Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 05 september 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 juni 2013 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid respectievelijk tegen Stefan Poppe en tegen Isabel Van Osselaer, handelend in haar hoedanig « Op grond van het thans van kracht zijnde art. 265, par. 2 W. Venn. kunnen de zaakvoerders, geweze(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013204440
pub.
05/09/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 19 juni 2013 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid respectievelijk tegen Stefan Poppe en tegen Isabel Van Osselaer, handelend in haar hoedanigheid van curator, en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 juni 2013, heeft de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Op grond van het thans van kracht zijnde art. 265, par. 2 W. Venn. kunnen de zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de curator persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het geheel of een deel van alle op het ogenblik van de uitspraak van het faillissement verschuldigde sociale bijdragen, bijdrageopslagen, verwijlintresten en de vaste vergoeding bedoeld in art. 54ter van het KB van 28.11.1969 (...), onder meer indien zij zich, in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring, in de situatie bevonden hebben zoals beschreven in art. 38 par. 3octies, 8°, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers;

Schendt dit artikel de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, daar waar Eerste onderdeel : Dit tot gevolg heeft dat een automatische, persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad in het leven wordt geroepen, zonder dat aan de rechtbank enige beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten over het werkelijk voorhanden zijn van een grove fout en over de vraag of de faillissementen zich hebben voorgedaan onafhankelijk van hun wil, zodat dit (onder meer en niet uitsluitend) buiten verhouding staat met wat nodig is om de nagestreefde doelstelling te bereiken en bijgevolg onevenredige gevolgen veroorzaakt, nu het wetsartikel de bonafide en de malafide zaakvoerder op eenzelfde wijze persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk stelt;

Tweede onderdeel : Dit tot gevolg heeft dat een automatische, persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad in het leven wordt geroepen, zonder dat enig onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds de situatie waarin er sprake is van het consecutief, repetitief oprichten van een vennootschap, het laten failliet gaan ervan met sociale zekerheidsschulden, het vervolgens opnieuw oprichten van een vennootschap, het opnieuw laten failliet gaan met sociale zekerheidsschulden, en het in de loop van de tijd stelselmatig herhalen van ditzelfde procédé, en anderzijds de situatie waarin meerdere vennootschappen op (quasi) hetzelfde moment worden opgericht, zij gelijktijdig in het economisch leven actief zijn, en vervolgens binnen een zeer korte tijdspanne allemaal failliet worden verklaard, zodat (onder meer en niet uitsluitend) het objectief criterium van het kwestieuze wetsartikel, toegepast in laatstgenoemde situatie, niet in verband staat met of bijdraagt tot het door de wetgever beoogde doel;

Derde onderdeel : Dit tot gevolg heeft dat een automatische, persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad in het leven wordt geroepen, zonder dat een onderscheid wordt gemaakt tussen de vennootschappen die werden opgericht voor en na het in werking treden van het thans van kracht zijnde art. 265 par. 2 W. Venn., waardoor de zaakvoerders van de vennootschappen die voor het in werking treden werden opgericht niet met een minimale mate van voorzienbaarheid hun risico op automatische persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid konden inschatten, zodat (onder meer en niet uitsluitend) op een onevenredige wijze afbreuk wordt gedaan aan het beginsel van een minimaal niveau van voorzienbaarheid van persoonlijke aansprakelijkheid ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5681 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^