Etaamb.openjustice.be
Beschikking
gepubliceerd op 24 januari 2012

Milieu-overeenkomst betreffende de afgedankte voertuigen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij de ordonnantie van 18 mei 2000; G Gelet op het besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18 juli 2002 tot invoering van een (...)

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2011031631
pub.
24/01/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Milieu-overeenkomst betreffende de afgedankte voertuigen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij de ordonnantie van 18 mei 2000;

Gelet op Richtlijn 2000/53/EG van de Europese Raad van 18 september 2000 betreffende afgedankte voertuigen;

Gelet op het besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering, en in het bijzonder op artikel 4 van dat besluit;

Gelet op de beslissing van de Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken;

Gelet op de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

Gelet op het besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 15 april 2004 betreffende het beheer van afgedankte voertuigen;

Gelet op de milieuovereenkomst afgedankte voertuigen afgesloten op 19 april 2004;

Gelet op het feit dat het voorstel van milieuovereenkomst, conform aan de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten, het voorwerp heeft uitgemaakt van een openbaar onderzoek en van een publicatie in het Staatsblad op datum van 15 oktober 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering over de huidige overeenkomst, gegeven op 6 oktober 2011;

Overwegende dat deze overeenkomst werd afgesloten in uitvoering van de aanvaardingsplicht van afgedankte voertuigen;

Overwegende dat deze overeenkomst tevens beoogt uitvoering te geven aan de aanvaardingsplicht van banden, oliën, batterijen en accu's van eerste montage of eerste uitrusting van de wagens;

Overwegende dat het van essentieel belang is dat alle economische actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen er meer van bewust worden in welke mate deze voertuigen afval worden en dat zij de gedeelde verantwoordelijkheid voor het globaal beheer van dergelijk afval aanvaarden onverminderd de producentenverantwoordelijkheid zoals ze in haar totaliteit in de wetgeving georganiseerd is, met inbegrip van de milieuovereenkomsten;

Overwegende dat het globaal beheer van afgedankte voertuigen overeenkomstig het afvalstoffenbeleid van de Europese Unie en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als eerste prioriteit de preventie van afval, voortkomende van motorvoertuigen, omvat en als verdere grondbeginselen : a) het hergebruik van onderdelen;b) de recycling van materialen en grondstoffen;c) de andere vormen van nuttige toepassing, energieterugwinning inbegrepen;d) de verbranding of het storten van de restafval; Overwegende dat dit beheer tevens als prioriteit de verbetering van de milieuprestaties omvat, hierbij ook rekening houdend met economische overwegingen van alle sectoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen, en meer in het bijzonder van de prestaties van de sectoren die rechtstreeks bij de verwerking van afgedankte voertuigen betrokken zijn.

De hiernavolgende partijen : 1° het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de heer Charles Piqué, Minister-President, en Mevr.Evelyne Huytebroecck, Minister van Leefmilieu, hierna genoemd « het Brussels Hoofdstedelijk Gewest », 2° de volgende overkoepelende representatieve organisaties van ondernemingen : - de VZW FEBIAC, Federatie van de Belgische Auto- en Rijwielindustrie, gevestigd Woluwedal 46, bus 6, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Pierre-Alain De Smedt, voorzitter; - de VZW FEDERAUTO, Belgische Confederatie van de Autohandel en -reparatie en van de Aanverwante Sectoren, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegewoordigd door de heer Freddy Van Hoe, voorzitter; o de VZW GDA, Groepering van Autodealers en -Agenten, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Henri Paisse, voorzitter; o de VZW Groepering van Handelaars in Tweedehandse Voertuigen, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Alexandre Leemans, voorzitter; o de VZW REPARAUTO, Groepering van Autoreparatiebedrijven, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Eric Geentjens, voorzitter; o de VZW DETABEL, De Groepering van Takel- en Bergingsbedrijven van België, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Marc Dewilde, voorzitter; o de VZW Federatie Automateriaal, gevestigd Jules Bordetlaan 164, te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Leon Nelissen, voorzitter; - de VZW FEBELCAR, Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en bijhorende Ambachten, gevestigd Woluwedal 46, bus 4, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Eric Leyn, voorzitter; - de VZW COBEREC Metals, Verbond der Ondernemingen voor de Recuperatie van Ferro- en Non-Ferrometalen, gevestigd Komediantenstraat 16/22, bus 7, te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Pierre Vandeputte, voorzitter, door de heer Karel Casier, voorzitter van de afdeling van de shredders, en door Mevr. Caroline Craenhals, voorzitter van de afdeling van de erkende centra; - de VZW FEVAR, Federatie van Auto-onderdelen Recyclagebedrijven, gevestigd Oude Baan 28, te 2800 Mechelen, vertegenwoordigd door de heer Joan Vanderhoydonck, voorzitter; - de VZW FEDERPLAST.be, Belgische Vereniging van Producenten van Kunststof- en Rubberartikelen bij Agoria en Essenscia, gevestigd Diamant Building, Auguste Reyerslaan 80, te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door Henri Vliegen, voorzitter; - de VZW FEDUSTRIA, Belgische Federatie van de Textiel-, Hout- en Meubelindustrie, gevestigd Hof ter Vleestdreef 5, bus 1, te 1070 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Fa Quix, directeur-generaal; - de VZW AGORIA, Multi-sectorele Federatie van de Technologische Industrie, gevestigd Diamant Building, Auguste Reyerslaan 80, te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Paul Soete, gedelegeerd bestuurder, hierna genoemd « de organisaties », Komen overeen wat volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Definities en begrippen § 1. De begrippen en definities vermeld in de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij de ordonnantie van 18 mei 2000 en in het besluit van 18 juli 2002 betreffende de terugnameplicht zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities in deze overeenkomst. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : 1. Beheersplan Het is een set van acties en maatregelen, genomen door het beheersorganisme, die minstens volgende elementen bevat : ? een preventieplan; ? een overzicht van acties voor de sector; ? een overzicht van acties betreffende inzameling en verwerking van de afgedankte voertuigen; ? een financieel plan; ? een methode van controle en opvolging. 2. Voertuig Voertuigen die onder de categorie M1 of N1 vallen, omschreven in Richtlijn 70/156/EEG van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, alsmede driewielige motorvoertuigen als omschreven in de Richtlijn 92/61/EEG van 30 juni 1992 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen, met uitzondering van driewielers, ongeacht hoe het voertuig tijdens het gebruik werd onderhouden of gerepareerd en ongeacht of het werd uitgerust met door de producent geleverde onderdelen dan wel met andere onderdelen die als vervangings- of inbouwonderdeel in overeenstemming met de relevante gemeenschapsbepalingen of interne bepalingen werden aangebracht.3. Afgedankt voertuig : Elk voertuig waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen conform de wettelijke definitie voorzien in artikel 2 van het besluit van 15 april 2004 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake het beheer van afgedankte voertuigen.4. Laatste houder of eigenaar De natuurlijke of rechtspersoon die het afgedankt voertuig aanbiedt ter vernietiging aan het erkend centrum of aan het punt van inontvangstname.5. Band Elke volle of lucht rubberband met inbegrip van bandages met uitzondering van de fietsbanden.6. Afvalband Enkel in het kader van de huidige milieuovereenkomst wordt onder afvalband verstaan, elke band die op een afgedankt voertuig aanwezig is, onafhankelijk van het feit of de band al dan niet gedemonteerd werd voor aankomst in het erkend centrum.Het betreft zowel herbruikbare als rechapeerbare en valoriseerbare banden. 7. Rechapeerbare band Een afvalband die na demontage en in de staat waarin hij zich bevindt niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en waarvan het loopvlak kan vervangen worden zodat hij opnieuw voor zijn oorspronkelijk gebruik kan aangewend worden.8. Valoriseerbare band Een afvalband die na demontage en in de staat waarin hij zich bevindt niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en die niet meer kan worden gerechapeerd.9. Herbruikbare band Een band die voldoet aan de wettelijke normen inzake het oorspronkelijk gebruik en die doorverkocht of afgestaan wordt via een circuit dat bestemd is om de band verder te gebruiken voor het doel waartoe hij ontworpen werd en dit zonder fysieke of chemische wijziging.10. Preventie Iedere maatregel ter vermindering van de hoeveelheid en de schadelijkheid voor het milieu van afgedankte voertuigen en de daarin aanwezige materialen en stoffen.11. Verwerking Iedere behandeling die het afgedankt voertuig ondergaat in een daartoe vergunde inrichting, inzonderheid elke activiteit van depollueren, demonteren of ontmantelen, verkleinen, shredderen (verbrijzelen/vermalen), nuttig toepassen en verwijderen van het shredderresidu, en ieder andere activiteit, met het oog op de scheiding en de terugwinning van onderdelen, materialen en grondstoffen uit het afgedankt voertuig of het gebruik van zijn bestanddelen als energiebron.12. Hergebruik van onderdelen of vloeistoffen van afgedankte voertuigen Iedere handeling waarbij onderdelen of vloeistoffen van een afgedankt voertuig voor hetzelfde doel worden gebruikt als waarvoor ze initieel geconcipieerd werden.13. Hergebruik van banden Het opnieuw aanwenden van een band in het afvalstadium voor hetzelfde doel of soortgelijk doel als waarvoor de band oorspronkelijk bestemd was.14. Recyclage Het terugwinnen van materialen en grondstoffen, afkomstig van de verwerking van afgedankte voertuigen, ofwel in het oorspronkelijk productieproces dat aan de basis lag van de afvalstoffen, ofwel in een ander productieproces, niet inbegrepen de terugwinning van energie.15. Voertuigproducent De voertuigfabrikant of de beroepsimporteur van een voertuig in een lidstaat.16. Eindverkoper Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die in België voertuigen te koop aanbiedt aan de consument.17. Officiële verdeler Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die nieuwe voertuigen van één of meer voertuigproducenten en/of invoerders verdeelt.18. Sector Ieder bedrijf of iedere handel betrokken bij de levenscyclus van voertuigen, inzonderheid de productie van voertuigen of voertuigonderdelen, de distributie, de koetswerkherstelling en de depannage van voertuigen, de verwerking, de ontmanteling, de verbrijzeling/vermaling (shreddering), de recyclage en andere vormen van nuttige toepassing. De sector wordt in de hiernavermelde categorieën al naargelang de hoofdactiviteit onderverdeeld : Sector 1 : sector bestaande uit voertuigproducenten, hun officiële verdelers, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven en autoverzekeringsinstellingen;

