Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 19 december 2008
gepubliceerd op 18 februari 2009

Ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2009

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031017
pub.
18/02/2009
prom.
19/12/2008
ELI
eli/ordonnantie/2008/12/19/2009031017/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2008. - Ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2009 (1)


Sectie I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de uitgaven van de begroting van de diensten van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2009 worden kredieten geopend ten bedrage van :

En milliers d'euros

Crédits de liquidation - Vastleggings- kredieten

Crédits d'engagement Vereffenings- kredieten

In duizenden euro

Crédits dissociés

2.924.756

2.981.537

Gesplitste kredieten

Crédits variables

200.349

194.476

Variabele kredieten

Totaux

3.125.105

3.176.013

Totalen


Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, sectie I. In toepassing van artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en sectie II. De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en is terug te vinden in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkend gedeelte van deze ordonnantie.

Art. 3.In afwijking op artikel 112 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en op artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 tot uitstel van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt de inwerkingtreding van het artikel 31 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting en de verantwoordingen bij de begroting uitgesteld tot 1 januari 2010.

Art. 4.De algemene rekening van de gewestelijke entiteit voor het jaar 2009 zal opgesteld worden overeenkomstig de artikelen 59 en 60 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en overeenkomstig artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 tot uitstel van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van voornoemde ordonnantie.

Art. 5.In afwijking van het artikel 45, 3de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van het artikel 13 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, kan de Regering, op voordracht van de Minister van Financiën, een contractueel personeelslid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanstellen in de functie van gewestelijke boekhouder, zoals bedoeld in dezelfde 2 artikelen.

Sectie II. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen

Art. 6.Alle op basis van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 aangestelde rekenplichtigen blijven in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde maakt aan hun huidige aanstelling.

Art. 7.Machtiging wordt verleend om provisies toe te kennen aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van het Gewest optreden.

Art. 8.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten, is iedere Minister of Staatssecretaris gemachtigd om op gemotiveerde wijze, via regeringsbesluit, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting, en binnen de grenzen van vastleggingskredieten of de vereffeningskredieten van een opdracht die tot zijn bevoegdheid behoort, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Begroting, kredietherverdelingen uit te voeren tussen de verschillende programma's van deze opdracht.

De gemotiveerde aanvraag tot herverdeling wordt door de betrokken Minister of Staatssecretaris ingediend bij de directie Begroting van het Bestuur Financiën en Begroting van het Ministerie. Indien de herverdelingen basisallocaties betreffen die behoren tot de bevoegdheid van verschillende Ministers of Staatssecretarissen (in het geval van een gedeelde opdracht of een gedeeld programma), dan wordt de gemotiveerde aanvraag gezamenlijk ingediend.

Het voorafgaandelijk advies van de Inspectie van Financiën en het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van Begroting zijn vereist.

Van deze machtiging mag enkel bij uitzondering gebruik gemaakt worden en enkel wanneer de mogelijkheden geboden door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten werden uitgeput, d.w.z. wanneer kredietherverdelingen binnen de grenzen van de vastleggingskredieten of van de vereffeningskredieten van het betreffende programma niet meer mogelijk zijn door het gebrek aan beschikbare kredieten.

Deze herverdelingen worden onverwijld meegedeeld aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en aan het Rekenhof.

Art. 9.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kunnen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten (of de vereffeningskredieten) van de basisallocaties 03.002.22.01.81.41, 03.002.08.01.12.11 en 03.002.08.03.12.11 naar eender welke basisallocatie van de gewestbegroting herverdeeld worden.

In afwijking van artikel 29 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle kunnen de kredieten van de basisallocatie 04.002.07.07.11.00, bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, herverdeeld worden naar de opdracht 18.

Art. 10.Binnen het ERP systeem van het Ministerie is het toegestaan omwille van informaticatechnische beperkingen, in afwijking van de ESR 95 classificatie, op het niveau van de basisallocaties een cijfer 9 te plaatsen als laatste positie van de economische code voor de terugbetalingen van ten onrechte gedane uitgaven of ten onrechte geïnde ontvangsten. In de begrotingstabel wordt de economische classificatie gevolgd.

