Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002
gepubliceerd op 21 februari 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kwaliteit van het leidingwater

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031036
pub.
21/02/2002
prom.
24/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/24/2002031036/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 JANUARI 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kwaliteit van het leidingwater


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 14 augustus 1933 betreffende de bescherming van drinkwater;

Gelet op richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1989 betreffende de kwaliteit van het leidingwater voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 18 oktober 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 14 februari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 mei 2001;

Gelet op de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies 31.394/3 van de Raad van State, gegeven op 27 november 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor het Waterbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : Doelstelling

Artikel 1.Dit besluit heeft tot doel de volksgezondheid te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van verontreiniging van voor menselijke consumptie bestemd water door ervoor te zorgen dat het gezond en schoon is overeenkomstig richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

Definities

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Minister" : de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor het Waterbeleid;2° "bestuur" : het Brussels Instituut voor Milieubeheer;3° "waterleverancier" : ofwel de uitbater van een openbaar leidingwaternet, ofwel de houder van een machtiging voor een privé-waterwinning die verbruikers kan bevoorraden zonder gebruik te maken van het openbaar leidingnet, hierna « leverancier » genoemd;4° "abonnee" : ofwel ieder persoon die houder is van een eigendomsrecht, een vruchtgebruik, een gebruik, een bewoning, een terrein, een erfpacht van een onroerend goed dat aangesloten is op het openbaar leidingwaternet, ofwel de houder van een contract voor een privé-aansluiting op het openbaar leidingwaternet of de aankoper van water via een privé-waterwinning om het te gebruiken op zijn eigendom;5° "verbruiker" : persoon die het water gebruikt dat aan de abonnee wordt geleverd;6° "voor menselijke consumptie bestemd water" : al het water dat onbehandeld of na behandeling bestemd is voor drinken, koken, voedselbereiding of andere huishoudelijke doeleinden, ongeacht de oorsprong ervan en of het wordt geleverd via een openbaar leidingwaternet of een privé-waterwinning;7° "leveringsgebied" : een geografisch afgebakend gebied waarbinnen het voor menselijke consumptie bestemd water afkomstig is uit één of meerdere bronnen en waarbinnen het water kan worden geacht van vrijwel uniforme kwaliteit te zijn;8° "technologische hulpmiddelen" : scheikundige producten of fysische hulpmiddelen of ieder materiaal dat geheel of gedeeltelijk wordt aangewend in het behandelingsproces voor het produceren van drinkwater;9° "privé-installatie voor waterverdeling" : de leidingen en toestellen die worden geplaatst tussen de kranen die normaal worden gebruikt voor het verkrijgen van voor menselijke consumptie bestemd water en het openbaar of privé-leidingwaternet;maar slechts indien die niet vallen onder de verantwoordelijkheid van de leverancier in zijn hoedanigheid van waterverdeler. Voornoemde kranen maken deel uit van de privé-installatie voor waterverdeling.

De grens tussen het leidingwaternet en de privé-installatie voor waterverdeling ligt juist na de watermeter. Indien er geen meter is, wordt deze grens contractueel vastgelegd.

Uitzonderingen

Art. 3.Dit besluit is niet van toepassing op : 1° natuurlijk mineraalwater dat als dusdanig is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende natuurlijk mineraalwater en bronwater;2° water dat een geneesmiddel is;3° al het voor menselijke consumptie bestemd water dat in levensmiddelenbedrijven wordt gebruikt voor de vervaardiging en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen en dat niet geleverd wordt via een openbaar leidingwaternet;4° al het voor menselijke consumptie bestemd water dat geleverd wordt via een tankauto of -schip, in flessen of containers;5° regenwater;6° voor menselijke consumptie bestemd water dat in een privé-installatie gemengd werd met regen- of putwater;7° voor menselijke consumptie bestemd water dat afkomstig is van een afzonderlijke bron die gemiddeld minder dan 10 m3 per dag levert of waarvan minder dan 50 personen gebruik maken, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit. De toelating tot waterwinning moet de verplichting bevatten om de betrokken bevolking in te lichten over de mogelijke risico's en over alle maatregelen die kunnen worden genomen om de volksgezondheid te beschermen tegen negatieve effecten van verontreiniging van voor menselijke consumptie bestemd water.

Bovendien wordt de betrokken bevolking zo spoedig mogelijk passend advies verstrekt door de leverancier, wanneer blijkt dat de kwaliteit van dit water gevaar voor de volksgezondheid kan opleveren.

Reglementaire of contractuele verantwoordelijkheid van de leverancier

Art. 4.Het reglement of het contract betreffende de waterverkoop tussen de leverancier en zijn abonnees dient uitdrukkelijk te vermelden dat de leverancier zich het recht toe-eigent om de privé-installatie voor waterverdeling na te zien en dat 1° de leverancier verantwoordelijk is voor de waterkwaliteit tot aan de grens tussen het leidingnet en de privé-installatie voor waterverdeling;2° als het water uit de koudwaterkraan in de keuken of het voor keuken dienend lokaal van een woning of een inrichting waar het publiek niet van water wordt voorzien, niet drinkbaar is, de verantwoordelijkheid van de leverancier wordt beperkt tot het aantonen van de drinkbaarheid zoals voorzien in punt 1° en tot het geven van aanwijzingen voor het verbeteren van de privé-installatie;3° indien het gaat om een inrichting waar het publiek van water wordt voorzien, de leverancier, naast de tussenkomst bedoeld in punt 2°, het bestuur dient te verwittigen en dient na te gaan dat de abonnee het publiek verwittigt.In geval van een serieuze bedreiging voor de volksgezondheid en een onvoldoende medewerking van de abonnee, moet de leverancier, na advies van het bestuur, de waterlevering stopzetten.