Sector 2 : sector die rechtstreeks betrokken is bij het effectieve beheer van afgedankte voertuigen, waaronder de verwerking, nuttige toepassing en verwijdering : onder meer de slopers, de erkende centra, de vermalers (shredders), de recuperanten en de recyclagebedrijven;

Sector 3 : sector die de fabrikanten van materialen en onderdelen die in voertuigen gebruikt worden, vertegenwoordigt. 19. Erkend centrum Iedere natuurlijke of rechtspersoon door het beheersorganisme erkend, en toegelaten door het BIM, voor de depollutie, de ontmanteling en de vernietiging van een autowrak of een afgedankt voertuig, en voor de afgifte van een certificaat van vernietiging.20. Punt van inontvangstname Iedere inrichting die door de producenten en invoerders is aangeduid met het oog op de terugname van afgedankte voertuigen.21. Operator voor banden Elke natuurlijke of rechtspersoon die over de wettelijke vergunningen en erkenningen beschikt voor de inzameling, de stockage en/of de verwerking van afvalbanden die vereist zijn voor de uitoefening van zijn dienstprestaties voor eigen rekening of voor rekening van derden.22. Definitieve uitschrijving Het deactiveren van het chassisnummer in het officiële repertorium van de inschrijving van voertuigen zoals voorzien in artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 december 1953 houdende de reglementering van de inschrijving van de voertuigen en de aanhangwagens, zodat de wederinschrijving van dit chassisnummer niet meer mogelijk is.23. Verwerkingskost van de afgedankte voertuigen De kosten voor depollutie, overbrenging, vernietiging, terugwinning en administratieve uitschrijving van de afgedankte voertuigen, niet inbegrepen de demontage- en behandelingskosten met het oog op de verkoop van tweedehands onderdelen van de afgedankte voertuigen.24. Verwerkingsoperatoren De shredderbedrijven evenals de andere operatoren die de gedepollueerde afgedankte voertuigen afkomstig van de erkende centra verwerken.25. Beheersorganisme FEBELAUTO VZW, gevestigd Woluwedal 46, bus 13, te 1200 Brussel, conform artikel 18 van het besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht.26. BIM Het Instituut : Leefmilieu Brussel - BIM, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht bij koninklijk besluit van 8 maart 1989 ter oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, bekrachtigd en aangevuld door de wet van 16 juni 1989.

Art. 2.Doelstellingen voor afgedankte voertuigen § 1. Deze milieubeleidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van artikel 4 van het « besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht, waarin vastgesteld is dat de producenten of de invoerders met het oog op het vervullen van hun aanvaardingsplicht met het Gewest een milieuovereenkomst kunnen afsluiten waarin de bijzondere uitvoeringsmodaliteiten van hun verplichtingen bepaald worden.

Het globaal beheer van afgedankte voertuigen is gebaseerd op de volgende voorrang : 1. preventie van afval, voortkomende van voertuigen;2. hergebruik van onderdelen;3. recyclage van materialen en grondstoffen;4. andere vormen van nuttige toepassing, wijzen van energieopwekking inbegrepen;5. verbranding;6. ecologisch verantwoord storten van de afvalstoffen, die noch kunnen worden voorkomen, noch teruggewonnen voor nuttige toepassing noch verbrand met energierecuperatie. Van deze voorrang kan men afwijken in functie van het principe van « de beste beschikbare technologie die geen buitensporige kosten met zich meebrengt » en in functie van de economische haalbaarheid. § 2. De verwerking van de met toepassing van de aanvaardingsplicht ingezamelde afgedankte voertuigen moet ertoe leiden dat de volgende doelstellingen worden bereikt : 1. uiterlijk op 1 januari 2006 moet : a) minimaal 85 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of nuttig toegepast;b) minimaal 80 % van het gewicht van afgedankte voertuigen worden hergebruikt of gerecycleerd;2. uiterlijk op 1 januari 2015 moet : a) minimaal 95 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of nuttig toegepast;b) minimaal 85 % van het gewicht van afgedankte voertuigen worden hergebruikt of gerecycleerd. § 3. Het aantal in te zamelen en te verwerken banden moet overeenstemmen met het aantal afgedankte voertuigen met een maximum van 100 % van het aantal banden dat op elk afgedankt voertuig aanwezig had moeten zijn. De doelstellingen voor recyclage en nuttige toepassing zijn conform de reglementering inzake de aanvaardingsplicht.

