Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 18 december 2015
gepubliceerd op 21 januari 2016

Ordonnantie houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2016

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031916
pub.
21/01/2016
prom.
18/12/2015
ELI
eli/ordonnantie/2015/12/18/2015031916/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2015. - Ordonnantie houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2016


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : Sectie I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de uitgaven van de begroting van de diensten van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2016 worden kredieten geopend ten bedrage van :


En milliers d'euros

Crédits d'engagement Vastleggingskredieten

Crédits de liquidation Vereffeningskredieten

In duizenden euro

Crédits dissociés Crédits dissociés variables

5.153.322 232.823

4.643.609 233.380

Gesplitste kredieten Variabele gesplitste kredieten

Totaux

5.386.145

4.876.989

Totalen


Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, sectie I. In toepassing van artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en sectie II. De geconsolideerde ontvangstenen uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en is terug te vinden in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkende gedeelte van deze ordonnantie.

Art. 3.In afwijking van artikel 112 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 tot uitstel van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt de inwerkingtreding van de artikels 29, 1ste lid, 5de en 6de streepje, en 31 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting en de verantwoordingen bij de begroting uitgesteld tot 1 januari 2017.

Art. 4.Het artikel 11, 2de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is niet van toepassing in 2016.

Art. 5.In afwijking van het artikel 45, 3de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 13 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, kan de Regering, op voordracht van de Minister van Financiën, een contractueel personeelslid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB) aanstellen in de functie van gewestelijke boekhouder, zoals bedoeld in dezelfde 2 artikelen.

Sectie II. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen

Art. 6.Machtiging wordt verleend om provisies toe te kennen aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van het Gewest optreden.

Art. 7.In afwijking van artikel 69, § 1, 2de lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, blijven alle op basis van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 aangestelde titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van de uitgaven (contractueel of statutair) in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde maakt aan hun huidige aanstelling. Zij blijven hun functie eveneens uitoefenen in het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake uitgaven die bestaande basisallocaties die zij beheren en die niet meer geschikt zijn (bijvoorbeeld ingevolge een foutieve economische code) vervangen of in het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake uitgaven die toegevoegd worden aan de door de rekenplichtige beheerde bestaande basisallocaties indien deze binnen hetzelfde beheersdomein blijven. In voorkomend geval kan hiertoe een nieuw benoemingsbesluit genomen worden.

Art. 8.In afwijking van artikel 69, § 1, 2de lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende beheerders van voorschotten niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

In afwijking van artikel 69, § 1, 6de lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt de driemaandelijkse rekening van de beheerders van voorschotten door het toezichtsorgaan aan het Rekenhof overgemaakt uiterlijk de laatste kalenderdag van de derde maand volgend op ieder trimester en wordt de jaarrekening van het beheer van de rekenplichtigen, met uitzondering van de beheerders van voorschotten, door het toezichtsorgaan aan het Rekenhof overgemaakt uiterlijk de laatste kalenderdag van de zesde maand volgend op ieder jaar.

De driemaandelijkse rekening van de beheerders van voorschotten wordt aan het toezichtsorgaan overgemaakt uiterlijk de laatste kalenderdag van de maand volgend op ieder trimester. De jaarrekening van het beheer van de rekenplichtigen, met uitzondering van de beheerders van voorschotten, wordt aan het toezichtsorgaan overgemaakt uiterlijk de laatste kalenderdag van de tweede maand volgend op ieder jaar.

Behoudens de uitzonderingen voorzien in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, worden de bepalingen die gelden voor de beheerders van voorschotten van de diensten van de Regering mutatis mutandis toegepast op de beheerders van voorschotten van de ministeriële kabinetten.

Art. 9.In afwijking van artikel 13, § 4, 3°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007 met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, wordt het ontwerp van controleverslag enkel overgemaakt aan de gecontroleerde entiteit en mag de tegensprekelijke procedure niet langer duren dan vijftien werkdagen.

Art. 10.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten, is iedere Minister of Staatssecretaris gemachtigd om op gemotiveerde wijze, via regeringsbesluit, behoudens ministerieel besluit toegestaan door de Minister van Begroting, en binnen de grenzen van de vastleggings of vereffeningskredieten van een opdracht die tot zijn bevoegdheid behoort, behoudens herverdeling tussen meerdere opdrachten toegestaan door de Minister van Begroting, kredietherverdelingen uit te voeren tussen de verschillende programma's van deze opdracht.

De gemotiveerde aanvraag tot herverdeling wordt door de betrokken Minister of Staatssecretaris, via het betrokken bestuur, ingediend bij de directie Begroting van het Bestuur Financiën en Begroting van de GOB. Indien de herverdelingen basisallocaties betreffen die behoren tot de bevoegdheid van verschillende Ministers of Staatssecretarissen (in het geval van een gedeelde opdracht of een gedeeld programma of in geval van meerdere opdrachten en/of programma's die behoren tot meerdere Ministers of Staatssecretarissen), dan wordt de gemotiveerde aanvraag gezamenlijk ingediend.

Het voorafgaandelijk advies van de Inspectie van Financiën en het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van Begroting zijn vereist.

Van deze machtiging mag enkel bij uitzondering gebruik gemaakt worden en alleen wanneer de mogelijkheden geboden door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten werden uitgeput, dat wil zeggen wanneer kredietherverdelingen binnen de grenzen van de vastleggingskredieten of van de vereffeningskredieten van het betreffende programma niet meer mogelijk zijn door het gebrek aan voldoende beschikbare kredieten.

Deze herverdelingen worden onverwijld meegedeeld aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en aan het Rekenhof.

Art. 11.De besluiten tot herverdeling van uitgavenkredieten van het begrotingsjaar 2016 worden genomen van 1 januari tot 31 december van dat jaar, onverminderd de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten, inzonderheid artikel 2.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreëerd worden door ministerieel of regeringsbesluit tot kredietherverdeling en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (met de FSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële begroting 2016 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.

Art. 12.Inafwijkingvanartikel29vandeorganiekeordonnantievan 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van de basisallocaties 03.002.08.04.12.11, 03.002.21.01.81.11, 03.003.08.01.12.11, 03.003.15.01.41.40, 10.007.99.02.01.00, 25.001.44.01.34.41, 26.001.44.01.34.41, 27.006.44.01.3441, 27.007.44.01.34.41, 27.011.44.01.34.41, 27.013.44.01.34.41 en 28.002.08.04.12.11 naar eender welke basisallocatie van de begroting van de diensten van de Regering herverdeeld worden.