Art. 11.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan facultatieve werkings- en investeringssubsidies toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel (sectie I) en die in toepassing van artikel 26 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van de 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting bij de begroting en de verantwoording bij de begroting, de code FSF (facultatieve subsidie/subvention facultative) dragen.

Daarnaast wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies ten laste van nieuwe basisallocaties, die gecreëerd worden door ministerieel of regeringsbesluit tot kredietherverdeling, vanuit de volgende basisallocaties en die als voorwerp facultatieve subsidies zouden hebben in het kader van dezelfde objectieven : 03.002.08.03.12.11, 10.001.99.02.01.00, 10.007.99.01.01.00 en 11.002.99.01.01.00.

De Regering is eveneens gemachtigd om facultatieve subsidies toe te kennen ten laste van nieuwe basisallocaties, gecreëerd via ministerieel of regeringsbesluit tot kredietherverdeling, vanuit de 3 hieronder vermelde basisallocaties (in opdracht 27, programma 002), en die als voorwerp facultatieve subsidies zouden hebben in het kader van dezelfde objectieven.

As 1 : ondersteunen van het territoriale concurrentievermogen . . . . . 27.002.99.01.01.00 As 2 : de territoriale eenheid versterken . . . . . 27.002.99.02.01.00 Territoriale samenwerking . . . . . 27.002.99.03.01.00

Art. 12.De onder artikel 11 aangeduide facultatieve subsidies, behoudens deze aan de geconsolideerde gewestinstellingen, worden voor het jaar 2009 toegekend onder de hierna volgende algemene voorwaarden : 1. Het subsidiebesluit wordt opgesteld door de administratieve diensten van de subsidiërende overheid en bevat op zijn minst : - de vermelding van de begunstigde van de subsidie en diens rekeningnummer; - de gedetailleerde omschrijving van de doeleinden waarvoor deze subsidie wordt toegekend; - het totale toegekende bedrag; - de volledige budgettaire aanrekening; - de betalingsmodaliteiten; - de periode waarop de subsidie betrekking heeft; - de door de subsidiërende overheid vereiste documenten in de vereffeningsfases; - de uiterste indieningsdatum voor elk van de in het vorige steepje vermelde documenten; - de beherende administratieve dienst. 2. Onverminderd het laatste lid van dit punt, gaat elke subsidie gepaard met een overeenkomst waarin de bepalingen worden gepreciseerd voor de aanwending van de subsidie en voor de eventuele terugbetaling ervan. Deze overeenkomst vermeldt nauwkeurig de uitgavencategorieën waarvoor de subsidie kan worden aangewend en met name in voorkomend geval : - de huur en huurlasten; - de promotie- en publicatiekosten; - de administratieve kosten; - de voertuig- en verplaatsingskosten; - de vergoeding van derden en van onderaannemers, de honoraria, het hulppersoneel; - de personeelskosten; - de afl ossingen en investeringen; - de niet-terugvorderbare belastingen en taksen; - de financiële lasten; - de uitzonderlijke lasten.

Deze categorieën worden in detail vermeld in de overeenkomst naargelang van de gesubsidieerde projecten, op basis van de rubrieken van de begrotingsraming van de operatie.

Elke overeenkomst verwijst waar nodig naar de ministeriële omzendbrief vermeld in punt 11 van dit artikel.

Elke overeenkomst voorziet uitdrukkelijk in het toezicht door de administratieve diensten van de subsidiërende overheid op de gesubsidieerde contractant en dit aan de hand van stukken en ter plaatse.

