Etaamb.openjustice.be
Arrest van 17 januari 2019
gepubliceerd op 08 februari 2019

Besluit van het Verenigd College houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 maart 2018 betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2019040145
pub.
08/02/2019
prom.
17/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/17/2019040145/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


17 JANUARI 2019. - Besluit van het Verenigd College houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 maart 2018 betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie Gelet op de ordonnantie van 21 maart 2018 betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer, in het bijzonder de artikelen 7, §§ 4, 5 en 7, 8, §§ 1, 2 en 3, 9, 12, 14, § 4, 16 eerste lid, en 18;

Gelet op advies van de Bureau van de Commissie voor gezondheidszorg van de Adviesraad voor gezondheids-en welzijnszorg, uitgebracht op 17 oktober 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 12 december 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Naast de in artikel 2 van de ordonnantie van 21 maart 2018 betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer gedefinieerde termen, wordt, voor de toepassing van dit besluit, verstaan onder: 1° `ordonnantie': de ordonnantie van 21 maart 2018 betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer;2° `de leden van het Verenigd College': de leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd voor het Gezondheidsbeleid;3° `de Commissie': de in artikel 2, 9° van de ordonnantie bedoelde Permanente Overlegcommissie;4° `het bestuur': de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;5° `dienst': de dienst voor niet-dringend ziekenvervoer bedoelde in artikel 2, 5° van de ordonnantie. HOOFDSTUK II. - Procedure om een erkenning toe te kennen, op te schorten, te weigeren en in te trekken Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag

Art. 2.De erkenning van een dienst moet voor de start van de dienst worden aangevraagd.

Art. 3.Om ontvankelijk te zijn, moet de erkenningsaanvraag aan het bestuur bezorgd worden en de volgende documenten en inlichtingen bevatten: 1° de identiteitsgegevens van de aanvrager;2° de ondernemingsnummer;3° de nodige documenten en verantwoordingsstukken om aan te tonen dat de aanvrager voldoet aan de door het Verenigd College bepaalde erkenningsvoorwaarden of, indien nodig, een financieel plan waaruit blijkt dat de dienst over de nodige middelen beschikt om het vereiste materieel aan te kopen en het nodige personeel aan te werven;4° een kopie van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid;5° een lijst met de personeelsleden en de verantwoordingsstukken met betrekking tot hun kwalificaties en hun kennis van het Nederlands en het Frans;6° de documenten en inlichtingen met betrekking tot de door het Verenigd College bepaalde normen betreffende de technische kenmerken en de uitrusting van de ambulances en de lichte ziekenwagens en betreffende de hygiënenormen, het ad hoc patiëntenvervoer en de ambulanciersuitrusting;7° de gegevens met betrekking tot de tarieven en de bijbehorende berekeningscriteria;8° het aantal voertuigen waarover de aanvrager beschikt, het merk van die voertuigen, de nummerplaten, de inverkeerstellingsdata en alle bij technische controles bezorgde documenten;9° elk ander document of andere inlichting schriftelijk vereist aan de aanvrager om het bestuur te helpen bij het onderzoek van de erkenningsaanvraag als de voorgelegde documenten in functie van dit artikel niet volstaan om over de aanvraag te beslissen. Afdeling 2. - Erkenning en voorlopige erkenning

Art. 4.Het bestuur onderzoekt de aanvraag en legt zijn opmerkingen voor advies aan de Commissie voor.

De Commissie moet hem standpunt binnen dertig dagen na de bezorging van het dossier schriftelijk bezorgen.

De adviezen van het bestuur en de Commissie worden vervolgens aan de leden van het Verenigd College bezorgd, zodat die een beslissing kunnen nemen.

Bij een negatief advies bezorgen de leden van het Verenigd College de opmerkingen van het bestuur en de Commissie aan de aanvrager.