Art. 3.Toepassingsgebied Deze overeenkomst heeft betrekking op de sectoren die betrokken zijn bij het beheer van afgedankte voertuigen, op de afgedankte voertuigen, hun onderdelen inclusief banden, olie, batterijen en accu's van eerste montage die op de afgedankte voertuigen aanwezig zouden moeten zijn, alsmede op de materialen waaruit de afgedankte voertuigen samengesteld zijn. Zij houdt een regeling in m.b.t. de preventie en het globaal beheer, namelijk de inzameling, de verwerking en de nuttige toepassing van afgedankte voertuigen, met inbegrip van hun onderdelen en materialen. HOOFDSTUK 2. - Preventie

Art. 4.Preventiemaatregelen Om de preventie van afval kwantitatief en kwalitatief te bevorderen stellen de producenten van voertuigen, in samenwerking met materiaal- en apparatuurproducenten, alles in het werk : a) om het gebruik van gevaarlijke stoffen in voertuigen te beperken en voorzover mogelijk reeds in de ontwerpfase te verminderen, ten einde het vrijkomen ervan in het milieu te voorkomen, recyclage te vergemakkelijken, en de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen te vermijden;b) opdat demontage, hergebruik, en nuttige toepassing en met name recyclage, van afgedankte voertuigen en van daarin verwerkte onderdelen en materialen, bij het ontwerp en de productie van nieuwe voertuigen volledig worden ingecalculeerd en vergemakkelijkt;c) om steeds meer gerecycleerd materiaal in voertuigen en in andere producten te gaan gebruiken, om de markten voor gerecycleerde materialen te ontwikkelen. Hierbij zullen de producenten alle informatie verzamelen in de databank zoals voornoemd in artikel 14, § 3 die door het beheersorganisme gratis ter beschikking gesteld wordt van alle erkende centra. Deze informatie, met inbegrip van de plaats van de te verwijderen stoffen en onderdelen, en van een indicatie van de benodigde gereedschappen, helpt afgedankte voertuigen te depollueren.

Tevens wordt hier ook de informatie verzameld over de gevaarlijke stoffen en meer bepaald de zware metalen indien aanwezig in bepaalde materialen of onderdelen.

Art. 5.Preventieplan § 1. Om tot de in artikel 4 omschreven preventiedoelen bij te dragen, stelt het beheersorganisme een preventieplan op. Dit preventieplan bevat minstens : - een overzicht van de geplande acties door het beheersorganisme om kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; - een overzicht van de individueel geplande acties door de producenten om kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; - indicatoren bij de geplande activiteiten in functie van evaluatie van de inspanningen en/of het resultaat. § 2. Zes maanden na ondertekening van deze overeenkomst legt het beheersorganisme een preventieplan ter goedkeuring voor. § 3. Het beheersorganisme rapporteert jaarlijks over : - de acties van het beheersorganisme; - de acties van de individuele producenten; - de indicatoren.

Het plan zal jaarlijks worden geëvalueerd op basis van de indicatoren en resultaten en, indien nodig, elk jaar in overleg met alle partijen worden bijgewerkt. HOOFDSTUK 3. - Selectieve inzameling

Art. 6.Inzameling van afgedankte voertuigen bij de producenten § 1. De aanvaardingsplicht van de afgedankte voertuigen door de producenten wordt verwezenlijkt door de opstelling van een voldoende aantal punten van inontvangstname die op evenwichtige wijze verdeeld zijn over het gewest, zodat een voldoende dekkingsgraad van het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegarandeerd wordt.

Een punt van inontvangstname is bij voorkeur een erkend centrum of een verkooppunt van voertuigen. Een punt van inontvangstname moet over een milieuvergunning of de nodige vergunning beschikken voor de opslag van afgedankte voertuigen. Indien het punt van inontvangstname geen erkend centrum is, worden de teruggenomen afgedankte voertuigen overgebracht naar een erkend centrum.

In ruil voor de afgifte van een afgedankt voertuig overhandigt het punt van inontvangstname een bewijs van afgifte van het afgedankt voertuig met het oog op de verwerking en de vernietiging.

In geval van rechtstreekse afgifte van het afgedankte voertuig aan een erkend centrum geldt het certificaat van vernietiging afgeleverd door het erkend centrum als bewijs van afgifte van het afgedankte voertuig.

In geval van aankoop van een ander voertuig geldt de vermelding van afgifte van het afgedankte voertuig op het aankoopborderel of geldt de factuur als bewijs van afgifte.

Een voldoende dekkingsgraad wordt bereikt indien het netwerk van officiële verdelers wordt gebruikt of indien minstens één inontvangstnamepunt door de producent of de invoerder op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt aangeduid.

Wanneer een producent of zijn invoerder een verkooppunt van voertuigen aanduidt als punt van inontvangstname, verbindt hij er zich toe om de afgedankte voertuigen, die zich in het verkooppunt bevinden als gevolg van het vervullen van de aanvaardingsplicht « 1 voor 0 », gratis te laten ophalen binnen een termijn van 10 werkdagen na berichtgeving door het verkooppunt. Van deze termijn mag afgeweken worden, indien het verkooppunt slechts 1 afgedankt voertuig voor ophaling aanbiedt.

Het afgedankte voertuig moet worden ingeleverd bij een punt van inontvangstname. Het afgedankte voertuig is hierbij vergezeld van alle wettelijke boorddocumenten.

De inontvangstname op deze punten geschiedt zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig onder de volgende cumulatieve voorwaarden : 1. Het afgedankt voertuig moet volledig zijn en moet bijgevolg alle essentiële onderdelen bevatten voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen inclusief banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator.2. Het afgedankt voertuig mag geen afvalstoffen, vreemd aan het afgedankt voertuig bevatten. Als aan de voornoemde voorwaarden niet wordt voldaan, kunnen de punten van inontvangstname verwerkingskosten aanrekenen aan de laatste houder en/of eigenaar in verhouding tot de economische impact door het ontbreken van de valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten door het gebrek.

Voor een achtergelaten voertuig aanvaarden de producenten en invoerders dat de inontvangstname zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar gebeurt onder de volgende cumulatieve voorwaarden : 1. het afgedankte voertuig moet volledig zin en bijgevolg alle essentiële onderdelen voor zijn werking bevatten, met name de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator, en het mag geen afvalstoffen vreemd aan het afgedankte voertuig bevatten;2. het moet vergezel zijn van een verklaring van de politie of van de wegbeheerder dat het achtergelaten werd of van een vonnis van de bevoegde rechter waarbij eb eigendom aan de laatste houder wordt toegekend;3. het moet worden ingeleverd op een inontvangstnamepunt, gelegen in het Brusselse Gewest, aangeduid door de producenten en invoerders van het merk in kwestie § 2.In het geval dat de gemiddelde verkoopwaarde van de materialen van afgedankte voertuigen ondergeschikt zou zijn aan de verwerkingskost van de afgedankte voertuigen, heeft iedere producent de verplichting om naar zijn keuze : - ofwel de naar behoren vastgestelde financiële verliezen van de erkende centra die betrekking hebben op de kosteloze aanvaarding, te vergoeden. De vaststelling van de financiële verliezen wordt gedaan door een derde, onafhankelijk en beëdigd expert, die in gemeenschappelijk akkoord tussen de producent en/of invoerder en de erkende centra wordt aangeduid. De kosten van de expert worden gedeeld tussen de erkende centra en de producent en/of invoerder. De betrokken organisaties bepalen de voorwaarden aan dewelke een vergoeding plaatsvindt, evenals de juiste modaliteiten volgens dewelke de vaststelling van de financiële verliezen gedaan wordt; - ofwel de aanvaarding voor voertuigen van eigen merk te organiseren op eigen kosten door de noodzakelijke overeenkomsten voor dit doel te sluiten met een of meerdere erkende centra, om de kosteloze aanvaarding voor de laatste houder en/of eigenaar te garanderen en die toelaten de doelstellingen van nuttige toepassing te behalen zoals voorzien in artikel 41 van het « besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht ».

