Etaamb.openjustice.be
Arrest van 13 mei 2001
gepubliceerd op 11 augustus 2001

Besluit van het Verenigd College tot invoering van een moratorium op de opening van nieuwe bedden in rusthuizen

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031270
pub.
11/08/2001
prom.
13/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/13/2001031270/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MEI 2001. - Besluit van het Verenigd College tot invoering van een moratorium op de opening van nieuwe bedden in rusthuizen


Het Verenigd College, Gelet op de Ordonnantie van 20 februari 1992 betreffende inrichtingen die bejaarden huisvesten, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van 7 oktober 1993 tot vaststelling van de procedure betreffende de voorlopige werkingsvergunning, de erkenning, de weigering en de intrekking van de erkenning en de sluiting van inrichtingen die bejaarden huisvesten, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het protocol gesloten op 9 juni 1997 tussen de federale overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet over het te voeren ouderenzorgbeleid en de wijzigingen of bijlagen ervan, hierna « het protocol genoemd;

Gelet op het advies van de afdeling instellingen en diensten voor bejaarden van de Commissie voor Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gegeven op 15 maart 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat onverwijld precieze maatregelen moeten worden genomen om te zorgen voor de juiste toepassing van de beginselen vervat in het besluit van het Verenigd College van 17 juli 1997 tot invoering van een moratorium op de opening van nieuwe bedden in de rusthuizen, bij onstentenis waarvan manipulaties om de genoemde beginselen te omzeilen kunnen plaatsvinden;

Overwegende bovendien dat de praktijken die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest grangbaar zijn inzake overnames van erkende instellingen geharmoniseerd moeten worden; dat de reglementaire normen eigen aan elke op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegde instelling de neiging hebben van elkaar te verschillen;

Op voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De leden van het Verenigd College spreken zich niet meer uit over een nieuwe aanvraag tot voorlopige werkingsvergunning, behalve in volgende gevallen : 1° wanneer de voorlopige werkingsvergunning de omzetting van een vennootschapsvorm in een andere, of van een instelling beheerd door een natuurlijke persoon in een instelling beheerd door een vennootschap betreft, zolang de genoemde omzetting niet met een overname kan gelijkgesteld worden, waarvan sprake onder punt 3°;2° wanneer de erkende instelling van adres wijzigt;3° Wanneer er een overname van bedden is.

Art. 2.§ 1. De overname kan beschouwd worden als de operatie waarbij een nieuwe beheerder of een beheerder die over erkende bedden of bedden onder voorlopige werkingsvergunning beschikt, erkende bedden of bedden onder voorlopige werkingsvergunning overneemt. § 2. De totale capaciteit van de instelling die de bedden overneemt moet, na overname kleiner zijn dan 150 eenheden. § 3. De koper mag tijdens de duur van de toepassing van het onderhavig besluit geen erkende bedden of bedden onder voorlopige werkingsvergunning afstaan noch afgestaan hebben. § 4. Mag alleen bedden afstaan, de instelling waarvan de beheerder de vrijwillige sluiting van de instelling heeft aangekondigd, overeenkomstig artikel 8, 2e lid van het besluit van het Verenigd College van 7 oktober 1993 tot vaststelling van de procedure betreffende de voorlopige werkingsvergunning, de erkenning, de weigering en de intrekking van de erkenning en de sluiting van inrichtingen die bejaarden huisvesten. § 5. De beheerders van de betrokken instellingen stellen een overeenkomst op met het oog op de afstand van de bedden.

De overeenkomst vermeldt het doel ervan, de identiteit van de partijen, het aantal bedden waarop de overname betrekking heeft, de toekomstige geografische locatie van de bedden, de datum van de inwerkingtreding van de overeenkomst en de financiële elementen waardoor de leefbaarheid van het project alsmede het leefproject van de instelling beoordeel kan worden.

Overeenkomstig artikel 11 van het besluit van het Verenigd College van 7 oktober 1993 tot vaststelling van de procedure betreffende de voorlopige werkingsvergunning, de erkenning, de weigering en de intrekking van de erkenning en de sluiting van inrichtingen die bejaarden huisvesten moet deze overeenkomst minstens twee maanden voor de voorziene overname datum ter goedkeuring overgemaakt worden aan de bevoegde Ministers.

De goedkeuring van de voormelde overeenkomst wordt betekend aan de contractanten. § 6. Overeenkomstig voormeld artikel 8, 2e lid moeten de bewoners en het personeel in kennis gesteld worden van het voornemen van vrijwillige sluiting alsook van het voornemen van afstand van bedden.

De bewoners en het personeel worden binnen de vijftien dagen te rekenen vanaf de betekening van de goedgekeurde overeenkomst in kennis gesteld van de beslissing van de leden van het College. § 7. Wanneer de voorlopige werkingsvergunning niet onmiddellijk kan worden toegekend omwille van de aanpassingen die aan de gebouwen moeten worden aangebracht, beschikt de inrichting die de erkenning aanvraagt over vier jaar te rekenen vanaf de betekening van de goedkeuring van de overeenkomst tot overname van bedden, om tot deze aanpassingen over te gaan. Indien die niet het geval is kunnen de overgenomen bedden niet meer in rekening worden gebracht. § 8. Indien de Leden van het Verenigd College vaststellen dat de voorwaarden opgelegd door onderhavig besluit niet worden nageleefd, betekenen zij hun beslissing, met redenen omkleed, tot weigering van goedkeuring van de overeenkomst.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 februari 2001 en blijft geldig zolang de geïntegreerde programmatie van de woongelegenheden voor rusthuizen en rust- en verzorgingssstehuizen niet tot stand is gekomen.

Art. 4.Het besluit van het Verenigd College van 17 juli 1997 tot invoering van een moratorium op de opening van nieuwe bedden in rusthuizen wordt opgeheven.

Art. 5.De leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 mei 2001.

Het lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, G. VANHENGEL

^