Indien het bedrag van de subsidie niet hoger ligt dan 12.500 euro, dan worden de vermeldingen voorzien in de vorige leden van dit punt hernomen in het subsidiebesluit. 3. Overeenkomstig artikel 4 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de subsidie onderworpen aan het transparantiebeginsel. De subsidie mag geen verrijking van de begunstigde tot doel of gevolg hebben. 4. Een en dezelfde actie mag slechts aanleiding geven tot de toekenning van één enkele subsidie ten laste van een begrotingsprogramma ten gunste van een zelfde begunstigde, gedurende hetzelfde begrotingsjaar 5.Geen enkele actie mag beginnen vóór de ondertekening van de overeenkomst of het besluit.

Voor reeds aangevatte acties kan enkel en alleen een subsidie worden toegekend indien de aanvrager de noodzaak voor het starten van de actie vóór de ondertekening van de overeenkomst en het besluit kan aantonen. 6. De subsidieaanvragen moeten schriftelijk worden ingediend en vergezeld zijn van een begrotingsraming. De bevoegde ordonnateur informeert de aanvrager schriftelijk over het gevolg dat aan zijn aanvraag wordt gegeven. 7. Indien de begunstigde van een subsidie een rechtspersoon is die op de datum van de beslissing om een opdracht uit te schrijven, opgericht werd met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen nut die niet van industriële of commerciële aard zijn en waarvan : - ofwel de werkzaamheden voor meer dan vijftig procent gefinancierd worden door de diensten van de Regering of een autonome bestuursinstelling, - ofwel het beheer onderworpen is aan toezicht door die diensten of instellingen, - ofwel de leden van het bestuurs-, directie- of toezichtsorgaan voor meer dan de helft door die diensten of instellingen zijn aangewezen, dan is deze onderworpen aan de bepalingen van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, overeenkomstig artikel 4 van die wet.8. De betalingsfrequentie wordt bepaald aan de hand van de financiële risico's die de begunstigde loopt, de duur en de voortgang van de actie en de aard van de kosten die de begunstigde gemaakt heeft.9. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof en artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt bij niet-naleving door de begunstigde van de bij wet of overeenkomst vastgestelde verplichtingen, de subsidie geschorst. De beherende administratie brengt de begunstigde hiervan op de hoogte.

Deze kan zijn opmerkingen formuleren.

Wanneer de begunstigde het bedrag van een subsidie geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen, worden de vaststellingen van de beherende administratie en de opmerkingen geuit door de begunstigde ter advies voorgelegd aan de Inspectie van Financiën.

Over het controleverslag, de opmerkingen van de begunstigde en het advies van de Inspectie van Financiën stelt de beherende administratie een samenvattende nota op waarvan de conclusie wordt bezorgd aan de secundaire ordonnateur, die als enige gemachtigd is om het recht van de terugbetaling vast te stellen. 10. Het toezicht op de administratieve behandeling van het dossier en op het goede financiële beheer vindt plaats conform de artikelen 72, 77, 78, 79 en 93, § 2 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.11. Elke minister kan in het kader van de geldende regelgevende bepalingen een omzendbrief opstellen bestemd voor de begunstigde van een subsidie.Deze omzendbrief bepaalt : - standaardmodellen van de stukken wanneer het aangewezen is de begunstigden te begeleiden; - de na te leven termijnen voor het indienen van de vereiste verantwoordingsstukken; - de exhaustieve lijst van de uitgaven die in aanmerking komen; - de aanvraagprocedure voor betalingen; - een beschrijving van het toezicht dat zal plaatsvinden.

Art. 13.Ongeacht het aanslagjaar mogen ten laste van de basisallocatie 06.003.55.99.34.50 terugbetalingen aangerekend worden van belastingen van de ex-provincie Brabant ingevolge door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering genomen beslissingen.

Art. 14.De variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve opdrachten op volgende wijze : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 15.In afwijking van artikel 14 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof en van artikel 4 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag door tussenkomst van de Regering over het saldo van het begrotingsfonds « Fonds voor het beheer van de gewestschuld » (programma 002 van opdracht 06) rechtstreeks worden beschikt.

Art. 16.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 2° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds ter bevordering van de buitenlandse handel integraal toegewezen aan de betaling van specifieke acties voor de promotie van de buitenlandse handel (B.A. 13.003.08.01.12.11, 13.003.08.02.12.11 en 13.003.08.03.12.11).

