Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 31 mei 2018
gepubliceerd op 11 juli 2018

Ordonnantie met betrekking tot de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuur

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2018012502
pub.
11/07/2018
prom.
31/05/2018
ELI
eli/ordonnantie/2018/05/31/2018012502/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 MEI 2018. - Ordonnantie met betrekking tot de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuur


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Binnen de limieten van de kredieten ingeschreven op de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kent de Regering subsidies toe die bestemd zijn voor het aanmoedigen van de verwezenlijking van bepaalde investeringen van openbaar nut inzake sportinfrastructuren.

Art. 3.Voor de toepassing van deze ordonnantie dient verstaan te worden onder : 1° sportinfrastructuren : de openbare onroerende uitrustingen die zich bevinden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die bestemd zijn voor het bevorderen en het verwelkomen van de sportbeoefening, evenals andere ludieke activiteiten die leiden tot sportbeoefening en waarvan het beheer de verantwoordelijkheid is van een gemeente, een autonoom gemeentebedrijf of een vereniging van gemeenten ;2° buurtsportinfrastructuren : de sportinfrastructuren waarvan de reikwijdte in termen van organisatie, activiteiten, vestiging of gebruik van hun diensten zich beperkt tot een deel van één of meerdere gemeenten en die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de bevolking die woont in de directe omgeving van de infrastructuur.Ze moeten vrij toegankelijk zijn en maximaal op 200 meter afstand van woningen gelegen zijn ; 3° investeringen : - de bouw, de uitbreiding, de renovatie, de restauratie en de aankoop van de zakelijke rechten van sportinfrastructuren ; - de bouw, uitbreiding, renovatie, restauratie en aankoop van de zakelijke rechten van gebouwen die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de infrastructuren vermeld in 1° ; - de bouw, uitbreiding, renovatie en restauratie van de onmiddellijke omgeving van de sportinfrastructuren bedoeld in 1° ; - de aankoop van de eerste sportuitrusting die noodzakelijk is voor het functioneren van de onroerende voorziening bedoeld in 1°, met inbegrip van de aankoop van veiligheidsuitrustingen voor de gebruikers ; - het realiseren van technische installaties verbonden aan de veiligheid, de informatieverschaffing en de toegankelijkheid voor de gebruikers, in het bijzonder de personen met een beperkte mobiliteit ; - de studie- en ontsluitingskosten of de kosten van daadwerkelijk uitgevoerde technische tests die een noodzakelijke voorwaarde waren voor de voornoemde investeringen ; 4° DIPS : het driejarig investeringsplan inzake sportinfrastructuur dat opgesteld werd overeenkomstig het modelplan dat bepaald werd door de Regering en dat werd aangevuld door de begunstigden.Dit plan bevat minstens de volgende elementen : - een lijst van de geplande investeringen, subsidieerbaar krachtens deze ordonnantie ; - een omschrijving van de doelstelling van de investeringen ; - een raming van de uitgaven voor elke investering ; - het gevraagde subsidiepercentage ter uitvoering van deze ordonnantie ; - de vermelding van de financieringsmiddelen voor het niet-gesubsidieerde gedeelte van de investering ; - een planning van de werken en van de procedures ; - de motivering achter deze investeringen ; 5° sportkadaster : minstens tijdens het eerste jaar van elke driejarige periode als bedoeld in punt 7° een overzicht maken van de bestaande sportinfrastructuren op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en bepalen welke wijken minder goed bedeeld zijn op het gebied van sportinfrastructuren, zoals bepaald door het regeringsbesluit ;6° begunstigden : - de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de autonome gemeentebedrijven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ; - de verenigingen van gemeenten ; 7° driejarige periode : de periode van drie jaar die aanvangt op 1 januari van een eerste vastgestelde jaar en afloopt op 31 december van het derde jaar ;8° Minister : de minister bevoegd voor de gemeentelijke sportinfrastructuren ;9° begeleidingscomité : het comité samengesteld uit vertegenwoordigers van de administratie, vertegenwoordigers van de minister, vertegenwoordigers van de begunstigden en eventuele deskundigen ;10° BWRO : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 april 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 09/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004031182 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening sluiten tot goedkeuring van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening ;11° GCAO : het Gewestelijk Comité tot Aankoop van Onroerende Goederen, opgericht bij ordonnantie van 23 juni 2016 houdende de overname van de activiteiten van de Comités voor de aankoop van onroerende goederen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;12° GPDO : het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling, het strategisch stedenbouwkundig beleidsplan dat de ontwikkelingsdoelstellingen en -prioriteiten bepaalt van het Gewest op basis van de economische, sociale, verplaatsings- en milieubehoeften, goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. HOOFDSTUK 2. - De jaarlijkse subsidies bestemd voor buurtsportinfrastructuren Sectie 1. - De oproep tot projecten