In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de vastleggings- of vereffeningskredieten van alle basisallocaties van de opdrachten 02, 04 en 10 in verband met bezoldigingen onderling herverdeeld worden of door eender welke basisallocatie van de begroting van de diensten van de Regering gevoed worden via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de vastleggings- of vereffeningskredieten van alle basisallocaties van de opdracht 07, bij ministerieel besluit, onder elkaar herverdeeld worden.

In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van de basisallocaties binnen opdracht 12, met uitzondering van de programma's 003 en 017, uit eender welke andere basisallocatie van de opdracht 12 gevoed worden, met uitzondering van de programma's 003 en 017.

In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van de basisallocaties binnen opdracht 16 uit eender welke andere basisallocatie van de opdracht 16 gevoed worden.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de vastleggings- of vereffeningskredieten verbonden aan alle basisallocaties van de opdrachten 17, 18, 19 of 20 onderling herverdeeld worden over deze opdrachten en hun programma's heen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de vastleggings- of vereffeningskredieten van de basisallocatie 04.002.07.28.12.21, bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, herverdeeld worden naar de opdracht 18 en meer in het bijzonder naar basisallocatie 18.003.15.01.41.40.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de vastleggings- of vereffeningskredieten van alle basisallocaties van de opdracht 25 onderling herverdeeld worden bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van de basisallocatie 10.005.27.08.43.22 herverdeeld worden naar basisallocatie 29.005.34.09.33.00.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de vastleggings- of vereffeningskredieten van alle basisallocaties van de programma's 001, 002, 003 en 004 van opdracht 06, bij ministerieel besluit, onder elkaar herverdeeld worden.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen de vastleggings- of vereffeningskredieten binnen het klimaatfonds via ministerieel besluit herverdeeld worden tussen opdrachten.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van de basisallocaties 03.002.34.02.33.00, 04.001.44.01.34.41, 04.002.08.06.12.11, 07.004.08.02.12.11, 07.004.11.03.74.22 en 07.004.11.04.74.22 door eender welke basisallocatie van de begroting van de diensten van de Regering gevoed worden.

Art. 13.Binnen het ERP systeem van de diensten van de Regering (de GOB) is het toegestaan om, omwille van informaticatechnische beperkingen, in afwijking van de ESR-classificatie, op het niveau van de basisallocaties een cijfer 8 of 9 te plaatsen als laatste positie van de economische code voor de terugbetalingen van ten onrechte gedane uitgaven of ten onrechte geïnde ontvangsten. In de begrotingstabel wordt de economische classificatie gevolgd.

In afwijking van de ESR-classificatie, is het toegestaan om de niet-verdeelde economische codes 11.00 binnen de opdrachten 02, 04 en 10 te behouden, behalve voor BA 04.002.07.01.11.00.

Art. 14.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan facultatieve werkings-, projecten investeringssubsidies, zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de budgetopmaak, toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel (sectie I) en die, in toepassing van artikel 26 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting bij de begroting en de verantwoordingen bij de begroting, de code FSF (facultatieve subsidie/ subvention facultative) dragen.

Art. 15.De onder artikel 14 aangeduide facultatieve subsidies, behoudens deze verleend aan de geconsolideerde autonome bestuursinstellingen, worden voor het jaar 2016 toegekend onder de hierna volgende algemene voorwaarden : 1. Het subsidiebesluit wordt opgesteld door de administratieve diensten van de subsidiërende overheid en bevat op zijn minst : - de vermelding van de begunstigde van de subsidie en diens rekeningnummer; - de gedetailleerde omschrijving van de doeleinden waarvoor de subsidie wordt toegekend; - het totale toegekende bedrag; - de volledige budgettaire aanrekening (dat wil zeggen de betrokken basisallocaties); - de betalingsmodaliteiten; - de periode waarop de subsidie betrekking heeft; - de door de subsidiërende overheid vereiste documenten in de vereffeningsfases; - de uiterste indieningsdatum voor elk van de in het vorige streepje vermelde documenten; - de beherende administratieve dienst. 2. Onverminderd het laatste lid van dit punt, gaat elke subsidie gepaard met een overeenkomst waarin de bepalingen worden gepreciseerd voor de aanwending van de subsidie en voor haar eventuele terugbetaling. Deze overeenkomst vermeldt nauwkeurig de uitgavencategorieën waarvoor de subsidie kan worden aangewend en meer bepaald in voorkomend geval : - de huur en huurlasten; - de promotie- en publicatiekosten; - de administratieve kosten; - de voertuigen verplaatsingskosten; - de vergoeding van derden en van onderaannemers, de honoraria, het hulppersoneel; - de personeelskosten; - de aflossingen en investeringen; - de niet-terugvorderbare belastingen en taksen; - de financiële lasten; - de uitzonderlijke lasten.

Deze categorieën worden in detail vermeld in de overeenkomst in functie van de gesubsidieerde projecten, op basis van de rubrieken van de begrotingsraming van de operatie.

Elke overeenkomst verwijst waar nodig naar de ministeriële omzendbrief vermeld in punt 11 van dit artikel.

Elke overeenkomst voorziet uitdrukkelijk in het toezicht door de administratieve diensten van de subsidiërende overheid op de gesubsidieerde contractant en dit aan de hand van stukken en ter plaatse.

