Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 30 mei 2008

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 10 april 2008 in zake het openbaar ministerie tegen J. D.R., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 april 2008, heeft het Hof « Schendt artikel 35, § 4, 5de alinea, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige h(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2008201871
pub.
30/05/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 10 april 2008 in zake het openbaar ministerie tegen J. D.R., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 april 2008, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 35, § 4, 5de alinea, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die mate dat de beklaagde (of inverdenkinggestelde) die zonder wettige reden van verschoning niet is verschenen bij enige proceshandeling en die buiten vervolging wordt gesteld, die wordt vrijgesproken, die ontslag van rechtsvervolging bekomt of die voorwaardelijk wordt veroordeeld de teruggave van de borgstelling bekomt, onder afhouding van de buitengewone kosten waartoe de niet-verschijning aanleiding mocht hebben gegeven, terwijl wanneer het verval van de strafvordering wegens verjaring wordt vastgesteld, de beklaagde geen teruggave van de borgstelling bekomt of kan bekomen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4456 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^