Art. 4.§ 1. Ieder jaar stelt de Regering een oproep tot projecten op die bestemd is voor de begunstigden met het oog op het subsidiëren van investeringen voor buurtsportinfrastructuren ten belope van de vastleggingskredieten die werden ingeschreven in de gewestelijke begroting. § 2. De oproep moet minstens het volgende essentiële criterium bevatten : - het project heeft betrekking op een buurtsportinfrastructuur.

De oproep moet eveneens minstens twee van de volgende hoofdcriteria bevatten : - de infrastructuur zorgt voor een aanvulling van het gebrekkige aanbod dat door de begunstigde wordt aangetoond ; - de infrastructuur is gevestigd in een prioritaire zone volgens het GPDO ; - het project werd uitgewerkt in een participatief proces van burgerraadpleging of burgeroverleg.

De oproep vermeldt ook : - de toekenningsvoorwaarden voor de subsidie ; - het maximumbedrag per project of per begunstigde.

De Regering is gemachtigd om de bijkomende secundaire criteria te definiëren, evenals, desgevallend, de sanctie voor de niet-naleving ervan.

Sectie 2. - De ontvankelijkheid

Art. 5.De projecten in reactie op de oproep zijn slechts ontvankelijk indien ze beantwoorden aan het essentiële criterium en aan één van de hoofdcriteria zoals bepaald door de Regering in de oproep tot projecten.

Sectie 3. - De selectie van de projecten

Art. 6.De projecten worden geselecteerd door de Regering, prioritair in functie van : - de begrotingsmiddelen ; - de in de projectoproep vastgelegde criteria.

Sectie 4. - De vereffening

Art. 7.De Regering bepaalt de samenstelling van de vereffeningsdossiers van de subsidies en de aard van de nodige bewijsstukken.

Art. 8.Binnen de honderdtachtig dagen na de selectie van het project door de Regering, kan de begunstigde een schuldvordering overmaken aan de administratie, waarna hem op basis hiervan vijftig procent van het subsidiebedrag wordt uitgekeerd.

Art. 9.De begunstigde beschikt over een termijn van achttien maanden vanaf de selectie van het project door de Regering om een volledige eindafrekening over te maken, vergezeld van de vereiste bewijsstukken voor de vereffening van de subsidie. Eens deze termijn overschreden, vervalt het recht op subsidie en moet de begunstigde het al uitbetaalde deel van de subsidie terugbetalen.

De begunstigde dient de Minister in te lichten omtrent de datum en de plaats van de voorlopige oplevering en de officiële inhuldiging van de werken, en dit ten minste vijftien dagen voordat deze plaatsvinden.

Art. 10.Het saldo van de subsidie wordt vereffend binnen de honderdtachtig dagen na de ontvangst van de volledige eindafrekening en de bewijsstukken.

Indien de begunstigde en de ondernemer niet akkoord raken over het bedrag van de eindafrekening, kan de begunstigde een voorlopige eindafrekening overmaken. In dat geval zal de vereffening van het saldo van de subsidie op basis van de voorlopige eindafrekening het dossier afsluiten.

Sectie 5. - De in aanmerking komende bedragen

Art. 11.Wanneer de investering betrekking heeft op de bouw, uitbreiding, renovatie, restauratie of aankoop van de eerste sportuitrusting, is het bedrag dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de subsidie bij de toekenning, de kostprijs van de in aanmerking komende investeringen van de goedgekeurde offerte, vermeerderd met de btw indien deze ten laste is van de begunstigde.

De afrekeningen die betrekking hebben op extra hoeveelheden van subsidieerbare posten die in de goedgekeurde offerte voorkomen, worden in aanmerking genomen binnen de grenzen van de verleende subsidie, terwijl de verhogingen van de eenheidsprijzen en de aanhangsels aan de opdracht niet in aanmerking worden genomen, met uitzondering van deze voorzien in het vierde lid.

