overgangsbepaling opgenomen.

Zoals ingevoegd bij artikel 16 van de wet van 19 december 1990, vervolgens vervangen bij artikel 180 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten en gewijzigd bij artikel 57 van de wet van 10 augustus 2001, bepaalt artikel 54ter, § 3, van het koninklijk besluit nr. 78 : « In afwijking van artikel 24, § 1, mogen personen die niet voldoen aan de in artikel 24, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden maar die, op het moment waarop de lijst van de prestaties of de lijst van de handelingen in verband met het paramedisch beroep waartoe zij behoren gepubliceerd wordt, sinds minstens drie jaar deze prestaties of handelingen hebben uitgevoerd, dezelfde werkzaamheden blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars van de paramedische beroepen die zulke prestatie [s] of handelingen uitvoeren.

In afwijking van artikel 24, § 1, mogen personen die niet voldoen aan de in artikel 24, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden voor hun paramedisch beroep, waarvoor geen opleiding bestaat in de zin van bovengenoemde bekwaamheidseisen, dezelfde werkzaamheden blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars van de paramedische beroepen die zulke prestaties of handelingen uitvoeren, voorzover zij op het moment waarop de eerste diploma's worden uitgereikt die een opleiding bekronen die overeenstemt met de in artikel 24, § 2, tweede lid, bedoelde voorwaarden, deze prestaties of handelingen uitvoeren.

Op straffe van verlies van het voordeel verleend bij de bepaling van het eerste of tweede lid van deze paragraaf, moeten zij zich bij de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, bekend maken volgens een door de Koning vastgestelde procedure; bij deze gelegenheid vermelden zij de werkzaamheden waarvoor zij het voordeel van de verkregen rechten inroepen. De door de Koning bepaalde procedure zal onder meer de wijze vaststellen waarop het bewijs van de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde prestaties of handelingen moet worden geleverd ».

De prejudiciële vraag heeft betrekking op het eerste lid van die bepaling.

B.2.4. De artikelen 24, 25, § 1, en 54ter, § 3, van het koninklijk besluit nr. 78, zoals respectievelijk vervangen en gewijzigd bij de artikelen 177, 179 en 180 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten, zijn, voor de farmaceutisch-technisch assistenten, in werking getreden op 18 augustus 2009, overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 juli 2009 « tot vaststelling van de datum van het inwerkingtreden van de artikelen 177, 179 en 180 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten houdende sociale bepalingen, voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent », genomen op grond van artikel 183 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten.

B.3.1. Zoals artikel 54ter, § 3, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 78 bepaalt, moeten de personen die die overgangsregeling willen genieten, zich bekendmaken bij de minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, volgens een door de Koning vastgestelde procedure, en bij die gelegenheid de werkzaamheden vermelden waarvoor zij het voordeel van de verworven rechten inroepen.

B.3.2. Artikel 7, § 4, van het koninklijk besluit van 18 november 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2004 pub. 21/12/2004 numac 2004022939 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen sluiten « betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen » heeft de procedure vastgesteld waarmee de beoefenaars van paramedische beroepen het voordeel van de regeling van de verworven rechten kunnen aanvragen.

Krachtens artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/07/2009 pub. 21/08/2009 numac 2009024258 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van het inwerkingtreden van het koninklijk besluit van 18 november 2004 betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen, voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent sluiten « tot vaststelling van de datum van het inwerkingtreden van het koninklijk besluit van 18 november 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2004 pub. 21/12/2004 numac 2004022939 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen sluiten betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen, voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent » is het voormelde koninklijk besluit van 18 november 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2004 pub. 21/12/2004 numac 2004022939 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen sluiten in werking getreden op 1 september 2010 voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent.

B.4.1. Bij het koninklijk besluit van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/05/2015 pub. 18/06/2015 numac 2015024141 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit houdende coördinatie van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen type koninklijk besluit prom. 10/05/2015 pub. 18/07/2016 numac 2016000413 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende coördinatie van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. - Duitse vertaling sluiten « houdende coördinatie van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen », bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 juni 2015 en in werking getreden op 28 juni 2015, is de inhoud van artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 voortaan opgenomen in artikel 153 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 (hierna : gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten).