Art. 5.De leden van het Verenigd College kennen een voorlopige erkenning van zes maanden toe aan aanvragers die voor de eerste keer een ontvankelijke erkenningsaanvraag indienen met een financieel plan waaruit blijkt dat de dienst over de nodige middelen beschikt om het vereiste materieel aan te kopen en het nodige personeel aan te werven, overeenkomstig artikel 7, § 3 van de ordonnantie.

De dienst verbindt zich ertoe om de periode van de voorlopige erkenning te gebruiken om te voldoen aan alle door het Verenigd College bepaalde erkenningsnormen.

In de beslissing tot voorlopige erkenning worden de inwerkingtredingsdatum en de naam en het adres van de aanvrager vermeld. Ook de afwijkingen op de toegelaten ontvangstsvoorwaarden vermeld in artikel 3 worden aangestipt.

De beslissing wordt door het bestuur aan de aanvrager meegedeeld.

Art. 6.§ 1. In de periode van de voorlopige erkenning behandelt het bestuur het dossier, inspecteert het de dienst en brengt het minstens twee maanden voor het verstrijken van de voorlopige erkenning een advies uit over de toekenning of weigering van de erkenning. § 2. Het dossier wordt voor advies aan de Commissie voorgelegd. Die neemt een beslissing binnen dertig dagen vanaf de dag na de dag waarop het dossier ontvangen wordt.

De adviezen van het bestuur en de Commissie worden vervolgens aan de leden van het Verenigd College bezorgd, zodat die een beslissing kunnen nemen. § 3. De voorlopige erkenning kan een keer zes maanden verlengd worden als niet voldaan kon worden aan de in §§ 1 en 2 bepaalde formaliteiten. Afdeling 3. - Procedure om een erkenning te verlengen

Art. 7.Uiterlijk zes maanden na het verstrijken van een lopende erkenning moet aangevraagd worden om de erkenning te verlengen. Dat moet volgens dezelfde vorm en procedure gebeuren als bij de erkenningsaanvraag. Afdeling 4. - Procedure om een erkenning te weigeren en een erkenning

of een voorlopige erkenning in te trekken

Art. 8.§ 1. Als het bestuur een voorstel opstelt: - tot weigering van verlenging van een erkenning; - tot intrekking van een erkenning; - tot intrekking van een voorlopige erkenning; brengt het de aanvrager daarvan op de hoogte. § 2. Het bestuur deelt hem ook mee dat hij over 15 dagen beschikt na ontvangst van de kennisgeving om aangetekend zijn opmerkingen te bezorgen.

De aanvrager kan indien nodig om een gesprek vragen.

Het bestuur nodigt de aanvrager daarvoor aangetekend uit en vermeldt daarbij de locatie en het uur van het gesprek. In de uitnodiging wordt vermeld dat de aanvrager zich door een advocaat kan laten bijstaan. 4 leden van de Commissie nemen aan dat gesprek deel. § 3. Het bestuur vult het dossier aan met de schriftelijke opmerkingen van de aanvrager, alle verzamelde nuttige inlichtingen en documenten en, desgevallend, het proces-verbaal van het gesprek met de aanvrager.

Het bestuur stelt binnen zeven dagen vanaf het gesprek - of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, na ontvangst van de documenten - een verslag op, dat het aan de Commissie bezorgt.

Die moet het bestuur binnen tien werkdagen haar advies en eventuele aanbevelingen bezorgen.

Nadat die termijn verstreken is, bezorgt het bestuur het dossier aan de leden van het Verenigd College, die binnen een maand na ontvangst van het dossier een beslissing nemen. Afdeling 5. - Dringende intrekking van een erkenning of een voorlopige

erkenning

Art. 9.§ 1. Als het bestuur een voorstel tot dringende intrekking van een erkenning of een voorlopige erkenning opstelt, laat het dat aan de aanvrager weten. § 2. Het bestuur deelt hem ook mee dat hij over dertig dagen beschikt na ontvangst van de kennisgeving om aangetekend zijn opmerkingen te bezorgen.