De gemiddelde verkoopwaarde van de materialen van afgedankte voertuigen is minstens gelijk aan de gemiddelde waarde van het gewicht van de materialen die de afgedankte voertuigen samenstellen, zoals bepaald in de loop van de laatste twaalf maanden door de koers van het schroot E40 (Beurs van Rotterdam), de koers van het aluminium (Londen Metal Exchange) en de koers van platina, palladium en rhodium (Londen Metal Exchange).

Op elk moment kan de producent en/of invoerder een overeenkomst afsluiten met een of meerdere erkende centra, waardoor de producent en/of invoerder aan de laatste houder en/of eigenaar de kosteloze aanvaarding garandeert van elk afgedankt voertuig van het eigen merk overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 39 van het « besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht » en die toelaat de doelstellingen van nuttige toepassing te behalen zoals voorzien in artikel 41 van het « besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht ». § 3. De punten van inontvangstname verbinden er zich toe om de in ontvangst genomen afgedankte voertuigen enkel af te voeren naar erkende centra binnen de door de wetgeving gestelde termijnen.

Wanneer de marktprijs positief is, geschiedt de inontvangstname door een erkend centrum zonder kosten voor de punten van inontvangstname als het afgedankte voertuig volledig is en bijgevolg alle essentiële onderdelen bevat voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen inclusief banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator.

Als aan de voornoemde voorwaarden niet wordt voldaan, kunnen de erkende centra verwerkingskosten aanrekenen aan de laatste houder en/of eigenaar in verhouding tot de economische impact door het ontbreken van de valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten door het gebrek.

Art. 7.Inzameling van afgedankte voertuigen bij de eindverkopers § 1. De eindverkoper aanvaardt alle afgedankte voertuigen die door de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig gedeponeerd worden op een punt van inontvangstname waarvan een lijst ter beschikking gesteld wordt door de eindverkoper. De afgedankte voertuigen zijn vergezeld van alle wettelijke boorddocumenten en bevatten geen afvalstoffen vreemd aan het afgedankte voertuig. De aanvaarding bij de eindverkoper geschiedt zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig onder de volgende cumulatieve voorwaarden : 1. Het afgedankt voertuig moet volledig zijn en moet bijgevolg alle essentiële onderdelen bevatten voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen inclusief banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator.2. Het afgedankt voertuig mag geen afvalstoffen, vreemd aan het afgedankt voertuig bevatten. Als aan de voornoemde voorwaarden niet wordt voldaan, kunnen de eindverkopers verwerkingskosten aanrekenen aan de laatste houder en/of eigenaar in verhouding tot de economische impact door het ontbreken van de valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten door het gebrek. § 2. De eindverkopers van voertuigen verbinden zich ertoe om aan een zo groot mogelijk publiek toegang te verlenen in elk van hun verkooppunten, of via een daartoe geëigend elektronisch medium, tot de lijst met namen en adressen, enerzijds van alle erkende centra en anderzijds van alle punten van inontvangstname in België die een kosteloze aanvaarding van de voertuigen aanbieden onder de voorwaarden vermeld in artikel 7, § 1 van de huidige overeenkomst. § 3. De eindverkopers van voertuigen verbinden er zich toe om de in ontvangst genomen afgedankte voertuigen enkel af te voeren naar erkende centra binnen de door de wetgeving gestelde termijnen.

Wanneer de marktprijs positief is geschiedt de inontvangstname door een erkend centrum zonder kosten voor de punten van inontvangstname als het afgedankte voertuig volledig is en bijgevolg alle essentiële onderdelen bevat voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen inclusief banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator.

Als aan de voornoemde voorwaarden niet wordt voldaan, kunnen de erkende centra verwerkingskosten aanrekenen aan de laatste houder en/of eigenaar in verhouding tot de economische impact door het ontbreken van de valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten door het gebrek.

Art. 8.Inzameling van afgedankte voertuigen bij andere professionele houders van sector 1 en sector 2 Ook andere professionele houders van sector 1 en sector 2 van afgedankte voertuigen verbinden er zich toe om de in ontvangst genomen afgedankte voertuigen enkel af te voeren aan de erkende centra binnen de door de wetgeving gestelde termijnen.

Art. 9.De concessiehouders, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven engageren zich de afvalbanden afkomstig van afgedankte voertuigen niet te mengen met de afvalbanden afkomstig uit de directe verkoop van nieuwe banden. HOOFDSTUK 3. - Hergebruik, recyclage en nuttige toepassing

Art. 10.§ 1. Het hergebruik van onderdelen en materialen, de recyclage van materialen en grondstoffen en de terugwinning van grondstoffen en andere nuttige toepassingen van afvalstoffen uit afgedankte voertuigen, met inbegrip het gebruik van afvalstoffen als energiebron gebeurt in naleving van de voorwaarden voorzien in het besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht en in functie van het marktmechanisme, en op een milieuvriendelijke wijze, evenwel zonder afbreuk te doen aan de preventie- en veiligheidsvereisten en aan de bepalingen van § 2 hierna. § 2. In het kader van zijn verplichtingen gedefinieerd in onderhavige milieubeleidsovereenkomst, zal iedere categorie van de sector de grootst mogelijke inspanningen leveren die nodig zijn om § 1 hierboven te realiseren.

Die inspanningen zullen voornamelijk gericht zijn op : 1. het ontwikkelen en verbeteren van efficiënte methodes voor depollutie en ontmanteling van afgedankte voertuigen en voor het scheiden van de verschillende materialen, zowel voor als na vermaling;2. het stimuleren van het hergebruik en van de recyclage van onderdelen en materialen van afgedankte voertuigen wanneer milieu-, technische en economische omstandigheden dit toelaten;3. het verder ontwikkelen van technieken voor recyclage en het gebruik van de afvalstoffen afkomstig van de verwerking van afgedankte voertuigen, inzonderheid de opwerking van de shredderresidu's voor verdere recyclage of energetische valorisatie. HOOFDSTUK 4. - Sensibilisering

Art. 11.Het beheersorganisme zorgt voor de nodige sensibilisering van de consumenten via de eindverkopers en tussenhandelaars in verband met de inzameling en verwerking van afgedankte voertuigen in uitvoering van deze overeenkomst en conform het preventieplan. Elke algemene voorlichtingscampagne die het beheersorganisme wil voeren wordt vooraf ter goedkeuring aan het BIM voorgelegd. HOOFDSTUK 5. - Financiering

Art. 12.Financiering beheersorganisme De ondertekenaars waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme Febelauto waarin de verschillende organisaties als medeverantwoordelijken en in samenwerking met elkaar betrokken zijn met het oog op het bereiken op duurzame wijze van de doelstellingen van deze overeenkomst, dit alles onverminderd de verantwoordelijkheid van de houders en/of eigenaars van afgedankte voertuigen en de betrokken overheidsinstellingen.