Indien de begunstigde andere subsidies ontvangt voor het project, wordt het bedrag van de subsidie begrensd om te voorkomen dat de begunstigde meer dan 100 % ontvangt van de kostprijs van de in aanmerking komende investeringen.

De Regering legt de bijzondere modaliteiten vast voor de berekening van de subsidie wanneer de investering betrekking heeft op onvoorzienbare werken. Bovendien kan de Regering, voor elke categorie van investeringen, een maximumbedrag vastleggen waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van de subsidie.

Sectie 6. - De subsidiëringspercentages

Art. 12.Het basissubsidiepercentage bedraagt 75 %.

De Regering kan bijkomende criteria bepalen om het percentage tot 100 % te brengen. HOOFDSTUK 3. - De driejarige subsidies bestemd voor sportinfrastructuren Sectie 1. - De oproep tot projecten

Art. 13.§ 1. Het eerste jaar van elke driejarige periode stelt de Regering een oproep tot projecten op bestemd voor de begunstigde met het oog op het subsidiëren van de realisatie van sportinfrastructuren ten belope van de vastleggingskredieten die zijn ingeschreven op de gewestelijke begroting. § 2. De oproep moet minstens één van de volgende essentiële criteria bevatten : - de infrastructuur is gelegen in een van de wijken die volgens het sportkadaster minder goed zijn uitgerust met sportinfrastructuur ; - de infrastructuur maakt teamsport in open lucht mogelijk ; - de infrastructuur maakt teamsport in een sportzaal mogelijk ; - een investering in een of meerdere kunstgras- of gelijkaardige terreinen ; - de infrastructuur maakt het beoefenen van atletiek mogelijk ; - het betreft een investering in een zwembad bestemd voor zwemlessen of sportbeoefening ; - de infrastructuur is van supralokaal belang, d.w.z. dat de reikwijdte ervan wat betreft organisatie, activiteiten of het gebruik van haar diensten zich uitstrekt over meerdere gemeenten of het volledige Gewest en bestemd is voor de volledige brusselse bevolking ; - een sportinfrastructuur die verbonden is aan een onderwijsinstelling ; - een investering die dient om een sportinfrastructuur in overeenstemming te brengen met de energie-, milieu-, veiligheids-, toegankelijkheids- of hygiënische normen.

De oproep moet ook de volgende elementen omvatten : - de toegankelijkheidsvoorwaarden van de sportinfrastructuur ; - de toekenningsvoorwaarden van de subsidies ; - het maximumbedrag per project of per begunstigde.

De Regering is gemachtigd om de bijkomende secundaire criteria te definiëren, evenals, desgevallend, de sanctie voor de niet-naleving ervan. § 3. De eerste driejarige periode vat aan op 1 januari van het jaar waarin deze ordonnantie in werking treedt. § 4. Minstens één oproep tot projecten dient te worden verwezenlijkt tijdens het eerste jaar van een driejarige periode. Andere oproepen kunnen in de loop van dat jaar worden gedaan.

Sectie 2. - De ontvankelijkheid

Art. 14.De projecten in reactie op de oproep zijn slechts ontvankelijk indien : - ze geïntegreerd zijn in een DIPS ; - ze beantwoorden aan één van de essentiële criteria die werden bepaald door de Regering in de oproep tot projecten ; - een effectbeoordeling betreffende het genderaspect werd verricht voorafgaand aan de omschrijving van het project en dat deze bij de aanvraag is gevoegd. Het schema van de effectbeoordeling werd vastgesteld door de Regering.

Sectie 3. - De selectie van de projecten

Art. 15.De projecten worden geselecteerd door de Regering prioritair in functie van : - de begrotingsmiddelen ; - het geheel van criteria dat werd bepaald door de Regering in de oproep tot projecten ; - de toegankelijkheidsvoorwaarden van de sportinfrastructuur.

De Regering keurt de in aanmerking komende projecten goed en bepaalt het percentage en het bedrag van de subsidie in uitvoering van artikel 22 van deze ordonnantie.

Sectie 4. - De toekenning van de subsidie

Art. 16.De Regering bepaalt de samenstelling van de aanvraagdossiers voor subsidies, de toekennings- en vereffeningsprocedures van de subsidies en de aard van de nodige bewijsstukken.