In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van de artikels 3 en 2, 11°, laatste lid van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van de begrotingsfondsen, mag de Regering de variabele kredieten (e en f) van de basisallocatie 22.003.11.01.73.41 gebruiken om tussen te komen in de financiering van het waterbeleid, de kosten te dragen en alle rechten en verplichtingen van het Gewest uit te oefenen, verbonden aan : - de strijd tegen de overstromingen in risicowijken; - het opvangen en de zuivering van afval- en regenwater; - het waarborgen van een geïntegreerd beheer van afval- en regenwater; - de werking van de zuiveringsinstallaties; - het opstellen van statistieken; - het toezicht op de staat van het oppervlaktewater en van dat opgevangen in riolen; - de verwerving van materiële en niet-materiële goederen nodig voor de bescherming en de valorisatie van grond- en oppervlaktewater; - de terugbetaling van het verschil tussen de bedragen van de geïnde voorafbetalingen en de bedragen van de verschuldigde belasting op het lozen van afvalwater, en ook aan de terugbetaling van de voorafbetalingen gestort door de belastingplichtigen van de belasting op het lozen van afvalwater.

In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van artikel 2, 6° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van begrotingsfondsen, wordt een deel van de middelen van het Fonds voor investeringen en afl ossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw toegewezen aan de basisallocaties « Investeringssubsidie aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) bij wijze van toewijzing van de stedenbouwkundige lasten aan de huisvesting » (B.A. 25.005.20.03.51.11) en « Investeringsdotatie aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » (B.A. 25.007.20.01.51.11).

In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer eveneens toegewezen aan de uitgaven voor de Europese programma's of programma's van andere internationale organisaties (B.A. 27.002.49.01.35.00 en 27.002.08.02.12.11).

In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van artikel 2, 5° van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer eveneens toegewezen aan de uitgaven voor de opsporing, de vaststelling en de vervolging van de inbreuken op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en de uitgaven voor de maatregelen ter stillegging van de in overtreding op ditzelfde Wetboek uitgevoerde handelingen en werken, en voor de maatregelen ter ambtshalve tenuitvoerlegging en ter herstelling in de oorspronkelijke staat. (B.A. 27.013.08.01.12.11 en 27.015.08.01.12.11) In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de contrôle en van artikel 2, 13° van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds van het onroerend erfgoed eveneens toegewezen aan de uitgaven en de overdrachten die voortvloeien uit de uitvoering van de Europese of internationale projecten in verband met het onroerend erfgoed (basisallocaties van programma 004 van opdracht 26).

Sectie III. - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome bestuursinstellingen

Art. 17.In afwijking van de artikelen 25, 3de lid, en 69, § 1, 2de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, blijven de contractuele personeelsleden van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie die de in voornoemde artikelen vermelde posten innemen in functie tot op het moment dat een nieuwe beslissing daaraan een einde stelt.

Art. 18.Alle op basis van artikel 6bis, § 2, van de wet van 16 maart 1954 bij de instellingen van openbaar nut aangestelde controleurs van de vastleggingen, of zij onderworpen zijn aan het statuut of niet, blijven in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde stelt aan hun huidige aanstelling.

Art. 19.De begroting van het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest voor het jaar 2009 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 34.328.000 euro voor de ontvangsten, 34.328.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 34.328.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 20.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de uitrusting inzake informatica, telematica en cartografie.

Art. 21.De begroting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor het jaar 2009 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 88.532.000 euro voor de ontvangsten, 92.768.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 88.532.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 22.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de preventie, de financiering en plaatsing van middelen in het kader van de brandpreventie.

Art. 23.De begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het jaar 2009 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 837.713.000 euro voor de ontvangsten, 837.713.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 837.713.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 89.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

De bepalingen van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, met uitzondering van het principe van onverenigbaarheid van functies, zijn niet van toepassing op de naamloze vennootschappen die een gedelegeerde opdracht uitvoeren in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.