De voornoemde VZW wordt volledig gefinancierd zoals uitgewerkt in de structuur van de VZW door het geheel van de organisaties die op representatieve wijze in de VZW vertegenwoordigd zijn.

Art. 13.Financieel plan § 1. Uiterlijk zes maanden na ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst legt het beheersorganisme een financieel plan voor de looptijd van de milieubeleidsovereenkomst ter advies voor aan het BIM. § 2. Het beheersorganisme legt jaarlijks vóór 1 oktober een actualisatie van het plan voor het volgende kalenderjaar ter advies voor. HOOFDSTUK 6. - Rapportering

Art. 14.Rapportagetaken van het beheersorganisme § 1. Het beheersorganisme stelt vóór 1 juli van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar ter beschikking van het BIM : A. voor afgedankte voertuigen : 1° de totale hoeveelheid voertuigen die op de markt werden gebracht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgedrukt in kg en aantallen;2° de totale hoeveelheid afgedankte voertuigen, uitgedrukt in kilogram, categoriën M1 of N1, en aantallen, die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden aanvaard door de erkende centra;3° het gewicht van de onderdelen, materialen en afvalstoffen afkomstig van afgedankte voertuigen in kilogram, die gedurende het voorafgaande kalenderjaar : a) werden hergebruikt en gerecycleerd;b) werden verwerkt in vergunde installaties met terugwinning van energie;c) werden verwijderd in vergunde installaties voor de verbranding van afvalstoffen;d) werden verwijderd in of op stortplaatsen;4° de locatie van de verschillende erkende centra en/of vergunde verwerkingsinstallaties voor afgedankte voertuigen en de wijze waarop de aanvaarde afgedankte voertuigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden verwerkt; B. teneinde te beantwoorden aan de rapporteringsverplichtingen voor afvalbanden : 1° de totale hoeveelheid afvalbanden afkomstig van de erkende centra;2° de totale hoeveelheid afvalbanden, inclusief die welke in aanmerking komen voor hergebruik, uitgedrukt in kilogram en soorten, die in het kader van de uitoefening van de aanvaardingsplicht werd ingezameld;3° de inrichting(en) waar en de wijze waarop de ingezamelde afvalbanden werden verwerkt;4° de totale hoeveelheid afvalbanden uitgedrukt in kilogram, die : a) werd uitgesorteerd voor hergebruik;b) een nieuw loopvlak kreeg;c) werd gebruikt voor materiaal recyclage;d) energetisch werd gevaloriseerd. § 2. Het beheersorganisme rapporteert vóór 1 juli van elk jaar ook over : 1° toelichting bij de resultaten;2° het preventieplan (cfr.art. 5); 3° de wijze van inzameling en verwerking, inclusief de lijst van erkende centra;4° het financieel beheer;5° de technologische vooruitgang inzake verwerking die toelaat dat het te storten shredderresidu vermindert en waarbij rekening wordt gehouden met de vertrouwelijkheid van de gegevens;6° al de andere maatregelen uit het beheersplan. § 3. Om na te gaan of de doelstellingen bereikt werden berekent het beheersorganisme de resultaten op basis van het End-of-life vehicles Monitoring System, EMS, aangevuld met de gevalideerde recyclageresultaten van de verdere verwerkingsstappen. Het beheersorganisme zal in akkoord met het BIM en sector 2 een proces uitwerken om de gegevens over hergebruik in kaart te brengen en te kunnen controleren en valideren evenwel zonder de administratieve last voor de erkende centra onaanvaardbaar te verhogen.

Art. 15.Financiële rapportering § 1. Het beheersorganisme en het BIM wijzen gezamenlijk een doorlichtingsbedrijf aan dat ermee belast is de rekeningen van het beheersorganisme en de gegevens vermeld in artikel 13 te controleren zodat er kan worden nagegaan dat de financiële stromen worden aangewend overeenkomstig de doelstelling van deze overeenkomst. Het doorlichtingsbedrijf brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan het beheersorganisme en het BIM. § 2. Het BIM kan elke bijkomende informatie in het kader van de doorlichting vragen die ze nuttig acht om na te gaan of de financiële stromen met de opdrachten van het beheersorganisme overeenstemmen.

Art. 16.Voor de rapportering geldt : 1° de cijfergegevens die in het kader van de aanvaardingsplicht aan het BIM worden verstrekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme;2° de cijfergegevens van verwerkers die in het kader van de aanvaardingsplicht aan het beheersorganisme of de producent worden geleverd worden minstens één keer om de drie jaar gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme aangesteld door het beheersorganisme;3° de cijfergegevens die in het kader van de aanvaardingsplicht door de producenten aan het beheersorganisme worden verstrekt, worden door het beheersorganisme gecontroleerd.Het beheersorganisme controleert alle producenten minstens 1 maal per 3 jaar en rapporteert jaarlijks aan het BIM over deze actie en de resultaten.

Art. 17.Informatie Het beheersorganisme stelt via zijn website permanent volgende informatie ter beschikking : 1° de lijst van inontvangstnamepunten;2° de lijst van de erkende centra voor depollutie, ontmanteling en vernietiging van afgedankte voertuigen;3° de lijst van producenten die hun akkoord hebben gegeven om samen te werken met het beheersorganisme. HOOFDSTUK 7. - Taken en verantwoordelijkheden van de sector

Art. 18.Taken en verantwoordelijkheden van de sector § 1. Alle leden van de sector waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme Febelauto. § 2. De bij het beheersorganisme aangeslotenen van de sector en in het bijzonder de producenten doen als medeverantwoordelijken en in wederzijds overleg met elkaar het nodige om de werking van het beheersorganisme te garanderen teneinde op een duurzame wijze alle afspraken en in het bijzonder de doelstellingen van deze overeenkomst na te leven, dit alles rekening houdende met de verantwoordelijkheid van de houders en/of eigenaars van afgedankte voertuigen en de betrokken overheidsinstellingen. § 3. De sector en in het bijzonder de producenten, zijn verantwoordelijk voor de financiering van het beheersorganisme. § 4. Overeenkomstig het besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht geven de producenten, de officiële verdelers en de eindverkopers een mandaat aan en doen beroep op het beheersorganisme Febelauto, waarvan de statuten gepubliceerd werden in het Belgisch Staatsblad van 16 december 1999, om hun informatieplicht te vervullen. § 5. Alle betrokken partijen dringen aan bij de federale Regering en de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen op de hervorming op zo kort mogelijke tijd van de inschrijving van de voertuigen in België die gebaseerd is op de volgende basisprincipes : 1. De eigenaar van het voertuig moet steeds door de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen gekend zijn.2. Zolang hij geen bewijs van eigendomsoverdracht, bewijs van export of certificaat van vernietiging van een erkend centrum kan voorleggen, blijft de eigenaar van het voertuig onderworpen aan de jaarlijkse verkeersbelasting.De professionelen van de automobielsector zijn evenwel vrijgesteld van deze belasting voor de voertuigen in hun handelsvoorraad. 3. Om administratieve overlast te vermijden, dient het hervormde systeem maximaal gebruik te maken van data-overdracht via het internet.