Indien het bedrag van de subsidie niet hoger ligt dan 15.000 euro, dan worden de vermeldingen voorzien in de vorige leden van dit punt hernomen in het subsidiebesluit. 3. Overeenkomstig artikel 4, § 5, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de subsidie onderworpen aan het transparantiebeginsel. De subsidie mag geen verrijking van de begunstigde tot doel of gevolg hebben. 4. Een en dezelfde actie mag slechts aanleiding geven tot de toekenning van één enkele subsidie ten laste van een begrotingsprogramma ten gunste van een zelfde begunstigde, gedurende hetzelfde begrotingsjaar.5. Geen enkele actie mag beginnen vóór de ondertekening van de overeenkomst en/of het besluit. Voor reeds aangevatte acties kan een subsidie worden toegekend enkel en alleen indien de aanvrager de noodzaak voor het starten van de actie vóór de ondertekening van de overeenkomst en/of het besluit kan aantonen. 6. De subsidieaanvragen moeten schriftelijk worden ingediend en vergezeld zijn van een begrotingsraming. De bevoegde ordonnateur informeert de aanvrager schriftelijk over het gevolg dat aan zijn aanvraag wordt gegeven. 7. Indien de begunstigde van een subsidie een persoon, welke ook zijn vorm en aard moge zijn, is die op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan rechtspersoonlijkheid heeft en opgericht werd met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn en waarvan : - ofwel de werkzaamheden voor meer dan vijftig procent gefinancierd worden door personen vermeld in artikel 2, 1°, a), b) of c) van de wet betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006; - ofwel het beheer onderworpen is aan toezicht door die overheden of instellingen; - ofwel de leden van het bestuurs-, directie of toezichtsorgaan voor meer dan de helft door die overheden of instellingen zijn aangewezen; dan is deze onderworpen aan de bepalingen van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, overeenkomstig artikel 2, 1°, d), van die wet. 8. De betalingsfrequentie wordt bepaald in verhouding tot de financiële risico's die de begunstigde loopt, de duur en de voortgang van de actie en de aard van de kosten die de begunstigde gemaakt heeft.9. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof en artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt bij niet-naleving door de begunstigde van zijn bij wet of overeenkomst vastgestelde verplichtingen, de subsidie geschorst. De beherende administratie brengt de begunstigde hiervan op de hoogte.

Deze kan zijn opmerkingen formuleren.

Wanneer de begunstigde het bedrag van een subsidie geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen, worden de vaststellingen van de beherende administratie en de opmerkingen geuit door de begunstigde ter advies voorgelegd aan de Inspectie van Financiën.

Over het controleverslag, de opmerkingen van de begunstigde en het advies van de Inspectie van Financiën stelt de beherende administratie een samenvattende nota op waarvan de conclusie wordt bezorgd aan de secundaire ordonnateur, die als enige gemachtigd is om het recht van de terugbetaling vast te stellen. 10. Het toezicht op de administratieve behandeling van het dossier en op het goede financiële beheer vindt plaats conform de artikelen 72, 77, 78, 79 en 93, § 2, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.11. Elke minister kan in het kader van de geldende regelgevende bepalingen een omzendbrief opstellen bestemd voor de begunstigde van een subsidie.Deze omzendbrief bepaalt : - standaardmodellen van de stukken indien het aangewezen is de begunstigden te begeleiden; - de na te leven termijnen voor het indienen van de vereiste verantwoordingsstukken; - de exhaustieve lijst van de uitgaven die in aanmerking komen; - de aanvraagprocedure voor betalingen; - de beschrijving van het toezicht dat zal plaatsvinden.

Art. 16.In afwijking van de bepalingen van artikel 15 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocaties 10.005.27.01.43.21 en 10.005.27.05.43.21 slechts om de drie jaar het voorwerp uit van een overeenkomst.

Art. 17.In afwijking van de bepalingen van artikel 15 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies toegekend op de volgende basisallocaties geen voorwerp uit van een overeenkomst : 10.001.34.01.33.00 10.002.27.01.43.22 10.003.19.01.31.22 10.003.23.01.33.00 10.004.27.03.43.21 10.004.27.04.43.21 10.004.27.05.43.21 10.004.27.06.43.21 10.004.27.07.43.21 10.004.27.08.43.22 10.005.19.01.31.22 10.005.27.02.43.21 10.005.27.03.43.21 10.005.27.06.43.21 10.005.27.07.43.21 10.005.27.10.43.40 10.005.27.13.43.59 10.005.28.04.63.21 10.006.43.01.65.10 10.006.43.02.65.23 10.006.54.01.64.10 10.006.64.14.63.21 10.006.64.19.63.21 10.006.64.21.63.21 10.007.15.01.41.40 10.008.15.01.41.40 10.008.16.01.61.42 11.002.27.01.43.21 25.003.31.01.34.31 25.007.16.02.61.41 25.008.16.01.61.11 25.008.31.04.34.32 25.008.31.05.34.32 26.002.51.01.53.10 26.002.51.02.53.10 26.002.52.01.63.21 26.002.52.03.63.21 27.007.27.02.43.22 27.007.28.01.63.21 27.012.28.01.63.21 De facultatieve subsidies toegekend op de basisallocaties van opdracht 27, programma 006, aangeduid met de code FSF, maken niet het voorwerp uit van een overeenkomst.

Art. 18.In afwijking van de bepalingen van artikel 15 van deze ordonnantie maken de facultatieve subsidies toegekend op de volgende basisallocaties noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst : 10.004.42.02.45.13 10.005.28.01.63.21 10.006.64.12.63.21 10.006.64.13.63.21 10.006.64.15.63.21 10.006.64.16.63.21 10.006.64.17.63.21 10.006.64.18.63.21 10.006.64.22.63.21 10.006.64.23.63.21 10.006.64.24.63.21 10.007.28.03.63.21 10.007.42.01.45.40 10.010.28.01.63.21 10.010.32.01.53.10 10.010.39.01.51.12 11.002.23.01.33.00 11.002.23.02.33.00 11.002.23.03.33.00 11.002.23.04.33.00 11.002.23.05.33.00 11.002.23.06.33.00 11.002.23.08.33.00 11.002.23.09.33.00 11.002.23.10.33.00 11.002.24.01.52.10 11.002.24.02.52.10 11.002.24.03.52.10 11.002.24.04.52.10 11.002.24.05.52.10 De facultatieve subsidies toegekend op de basisallocaties van opdracht 15, programma 009, aangeduid met de code FSF, maken noch het voorwerp uit van een besluit, noch van een overeenkomst, met uitzondering van volgende basisallocaties : 15.009.15.02.41.40 15.009.15.03.41.40 15.009.15.04.41.40 Indien echter andere wettelijke en/of reglementaire bepalingen die betrekking hebben op de uitgaven die op de basisallocaties vermeld in dit artikel worden aangerekend, uitdrukkelijk een regerings- of ministerieel besluit per begunstigde opleggen, dan dient dit besluit te worden opgesteld, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting op basis van een gemotiveerd dossier.

