Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 28 april 2001

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 9 maart 2001 in zake B. Thys tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 16 maa « Dient in het licht van de fiscale behandeling van feitelijk gescheiden echtgenoten zoals bepaald (...)

bron
arbitragehof
numac
2001021238
pub.
28/04/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 9 maart 2001 in zake B. Thys tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 16 maart 2001, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Dient in het licht van de fiscale behandeling van feitelijk gescheiden echtgenoten zoals bepaald in artikel 128, eerste lid, 2°, en tweede lid, WIB 92 en van artikel 394, § 1, WIB 92 waarin wordt voorgeschreven dat elk gedeelte van belasting in verband met de onderscheiden inkomsten van de echtgenoten mag worden verhaald op al de eigen en de gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten als een schending van het gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet beschouwd te worden : het bepaalde in fine van dat artikel, alwaar bij invoeging van artikel 3 van de wet van 4 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1999, eerste uitgave, wordt gesteld : ` Deze twee afzonderlijke aanslagen worden evenwel, in het geval beoogd in het eerste lid, 2°, ingekohierd op naam van beide echtgenoten ', waardoor een uitvoerbare titel wordt gecreëerd opzichtens de feitelijk gescheiden echtgenoot die totaal geen uitstaans heeft met de onderliggende schuld noch met de inkomsten die hieraan ten grondslag liggen terwijl dergelijke titel niet wordt gecreëerd opzichtens een alleenstaande of een ongehuwd samenwonende, die evenmin uitstaans heeft met de onderliggende schuld of de inkomsten van een ander ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2145 van de rol van het Hof en werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 2031.

De griffier, L. Potoms.

^