Art. 19.Taken en verantwoordelijkheden van de producenten § 1. Om te voldoen aan hun aanvaardingsplicht voor banden, oliën en batterijen van de eerste montage, engageren de producenten zich retroactief vanaf 1 juli 2009. ? Voor olie van eerste vulling zullen de producenten vanaf 1 juli 2009 aansluiten bij het beheersorganisme voor afgewerkte olie; ? Voor autobatterijen en -accu's van eerste montage zullen de producenten vanaf 1 juli 2009 aansluiten bij het beheersorganisme voor autobatterijen en -accus; ? Voor draagbare batterijen en accu's en de industriële batterijen en accu's van eerste montage zullen de producenten vanaf 1 juli 2009 aansluiten bij het beheersorganisme voor draagbare en industriële batterijen en -accu's; ? Voor banden van eerste montage zullen de producenten vanaf 1 juli 2009 : o de doelstellingen voor afvalbanden zoals bepaald in artikel 2, § 3 verwezenlijken. Hiertoe zullen de producenten beroep doen op een of meerdere operatoren voor banden die door hen aangesteld worden na consultatie van de markt op basis van een bestek en financiële regelingen treffen met het beheersorganisme voor banden voor de ontbrekende banden van de afgedankte voertuigen; o het beheersorganisme Febelauto mandateren voor de rapportering conform artikel 14. § 2. De producenten engageren zich om alle afgedankte voertuigen die aangeboden worden door particulieren gratis in ontvangst te nemen volgens de voorwaarden onder artikel 6 en om deze enkel af te voeren naar erkende centra binnen de door de wetgeving gestelde termijnen. § 3. De producenten doen inspanningen inzake preventie om de milieu-impact te verminderen zonder dat hierbij het veiligheidsaspect in het gedrang komt en informeren het beheersorganisme hierover ter uitvoering van de bepalingen onder het hoofdstuk preventie van deze overeenkomst. § 4. Iedere producent stelt vóór 31 januari van elk jaar alle rapportagegegevens conform hoofdstuk 6 ter beschikking van het beheersorganisme. § 5. Iedere producent verbindt er zich toe om aan hun officiële verdelers alle noodzakelijke informatie door te geven met betrekking tot de afgesloten overeenkomsten met de erkende centra. § 6. Iedere producent verbindt er zich toe om de consument te sensibiliseren en deze alsook de eindverkoper in te lichten over de punten van inontvangstname. § 7. Wanneer een producent een verkooppunt van voertuigen aanduidt als punt van inontvangstname, verbindt hij er zich toe om de afgedankte voertuigen, die zich in het verkooppunt bevinden als gevolg van het vervullen van de aanvaardingsplicht « 1 voor 0 », gratis te laten ophalen binnen een termijn van 10 werkdagen na berichtgeving door het verkooppunt. Van deze termijn mag afgeweken worden, indien het verkooppunt slechts 1 afgedankt voertuig voor ophaling aanbiedt. § 8. De producenten zijn niet verplicht om de verschillende milieubijdragen, -heffingen of enig andere vergoeding te vermelden op de factuur aan de consument.

Art. 20.Taken en verantwoordelijkheden van eindverkopers § 1. De eindverkopers engageren zich om alle afgedankte voertuigen die aangeboden worden door particulieren gratis in ontvangst te nemen volgens de voorwaarden onder artikel 7 en om deze voertuigen enkel af te voeren naar erkende centra binnen de door de wetgeving gestelde termijnen. § 2. De eindverkoper werkt mee aan de sensibilisering conform de bepalingen over sensibilisering (in artikel 11) van deze overeenkomst.

Art. 21.Taken en verantwoordelijkheden van de erkende centra § 1. Het erkend centrum zorgt in de eerste plaats voor depollutie, vernietiging en administratieve uitschrijving van het afgedankt voertuig. Bijkomend moet het erkend centrum oog hebben voor ontmanteling met het oog op hergebruik en recyclage van onderdelen en materialen en dit in functie van het principe van "de beste beschikbare technologie die geen buitensporige kosten met zich meebrengt" en in functie van de economische haalbaarheid. § 2. Het erkend centrum verbindt er zich toe om kosteloos aan het beheersorganisme op de door het beheersorganisme aangegeven tijdstippen, alle inlichtingen over te maken, die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de informatieplicht - conform het besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht et het besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 inzake het beheer van afgedankte voertuigen - met inbegrip van alle relevante informatie die nodig is voor het bepalen van de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing, conform de methode die opgelegd werd door de beslissing van de Europese Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken.

Het betreft hier in het bijzonder : - de chassisnummers, het merk, model, type en de laatste houder en/of eigenaar van de afgedankte voertuigen waarvoor het centrum een certificaat van vernietiging heeft afgeleverd; - de individuele massa van de afgedankte voertuigen op het ogenblik dat zij het erkend centrum binnenkomen; - gedurende een evaluatieperiode van 1 jaar het aantal ontbrekende banden bij aankomst in het centrum met een maximum van 4. Na deze periode wordt het aantal ontbrekende banden berekend op basis van de totale massa van de afvalbanden die het erkend centrum verlaten. - de totale massa en de bestemming van de gedepollueerde voertuigen die naar de verwerkingsoperatoren worden afgevoerd; - de totale massa, de bestemming van de materialen afkomstig uit de depollutie en selectieve demontage.

Het erkend centrum maakt voor de overdracht van vernoemde gegevens verplicht gebruik van het geïnformatiseerd datacommunicatiesysteem dat hen kosteloos ter beschikking wordt gesteld door het beheersorganisme conform artikel 23.

Het erkend centrum waarborgt de waarheidsgetrouwheid van de overgemaakte gegevens.

De bestemming van de gedepollueerde voertuigen en van de materialen afkomstig uit de depollutie moeten door de overheid daartoe vergunde bedrijven zijn. § 3. Elk erkend centrum behaalt op jaarbasis de wettelijke percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing bij de verwerking van de afgedankte voertuigen zoals opgelegd door het besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht. Het erkend centrum zal de keuze van de verwerkingsoperatoren en de andere operatoren van materialen afkomstig uit de depollutie en selectieve demontage bepalen met het oog op het behalen van de wettelijke doelstellingen. Een erkend centrum of een binnenlandse verwerkingsoperator kan beroep doen op een buitenlandse verwerkingsoperator als deze laatste een audit heeft laten uitvoeren zoals beschreven in artikel 22 § 1. § 4. Voor onvolledige voertuigen mag het erkend centrum een forfaitaire vergoeding vragen aan de laatste houder voor de ontbrekende delen (conform artikel 6, § 3). § 5. Het erkend centrum verbindt er zich toe om depollutie en/of ontmanteling vóór aankomst in het erkend centrum niet te stimuleren. § 6. Het erkend centrum verbindt er zich toe om aan het beheersorganisme een vergoeding per band te betalen gelijk aan de milieubijdrage van het beheersorganisme voor banden indien het aantal ingezamelde banden in het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem het normale aantal banden per voertuig overtreft en indien het erkend centrum zelf opnieuw de banden verkoopt voor hergebruik in België. § 7. Het beheersorganisme zal aan de erkende centra die geen lid zijn van één van de ondertekende partijen, voorstellen om een contract te ondertekenen waarin bepaald is dat zij ook gebruik mogen maken van het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem op voorwaarde dat het erkend centrum artikel 21 van de huidige overeenkomst onderschrijft. § 8. Het erkend centrum geeft aan de laatste houder gratis een certificaat van vernietiging dat beantwoord aan de minimale vereisten zoals beschreven in de beslissing van de Europese Commissie van 19 februari 2002 betreffende de minimale vereisten waaraan een certificaat van vernietiging moet voldoen in uitvoering van artikel 5, paragraaf 3 van de Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte voertuigen. Het geïnformatiseerde systeem voor dataoverdracht dat door het beheersorganisme gratis ter beschikking wordt gesteld van de erkende centra voorziet de modaliteit om certificaten van vernietiging op te maken die voldoen aan de minimale vereisten.