Art. 24.In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen voor een bedrag dat de 271.487.000 euro in 2009 niet mag overschrijden.

Deze leningen worden ten bedrage van 271.487.000 euro ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, basisallocatie 01.001.03.04.96.10 In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ook gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen, in het kader van zijn nieuwe opdrachten, voor een bedrag dat de 250.000.000 euro in 2009 niet mag overschrijden.

Deze leningen worden ten bedrage van 250.000.000 euro ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, basisallocatie 02.001.03.05.96.10.

Art. 25.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd uitgaven te doen in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.

Art. 26.In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 januari 1955 houdende de lijst der openbare fondsen, andere dan de door de Staat uitgegeven of gewaarborgde effecten, welke mogen aangekocht worden door de organismen bedoeld bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wordt het Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën gemachtigd fondsen te plaatsen bij de door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen erkende kredietinstellingen.

Art. 27.De begroting van Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer voor het jaar 2009 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 85.696.000 euro voor de ontvangsten, 85.696.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 85.696.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 28.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de bouw, de uitbreiding, de aanpassing, de inrichting, de uitrusting en de vernieuwing van de containerparken.

Leefmilieu Brussel, het Brussels Instituut voor Milieubeheer is gemachtigd om premies en subsidies te verlenen voor de realisatie van bodemonderzoeken, maatregelen voor het bodembeheer, in uitvoering van de ordonnantie van 13 mei 2004 betreffende het beheer van verontreinigde bodems onder de voorwaarden vastgelegd door de Regering. De Regering bepaalt de bedragen, de begunstigde, de toekenningsvoorwaarden en de aanvraagprocedure van deze premie.

Art. 29.De begroting van het Gewestelijke Agentschap voor Netheid - Net Brussel voor het jaar 2009 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 184.964.000 euro voor de ontvangsten, 184.964.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 184.964.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 30.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Gewestelijk Agentschap voor Netheid - Net Brussel facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor het schoonmaken van sites en plaatsen met een gemeentelijk belang.

Art. 31.De begroting van het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel voor het jaar 2009 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 33.668.000 euro voor de ontvangsten, 37.382.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 33.668.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 32.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 33.De begroting van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid voor het jaar 2009 wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 20.410.000 euro voor de ontvangsten, 20.410.000 euro voor de vastleggingskredieten, en 20.410.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 34.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 35.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag Actiris facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 36.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 37.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 38.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Brussels Waarborgfonds facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 39.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Brussels Agentschap voor de Onderneming v.z.w. facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 40.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de M.I.V.B. facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel) toekennen.

Art. 41.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2009 door de M.I.V.B om het deel van haar investeringsprogramma te financieren dat noch door de haar verleende gewestelijke dotaties, noch door haar eigen investeringscapaciteit wordt gedekt en dit voor een bedrag vastgesteld op maximum het totaal van de in 1999, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007 en 2008 door de M.I.V.B. niet-ontleende delen van de voor die jaren in de Algemene Uitgavenbegroting ingeschreven maximale leningbedragen waarvoor de Regering gemachtigd werd de gewestwaarborg te verlenen.

Art. 42.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan facultatieve werkings- en investeringssubsidies toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel (sectie II) en die in toepassing van artikel 26 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van de 13 juli 2006 betreffende de begrotingscyclus, de structuur van de begrotingsordonnantie, de algemene toelichting bij de begroting en de verantwoording bij de begroting, de code FSF (facultatieve subsidie/subvention facultative) dragen.

De in vorig lid aangeduide facultatieve subsidies worden voor het jaar 2009 toegekend onder de voorwaarden bepaald in het artikel 12 van deze ordonnantie.

Sectie IV. - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van openbaar nut van categorie A en B, bepaald door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek « Deelstaatoverheid », van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap

Art. 43.Zowel voor haar werking als voor het te voeren beleid wordt de Haven van Brussel gemachtigd de begrotingssaldi van de vorige jaren over te dragen en te gebruiken voor uitgaven gepland in 2009.