Artikel 153, § 3, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten bepaalt : « In afwijking van artikel 72, § 1, mogen personen die niet voldoen aan de in artikel 72, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden maar die, op het moment waarop de lijst van de prestaties of de lijst van de handelingen in verband met het paramedisch beroep waartoe zij behoren gepubliceerd wordt, sinds minstens drie jaar deze prestaties of handelingen hebben uitgevoerd, dezelfde werkzaamheden blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars van de paramedische beroepen die zulke prestaties of handelingen uitvoeren ».

De artikelen 6, 22bis, 23, 24 en 25 van het koninklijk besluit nr. 78 zijn respectievelijk de artikelen 24, 70, 71, 72 en 73 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten geworden.

B.4.2. Het Hof spreekt zich bijgevolg uit over artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, dat artikel 153, § 3, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen is geworden.

B.5.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 (thans : artikel 153, § 3, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten) met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet en met artikel 6 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, in zoverre die bepaling van de personen die niet voldoen aan de in artikel 24, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden eist dat zij, om hun activiteit voort te zetten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars die over een erkenning beschikken, drie jaar ervaring hebben op datum van 2 juli 1997, terwijl de erkenningsprocedure pas op 1 september 2010 effectief is geworden.

In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht na te gaan of de in het geding zijnde bepaling een discriminatie invoert in zoverre zij uitsluitend rekening houdt met de beroepservaring van de betrokkenen vóór 2 juli 1997, zodat die bepaling « enerzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 over drie jaar ervaring beschikten, die verworven rechten kunnen genieten los van hun (eventuele) latere ervaring (tussen 1997 en 2010) en, anderzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 niet over drie jaar ervaring beschikten, die geen verworven rechten kunnen genieten terwijl zij op datum van 1 september 2010 over drie jaar (of zelfs meer) ervaring beschikken » verschillend behandelt.

B.5.2. Het geschil voor de verwijzende rechter betreft farmaceutisch-technisch assistenten die in ziekenhuizen werken en die om het voordeel van de verworven rechten verzoeken.

Het Hof beperkt zijn onderzoek derhalve tot dat paramedisch beroep.

B.6.1. De algemene doelstelling van de wet van 19 december 1990 bestond erin « het statuut van de paramedische beroepen in het perspectief van de Europese Eenheidsmarkt te beschermen » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 1256/3, p. 10) en te waken over de kwaliteit van de paramedische prestaties. Om die doelstelling te bereiken, werd de uitoefening van paramedische beroepen voorbehouden aan de personen die over de vereiste kwalificaties beschikken. In de ogen van de wetgever diende te worden gewaarborgd dat de personen die paramedische prestaties zouden verrichten, daartoe bekwaam waren en bijgevolg een voldoende opleiding hadden gekregen.

B.6.2. In het licht van die doelstellingen strekte de wet van 19 december 1990 ertoe een deelname mogelijk te maken van de vertegenwoordigers van de betrokken paramedische beroepen in de procedure voor het definiëren van de kwalificatievoorwaarden, titels en prestaties van elk paramedisch beroep (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 1256/3, p. 10).

Op grond van artikel 46bis van het koninklijk besluit nr. 78 werd de Technische Commissie voor de paramedische beroepen bijgevolg verzocht een eensluidend advies uit te brengen over, met name, de koninklijke besluiten tot vaststelling van de lijst van de prestaties en kwalificatievoorwaarden bepaald in artikel 23, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78. Daarnaast was ook voorzien in het advies van de Nationale Raad voor de paramedische beroepen in het kader van de vaststelling, bij koninklijk besluit, van de beroepstitels waaronder de betrokkenen de paramedische prestaties verrichten (artikel 23, § 2, van het koninklijk besluit nr. 78).