Art. 22.Taken en verantwoordelijkheden van de verwerkingsoperatoren § 1. Elke verwerkingsoperator verbindt er zich toe om driejaarlijks aan een onafhankelijke onderzoeksbureau, aangesteld door het beheersorganisme, alle inlichtingen mee te delen die nodig zijn voor de bepaling van de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van zijn verwerkingsprocédé voor afgedankte voertuigen.

Elke verwerkingsoperator geeft jaarlijks de afvoergegevens aan dit onafhankelijk onderzoeksbureau op basis van de methodologie die in 2007 ontwikkeld werd tussen de Gewesten en het beheersorganisme. Het onafhankelijke onderzoeksbureau zal hiertoe de nodige confidentialiteit garanderen in een geschreven overeenkomst tussen de verwerkingsoperator en het onderzoeksbureau.

De verwerkingsoperator zal tevens aan het onderzoeksbureau toegang verschaffen teneinde het onderzoeksbureau de nodige onderzoekingen te laten doen. § 2. Indien de verwerkingsoperator een nieuwe technologie in gebruik neemt, zal een nieuw percentage moeten bepaald worden door het onderzoeksbureau. Dit nieuwe percentage zal dan door het beheersorganisme in het EMS-systeem ingebracht worden ten laatste 10 werkdagen nadat de resultaten door het onderzoeksbureau aan het beheersorganisme werd meegedeeld. De kosten voor het bepalen van het nieuwe percentage worden ten laste genomen van het beheersorganisme met een maximum van 1 onderzoek per 3 jaar en telkens als een verbetering in termen van een hoger percentage blijkt. Een erkend centrum of een binnenlandse verwerkingsoperator kan beroep doen op een buitenlandse verwerkingsoperator als deze laatste een audit heeft laten uitvoeren zoals hierboven beschreven in § 1. § 3. Elke verwerkingsoperator verbindt er zich toe om te streven naar continue verbetering en naar de beste beschikbare technologieën die geen buitensporige kosten met zich meebrengen voor de verwerking van afgedankte voertuigen en de nuttige toepassing van het shredderresidu, om het aldus mogelijk te maken de doelstellingen opgelegd door het besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht te behalen.

Hiertoe zal iedere verwerkingsoperator een stappenplan voorleggen aan het onderzoeksbureau en aan het BIM en onder de confidentialiteitsgaranties zoals bepaald in § 1. HOOFDSTUK 8. - Taken van het beheersorganisme

Art. 23.Het beheersorganisme zal alle beheerstaken op zich nemen die nodig zijn voor de uitvoering van de huidige milieuovereenkomst, onder meer : 1° Het uitvoeren van de modaliteiten over het preventieplan en het voeren van sensibilisering conform artikelen 5 en 11 van deze overeenkomst.2° Het beheer van de verwerking van de afgedankte voertuigen.3° De monitoring van de bekomen resultaten van verwerking van de afgedankte voertuigen.4° Het beheren van het monitoringsysteem « End-of-life vehicles Monitoring System », EMS, dat alle gegevens registreert, en rapporten regenereert van de inzameling, de verwerking en de verwijdering van afgedankte voertuigen en hun afvalstoffen zowel op nationaal, gewestelijk niveau als per individueel bedrijf.5° Het EMS kosteloos ter beschikking stellen van de erkende centra.6° Het voldoen aan de rapportering aan het BIM conform artikel 25 van deze overeenkomst en aan andere informatieverplichtingen van deze overeenkomst.7° Het EMS voorzien van een functionaliteit zodat EMS door de erkende centra ook als electronisch afvalstoffenregister kan gebruikt worden.8° Het opstellen en publiceren van een jaarverslag waarin voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gratis ruimte ter beschikking gesteld wordt voor rapportering over haar controledraaiboek dat het budget, de middelen, het beschikbare personeel, een adequate strategie, de realisatieduur, de frequentie van de controles evenals het vervolgingsbeleid aangeeft.9° Het overleg met de andere actoren betrokken bij de inzameling van de afgedankte voertuigen (gemeenten, domeinen, verzekering) in samenwerking met de gewesten coördineren.10° Het uitsturen van een jaarlijkse mailing aan de erkende centra met beschikbare informatie over technieken betreffende de depollutie en de demontage na feedback vanwege de erkende centra zodat een constante evolutie mogelijk is.11° In het dossier van de traceerbaarheid van de voertuigen : deelname aan de vergadering en opvolging en rapportering van de vooruitgang evenals het nagaan van de volledigheid van de oplossing.12° Het stimuleren van een zo correct mogelijke input van de gegevens in EMS, door onder andere initiatieven te nemen zoals goede communicatie over EMS en de doelstellingen van EMS aan de erkende centra in de vorm van workshops en zoals het verhogen van de transparantie van EMS voor de gebruikers.13° Het optreden als tussenpersoon en coördinator tussen de verschillende categorieën van de sector en het verzekeren van de monitoring van de doelstellingen in samenwerking met en in medeverantwoordelijkheid van alle categorieën van de sector.14° Het centraliseren van de gegevens over de vernietigde chassisnummers van de erkende centra en het bezorgen van deze gegevens aan de Dienst voor de Inschrijving van de Voertuigen met het oog op hun definitieve uitschrijving uit het Belgisch voertuigenrepertorium.15° Op basis van de in artikel 21, § 2 vernoemde gegevens en van het leeggewicht van de voertuigen in nieuwe toestand, het jaarlijks berekenen van de behaalde percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing per erkend centrum van de door de centra verwerkte afgedankte voertuigen.Deze percentages zal het beheersorganisme jaarlijks aan alle erkende centra meedelen. 16° De databank voor ontmanteling, genaamd IDIS, gratis beschikbaar stellen via internet voor alle erkende centra.17° Het organiseren van minstens jaarlijks overleg met de keuringsinstellingen en de gewesten voor optimalisatie van de keuringen.18° Het ten laste nemen van de kosten voor het bepalen van nieuwe percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van de verwerkingsoperatoren voor het verwerkingsprocédé voor afgedankte voertuigen.19° De informatieplicht conform artikel 17 uitvoeren.20° Aan de erkende centra die geen lid zijn van één van de ondertekende partijen, voorstellen om een contract te ondertekenen waarin bepaald is dat zij ook gebruik mogen maken van het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem op voorwaarde dat het erkend centrum artikel 21 van de huidige overeenkomst onderschrijft.

Art. 24.Het beheersorganisme streeft naar een zo groot mogelijke uniformiteit inzake administratieve procedures en logistiek.

Art. 25.Beheersplan Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst een beheersplan voor de looptijd van de milieubeleidsovereenkomst ter goedkeuring voor aan het BIM waarin het aangeeft hoe het de bepalingen van de overeenkomst zal uitvoeren. Het beheersplan bevat minimaal de uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen in artikel 7 van het besluit van 18 juli 2002 inzake de aanvaardingsplicht geven de producenten Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisatie voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring voor.

