Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 november 2000
gepubliceerd op 09 november 2001

Besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende wijziging van het besluit van 16 juli 1998 dat de gewestelijke initiatieven bepaalt die mogelijk opgenomen worden in de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie evenals de investeringsprojecten welke in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring tegen verhoogde percentages in toepassing van artikelen 14 en 28 van de ordonnantie van 16 juli 1998 inzake de subsidiëring ter bevordering van investeringen van openbaar nut

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031401
pub.
09/11/2001
prom.
30/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/30/2001031401/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 2000. - Besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende wijziging van het besluit van 16 juli 1998 dat de gewestelijke initiatieven bepaalt die mogelijk opgenomen worden in de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie evenals de investeringsprojecten welke in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring tegen verhoogde percentages in toepassing van artikelen 14 en 28 van de ordonnantie van 16 juli 1998 inzake de subsidiëring ter bevordering van investeringen van openbaar nut


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 16 juli 1998 inzake de subsidiëring ter bevordering van investeringen van openbaar nut, voornamelijk artikelen 14, 28 en 29;

Gelet op de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 dat de gewestelijke initiatieven bepaalt die mogelijk opgenomen worden in de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie evenals de investeringsprojecten welke in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring tegen verhoogde percentages in toepassing van artikelen 14 en 28 van de ordonnantie van 16 juli 1998 inzake de subsidiëring ter bevordering van investeringen van openbaar nut;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 29 november 2000;

Gelet op de goedkeuring van de Minister voor Begroting;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering beoogt de gewestelijke initiatieven die mogelijk opgenomen worden in de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie te stimuleren evenals de investeringsprojecten welke in aanmerking komen voor subsidiëring tegen verhoogde percentages wanneer zij bijdragen tot de verwezenlijking van de prioritaire doelstellingen vastgelegd in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995 tot vastlegging van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan en in de hierbij gevoegde documenten met indicatieve waarde en getiteld « Krachtlijnen » en « Uitvoering »;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ernaar streeft het algemeen en geïntegreerd karakter van het herwaarderingsbeleid van de kwetsbare wijken te versterken;

Op het voorstel van de Minister voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Herwaardering van de Wijken, Besluit :

Artikel 1.In het opschrift van het besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 16 juli 1998 dat de gewestelijke initiatieven bepaalt die mogelijk opgenomen worden in de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie evenals de investeringsprojecten welke in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring tegen verhoogde percentages in toepassing van artikelen 14 en 28 van de ordonnantie van 16 juli 1998 inzake de subsidiëring ter bevordering van investeringen van openbaar nut worden de woorden "in toepassing van artikelen 14 en 28 van de ordonnantie" vervangen door de woorden "in toepassing van artikelen 14, 28 en 29 van de ordonnantie".

Art. 2.Artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 dat de gewestelijke initiatieven bepaalt die mogelijk opgenomen worden in de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie evenals de investeringsprojecten welke in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring tegen verhoogde percentages in toepassing van artikelen 14 en 28 van de ordonnantie van 16 juli 1998 inzake de subsidiëring ter bevordering van investeringen van openbaar nut, wordt als volgt aangevuld : « 6° de investeringen bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18 van de ordonnantie verwezenlijkt in het kader van een herwaarderingsperimeter bepaald in toepassing van de ordonnantie van 7 oktober 1994 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken; 7° de investeringen bedoeld in artikel 16, 1°, a en b van de ordonnantie wanneer zij tot doel hebben de doorstroming en het comfort van het openbaar vervoer te bevorderen op wegen die het onderwerp uitmaken van een « ascontract » tussen het Gewest, de betrokken gemeenten en de openbare vervoersmaatschappijen;8° De investeringen bedoeld in artikel 16, 1°, c van de ordonnantie wanneer zij tot doel hebben de verplaatsingen per fiets te bevorderen. »

Art. 3.Artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli dat de gewestelijke initiatieven bepaalt die mogelijk opgenomen worden in de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie evenals de investeringsprojecten welke in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring tegen verhoogde percentages in toepassing van de artikelen 14 en 28 van de ordonnantie van 16 juli 1998 inzake de subsidiëring ter bevordering van investeringen van openbaar nut, wordt als volgt aangevuld : « 1° de investeringen bedoeld in artikel 16 van de ordonnantie wanneer zij bijdragen tot de uitvoering van het project « De stadswandelingen » en van uitbreidingen van dat project; 2° de investeringen bedoeld in artikel 16, 2°, a en in artikel 17, 1° van de ordonnantie wanneer zij bedoeld zijn om bij te dragen tot de verbetering van de stedelijke veiligheid in het kader van de veiligheids- en samenlevingscontracten die met de Federale Staat en de gemeenten gesloten werden;3° de investeringen bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18 van de ordonnantie verwezenlijkt in het kader van een herwaarderingsperimeter bepaald in toepassing van de ordonnantie van 7 oktober 1994 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken. De subsidiëringspercentages van de investeringen bedoeld in 1° en 2° worden vastgelegd op 100 %.

Het subsidiëringspercentage van de investeringen bedoeld in 3°, wordt vastgelegd op 70 %. »

Art. 4.Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2001.

Art. 5.De Minister voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Herwaardering van de Wijken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 november 2000.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS

^