Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 14 december 2017
gepubliceerd op 05 januari 2018

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 26 juli 2013 houdende omzetting van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG en tot wijziging van artikel 40, § 1, van de ordonnantie van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017032092
pub.
05/01/2018
prom.
14/12/2017
ELI
eli/ordonnantie/2017/12/14/2017032092/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2017. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 26 juli 2013 houdende omzetting van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG en tot wijziging van artikel 40, § 1, van de ordonnantie van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming (1)


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleiding

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Deze ordonnantie zet de Richtlijn (EU) 2015/2376 van de Raad van 8 december 2015 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied om en wijzigt artikel 40 van de ordonnantie van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming. HOOFDSTUK 2. - Omzetting van de Richtlijn (EU) 2015/2376 van de Raad van 8 december 2015 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied

Art. 3.Aan artikel 2 van de ordonnantie van 26 juli 2013 houdende omzetting van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG, wordt de volgende zinsnede toegevoegd : « , alsook de Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied en Richtlijn (EU) 2015/2376 van de Raad van 8 december 2015 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied. ».

Art. 4.In artikel 5 van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 11° worden de woorden « over ingezetenen van andere lidstaten aan de betrokken lidstaat van verblijf » vervangen door de woorden « aan een andere lidstaat » ;2° een punt 17° en 18° worden toegevoegd, die luiden als volgt : « 17° "grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken" : een akkoord, een mededeling dan wel een ander instrument of een andere handeling met soortgelijk effect, ook als ze worden afgegeven, gewijzigd of hernieuwd, in het kader van een belastingcontrole, die aan elk van de volgende voorwaarden voldoen : a) ze zijn afgegeven, gewijzigd of hernieuwd door of namens de regering of een bevoegde ambtenaar of de belastingautoriteit van een lidstaat, of een territoriaal of staatkundig onderdeel van die lidstaat, met inbegrip van de lokale overheden, ongeacht of er effectief gebruik van wordt gemaakt ;b) ze zijn afgegeven, gewijzigd of hernieuwd ten aanzien van een welbepaalde persoon of groep van personen, en die personen kunnen zich erop beroepen ;c) ze hebben betrekking op de interpretatie of toepassing van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling in het kader van de toepassing of handhaving van de belastingen, heffingen en rechten, vermeld in artikel 4, § 1 ;d) ze hebben betrekking op een grensoverschrijdende transactie of op de vraag of er op grond van de activiteiten van een persoon in een lidstaat al dan niet sprake is van een vaste inrichting ;en e) ze zijn tot stand gekomen voorafgaand aan de transacties of activiteiten in een lidstaat op grond waarvan mogelijk sprake is van een vaste inrichting, of voorafgaand aan de indiening van een belastingaangifte voor het tijdvak waarin de transactie of reeks transacties dan wel de activiteiten hebben plaatsgevonden ;18° "grensoverschrijdende transactie" : een transactie of een reeks van transacties die betrekking kan hebben op, maar niet beperkt is tot het doen van investeringen, het leveren van goederen, het verrichten van diensten, het financieren of het gebruiken van materiële of immateriële activa, waarbij de persoon die de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken heeft gekregen, niet rechtstreeks betrokken hoeft te zijn, en die voldoet aan een of meer van de volgende voorwaarden : a) niet alle partijen bij de transactie of reeks van transacties hebben hun fiscale woonplaats in de lidstaat die de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken afgeeft, wijzigt of hernieuwt ;b) een of meer van de partijen bij de transactie of reeks van transacties hebben hun fiscale woonplaats tegelijkertijd in meer dan één rechtsgebied, waaronder ook België ;c) een van de partijen bij de transactie of reeks van transacties oefent haar activiteit uit in een lidstaat via een vaste inrichting en de transactie of reeks van transacties maakt alle of een deel van de activiteiten van de vaste inrichting uit.Een grensoverschrijdende transactie of reeks van transacties omvat ook de regelingen die worden getroffen door een persoon ten aanzien van de bedrijfsactiviteiten die hij in een rechtsgebied via een vaste inrichting uitoefent ; d) de transactie of reeks van transacties heeft een grensoverschrijdend effect.».