Art. 19.De Minister van Begroting is gemachtigd om, na advies van de Inspectie van Financiën, via ministerieel besluit, in toepassing van artikel 39, 2de lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, of via akkoordprotocol, in toepassing van artikel 40 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, de facultatieve subsidies, die aangerekend worden op de basisallocaties die opgenomen staan in voormeld ministerieel besluit of protocolakkoord, vrij te stellen van de verplichting tot het afsluiten van een overeenkomst, voor de facultatieve subsidies waarvan het bedrag hoger ligt dan 15.000 euro, en/of tot het opstellen van een besluit per begunstigde tot toekenning van de subsidie. Dit wordt, in voorkomend geval, opgenomen in het ministerieel besluit of het akkoordprotocol. Deze ministeriële besluiten en akkoordprotocollen worden meegedeeld aan het Rekenhof.

Dit geldt ook voor de van kracht zijnde besluiten en akkoordprotocollen uit de vorige jaren.

Art. 20.In afwijking van de bepalingen van artikel 15 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend aan de BGHM geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen zij te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen de BGHM en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 21.In afwijking van de bepalingen van artikel 15 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend aan de Haven van Brussel geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen zij te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen de Haven van Brussel en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 22.In afwijking van de bepalingen van artikel 15 van deze ordonnantie, maakt de facultatieve subsidie toegekend op de basisallocatie 25.007.16.01.61.41 geen voorwerp uit van een overeenkomst, maar dient ze te beantwoorden aan de vereisten van het beheerscontract tussen het Woningfonds en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 23.De variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve opdrachten op volgende wijze :

Dénomination des Fonds

Mission Opdracht

Programme Programma

Montant (En milliers d'euros) Bedrag (In duizenden euro)

Benaming van de Fondsen

Fonds de gestion de la dette régionale

06

002

e) 173.526 f) 173.526

Fonds voor het beheer van de gewestschuld

Fonds pour la promotion du commerce extérieur

13

003

e) 300 f) 300

Fonds ter bevordering van de buitenlandse handel

Fonds d'aide aux entreprises

14

001 002

e) 0 f) 0 e) 0 f) 0

Fonds voor hulp aan ondernemingen

Fonds relatif à la politique de l'énergie

15

002

e) 0

Fonds inzake energiebeleid

f) 0


005

e) 0


f) 0


009

e) 27.657


f) 28.285


010

e) 54


f) 54


Fonds social de guidance énergétique

15

003

e) 1.300 f) 1.300

Sociaal fonds voor energiebegeleiding

Fonds pour l'équipement et les déplace-

17

004

e) 0

Fonds voor uitrusting en verplaatsingen

ments

f) 0


007

e) 528


f) 528


18

002

e) 0


f) 0


19

001

e) 535


f) 535


002

e) 2.000


f) 2.000


Fonds pour la gestion des eaux usées et pluviales

22

003

e) 0 f) 0

Fonds voor het beheer van afvalen regenwater

Fonds pour la protection de l'environnement

23

002

e) 2.655 f) 2.655

Fonds voor de bescherming van het milieu

24

002

e) 485 f) 485


Fonds destiné à l'entretien, l'acquisition et l'aménagement des espaces verts, de forêts et de sites naturels, ainsi qu'au rempoissonnement et aux interventions urgentes en faveur de la faune

23

002

e) 3.272 f) 3.272

Fonds bestemd voor het onderhoud, de aankoop en de aanleg van groene ruimten, bossen en natuurgebieden alsmede het opnieuw bepoten en noodingrepen ten behoeve van de fauna

Fonds du Climat

15

009

e) 0 f) 0

Klimaatfonds

23

002

e) 4.114 f) 4.114


Fonds pour la prévention, le tri, le réemploi, le recyclage et la valorisation des déchets

23 24

002 003

e) 700 f) 700 e) 2.175 f) 2.175

Fonds voor de preventie, sortering, herge- bruik, recycling en nuttige toepassing van afvalstoffen


Dénomination des Fonds

Mission Opdracht

Programme Programma

Montant (En milliers d'euros) Bedrag (In duizenden euro)

Benaming van de Fondsen

Fonds budgétaire régional de solidarité

25

003

e) 400 f) 400

Gewestelijk begrotingsfonds voor solidariteit

Fonds droit de gestion publique

25

003

e) 300

Fonds openbaar beheersrecht

f) 300


004

e) 500


f) 500


Fonds pour l'investissement et pour le remboursement des charges de la dette dans le secteur du logement social

25

005 007 008

e) 1.185 f) 0 e) 0 f) 0 e) 0 f) 0

Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw

Fonds du patrimoine immobilier

26

001

e) 0

Fonds van het onroerend erfgoed

f) 0


004

e) 500


f) 500


Fonds d'aménagement urbain et foncier

27

002

e) 0

Fonds voor stedenbouw en grondbeheer

f) 0


008

e) 0


f) 0


009

e) 430


f) 430


013

e) 120


f) 120


Fonds de la Sécurité routière de la Région de Bruxelles-Capitale

17

007

e) 8.644

Verkeersveiligheidsfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

19

002

e) 2.000


f) 2.000


Fonds de recherche, de constatation et de poursuite des infractions urbanistiques

27

013

e) 0 f) 0

Fonds voor de opsporing, de vaststelling en de vervolging van de stedenbouwkundige overtredingen

Total

e) 233.380 f) 232.823

Totaal


Art. 24.In afwijking van artikel 4 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag door tussenkomst van de Regering over het saldo van het begrotingsfonds « Fonds voor het beheer van de gewestschuld » (programma 002 van opdracht 06) rechtstreeks worden beschikt.

Art. 25.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2 van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het « Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit », opgericht bij artikel 11, § 1, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, gewijzigd bij de ordonnantie van 11 juli 2013, toegewezen aan de overdracht van inkomsten aan de particulieren onder de vorm van een herhuisvestingstoelage, een toelage voor verhuis- of installatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de huurwaarborg (basisallocatie 25.003.31.01.34.31).

Art. 26.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 2°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds ter bevordering van de buitenlandse handel integraal toegewezen aan de betaling van specifieke acties voor de promotie van de buitenlandse handel (basisallocatie 13.003.08.01.12.11).