De aanvrager kan indien nodig om een gesprek vragen.

Het bestuur nodigt de aanvrager daarvoor aangetekend uit en vermeldt daarbij de locatie en het uur van het gesprek. In de uitnodiging wordt vermeld dat de dienst zich door een advocaat kan laten bijstaan. 4 leden van de Commissie nemen aan dat gesprek deel.

Als geweigerd wordt om zich te laten vertegenwoordigen of zich te verdedigen, wordt dat in het proces-verbaal van het gesprek opgenomen. § 3. Het bestuur vult het dossier aan met de schriftelijke opmerkingen van de aanvrager, alle verzamelde nuttige inlichtingen en documenten en het proces-verbaal van het gesprek met de aanvrager.

Het bestuur stelt binnen drie werkdagen vanaf het gesprek - of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden na ontvangst van de documenten - een verslag op, dat het aan de Commissie bezorgt. Die moet het bestuur binnen vijf werkdagen haar advies en aanbevelingen bezorgen.

Na die termijn bezorgt het bestuur het dossier aan de leden van het Verenigd College, die binnen tien dagen na ontvangst van het dossier een beslissing nemen. Afdeling 6. - Stopzetting van de activiteiten

Art. 10.Overeenkomstig artikel 7, § 7 van de ordonnantie moet een erkende dienst die zijn activiteiten stopzet, het bestuur met een brief of een e-mail op de hoogte brengen. HOOFDSTUK III. - Klachtenprocedure

Art. 11.§ 1. Overeenkomstig artikel 12 van de ordonnantie kan een patiënt of eender welke andere betrokken persoon een klacht indienen bij de dienst of het bestuur.

Die klacht kan met een brief of een e-mail worden ingediend en moet ondertekend worden.

Anonieme klachten worden niet behandeld. § 2. Als de klacht aan de dienst wordt bezorgd, moet die ze binnen tien dagen aan de voorzitter van de Commissie voorleggen. Bij de klacht moet hij zijn antwoord voegen.

De voorzitter van de Commissie moet een ontvangstbevestiging bezorgen aan de persoon die de klacht heeft ingediend. § 3. Als de klacht aan het bestuur wordt bezorgd, moeten de medewerkers van het bestuur ze binnen drie dagen aan de voorzitter van de Commissie en de eventueel bij de klacht betrokken dienst voorleggen. De dienst beschikt over tien dagen om zijn antwoord schriftelijk aan de voorzitter van de Commissie te bezorgen.

De voorzitter van de Commissie moet een ontvangstbevestiging bezorgen aan de persoon die de klacht heeft ingediend. § 4. Als de klacht een door een andere overheid erkende dienst betreft, moet het bestuur het dossier naar de bevoegde overheid doorsturen. § 5. De Commissie moet binnen dertig dagen de eventueel betrokken dienst en het bestuur zijn advies en eventuele aanbevelingen bezorgen over het aan de klacht te geven gevolg.

Ze kan daarvoor een onderhoud hebben met de persoon die de klacht heeft ingediend en de eventueel bij de klacht betrokken dienst. § 6. Na de in § 5 bedoelde termijn, moet het bestuur binnen tien werkdagen een beslissing over de klacht nemen.

Het bestuur kan de dienst op eender welk moment controleren.

Het bestuur deelt zijn beslissing tegelijkertijd mee aan de persoon die de klacht heeft ingediend, de bij de klacht betrokken dienst en de voorzitter van de Commissie.

Deze beslissing kan onder anderen bestaan in de intrekking van de erkenning en/of een administratieve boete zoals bedoeld in artikel 14 van de ordonnantie. HOOFDSTUK IV. - Administratieve boete

Art. 12.De leden van het Verenigd College duiden de persoon aan die administratieve boetes moet opleggen.