Art. 17.§ 1. Een aanvraag voor de toekenning van een subsidie die betrekking heeft op de geselecteerde investeringen is ontvankelijk indien de volgende voorwaarden worden nageleefd : - de investeringen werden geselecteerd door de Regering overeenkomstig artikel 15 ; - de vereiste gewestelijke toelatingen voorafgaand aan de uitvoering van de werken, werden verkregen. Indien geen toelating is vereist, verleent de begunstigde alle nodige bewijsstukken ; - de aanvraag werd ingediend uiterlijk op de laatste werkdag van de betrokken driejarige periode ; - de investeringen respecteren de normen die werden uitgevaardigd door de sportfederaties. In het tegengestelde geval verantwoordt de begunstigde het niet-respecteren ervan. § 2. De Regering kan bijkomende ontvankelijkheidsvoorwaarden voor de projecten vaststellen.

Art. 18.§ 1. De Regering meldt de toekenning of weigering van een subsidie binnen een termijn van vijftig dagen na ontvangst van het volledige subsidieaanvraagdossier als bedoeld in artikel 17. De beslissing tot toekenning wordt vergezeld van een vergunning voor de uitvoering van de werken.

Binnen de vijftien dagen nadat de aanvrager zijn subsidieaanvraagdossier heeft ingediend, ontvangt hij een ontvangstbevestiging waarin meegedeeld wordt dat zijn aanvraag volledig is, of waarin hij verzocht wordt bijkomende documenten te verschaffen om zijn dossier te vervolledigen. § 2. De begunstigde beschikt over een termijn van honderdtachtig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de beslissing tot toekenning van de subsidies, om een kopie over te maken van de kennisgeving van de bestelling van de werken aan de opdrachtnemer. Eens deze termijn is overschreden, verliest de begunstigde het recht op de subsidie.

De Regering kan deze termijn eenmaal verlengen voor ten hoogste dezelfde termijn, op gemotiveerde aanvraag van de begunstigde.

Sectie 5. - De vereffening

Art. 19.Een voorschot van vijftig procent van het bedrag van de subsidie wordt uitbetaald aan de begunstigde binnen de honderdtachtig dagen na ontvangst van de kopie van de kennisgeving van de bestelling van de werken bij de opdrachtnemer en van een schuldvordering.

De begunstigde beschikt over een termijn van honderdtachtig dagen te tellen vanaf de voorlopige oplevering van de werken om een volledige eindafrekening over te maken, vergezeld van de voor de vereffening van de subsidie vereiste bewijsstukken. Eens deze termijn is verstreken, verliest hij het recht op de subsidie en is hij verplicht om het al uitbetaalde deel van de subsidie terug te betalen.

De begunstigde dient de Minister in te lichten omtrent de datum en de plaats van de voorlopige oplevering en de officiële inhuldiging van de werken, en dit ten minste vijftien dagen voordat deze plaatsvinden.

Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald binnen de honderdtachtig dagen na de ontvangst van de volledige eindafrekening en de bewijsstukken.

Indien de begunstigde en de aannemer niet akkoord raken over het bedrag van de eindafrekening, kan de begunstigde een voorlopige eindafrekening overmaken. In dat geval zal de uitbetaling van het saldo van de subsidie op basis van de voorlopige eindafrekening het dossier afsluiten.

Sectie 6. - De in aanmerking komende bedragen

Art. 20.Het bedrag dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de subsidie bij de toekenning, is de totale kostprijs van de in aanmerking komende investeringen zoals beschreven in artikel 3, 3°, op basis van de toewijzingsbedragen van de aanbestedingen door de begunstigde, vermeerderd met de btw indien deze ten laste is van de begunstigde.

De afrekeningen die betrekking hebben op extra hoeveelheden subsidieerbare posten die in de goedgekeurde offerte voorkomen, worden in aanmerking genomen binnen de grenzen van de toegekende subsidie, terwijl de verhogingen van de eenheidsprijzen en de aanhangsels van de opdracht niet in aanmerking worden genomen, met uitzondering van deze voorzien in het vierde lid.

Indien de begunstigde andere subsidies ontvangt voor het project wordt het bedrag van de subsidie begrensd, om te verzekeren dat de begunstigde niet meer dan 100 % van de kostprijs van de in aanmerking komende investeringen ontvangt.

De Regering legt de bijzondere modaliteiten vast voor de berekening van de subsidie wanneer de investering betrekking heeft op onvoorzienbare werken en kan bovendien, voor elke categorie van investeringen, een maximumbedrag vastleggen waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van de subsidie.

