Etaamb.openjustice.be
Arrest van 06 november 2003
gepubliceerd op 07 januari 2004

Besluit van het Verenigd College betreffende de diensten voor thuiszorg 2003

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031592
pub.
07/01/2004
prom.
06/11/2003
ELI
eli/besluit/2003/11/06/2003031592/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2003. - Besluit van het Verenigd College betreffende de diensten voor thuiszorg 2003


Het Verenigd College, Gelet op de ordonnantie van 22 december 2002 houdende de uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2003;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2003;

Gelet op het advies van de Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat iedere vertraging van de subsidiëring in 2003 ernstige problemen te weeg brengt op het vlak van de thesaurie voor de diensten thuisverzoring, waardoor hun leefbaarheid en dus ook de diensten aan de bevolking in gevaar komen;

Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Binnen de perken van de vastgestelde begrotingskredieten kunnen de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, overeenkomstig dit besluit, toelagen verlenen aan verenigingen zonder winstoogmerk, gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn die diensten voor thuiszorg organiseren die aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° professionele thuiszorg bieden, d.w.z. dienstverlening die geboden wordt door verpleegkundigen, met als doel de gebruiker te handhaven in zijn natuurlijk thuismilieu; 2° deze thuiszorg aanvullend en/of vervangend en/of ondersteunend t.o.v. de zelfzorg en de mantelzorg aanbieden; 3° oog hebben voor de globale zorgsituatie, met een bijzondere aandacht voor gebruikers die een verhoogd risico lopen op verminderde welzijnskansen;4° samen met de gebruiker en/of de mantelzorg en/of de vrijwilligers en/of de huisarts en/of andere professionele hulpverlening verantwoordelijk zijn voor de zorgafstemming.In dit kader, indien nodig, deelnemen aan het gestructureerd overleg met alle betrokken actoren.

Art. 2.§ 1. De in het vorig artikel bedoelde diensten voor thuiszorg dienen erkend te worden door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid. § 2. Om erkend te worden, dienen deze diensten aan de volgende voorwaarden te beantwoorden : 1° voor het publiek toegankelijk zijn via een oproepnummer;2° de dienst verlenen zonder enige vorm van discriminatie, met respect voor de persoonlijke levenssfeer, de ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging van de gebruiker en zijn mantelzorg;3° zorgen voor het onthaal en behandeling in de twee landstalen;4° een register bijhouden van de verpleegkundige zorg en van de voorschriften van de verpleegsters die de thuiszorg toedienen, volgens de meetinstrumenten van het RIZIV;5° een personeelsregister bijhouden van het zelfstandig personeel of het personeel in dienstverband;6° een register bijhouden van de activiteiten van het overleg voor de zorgafstemming;7° samenwerken met een zorgequipe palliatieve zorgen.

Art. 3.De in artikel 2 bedoelde diensten voor thuiszorg mogen aanspraak maken op een forfaitaire jaarlijkse subsidie van 0.08 EUR per bezoek dat een prestatie van de RIZIV-nomenclatuur inhoudt en van 0.12 EUR per bezoek in het kader van een forfait van de RIZIV- nomenclatuur.

Art. 4.Onverminderd de in artikel 3 bepaalde toelagen mogen de in artikel 2 bedoelde diensten voor thuiszorg die enkel werken met personen in loondienst, aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten voor de verplaatsingen.

Deze tussenkomst wordt vastgesteld op 700 EUR per EFT-verpleegkundige per jaar.

Art. 5.Ingeval de begrotingskredieten ontoereikend zijn, worden de in de artikelen 3 en 4 bepaalde toelagen verminderd in verhouding tot de verleende kredieten.

Art. 6.De bewijsstukken voor het verkrijgen van de toelage moeten vóór 30 juni 2004 worden ingediend.

Art. 7.De toelage wordt jaarlijks vereffend op basis van een eindafrekening. 80 % van het bedrag van de toelage voor het jaar 2003 toegekend, wordt door trimestriële voorschotten uiterlijk op 15 februari, 15 mei, 15 augustus en 15 november uitgekeerd.

Art. 8.De betrokken diensten moeten zich onderwerpen aan de controle ingericht door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid.

Zij zijn ertoe gehouden aan de met deze controle belaste personeelsleden alle documenten en inlichtingen mede te delen die nodig zijn voor het toezicht op de toepassing van dit besluit.

Elke verhindering van de uitoefening van dit toezicht kan bij beslissing van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, de volledige of gedeeltelijke afschaffing van de toelage ten gevolge hebben.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2003.

Art. 10.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 november 2003.

Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, J. CHABERT

^