Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 03 juni 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 april 2011 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen « C.M. Midden Vlaanderen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekome « Schendt artikel 38, § 3quater, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen v(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011202596
pub.
03/06/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 18 april 2011 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen « C.M. Midden Vlaanderen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 april 2011, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38, § 3quater, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, in de mate dat de werkgever die de solidariteitsbijdrage niet heeft aangegeven of ten aanzien van wie wordt vastgesteld dat hij één of meerdere valse aangiften heeft gedaan om de betaling van de bijdrage of een deel ervan te ontduiken, een forfaitaire vergoeding verschuldigd is, waarvan het bedrag gelijk is aan het dubbel van de ontdoken bijdragen, geïnterpreteerd in de zin dat deze forfaitaire vergoeding een bijzondere manier van herstel of terugbetaling van burgerrechtelijke aard [betreft], bestemd om, in het belang van de financiering van de sociale zekerheid, een einde te maken aan een met de wet strijdige situatie, dan wel geïnterpreteerd als een straf in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag van 4 november 1950 voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en artikel 14 van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten, rekening houdend met de hoofdzakelijk repressieve doelstelling van de wetgever, de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, het artikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, en het algemeen beginsel van het recht op een rechterlijke toetsing met volle rechtsmacht, doordat geen beroep op de justitiële rechter mogelijk is, hetzij met het oog op een controle van de hoegrootheid en wettigheid van deze sanctie, hetzij met het oog op een controle van de hoegrootheid of wettigheid van de vrijstelling ervan ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5140 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^