Art. 13.§ 1. Als het bestuur een van de in artikel 14, § 1, 1 tot 3 bedoelde feiten vaststelt, brengt het de in artikel 12 van dit besluit bedoelde persoon op de hoogte. § 2. De in artikel 12 van dit besluit bedoelde persoon brengt aangetekend de dienst op de hoogte van de vaststelling die op hem betrekking heeft en van het bedrag van de administratieve boete die hij moet betalen. § 3. In de in § 2 vermelde kennisgeving wordt vermeld dat de dienst bij het bestuur aangetekend beroep kan aantekenen, binnen twee weken na ontvangst van de kennisgeving.

Het beroep is opschortend.

In dat beroep moet de dienst bovendien vermelden: - dat hij wil dat de beslissing herzien wordt; - om welke redenen dat verzoek gerechtvaardigd is. § 4. Het bestuur vult het dossier aan met de schriftelijke opmerkingen van de dienst en alle verzamelde nuttige inlichtingen en documenten.

Het bestuur stelt binnen vijf werkdagen na ontvangst van het beroep een verslag op, dat aan de Commissie bezorgd wordt met de nodige opmerkingen van de dienst. Die moet het bestuur binnen vijf werkdagen haar advies en aanbevelingen bezorgen.

Na die termijn bezorgt het bestuur het dossier aan de leden van het Verenigd College, die binnen vijftien werkdagen na ontvangst van het dossier een beslissing nemen.

Art. 14.Een administratieve boete moet worden betaald binnen twee maanden na de in artikel 13, § 2 van het besluit bedoelde kennisgeving of de in artikel 13, § 4, laatste lid van het besluit bedoelde beslissing van de leden van het Verenigd College.

Bij gebrek aan betaling binnen de opgelegde termijn zal een ingebrekestelling worden verstuurd voorafgaand aan de gedwongen invordering van het verschuldigde bedrag.

De in artikel 12 van dit besluit bedoelde persoon is belast met de betekening van de ingebrekestelling en van de invordering van het verschuldigde bedrag. HOOFDSTUK V. - Ambtenaren en medewerkers die ervoor moeten zorgen dat de bepalingen van de ordonnantie en de besluiten ervan nageleefd worden

Art. 15.De ambtenaren en medewerkers van het bestuur moeten ervoor zorgen dat de bepalingen van de ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan nageleefd worden.

Ze moeten de diensten inspecteren bij de behandeling van erkenningsdossiers of verlenging van een erkenning, maar ook op eigen initiatief in de volledige erkenningsperiode en als een klacht wordt ingediend.

Ze moeten alle wijzigingen onderzoeken ten opzichte van de gegevens in de erkenningsaanvraag. Die wijzigingen moeten door de diensten meegedeeld worden.

Het doel van de verplichte systematische bijwerking van de gegevens is ervoor zorgen dat voortdurend gecontroleerd kan worden of de door het Verenigd College bepaalde normen worden nageleefd. HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen

Art. 16.De administratie publiceert op zijn website een lijst van voorlopig vergunde en vergunde diensten niet-dringend ziekenvervoer, hun wagens met bijbehorende uniek identificatienummers, en de begin- en einddatum van de vergunningen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 17.De diensten die al operationeel zijn op de dag waarop dit besluit in werking treedt, kunnen hun activiteiten blijven uitoefenen tot de dag waarop over hun voorlopige erkenningsaanvraag een beslissing wordt genomen, op voorwaarde dat: 1° een ontvankelijke erkenningsaanvraag wordt ingediend binnen zes maanden na de inwerkingtreding van het besluit waarin de erkenningsnormen worden vastgelegd;2° de aanvrager met eender welk rechtsmiddel zijn activiteit vóór de inwerkingtreding van de ordonnantie aantoont.

Art. 18.De ordonnantie reedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit in werking.

Art. 19.De leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 januari 2019.

Namens het Verenigd College : Het lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, G. VANHENGEL

^