Art. 27.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer eveneens toegewezen aan de investeringspremies aan particulieren ter aanmoediging van de renovatie van privé woningen en de woningsanering (basisallocatie 27.009.32.02.53.10).

Art. 28.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2, 6°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt een deel van de middelen van het Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw toegewezen aan de basisallocaties « Investeringssubsidie aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) bij wijze van toewijzing van de stedenbouwkundige lasten aan de huisvesting » (basisallocatie 25.005.16.03.61.41), « Investeringsdotatie aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » (basisallocatie. 25.007.16.01.61.41) en « Investeringssubsidie aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij wijze van toewijzing van de stedenbouwkundige lasten aan de huisvesting » (basisallocatie 25.007.16.02.61.41).

Art. 29.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 6°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw eveneens toegewezen aan de verhuistoelagen en de toelagen voor het gedeeltelijk dekken van de huur verschuldigd door uit krotwoningen geëvacueerde personen, alsmede van de kosten verbonden met de installatie in een nieuwe woning (basisallocatie 25.008.31.01.34.32).

Art. 30.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2, 9°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor de bescherming van het milieu, voor wat betreft een gedeelte van de ontvangsten afkomstig van de forfaitaire bijdrage van « Fost Plus » overeenkomstig artikel 18 van de ordonnantie houdende de Middelenbegroting 2016, eveneens toegewezen aan de uitgaven gedaan door het Gewestelijke Agentschap voor Netheid (GAN) (werkingssubsidie aan het GAN via basisallocatie 24.002.15.03.41.40 van de begrotingstabel van Sectie I).

In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2, 9°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor de bescherming van het milieu (het betreft de opbrengst van de administratieve boetes) eveneens toegewezen aan de uitgaven gedaan door het Gewestelijke Agentschap voor Netheid (GAN) in het kader van het verplicht sorteren (werkingssubsidie aan het GAN via basisallocatie 24.002.15.03.41.40 van de begrotingstabel van Sectie I).

Art. 31.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van de artikelen 3 en 2, 11°, laatste lid van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag de Regering de variabele kredieten (e en f) van de basisallocatie 22.003.11.01.73.41 gebruiken om tussen te komen in de financiering van het waterbeleid, de kosten te dragen en alle rechten en verplichtingen van het Gewest uit te oefenen, verbonden aan : - de strijd tegen de overstromingen in risicowijken; - het opvangen en de zuivering van afvalen regenwater; - het waarborgen van een geïntegreerd beheer van afvalen regenwater; - de werking van de zuiveringsinstellingen; - het opstellen van statistieken; - het toezicht op de staat van het oppervlaktewater en van dat opgevangen in riolen; - de verwerving van materiële en niet-materiële goederen nodig voor de bescherming en de valorisatie van gronden oppervlaktewater; - de terugbetaling van het verschil tussen de bedragen van de geïnde voorafbetalingen en de bedragen van de verschuldigde belasting op het lozen van afvalwater, en ook aan de terugbetaling van de voorafbetalingen gestort door de belastingplichtigen van de belasting op het lozen van afvalwater.

Art. 32.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2, 13°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds van het onroerend erfgoed eveneens toegewezen aan de uitgaven en de overdrachten die voortvloeien uit de uitvoering van de Europese of internationale projecten in verband met het onroerend erfgoed (basisallocatie van het programma 004 van opdracht 26).

Art. 33.In toepassing van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt het organiek begrotingsfonds « Verkeersveiligheidsfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » opgericht.

Een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen zal in 2016 bij het Parlement ingediend worden teneinde het voortbestaan van het Fonds te verzekeren.

De middelen van het Verkeersveiligheidsfonds worden aangewend voor het verkeersveiligheidsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals bepaald in artikel 6, XII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, meer bepaald : - de uitgaven van alle aard voor studies, diensten, aankoop van duurzaam en niet-duurzaam materieel; - de uitgaven van alle aard voor promotie, informatie, opleiding en sensibilisering; - de uitgaven van alle aard met betrekking tot controle/ sanctie-uitrusting en -hulpmiddelen, met inbegrip van het onderhoud van die uitrusting en hulpmiddelen; - de uitgaven van alle aard met betrekking tot projecten die een doeltreffendere vaststelling van verkeersovertredingen mogelijk maken en een snellere behandeling en inning van de boetes beogen; - de subsidies voor de politiezones, de federale wegpolitie, de gemeenten, de verenigingen die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid; - de juridische uitgaven, diverse schadevergoedingen en vergoedingen aan derden; - de subsidies aan verenigingen, instellingen of organismes; - de investeringsuitgaven voor beperkte interventies en aanpassingen van de weg, met inbegrip van de levering en het plaatsen van de horizontale en verticale wegsignalisatie uitgevoerd in het kader van de verbetering van de verkeersveiligheid van de bestaande infrastructuur van de gewestelijke wegen; - de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten en de personeelskosten noodzakelijk voor de uitwerking van het verkeersveiligheidsbeleid.

Het aandeel van de middelen uit het fonds dat wordt besteed aan personeelskosten kan echter nooit hoger zijn dan het totaal van de ontvangsten uit retributies die aan het fonds zijn toegewezen.

Art. 34.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 3°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor uitrusting en verplaatsingen eveneens toegewezen aan de uitgaven met betrekking tot de uitwerking van het beleid van het vervoer van gevaarlijke goederen en het uitzonderlijk vervoer (basisallocaties 17.007.08.05.34.41 en 17.007.08.08.12.11).

Art. 35.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2, 16°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor energiebeleid eveneens toegewezen aan de uitgaven verbonden met de subrogatie van de rechten en plichten van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de 6de Staatshervorming (basisallocaties van programma 010 van opdracht 15).

Art. 36.Gelet op de bijzondere context van de financiële markten, is de Regering gemachtigd om de middelen die zijn ingeschreven op de basisallocatie 25.007.17.01.85.14 aan te wenden voor één of meerdere langetermijnleningen tegen marktvoorwaarden aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opdat deze laatste kan voorzien in de eigen financiering van zijn statutaire opdrachten. Deze machtiging zal slechts worden aangewend in uitzonderlijke omstandigheden waarbij het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeilijkheden zou ondervinden om financiering te bekomen via zijn gebruikelijke procedures van overheidsopdrachten aan voorwaarden die in overeenstemming zijn met de uitoefening van zijn opdrachten.