Art. 26.Financieel plan Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst een financieel plan voor de looptijd van de milieubeleidsovereenkomst ter advies voor aan het BIM. Het beheersorganisme legt jaarlijks vóór 1 oktober een actualisatie voor het volgende kalenderjaar ter advies voor.

Art. 27.Raad van bestuur Het BIM zal namens het Gewest de rol van waarnemer vervullen in de raad van bestuur en de Algemene Vergadering van het beheersorganisme.

Daartoe ontvangt het BIM tijdig de uitnodigingen en verslagen. HOOFDSTUK 9. - Engagementen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Art. 28.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal overleggen met de andere gewestelijke overheden en de federale overheid om in de mate van het mogelijke een geharmoniseerde regelgeving voor het Belgische grondgebied inzake aanvaardingsplicht van afgedankte voertuigen te hanteren.

Art. 29.Het BIM zal namens het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erover waken dat de wetgeving van Brussel-Hoofdstad inzake de voorkoming en het beheer van afvalstoffen stringent wordt toegepast en de nodige handelingen treffen om vastgestelde overtredingen te verbaliseren.

Desgevallend zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest handhaving de houder verbaliseren die een afgedankt voertuig aan een niet-erkend centrum overdraagt en geen certificaat van vernietiging kan voorleggen.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest engageert zich om handhaving uit te voeren op de naleving van de wetgeving op export van afgedankte voertuigen.

Het BIM zal namens het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de nodige sensibiliseringsacties voeren zodat steden, gemeenten en alle andere openbare instellingen of organismen, hun afgedankte voertuigen uitsluitend bij erkende centra inleveren en dat ze vergezeld zijn van de boorddocumenten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest engageert zich om handhaving uit te voeren op te naleving hiervan.

Art. 30.§ 1. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verbindt er zich toe de wetgeving van Brussel-Hoofdstad inzake afvalvoorkoming en -beheer indien nodig aan te passen teneinde de uitvoering van deze overeenkomst mogelijk te maken. § 2. Indien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de Brusselse wetgeving betreffende afgedankte voertuigen aan wil passen, engageert zij zich om voorafgaandelijk overleg te plegen met de sector.

Art. 31.Indien nodig zullen de verplichtingen in deze overeenkomst aangepast worden aan eventuele wijzigingen van de bepalingen van de Europese Richtlijn 2000/53 betreffende autowrakken.

Art. 32.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verbindt er zich toe, na overleg met het beheersorganisme, initiatieven te nemen die bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst onder andere door : 1° op haar niveau de nodige aanvullende reglementaire bepalingen te treffen;2° aandacht te besteden aan de afzet van afvalstoffen;3° een voorbeeld functie te vervullen bij de aankoop van diensten, werken en producten door in overheidsopdrachten oog te hebben voor een duurzaam en ethische verantwoord aankoopsbeheer.4° zich engageren om een inspectieprogramma voor de afgedankte voertuigen uit te werken op basis van een risicoanalyse en dit uit te voeren, met als belangrijkste krachtlijnen : - Voldoende VTE voorzien voor controles. - Een actief beleid voeren, bijvoorbeeld door middel van bestuurlijke maatregelen in het kader van het handhavingsdecreet om de oneerlijke concurrentie door niet-erkende centra in de sector te elimineren. - De controles relateren aan kwantificeerbare doelstellingen en aan een strikte timing. - Deelnemen aan controleursoverleg met uitwisseling van kennis over middelen en feiten. - Onderzoeken naar wettelijke lacunes en remediëren door wetswijzigingen. - Communiceren over deze sanering.

Art. 33.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, samen met de andere gewesten en alle betrokken partijen, neemt hetzelfde engagement voor wat betreft de hervorming van de inschrijving van voertuigen in België conform artikel 18, § 5.

Art. 34.Onbestaande

Art. 35.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overhandigt op vraag van het beheersorganisme een lijst van de erkende centra en verwittigt het beheersorganisme in geval van nieuwe erkenningen en opheffingen van erkenningen.

Art. 36.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal de modaliteiten voor de audits van de erkende centra evalueren met het oog op administratieve vereenvoudiging en kostenbeheer.

Art. 37.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest controleert de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst en brengt jaarlijks aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement een verslag uit op het vlak van leefmilieu bij de verwerking van afgedankte voertuigen. HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen

Art. 38.Geschillencommissie § 1. In geval van een geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld (afhankelijk van de aard van het geschil) en bestaat altijd uit twee vertegenwoordigers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme.

De voorzitter wordt gekozen uit de vertegenwoordigers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in consensus aangeduid door de 4 vertegenwoordigers. § 2. De beslissingen worden bij consensus genomen. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt de geschillencommissie verslag uit bij de bevoegde Minister.

Art. 39.Duur en einde van de overeenkomst § 1. De milieubeleidsovereenkomst treedt in werking na de publicatie in het Belgisch Staatsblad. § 2. De milieubeleidsovereenkomst wordt afgesloten voor de duur van 5 jaar. § 3. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd tijdens de geldigheidsduur mits akkoord van alle partijen.. § 4. Deze milieubeleidsovereenkomst kan worden opgezegd mits inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. Indien de opzegging niet uitgaat van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet zij gebeuren door de andere partijen gezamenlijk De kennisgeving van de opzegging gebeurt op straffe van nietigheid, hetzij bij een ter post aangetekende brief, hetzij bij deurwaardersexploot. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving.

Art. 40.Toetreding Het beheersorganisme mag de toetreding van geen enkele onderneming weigeren waarop de aanvaardingsplicht, vermeld in de milieubeleidsovereenkomst van toepassing zou kunnen zijn. Het beheersorganisme kan van die verplichting afwijken als er ernstige redenen zijn en na goedkeuring van het BIM.

Art. 41.Bevoegdheidsbeding Elk geding dat uit deze milieubeleidsovereenkomst ontstaat of ermee verband houdt en waarvoor geen oplossing kan worden gevonden in de geschillencommissie zoals bedoeld in artikel 35 van deze overeenkomst, wordt voorgelegd aan de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel.

Art. 42.Slotbepaling De milieubeleidsovereenkomst werd gesloten te Brussel, op 18 januari 2012, en werd ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij erkent haar exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen.

Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-President, Ch. PIQUE De Minister van Leefmilieu, Mevr. E. HUYTEBROECK Voor de organisaties : De voorzitter van de VZW FEBIAC, P.-A. DE SMEDT De voorzitter van de VZW FEDERAUTO, F. VAN HOE De voorzitter van de VZW GDA, C. VEYS De voorzitter van de VZW Groepering van Handelaars in Tweedehandse Voertuigen, A. LEEMANS De voorzitter van de VZW REPARAUTO, E. GEENTJENS De voorzitter van de VZW DETABEL, M. DEWILDE De voorzitter van de VZW Federatie Automateriaal, L. NELISSEN De voorzitter van de VZW FEBELCAR, E. LEYN De voorzitter van de VZW COBEREC Metals, P. VANDEPUTTE De voorzitter van de afdeling van de shredders van de VZW COBEREC Metals, K. CASIER De voorzitter van de afdeling van de erkende centra van de VZW COBEREC Metals, Mevr. C. CRAENHALS De voorzitter van de VZW FEVAR, J. VANDERHOYDONCK De voorzitter van de VZW FEDERPLAST.be, H. VLIEGEN De directeur-generaal van de VZW FEDUSTRIA, F. QUIX De gedelegeerd bestuurder van de VZW AGORIA, P. SOETE

^