Art. 5.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 9/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 9/1.§ 1. De bevoegde autoriteit die na 31 december 2016 een voorafgaande grensoverschrijdende beslissing in fiscale zaken afgeeft of maakt, wijzigt of hernieuwt, verstrekt de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten en de Europese Commissie automatisch inlichtingen daarover ; deze verstrekking gebeurt conform artikel 27. § 2. De bevoegde autoriteit verstrekt ook, conform artikel 27, aan de buitenlandse autoriteiten van alle lidstaten, alsook aan de Europese Commissie, de inlichtingen over grensoverschrijdende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken die zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd binnen een periode van vijf jaar vóór 1 januari 2017.

Als grensoverschrijdende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd tussen 1 januari 2012 en 31 december 2013, worden de inlichtingen verstrekt op voorwaarde dat de grensoverschrijdende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken nog geldig waren op 1 januari 2014.

Als grensoverschrijdende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd tussen 1 januari 2014 en 31 december 2016, worden de inlichtingen verstrekt ongeacht of de grensoverschrijdende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken nog geldig zijn.

In afwijking van het eerste tot en met het derde lid, is de bevoegde autoriteit niet verplicht om inlichtingen uit te wisselen als het een grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken betreft die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° hij is vóór 1 april 2016 afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd ; 2° hij is gericht tot een bepaalde persoon of groep van personen, met een jaarlijkse netto-omzet als vermeld in artikel 2, punt 5), van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad, van minder dan 40.000.000 euro in het boekjaar dat voorafgaat aan de datum waarop de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken is afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd ; 3° hij is niet gericht tot een bepaalde persoon of groep personen die hoofdzakelijk financiële of investeringsactiviteiten verricht. § 3. Paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing als een grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken uitsluitend betrekking heeft op de belastingzaken van één of meer natuurlijke personen. § 4. De inlichtingen, vermeld in paragrafen 1 en 2, worden door de bevoegde autoriteit verstrekt binnen de volgende termijnen : 1° voor de inlichtingen die conform paragraaf 1 zijn uitgewisseld : binnen drie maanden na het einde van het eerste halfjaar van het kalenderjaar waarin de grensoverschrijdende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd ;2° voor de inlichtingen die conform paragraaf 2 zijn uitgewisseld : vóór 1 januari 2018. § 5. De inlichtingen die conform paragrafen 1 en 2 door de bevoegde autoriteit worden verstrekt, omvatten onder meer de volgende gegevens : 1° de identificatiegegevens van de andere persoon dan een natuurlijke persoon en, in voorkomend geval, van de groep personen waartoe die persoon behoort ;2° een samenvatting van de inhoud van de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken, met onder meer een omschrijving van de relevante zakelijke activiteiten of transacties of reeks van transacties, in algemene bewoordingen gesteld, die niet mag leiden tot de openbaarmaking van een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze, of van inlichtingen die in strijd zouden zijn met de openbare orde ;3° de data waarop de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken is afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd ;4° de aanvangsdatum van de geldigheidsperiode van de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken, als die vermeld is ;5° de einddatum van de geldigheidsperiode van de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken, als die vermeld is ;6° het type grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken ;7° het bedrag van de transactie of reeks van transacties van de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken, als die vermeld is in de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken ;8° de andere lidstaten, als die er zijn, waarop de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken naar alle waarschijnlijkheid van invloed zal zijn ;9° andere personen dan natuurlijke personen in de andere lidstaten, als die er zijn, op wie de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken naar alle waarschijnlijkheid van invloed zal zijn, waarbij vermeld wordt met welke lidstaten de personen in kwestie verbonden zijn ;10° de vermelding of de meegedeelde inlichtingen gebaseerd zijn op de grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken. § 6. In afwijking van paragrafen 1, 2 en 5 worden de inlichtingen, vermeld in paragraaf 5, 1°, 2° en 9°, niet meegedeeld aan de Europese Commissie. § 7. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt de regels voor het kenbaar maken van de ontvangst van de inlichtingen door de bevoegde autoriteit. § 8. De bevoegde ambtenaar kan conform artikel 7, eerste lid, met behoud van de toepassing van artikel 27, om aanvullende inlichtingen verzoeken, met inbegrip van de volledige tekst van een grensoverschrijdende voorafgaande beslissing in fiscale zaken. ».

Art. 6.Artikel 26 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 26.Indien mogelijk, gebruikt de bevoegde ambtenaar het toepasselijke standaardformulier, vastgesteld door de Commissie, of het geautomatiseerde standaardformaat. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt naargelang het geval welk formulier of geautomatiseerde standaardformaat gebruikt moet worden en welke informatie vermeld kan of moet worden.