Art. 37.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om, in toepassing van artikel 55 van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun ter bevordering van de economische expansie, de gewestwaarborg te verlenen voor een maximumbedrag van 35.000.000 euro in 2016.

Sectie III. - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome bestuursinstellingen

Art. 38.In afwijking van de artikelen 25, 3de lid, en 69, § 1, 2de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, blijven de contractuele personeelsleden van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie die de in voornoemde artikelen vermelde posten innemen in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of een nieuwe beslissing daaraan een einde stelt.

Art. 39.Alle op basis van artikel 6bis, § 2, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, bij de instellingen van openbaar nut aangestelde controleurs van de vastleggingen, of zij onderworpen zijn aan het statuut of niet, blijven in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde stelt aan hun huidige aanstelling.

Art. 40.De beheerders van voorschotten van de autonome bestuursinstellingen zijn onderworpen aan dezelfde bepalingen als deze die gelden voor de beheerders van voorschotten van de diensten van de Regering, met uitzondering van specifieke maatregelen genomen door de Minister van Financiën.

Art. 41.De begroting van het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 41.165.000 euro voor de ontvangsten, 43.165.000 euro voor de vastleggingskredieten en 41.165.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 42.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de uitrusting inzake informatica, telematica en cartografie.

Art. 43.De begroting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 116.248.000 euro voor de ontvangsten, 115.743.000 euro voor de vastleggingskredieten en 110.442.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 5.806.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 44.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de preventie, de financiering en plaatsing van middelen in het kader van de brandpreventie.

Art. 45.In afwijking van de artikelen 45, 3de lid, van Titel III en 89, 1ste lid, 3°, van Titel VII van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp gemachtigd om een contractuele boekhouder aan te stellen.

Art. 46.De begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 1.151.327.000 euro voor de ontvangsten, 1.151.327.000 euro voor de vastleggingskredieten en 1.151.327.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 47.De bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, met uitzondering van het principe van de onverenigbaarheid van functies, zijn niet van toepassing op de naamloze vennootschappen die een gedelegeerde opdracht uitvoeren in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.

Art. 48.In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen voor een bedrag dat de 267.513.000 euro in 2016 niet mag overschrijden.

Deze leningen worden ten bedrage van 267.513.000 euro ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, basisallocatie 01.001.03.04.96.10 In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ook gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen, in het kader van zijn nieuwe opdrachten, voor een bedrag dat de 400.000.000 euro in 2016 niet mag overschrijden.

Deze leningen worden ten bedrage van 400.000.000 euro ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, basisallocatie 02.001.03.05.96.10.

Art. 49.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd uitgaven te doen in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.

Art. 50.In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 januari 1955 houdende de lijst der openbare fondsen, andere dan de door de Staat uitgegeven of gewaarborgde effecten, welke mogen aangekocht worden door de organismen bedoeld bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wordt het Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën gemachtigd fondsen te plaatsen bij de door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten erkende kredietinstellingen.

Art. 51.De begroting van Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 140.757.000 euro voor de ontvangsten, 146.710.000 euro voor de vastleggingskredieten en 140.757.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 52.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, inzonderheid inzake duurzame wijken, bioveiligheid (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid « WIV »), aan privé of publieke vzw's die werken rond de verbetering van het leefmilieu, waaronder inzonderheid het « Huis van de duurzame ontwikkeling », met inbegrip van overdrachten aan andere overheidssectoren, pararegionale instellingen of lokale overheden, voor de sterilisatie van zwerfkatten, de bouw, de uitbreiding, de aanpassing, de inrichting, de uitrusting en de vernieuwing van de containerparken, voor de promotie van « groene-economiecircuits », « ecodynamische ondernemingen », aan de overheidssector of privé vzw's in het kader van de « allianties tewerkstelling - milieu », aan de privé sector in het kader van de organisatie van demonstratieprojecten inzake energie en het « duurzaam bouwen ».

Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, is eveneens gemachtigd om premies en subsidies te verlenen voor de realisatie van bodemonderzoeken, bodemsanering en maatregelen voor het bodembeheer, in uitvoering van de ordonnantie van 13 mei 2004 betreffende het beheer van verontreinigde bodems onder de voorwaarden vastgelegd door de Regering. De Regering bepaalt het bedrag, de begunstigden, de toekenningsvoorwaarden en de aanvraagprocedure tot toekenning van deze premie.

Art. 53.In afwijking van artikel 48 en overwegende artikel 71, § 2, van de ordonnantie van 20 juli 2011 tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, is het Brussels Instituut voor Milieubeheer gemachtigd om de personeelskosten te beheren van de Reguleringscommissie « BRUGEL » gedurende het gehele dienstjaar 2016 ten laste van de begroting van het Instituut en deze kosten te laten terugbetalen door de Commissie.

Art. 54.De begroting van BRUGEL voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 3.588.000 euro voor de ontvangsten, 3.525.000 euro voor de vastleggingskredieten en 3.588.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig bijlage I van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 55.De begroting van het Gewestelijke Agentschap voor Netheid - Net Brussel voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 250.456.000 euro voor de ontvangsten, 261.846.000 euro voor de vastleggingskredieten en 249.248.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 6.848.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 56.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Gewestelijk Agentschap voor Netheid - Net Brussel facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor het schoonmaken van sites en plaatsen met een gemeentelijk belang.

Art. 57.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan een lening, aan te gaan in 2016 door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid - Net Brussel, voor een maximumbedrag van 45.000.000 euro, teneinde het verschuldigde bedrag te kunnen dekken bij een eventuele veroordeling van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid - Net Brussel in het kader van haar geschil met de FOD Financiën, Administratie van de btw.

Art. 58.De begroting van Innoviris, het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 49.765.000 euro voor de ontvangsten, 57.162.000 euro voor de vastleggingskredieten en 49.765.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 59.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Innoviris, het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 60.De begroting van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten, 0 euro voor de vastleggingskredieten en 0 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 61.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 62.De begroting van het Brussels Planningsbureau voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten, 0 euro voor de vastleggingskredieten en 0 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro.