De studie- en ontsluitingskosten of de kosten van technische tests zullen in aanmerking komen voor de subsidie op voorwaarde dat ze leiden tot een effectieve verwezenlijking van een bouw, uitbreiding of renovatie.

Art. 21.Wanneer de investering een aankoop betreft van terreinen of gebouwen wordt het bedrag van de subsidie als volgt berekend : 1° in het geval van onderhandse aankoop wordt de subsidie berekend op basis van de geraamde prijs door het GCAO of in voorkomend geval door elke andere door de Regering erkende schatter.Bij aankoop van een goed op onteigening, kan een wederbeleggingsvergoeding worden inbegrepen in het bedrag van de aankoop ; 2° in geval van onteigening, wordt het bedrag van de subsidie berekend op basis van de overeengekomen of vastgelegde vergoedingen door de hoven en rechtbanken. Sectie 7. - De subsidiepercentages

Art. 22.§ 1. Het basissubsidiepercentage voor de projecten uit sportinfrastructuren wordt vastgelegd op 50 % van het in aanmerking komende bedrag bepaald in de artikelen 20 en 21. § 2. De Regering verhoogt dit basispercentage in verhouding en in functie van de volgende criteria : 1° 20 % wanneer de investering plaatsvindt in een van de wijken die volgens het sportkadaster minder goed zijn uitgerust met sportinfrastructuur ;2° 10 % wanneer de investering beantwoordt aan meerdere criteria die bepaald werden door de Regering in de oproep tot projecten ;3° 20 % wanneer de investering gericht is op de toegankelijkheid van de sportinfrastructuur voor personen met een handicap ;4° 10 % wanneer de investering gericht is op de energieprestatie van de sportinfrastructuur ;5° 10 % wanneer de begunstigden bedoeld in het artikel 3, 6°, zich ertoe verbinden bij de verwezenlijking van de investering een ruimere toegang te bieden tot de sportinfrastructuur in termen van openingsuren ;6° 10 % wanneer de begunstigden bedoeld in het artikel 3, 6° zich ertoe verbinden om specifieke tijdsloten te verzekeren voor personen ouder dan 60 jaar in de bezettingsplannen van de sportinfrastructuur. § 3. De optelsom van de percentages die in dit artikel werden bepaald, mag de 100 % van het in aanmerking komende bedrag bepaald in de artikelen 20 en 21 niet overschrijden. HOOFDSTUK 4. - Gezamenlijke bepalingen bij de hoofdstukken 2 en 3 Sectie 1. - Verplichtingen van de begunstigde

Art. 23.De toekenning van de subsidies in uitvoering van deze ordonnantie brengt de volgende verplichtingen mee voor de begunstigde : 1° de begunstigde verbindt zich ertoe het onderhoud en het beheer van het gesubsidieerde goed te verzekeren.Daartoe stelt hij een specifiek onderhoudsprogramma op voor het project dat betrekking heeft op de vijf jaren die volgen op de definitieve oplevering van de werken, waarbij hij aangeeft wat de financiële vooruitzichten zijn voor elk begrotingsjaar ; 2° de begunstigde verbindt zich ertoe de bestemming van het goed waarvoor hij een subsidie ontvangt niet te vervreemden of te wijzigen binnen de twintig jaren die volgen op het einde van de werken of van de aankoop.De Regering kan een subsidieaanvraag aanvaarden die deze verbintenis niet respecteert indien uitzonderlijke omstandigheden de investering verantwoorden ; 3° de begunstigde heeft geen subsidies ontvangen ten laste van de gewestelijke begroting voor gemeentelijke sportinfrastructuren voor hetzelfde doel binnen de twintig jaar te rekenen vanaf da datum van toekenning van de subsidie.De Regering kan een subsidieaanvraag aanvaarden die deze verbintenis niet respecteert indien onvoorzienbare en uitzonderlijke omstandigheden de investering verantwoorden of wanneer de levensduur van het materieel de vervanging ervan noodzakelijk maakt ; 4° de begunstigde beschikt over een eigendoms- of gebruiksrecht op het goed waarvoor hij een subsidie ontvangt voor een minimale termijn van twintig jaar.De minimale termijn van twintig jaar wordt berekend vanaf de datum van de voorlopige oplevering van de werken of van de aankoop ; 5° wanneer de investering betrekking heeft op een te verwerven goed, dient de bestemming ervan overeen te stemmen met de bestemming voorzien in de plannen bedoeld in artikel 13 van de BWRO ;6° de bevoegde instelling van de begunstigden bedoeld in artikel 3, 6°, heeft voorafgaand de projecten goedgekeurd ;7° de begunstigde verzekert de toegang tot de infrastructuren aan de gebruikers en aan de sportclubs en -verenigingen die behoren tot het Franse of Nederlandse taalstelsel ;8° indien het een gemeentelijke sportinfrastructuur van een school betreft, verzekert de begunstigde de toegang ervan voor de gebruikers en de sportclubs en -verenigingen die behoren tot het Franse of Nederlandse taalstelsel, buiten de schooluren ;9° De begunstigde dient de financiële deelname van het Gewest in de financiering van het project te vermelden bij elke reclame of publicatie rond het project. Sectie 2. - De begeleidingscomités