B.6.3. Zoals ingevoegd bij artikel 16 van de wet van 19 december 1990, in werking op 8 januari 1991, bepaalde artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78, in de oorspronkelijke versie ervan : « § 1. De personen die niet voldoen aan de in artikel 23 gestelde bekwaamheidseisen maar die, wanneer de lijst van de technische prestaties voor hun beroep gepubliceerd wordt, sinds minstens drie jaar tewerkgesteld geweest zijn, mogen dezelfde werkzaamheden blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars van de paramedische beroepen die zulke prestaties uitvoeren. § 2. Op straffe van verlies van het voordeel verleend bij de bepaling van § 1 van dit artikel, moeten zij zich bij de bevoegde geneeskundige commissie bekend maken na een door de Koning vastgestelde procedure; bij deze gelegenheid vermelden zij de werkzaamheden waarvoor zij het voordeel van verkregen rechten inroepen. De door de Koning bepaalde procedure zal onder meer de wijze vaststellen waarop het bewijs van de uitvoering van de in § 1 bedoelde handelingen moet worden geleverd ».

B.6.4. In de parlementaire voorbereiding van de wet van 19 december 1990, die de overgangsregeling van verworven rechten bepaald in artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 heeft ingevoerd, werd verklaard dat die regeling, die het oorspronkelijk mogelijk maakte af te wijken van de opgelegde kwalificatievoorwaarden, geïnspireerd was op die welke voorheen voor de verpleegkundigen werd uitgewerkt (ibid., p. 5) : « Zoals reeds het geval was voor de verpleegkundige beroepen, moeten maatregelen worden genomen teneinde verworven rechten te kunnen toekennen aan de personen die niet voldoen aan de vereiste bekwaamheidsvoorwaarden en handelingen verrichten die zijn voorbehouden aan de houders van een paramedische titel. Daar die personen hun activiteiten kunnen uitoefenen buiten de verzorgingsinstellingen en de geneesheer- of tandartspraktijken, kan men niet van hun eisen dat ze op deze plaatsen gewerkt hebben. De Koning moet bijgevolg gemachtigd worden de procedure vast te stellen tot toekenning van deze verworven rechten [...] » (Parl. St., Senaat, 1988-1989, nr. 779/2, p. 14).

Met betrekking tot die overgangsregeling is voorts gepreciseerd : « Volgens de Minister dient aan de personen die hun beroep reeds gedurende een zekere tijd beoefenen, de mogelijkheid te worden gegeven daarmee door te gaan.

Het probleem rijst in het bijzonder voor de kinesitherapeuten, de masseurs, de pedicures en de beoefenaars van de podologie.

In dit verband kan verwezen worden naar de oplossing die indertijd voor de verplegers werd gevonden » (ibid., p. 16).

B.6.5. Teneinde de activiteiten te bepalen die onder de paramedische beroepen ressorteren en die dus zijn voorbehouden aan bepaalde personen, heeft de wetgever aan de Koning de zorg overgelaten om, enerzijds, de lijst van de paramedische beroepen vast te stellen (artikel 22bis van het koninklijk besluit nr. 78) en, voor elk paramedisch beroep, de kwalificaties, titels en prestaties van de paramedische beroepen te bepalen (artikel 23 van het koninklijk besluit nr. 78), en, anderzijds, de procedure te regelen met het oog op het verkrijgen van het voordeel van de verworven rechten, waardoor kan worden afgeweken van de kwalificatievoorwaarden van artikel 23 van het koninklijk besluit nr. 78 (vroeger artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78).

B.7.1. De wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten heeft vervolgens, in artikel 24 van het koninklijk besluit nr. 78, een vereiste ingevoerd van een erkenning die door de minister van Volksgezondheid wordt verleend om prestaties of handelingen te mogen verrichten die onder een paramedisch beroep ressorteren : « De adviezen hieromtrent dienen gegeven te worden door de provinciale geneeskundige commissies die zullen nagaan of de voorgelegde opleiding en titels wel conform zijn. Op dit ogenblik houden deze provinciale geneeskundige commissies er elk een eigen interpretatie op na. Het is de bedoeling om, via de erkenning door Volksgezondheid, meer uniformiteit te creëren in deze opleidingen » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1175/3, p. 26).