Art. 63.In afwachting van de administratieve operationalisering van het Brussels Planningsbureau, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om de uitgaven en de ontvangsten in naam van en voor rekening van het Brussels Planningsbureau te verrichten vanuit de begroting van de GOB.

Art. 64.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Brussels Planningsbureau facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 65.De begroting van Brussel - Preventie & Veiligheid voor het jaar 2016 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten, 0 euro voor de vastleggingskredieten en 0 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro.

Art. 66.In afwachting van de administratieve operationalisering van Brussel - Preventie & Veiligheid, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om de uitgaven en de ontvangsten in naam van en voor rekening van Brussel - Preventie & Veiligheid te verrichten vanuit de begroting van de GOB.

Art. 67.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Brussel - Preventie & Veiligheid facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 68.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Actiris facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 69.Om een deel van de uitgaven voorzien in het kader van de verhuis van Actiris naar het ASTRO-gebouw te kunnen realiseren, wordt Actiris gemachtigd om een beroep te doen op het Reservefonds « gebouw » (BA 02.004.03.16.08.20) en dit te gebruiken voor uitgaven voor de inrichting van het ASTRO-gebouw ten belope van maximaal 1.860.000 euro, middels het voorafgaandelijk akkoord van de bevoegde Minister en de Minister van Begroting.

Art. 70.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 71.In afwijking van artikel 3 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, zijn de genoemde ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten van toepassing op citydev.brussels (GOMB) met uitzondering van de bepalingen van de artikelen 59 en 90 betreffende de consolidatie van de rekeningen van de autonome administratieve instellingen in de algemene rekening van de gewestelijke entiteit.

Art. 72.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Citydev. brussels (GOMB) facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 73.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen om Citydev.brussels (GOMB) toe te laten de eventuele veroordeling van Citydev. brussels (GOMB) in het kader van haar geschil met de FOD Financiën, Administratie van de btw te dekken via een lening, aan te gaan in 2016, en dit voor een maximumbedrag van 13.000.000 euro.

Art. 74.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Brussels Waarborgfonds facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 75.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Impulse. brussels (Brussels Agentschap voor de Onderneming vzw) facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 76.In het kader van haar statutaire opdrachten mag de MIVB facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 77.In afwijking van artikel 73, 4de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de vzw IRISTEAM gemachtigd om een contractuele controleur van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

In afwijking van artikel 73, 4de lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, zijn de controleurs van de vastleggingen en de vereffeningen van Actiris niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

In afwijking van artikel 73, 4de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is Leefmilieu Brussel (BIM) gemachtigd om een contractuele controleur van de vastleggingen en vereffeningen te hebben.

In afwijking van artikel 73, 4de lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de controleurs van de vastleggingen en de vereffeningen van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

In afwijking van artikel 73, 4de lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de controleurs van de vastleggingen en de vereffeningen van het Woningfonds niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

Art. 78.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan facultatieve werkings-, projecten investeringssubsidies toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel (sectie II) en die in toepassing van artikel 26 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting bij de begroting en de verantwoordingen bij de begroting, de code FSF (facultatieve subsidie/ subvention facultative) dragen.

Art. 79.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten is van toepassing op de autonome bestuursinstellingen van 1ste en 2de categorie, meer bepaald afdeling I. Het artikel 11 van deze ordonnantie is van toepassing op de autonome bestuursinstellingen van 1ste en 2de categorie met betrekking tot de besluiten en beslissingen tot herverdeling en overschrijding van uitgavenkredieten. De beslissingen van de autonome bestuursinstellingen van 2de categorie dienen voorafgaandelijk voor advies te worden voorgelegd aan de Regeringscommissarissen van de instelling.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 1ste categorie, of het bestuursorgaan, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 2de categorie, zijn eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties die in de loop van het begrotingsjaar gecreeerd worden door ministerieel of regeringsbesluit of door beslissing tot kredietherverdeling en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben (aangeduid met de FSF-code in de begrotingstabel) in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de initiële begroting 2016 bestaande basisallocaties van waaruit de kredieten worden overgedragen.

Art. 80.De in de vorige artikels van sectie III van deze ordonnantie vermelde facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in de begrotingstabel) worden voor het jaar 2016 toegekend onder de algemene voorwaarden bepaald in het artikel 15 van deze ordonnantie.

Art. 81.De facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in de begrotingstabel) vermeld in de artikels onder sectie III van deze ordonnantie zijn gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de budgetopmaak.

Art. 82.In afwijking van artikel 3 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de hierbovengenoemde ordonnantie niet van toepassing op de GIMB en haar filialen in 2016 met uitzondering van BRUSOC en BRUPART. In afwijking van de artikels 59 en 90 van dezelfde ordonnantie zijn evenwel de rekeningen van BRUPART niet geconsolideerd in de algemene rekening van de gewestelijke entiteit en certificeert het Rekenhof deze rekeningen niet.

Art. 83.In het kader van haar statutaire opdrachten mag de Haven van Brussel facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 84.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 85.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de in 2016 door het BGHM aangegane leningen om projecten te realiseren voor een bedrag van hoogstens 60.000.000 euro en voor een bedrag van hoogstens 45.000.000 euro om de canon voor het project Reyers te waarborgen.

Art. 86.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de in 2016 door de BGHM bij het FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost) aangegane leningen, met het oog op de uitwerking van energieprestatieprojecten, voor een maximumbedrag van 10.000.000 euro.

Art. 87.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Woningfonds facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 88.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2016 voor een bedrag dat 209.000.000 euro niet overschrijdt.

Art. 89.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag BRUSOC facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 90.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Atrium facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 91.In het kader van zijn informaticaprojecten met het CIBG en de vzw Iristeam is Parking.brussels (NV Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap) gemachtigd facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) aan deze instellingen toe te kennen.

Art. 92.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag BRUPART facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 93.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor verbintenissen van de GIMB of haar filialen in het kader van het Plan voor de Toekomst van de Huisvesting, voor een kredietlijn van maximaal 37.000.000 euro (in verband met SFAR en filialen) in 2016.

Art. 94.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag visit.brussels (Brussels Agentschap voor het Toerisme) facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 95.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Brussel Ontmanteling facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) toekennen.

Art. 96.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door Brussel Ontmanteling in 2016 voor een maximum bedrag van 2.000.000 euro.