Art. 24.Per begunstigde wordt een begeleidingscomité opgericht. De begeleidingscomités volgen de projecten van de begunstigden op vanaf de ontvankelijkheid van de projecten tot aan de uitbetaling van de subsidie.

Art. 25.De Regering legt de regels voor de samenstelling en het huishoudelijk reglement van deze begeleidingscomités vast.

Sectie 3. - De berekening van de termijnen

Art. 26.§ 1. Voor de berekening van de termijnen die aan de Regering en de begunstigden worden opgelegd, zijn de volgende regels van toepassing : 1° het aanvangspunt van de termijn is de dag na de dag van ontvangst van de akten ;2° de eindvervaldag wordt in de termijn gerekend. § 2. Indien de eindvervaldag een zaterdag, een zondag of een feestdag is, wordt de deadline verschoven naar de eerstvolgende werkdag. Onder feestdagen worden de volgende dagen verstaan : 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, de donderdag van Hemelvaart, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1, 2, 11 en 15 november, 25 en 26 december, en tevens de dagen die bepaald zijn bij Regeringsbesluit. § 3. Het versturen van de akten door de begunstigden en de Regering gebeurt ofwel via een aangetekende zending met de post met ontvangstbevestiging, of via koerier, waarbij, in dat laatste geval, de akte wordt afgeleverd middels de uitreiking van een ontvangstbewijs.

De Regering kan eveneens instemmen met het digitaal versturen van de documenten via een weg die zij bepaalt.

Sectie 4. - De statistische normen

Art. 27.§ 1. De digitale gegevens die nodig zijn ter uitvoering van deze ordonnantie worden verzameld bij : 1° het Brussels Planbureau, onder andere voor de statistieken die werden opgemaakt in wijken en met inbegrip van de afbakening van een wijk ;2° het sportkadaster ;3° externe dienstverleners, voor zover de gegevens werden goedgekeurd door de Regering. § 2. Wanneer de vereiste gegevens niet beschikbaar zijn voor de in de lopende driejarige periode bedoelde jaren, worden de meest recente beschikbare gegevens gebruikt. HOOFDSTUK 5. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 28.Worden opgeheven : 1° de ordonnantie van 3 maart 2005 betreffende de toekenning van subsidies voor de bouw van buurtsportaccommodaties ;2° het koninklijk besluit van 22 februari 1974 betreffende de staatstussenkomst inzake toelagen voor het uitvoeren van culturele en sportinfrastructuurwerken uitgevoerd door de provincies, gemeenten, agglomeraties, federaties en verenigingen van gemeenten en de Commissies voor de Cultuur van de Brusselse agglomeratie, gewijzigd bij besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 19 september 1991 bevestigd door het decreet-programma van de Raad van de Franse Gemeenschap van 26 juni 1992 en gewijzigd door deze laatste ;3° het koninklijk besluit van 1 april 1977 tot uitvoering van het decreet van de Franstalige cultuurgemeenschap van 20 december 1976 houdende regeling van de toekenning van toelagen voor bepaalde werken aan sportinstallaties.

Art. 29.De subsidieaanvragen waarvoor een volledig dossier werd overgemaakt aan het Gewest voor de inwerkingtreding van deze ordonnantie, blijven onderworpen aan de regels die uitgevaardigd werden door de teksten die hen betroffen bij de indiening van deze aanvragen en dit tot ze worden afgesloten.

Art. 30.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2018.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 31 mei 2018.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT _______ Nota Gewone zitting 2017-2018 Documenten van het Parlement : A-626/1 Ontwerp van ordonnantie.

A-626/2 Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 18 mei 2018.

^