B.7.2. De oorspronkelijke tekst van artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 werd bijgevolg aangepast en aangevuld opdat een erkenning, bij wijze van overgangsmaatregel, zou kunnen worden verleend aan de in die bepaling vermelde personen (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1722/1, p. 70) en opdat de personen die, in de overgangsregeling zoals die welke bij de wet van 19 december 1990 was ingevoerd, niet voldoen aan de overeenkomstig artikel 23 van het koninklijk besluit nr. 78 opgelegde kwalificatievoorwaarden, zouden kunnen worden vrijgesteld van een erkenning : « De Nederlandse en de Franse tekst zijn op elkaar afgestemd en er wordt duidelijk verwezen naar zowel de technische prestaties als naar de toevertrouwde handelingen. De aanvragen voor het verkrijgen van de verworven rechten moeten ingediend worden bij de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort » (ibid., pp. 70-71).

B.7.3. De Koning is bijgevolg ertoe gemachtigd om, op advies van de Nationale Raad voor de paramedische beroepen, de voorwaarden en de regels te bepalen tot het verkrijgen, het behouden en het intrekken van de erkenning (artikel 24, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78, zoals vervangen bij artikel 177 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten), alsook de procedure om de verworven rechten te genieten (artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78, zoals vervangen bij artikel 180 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten).

B.8.1. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat, voor de paramedische beroepen, de wetgever de Koning ertoe heeft gemachtigd de kwalificatievoorwaarden en de lijsten van de prestaties die onder elk paramedisch beroep ressorteren, te bepalen (artikel 23 van het koninklijk besluit nr. 78), en de erkenningsvoorwaarden en -procedure te regelen (artikel 24 van het koninklijk besluit nr. 78), alsook de procedure om de verworven rechten te genieten (artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78).

B.8.2. Voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent zijn de kwalificatievoorwaarden en de lijst van de handelingen die onder het beroep ressorteren, vastgesteld bij het koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten, bekendgemaakt op 2 juli 1997 en in werking getreden op 12 juli 1997.

De erkenningsprocedure en de procedure om het voordeel van de verworven rechten te genieten, zijn vastgesteld bij het koninklijk besluit van 18 november 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2004 pub. 21/12/2004 numac 2004022939 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen sluiten, voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent in werking getreden op 1 september 2010.

B.9.1. Aanvankelijk voorzag artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78, zoals ingevoegd bij de wet van 19 december 1990, in een overgangsregeling die de personen die niet voldeden aan de kwalificatievoorwaarden maar op het ogenblik van de bekendmaking van de lijst van de technische handelingen van het paramedisch beroep waartoe zij behoren, die handelingen gedurende minstens drie jaar hadden verricht, toeliet dezelfde activiteiten verder uit te oefenen.

De wet voorzag ook erin dat de Koning een procedure moest vaststellen waarmee de betrokkenen zich moesten bekendmaken bij de bevoegde medische commissie en de activiteiten moesten vermelden waarvoor zij het voordeel van de verworven rechten inriepen.

B.9.2. Wanneer hij een erkenningsvereiste heeft ingevoerd voor de uitoefening van de paramedische beroepen, heeft de wetgever de overgangsregeling gewijzigd. Het in het geding zijnde artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78, zoals vervangen bij de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten, voorziet in een regeling die afwijkt van de erkenningsvereiste, ten behoeve van de personen die niet voldoen aan de kwalificatievoorwaarden maar die, op het ogenblik van de bekendmaking van de lijst van de prestaties of van de lijst van de handelingen van het paramedisch beroep waartoe zij behoren, die prestaties of die handelingen gedurende minstens drie jaar hadden verricht.

De Koning moest een procedure vaststellen waarmee de betrokkenen zich moesten bekendmaken bij de minister van Volksgezondheid en de activiteiten moesten vermelden waarvoor zij het voordeel van de verworven rechten inriepen. Die procedure trad evenwel pas op 1 september 2010 in werking voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent.

B.9.3. Elke overgangsregeling is beperkt in de tijd en doet een onderscheid ontstaan tussen de personen die die regeling kunnen genieten en de anderen. De wetgever zou aan de door hem vooropgestelde doelstelling om de uitoefening van de paramedische beroepen voor te behouden aan de personen die aan de opgelegde kwalificatievoorwaarden voldoen, voorbijgaan indien hij niet voorzag in een einddatum voor de overgangsregeling waarin artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 voorziet.