Art. 97.In afwijking van artikel 2, 2°, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, bevat de gewestelijke entiteit de geconsolideerde instellingen opgenomen in de geconsolideerde begroting van ontvangsten en uitgaven van de gewestelijke entiteit bepaald in artikel 2 van de ordonnantie van 15 december 2014 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2015, alsook Brupart, visit.brussels (Brussels Agentschap voor het Toerisme), Brussel - Preventie & Veiligheid, het Brussels Planningsbureau en Brussel Ontmanteling.

In afwijking van de artikels 59 en 90 van de hierboven genoemde ordonnantie van 23 februari 2006 zijn evenwel de rekeningen van BRUPART, Brussel - Preventie & Veiligheid, het Brussels Planningsbureau en Brussel Ontmanteling niet geconsolideerd in de algemene rekening van de gewestelijke entiteit en het Rekenhof certificeert deze rekeningen niet.

Sectie IV. - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van openbaar nut van categorie A en B, bedoeld door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek « Deelstaatoverheid », van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie Nihil Sectie V. - Andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit

Art. 98.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2016 door de door het Gewest erkende instellingen voor sociaal krediet, volgens de controleregels en ten belope van een maximumbedrag van 11.000.000 euro; in voorkomend geval kan een bijkomend waarborgbedrag vastgelegd worden door de Regering op voorstel van de Minister van Begroting en de Minister voor Huisvesting.

Art. 99.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2016 door de Brusselse Maatschappij voor het Waterbeheer (BMWB) voor een maximumbedrag van 20.000.000 euro.

Art. 100.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2016 door de NV Brussel-Recyclage voor een maximumbedrag van 8.000.000 euro.

Art. 101.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2016 door de NV Sorteercentrum voor een maximumbedrag van 25.000.000 euro.

Art. 102.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door de NV Brussel-Energie in 2016 voor een maximumbedrag van 28.000.000 euro.

Art. 103.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door de NV Brussel-Biogaz in 2016 voor een maximumbedrag van 3.000.000 euro.

Art. 104.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2014 door HYDROBRU bij de Europese Investeringsbank (EIB) voor een maximumbedrag van 250.000.000 euro.

Art. 105.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de operaties tot dekking in 2016 van het risico op interestvoeten wisselkoersschommelingen (« options, futures, swaps, ... ») die in strikte zin verbonden zijn met de door het Gewest gewaarborgde schuld.

Art. 106.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is ertoe gemachtigd om, overeenkomstig de door haar bepaalde regeling, de waarborg te verlenen met betrekking tot de eventuele nietterugbetaling van ecoleningen toegekend aan de Brusselse gezinnen (sociale groene lening, lening van instellingen van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost) en dit voor een bedrag van 4.200.000 euro.

Art. 107.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om een gedeelte van het gebouw gelegen aan de Oudergemlaan nr. 63 te Etterbeek, gratis ter beschikking te stellen van de vzw « Commissariaat voor Europa en Internationale Instellingen » waarvan ze de statuten heeft erkend.

Art. 108.In afwijking van artikelen 3 en 5 van de wet van 22 december 1986 over de intercommunales, kunnen gemeenten een participatie nemen in de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gewijd aan de levering van diensten van teleen elektronische communicatie in het kader van de overheidsopdracht IRISnet 2 die door het Gewest in hun naam en voor hun rekening wordt verwezenlijkt.

Art. 109.De gedecentraliseerde diensten, instellingen, overheidsbedrijven, publiekrechterlijke organen en rechtspersonen die werden opgericht door of die afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden gemachtigd om een participatie te nemen in het kapitaal van de vennootschap die instaat voor de levering van diensten van elektronische communicatie en die werd opgericht na afloop van de overheidsopdracht IRISnet2, die zelf ook werd gegund door het Gewest.

Art. 110.In afwijking van artikel 96 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om volgende prijzen toe te kennen :


Benaming

Montant en euros Bedrag in euro


Appellation

Prijs Fernand Baudin : prijs van het mooiste boek in Brussel (uitgeverssector).

0 (prix purement prestige et image - prijs enkel voor prestige en imago)

Prix Fernand Baudin : prix du plus beau livre à Bruxelles (secteur de l'édition).

Prijs « Brussels Invest & Export » in het kader van het Defilé van « la Cambre Mode » : prijs die wordt toegekend aan een veelbelovende student teneinde de realisatie van zijn laatstejaarsstage of zijn eerste beroepservaring in het buitenland te ondersteunen en aan te moedigen (verplichte stage van minimum 3 maand) en om zich zo tot ambassadeur te maken van het Brussels talent in een belangrijk internationaal Modehuis.

2.000

Prix « Brussels Invest & Export » dans le cadre du Défile de « la Cambre Mode » : prix attribué à un étudiant prometteur afin de soutenir et d'encourager la réalisation de son stage de dernière année ou sa première expérience professionnelle à l'étranger (stage obligatoire de minimum 3 mois) et ainsi se faire l'ambassadeur du talent bruxellois dans une importante Maison de Mode à l'international.

Exportprijs van « Ambacht in de kijker » : prijs die wordt toegekend aan een ambachtspersoon opdat deze een creatieproject zou kunnen realiseren in het buitenland

2.500

Prix export de « la Vitrine de l'Artisan » : prix attribué à un artisan afin qu'il puisse réaliser un projet de création à l'étranger


Art. 111.In afwijking van artikel 96 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om volgende giften toe te kennen : - Gift aan het « Fonds de la Recherche Scientifique - FNRS » ten voordele van onderzoek naar leukemie en kanker (actie « Télévie » - RTL). - Gift aan de vzw « Vlaamse Liga Tegen Kanker » ten voordele van onderzoek naar kanker (actie « Kom op tegen Kanker »).

Sectie VI. - Slotbepaling

Art. 112.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2016.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 december 2015.

Rudi VERVOORT Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid Guy VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking Didier GOSUIN Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp Pascal SMET Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken Céline FREMAULT Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2015-2016 A-253/1 Ontwerp van ordonnantie A-253/2 Verslag A-253/3 Adviezen van de vaste commissies Integraal verslag : Bespreking : vergaderingen van donderdag 17 en vrijdag 18 december 2015 Aanneming : vergadering van vrijdag 18 december 2015.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^