Art. 44.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2009 door de Haven van Brussel voor de realisatie van het Carcoke- en Bilc-project en dit voor een maximumbedrag van 50.000.000 euro.

Art. 45.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Haven van Brussel facultatieve subsidies toekennen.

Art. 46.Zowel voor haar werking als voor het te voeren beleid wordt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij gemachtigd de begrotingssaldi van de vorige jaren over te dragen en te gebruiken voor uitgaven in 2009.

Art. 47.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij facultatieve subsidies toekennen.

Art. 48.De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft de toelating de waarborg van het Gewest te verlenen aan de in 2009 door het BGHM aangegane leningen om de projecten Scheutbosch, Lahaye, Cognassiers en N.O.H. te realiseren, en dit voor een bedrag van hoogstens 25.000.000 euro.

Sectie V. - Andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit

Art. 49.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan door de door het Gewest erkende instellingen voor sociaal krediet, volgens de controleregels en ten bedrage van een maximumbedrag die vastgesteld moeten worden door de Regering op voorstel van de Minister van Begroting en van de Staatssecretaris voor Huisvesting.

Art. 50.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor een maximumbedrag van 100.000.000 euro.

Art. 51.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij de BGHM voor een maximumbedrag van 50.000.000 euro in 2009.

Art. 52.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan door de N.V. Brussel-Zuid voor een maximumbedrag van 7.500.000 euro.

Art. 53.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2009 door de Brusselse Maatschappij voor het Waterbeheer (B.M.W.B.) voor een maximumbedrag van 20.000.000 euro.

Art. 54.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de overdracht van het Aquiris contract.

Art. 55.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan door de NV B2E, filiaal van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (G.I.M.B.), bij de Europese Investeringsbank, voor een maximumbedrag van 50.000.000 euro.

Art. 56.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor verbintenissen van de G.I.M.B. of haar filialen in het kader van het Plan voor de Toekomst van de Huisvesting, voor een kredietlijn van maximaal 150.000.000 euro.

Art. 57.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om, in toepassing van artikel 12 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, om de gewestwaarborg te verlenen voor een maximumbedrag van 35.000.000 euro.

Art. 58.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor een lening, af te sluiten door de NV EUROBIOTECH, voor een maximumbedrag van 9.500.000 euro.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan een lening die dient afgesloten door de NV ICAB, voor een maximumbedrag van 9.500.000 euro.

Art. 59.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door Brussel-Biogaz voor een maximumbedrag van 20.000.000 euro.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door Brussel-Recyclage voor een maximumbedrag van 8.000.000 euro.

Art. 60.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de operaties tot dekking van het risico van schommeling van de interestvoeten en de wisselkoersen (« options, futures, swaps,... ») die in strikte zin verbonden zijn met de door het Gewest gewaarborgde schuld.

Art. 61.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd ten laste van de basisallocatie 06.003.55.98.36.90 verrichtingen te doen in naam en voor rekening van de Agglomeratie Brussel, met inbegrip van eventuele uitgaven betreffende vorige jaren waarvoor geen enkel krediet kon worden geopend in de voorgaande Agglomeratiebegrotingen.

Art. 62.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd een gedeelte van het gebouw gelegen aan de Oudergemlaan nr. 63 te Etterbeek gratis ter beschikking te stellen van de v.z.w. « Verbindingsbureau Brussel-Europa » waarvan ze de statuten heeft erkend.

Sectie VI. - Slotbepaling

Art. 63.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2009.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 december 2008.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota's (1) Gewone zitting 2008-2009. Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, nr. A-518/1. - Bijlage, nr. A-518/2. - Verslag, nr. A-518/3. - Adviezen van de vaste commissies, nr. A-518/4. - Amendement na verslag, nr. A-518/5.

Integraal verslag : bespreking : vergadering van donderdag 18 december en van vrijdag 19 december 2008.

Anneming : vergadering van vrijdag 19 december 2008.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^