Door het einde van de overgangsregeling te verbinden met de datum van bekendmaking van de lijst van de prestaties of van de lijst van de handelingen van het paramedisch beroep waartoe zij behoren, te dezen 2 juli 1997, hanteert de wetgever een objectief criterium van onderscheid. Immers, vanaf de bekendmaking van het besluit van 5 februari 1997, dat ter uitvoering van de artikelen 6 en 23 van het koninklijk besluit nr. 78 de lijst van de handelingen van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent vaststelt, wordt geacht dat de inhoud van dat paramedisch beroep bekend kan zijn.

B.9.4. Het staat in beginsel aan de wetgever te beoordelen of een wetswijziging moet samengaan met overgangsmaatregelen teneinde rekening te houden met de rechtmatige verwachtingen van de betrokken personen en het komt hem toe te bepalen onder welke voorwaarden en binnen welke termijnen in het voordeel van die personen van de nieuwe bepalingen zal kunnen worden afgeweken.

B.9.5. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof te beoordelen of de Koning Zijn bevoegdheden heeft overschreden door te dralen met de uitvoering van de bepalingen die de wetgever in 1990 en in 1999 heeft ingevoerd in het koninklijk besluit nr. 78. Het staat het Hof enkel te oordelen of de wetgever, door, met verwijzing naar de datum van bekendmaking, 2 juli 1997, van de lijst van de handelingen van het paramedisch beroep van farmaceutisch-technisch assistent, bij de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten, in werking getreden op 18 augustus 2009 voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent, de datum vast te stellen waarop de betrokkenen hun paramedisch beroep gedurende drie jaar moeten hebben uitgeoefend, op onevenredige wijze afbreuk heeft gedaan aan de rechtmatige verwachtingen van die categorie van personen.

B.9.6. De mogelijkheid voor de Koning om voor elk paramedisch beroep de prestaties, kwalificatievoorwaarden en beroepstitels vast te stellen, is opgenomen in artikel 23 van het koninklijk besluit nr. 78 en de afwijking die is toegestaan ten behoeve van de personen die doen blijken van een tewerkstelling gedurende drie jaar, was geformuleerd in artikel 54ter, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990 en vervangen bij de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 25/01/1999 pub. 19/02/1999 numac 1999003046 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen sluiten. Die bepalingen zijn echter zonder uitwerking gebleven zolang de kwalificatievoorwaarden voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en de lijst van de handelingen waarmee die laatste door een apotheker kan worden belast, niet waren vastgesteld - hetgeen is gebeurd bij het koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten - en zolang geen procedure was geregeld om het voordeel van de verworven rechten aan te vragen - hetgeen, voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent, is gebeurd bij het koninklijk besluit van 18 november 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2004 pub. 21/12/2004 numac 2004022939 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen sluiten, in werking getreden op 1 september 2010.

B.9.7. Het is denkbaar dat de wetgever weigert rekening te houden met de personen die niet voldeden aan de opgelegde kwalificatievoorwaarden en na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten in dienst zouden zijn genomen, aangezien dat besluit de lijst vaststelde van de handelingen die ressorteren onder het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en de kwalificatievoorwaarden opsomde om die te mogen verrichten.

Door te eisen dat de tewerkstelling teruggaat tot drie jaar te rekenen vanaf 2 juli 1997 - terwijl het besluit van 5 februari 1997 pas op 12 juli 1997 in werking zal treden -, dat wil zeggen in een periode waarin het niet mogelijk was de precieze inhoud van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent te kennen en waarin de betrokkenen geen enkele procedure werd geboden om zich ervan te vergewissen dat zij aan de bij artikel 54ter, § 3, opgelegde voorwaarde voldeden, heeft de wetgever echter een maatregel genomen die afbreuk kon doen aan de rechtmatige verwachtingen van de betrokkenen. Pas wanneer zij de inhoud van het koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten en van de bijlage ervan kenden, alsook de activiteiten die in aanmerking worden genomen en de voorwaarden voor het aanvragen van het voordeel van de overgangsregeling, en wanneer zij beschikten over een procedure om het voordeel van de verworven rechten aan te vragen, hebben die personen, met kennis van zaken, kunnen beslissen ofwel om een beroep waarvan de uitoefening hun voortaan werd verboden, op te geven, ofwel om studies aan te vatten teneinde te voldoen aan de in artikel 3 van dat besluit opgesomde kwalificatievoorwaarden, waardoor zij in staat zouden zijn dat beroep verder uit te oefenen.