Het standaardformulier of het geautomatiseerde standaardformaat kan vergezeld gaan van verslagen, verklaringen en andere bescheiden of van voor eensluidend gewaarmerkte afschriften of uittreksels daarvan. ».

Art. 7.Artikel 27, eerste lid, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door wat volgt : « De te verstrekken inlichtingen worden, als dat mogelijk is, op elektronische wijze verstrekt. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt de nadere modaliteiten. ».

Art. 8.In dezelfde ordonnantie, wordt een artikel 27/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 27/1.Als de uitwisseling van de gegevens, vermeld in deze ordonnantie, afbreuk kan doen aan de bescherming van de persoonsgegevens of persoonlijke levenssfeer, dan rapporteert de bevoegde autoriteit dit overeenkomstig artikel 33 en 34 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. ». HOOFDSTUK 3. - Wijziging van artikel 40, § 1, van de ordonnantie van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming

Art. 9.In artikel 40 van de ordonnantie van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming wordt het derde lid van paragraaf 1 vervangen als volgt : « Zij is evenmin van toepassing wanneer minstens één van de verkrijgers kan of zal genieten, voor het inkomstenjaar dat overeenstemt met het jaar waarin de verkrijging authentiek wordt verleden of het jaar waarin de verkrijging een vaste dagtekening heeft ten aanzien van derden, van één van de verminderingen bedoeld in de artikelen 145/37 tot en met 145/46 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 verbonden aan de aankoop van een zakelijk recht op een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is aangewend of bestemd.

Elke verkrijger moet in of onderaan het document dat aanleiding geeft tot de heffing van het evenredig registratierecht of in een bij dat document gevoegd en ondertekend geschrift verklaren dat hij de toepassing van de verminderingen bedoeld in de artikelen 145/37 tot en met 145/46 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 verbonden aan de aankoop van een zakelijk recht op een onroerend goed dat tot bewoning aangewend of bestemd wordt, niet zal vragen.

Indien het abattement voorzien in artikel 46bis van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten werd toegepast en minstens één van de verkrijgers genoten heeft van één van de verminderingen bedoeld in de artikelen 145/37 tot en met 145/46 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 verbonden aan de aankoop van een zakelijk recht op een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning aangewend of bestemd wordt, zijn de verkrijgers hoofdelijk gehouden tot de betaling van de bijkomende rechten op een bedrag gelijk aan het abattement.

In afwijking van het derde, vierde en vijfde lid, mag, voor wat de toepassing van artikel 212bis van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten betreft, geen van de verkrijgers genieten van één van de verminderingen bedoeld in de artikelen 145/37 tot en met 145/46 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, verbonden aan de aankoop van een zakelijk recht op een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is aangewend of bestemd voor een bepaald inkomstenjaar.

Het in het vorige lid bedoelde inkomstenjaar stemt overeen met : 1° ofwel het jaar waarin de authentieke akte verleden wordt van de vervreemding, bij overeenkomsten andere dan ruil, van het enige onroerend goed dat de toepassing van artikel 46bis heeft verhinderd ;2° ofwel het jaar waarin de authentieke akte verleden wordt van de vervreemding, bij overeenkomsten andere dan ruil, van het laatste onroerend goed dat de toepassing van artikel 46bis heeft verhinderd ;3° ofwel met het jaar waarin de in punt 1° of punt 2° bedoelde vervreemding een vaste dagtekening heeft ten aanzien van derden. Opdat artikel 212bis van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten toepassing zou kunnen vinden, moet bij het gemotiveerd verzoek om de toepassing ervan, bedoeld in het tweede lid van het voornoemd artikel, een document gevoegd worden waarin elke verkrijger verklaart dat hij de in het zesde lid bedoelde belastingverminderingen niet gevraagd heeft of zal vragen. Dit document moet ondertekend zijn door alle verkrijgers.

Indien artikel 212bis van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten werd toegepast en minstens één van de verkrijgers genoten heeft van één van de verminderingen bedoeld in het zesde lid, zijn de verkrijgers hoofdelijk gehouden tot de terugbetaling van de bekomen teruggave. ». HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding

Art. 10.Deze ordonnantie heeft uitwerking vanaf 1 januari 2017.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 december 2017.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2017-2018. Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, A-582/1.

Verslag, A-582/2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 1 december 2017.

^