Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 05 februari 2007

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 december 2006 in zake M.-A. S. en D.S. tegen L.L. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen « Schendt artikel 731 B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, waar artikel 731 B.W. voorziet da(...)

bron
arbitragehof
numac
2007200368
pub.
05/02/2007
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 december 2006 in zake M.-A. S. en D.S. tegen L.L. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 december 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 731 B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, waar artikel 731 B.W. voorziet dat slechts bloedverwanten in juridische zin kunnen erven waardoor een manifeste ongelijkheid wordt gecreëerd tussen personen wiens afstammingsband niet vaststaat en die tot hun 48 jaar een onderzoek kunnen instellen naar het vaderschap ongeacht de sociale werkelijkheid waarop zij de juridische afstamming kunnen laten vaststellen en vervolgens onvoorwaardelijk hun erfaanspraken kunnen laten gelden en die bloedverwanten wiens juridische afstamming reeds vaststaat doch waarbij de sociale werkelijkheid aansluit bij de biologische werkelijkheid, geen onderzoek meer naar het vaderschap kunnen instellen na de leeftijd van 22 jaar, en uitgesloten worden van het laten gelden van de erfaanspraken, terwijl deze ongelijke behandeling noch wordt verantwoord vanuit het principe van de ' rust der families ' en het ' belang van het kind ' of de beginselen van het Belgische erfrecht ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4097 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^