Door het retroactieve karakter ervan is de maatregel niet evenredig met het nagestreefde doel.

B.9.8. Bovendien, in tegenstelling tot wat in de prejudiciële vraag wordt aangegeven, kan het niet volstaan om gedurende drie jaar de handelingen van farmaceutisch-technisch assistent vóór 2 juli 1997 te hebben uitgeoefend, los van elke uitoefening van dat beroep na die datum, daar, in dat geval, de maatregel zelfs ten goede zou kunnen komen aan de personen die het beroep van farmaceutisch-technisch assistent tussen 1997 en 2010 niet meer zouden hebben uitgeoefend, hetgeen niet coherent zou zijn in een beroep waar de technieken, methodes en kennis onophoudelijk evolueren. De toepassing van artikel 54ter is afhankelijk van de voorwaarde dat de personen, op het ogenblik van hun aanvraag, nog de activiteiten uitoefenen waarvoor zij het voordeel ervan inroepen.

De enige mogelijke interpretatie van de in het geding zijnde bepaling heeft derhalve tot gevolg dat moet worden aangetoond dat de handelingen die ressorteren onder het beroep van farmaceutisch-technisch assistent, gedurende drie jaar werden uitgeoefend vóór 2 juli 1997, en dat bovendien die activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft, nog moeten worden uitgeoefend op het ogenblik dat die aanvraag wordt ingediend, terwijl die aanvraag pas vanaf 1 september 2010 kan worden ingediend, hetgeen erop neerkomt een ervaring van meer dan zestien jaar te eisen, terwijl een nuttige ervaring van drie jaar de gemiddelde duur overschrijdt van de studies die toelaten een getuigschrift te behalen van de opleiding die bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 12/09/2019 numac 2019014377 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 05/02/1997 pub. 02/07/1997 numac 1997022128 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast sluiten is vereist.

B.9.9.1. Voor het overige zij onderstreept dat de overgangsregeling, zoals die bij de in het geding zijnde bepaling is vastgesteld, pas uitwerking kon hebben op 1 september 2010, datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit dat de procedure regelt en de voorwaarden vaststelt voor het aanvragen van het voordeel van de verworven rechten.

Bijgevolg kan worden beschouwd dat de nuttige ervaring van drie jaar kan worden geëist met verwijzing naar die datum.

B.9.9.2. Het is overigens met de datum van inwerkingtreding van de procedure om het voordeel van de verworven rechten aan te vragen, dat de wetgever rekening heeft willen houden wanneer hij, bij artikel 77 van de wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 17/07/2015 pub. 15/07/2016 numac 2016000410 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid. - Duitse vertaling sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, artikel 153, § 3, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten heeft gewijzigd voor de technologen medische beeldvorming en de technologen medisch laboratorium.

Die wijziging is verantwoord door overwegingen in verband met onder meer het verstrijken van een lange termijn sinds de bekendmaking van de koninklijke besluiten tot vaststelling van de kwalificatievoorwaarden voor beide beroepen (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1161/001, pp. 61-62).

Die overwegingen kunnen worden getransponeerd naar het beroep van farmaceutisch-technisch assistent.

B.10. Hieruit vloeit voort dat de prejudiciële vraag bevestigend dient te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (thans : artikel 153, § 3, eerste lid, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015) schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het van de farmaceutisch-technisch assistenten die niet voldoen aan de kwalificatievoorwaarden bepaald in artikel 23 van hetzelfde besluit, eist dat zij de prestaties of handelingen van hun paramedisch beroep hebben verricht gedurende minstens drie jaar op datum van 2 juli 1997 en niet op datum van 1 september 2010.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 30 juni 2016.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, J. Spreutels

^