De controle van het water uit kranen die normaliter worden gebruikt voor menselijke consumptie kan door de leverancier worden toevertrouwd aan een hiervoor door de Minister erkende instelling.

Algemene verplichtingen

Art. 5.§ 1. Behoudens de in artikel 10 bedoelde afwijkingen is het verboden voor menselijke consumptie bestemd water te leveren dat niet gezond noch schoon is.

Voor menselijke consumptie bestemd water is gezond en schoon als het : 1° geen micro-organismen, parasieten of andere stoffen bevat in hoeveelheden of concentraties die gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren;2° voldoet aan de in bijlage I, delen A en B, gespecificeerde vereisten. § 2. De enige technologische hulpmiddelen en andere toevoegsels, evenals hun maximale dosissen, die bij de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water mogen worden aangewend, zijn opgenomen in bijlage IV van dit besluit.

Na inwinning van het advies van het bestuur kan de Minister deze lijst aanpassen bij ministeriële besluiten die gemotiveerd zijn door de technologische vooruitgang of door Europese maatregelen terzake.

Op verzoek van de leverancier kan de minister, op advies van het bestuur, tijdelijke of lokale afwijkingen van deze lijst toestaan.

Het antwoord op de afwijkingsaanvraag moet binnen een termijn van zestig dagen worden gegeven. Die termijn kan éénmaal worden verlengd.

De termijn van zestig dagen vangt aan op de datum van de indiening van de aanvraag of op de datum van het antwoord op de vraag naar bijkomende inlichtingen die nodig zijn om de afwijkingsaanvraag te onderzoeken. Indien na het verstrijken van de termijn geen beslissing is genomen, wordt de afwijkingsaanvraag geacht te zijn geweigerd.

Het gebruik van technologische hulpmiddelen en andere toevoegsels mag geen overschrijding van de waarden voor de parameters in bijlage I van dit besluit en geen direct of indirect negatief effect op de volksgezondheid tot gevolg hebben.

De vraag tot afwijking, de vraag om bijkomende inlichtingen, alsook het antwoord hierop, worden bij aangetekende brief verstuurd.

De beslissingen tot verlenging van de termijn en tot inwilliging of afwijzing van de aanvraag worden bij aangetekende brief ter kennis gebracht. § 3. De toepassing van de overeenkomstig dit besluit genomen maatregelen mag er in geen geval, direct of indirect, toe leiden dat de huidige kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water achteruitgaat, voorzover dit een invloed kan hebben op de bescherming van de volksgezondheid, of ook dat de verontreiniging van voor de drinkwaterproductie bestemd water toeneemt.

Kwaliteitseisen

Art. 6.In bijlage I, delen A en B, worden de parameters en de waarden vastgesteld die van toepassing zijn op voor menselijke consumptie bestemd water.

De parameterwaarden in bijlage I, deel C, zijn enkel vastgesteld voor controledoeleinden en om te voldoen aan de verplichtingen van artikel 9.

Plaats waar aan de kwaliteitseisen moet worden voldaan

Art. 7.§ 1. Voor water dat via een leidingwaternet wordt geleverd, moet aan de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden worden voldaan op het punt in een lokaal of een inrichting waar het water uit kranen komt die normaal voor menselijke consumptie worden gebruikt. § 2. De leverancier wordt geacht te hebben voldaan aan de verplichtingen die voorvloeien uit dit artikel en uit de artikelen 5 en 9, § 2, als kan worden aangetoond dat de niet-naleving van de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden te wijten is aan de privé-installatie voor waterverdeling of het onderhoud daarvan, behalve indien het gaat om lokalen of inrichtingen waar het publiek van water wordt voorzien, zoals scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en restaurants. § 3. Als paragraaf 2 van toepassing is en als er een risico bestaat dat het water niet aan de overeenkomstig artikel 5 vastgestelde parameterwaarden voldoet, zorgt de leverancier er niettemin voor dat : 1° passende maatregelen worden genomen om dat risico te verminderen of uit te schakelen, door bijvoorbeeld aan de eigenaars advies te geven over mogelijke herstelmaatregelen die zij kunnen nemen; en/of er andere maatregelen worden genomen, zoals aangepaste behandelingstechnieken, om de aard of de eigenschappen van het water vóór de levering zodanig te veranderen dat het risico na de levering wordt verminderd of uitgeschakeld. 2° de verbruiker naar behoren wordt ingelicht en van advies voorzien over de mogelijke aanvullende herstelmaatregelen die zij moeten nemen. Controle

Art. 8.§ 1. Om na te gaan of het voor de verbruikers beschikbare water aan de vereisten van dit besluit, en in het bijzonder aan de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden voldoet, neemt de leverancier alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water regelmatig wordt gecontroleerd. Er moeten monsters worden genomen die representatief zijn voor de kwaliteit van het gedurende het jaar verbruikte water. Als het voor menselijke consumptie bestemd water bij de bereiding of distributie gedesinfecteerd wordt, neemt de leverancier eveneens alle maatregelen om ervoor te zorgen dat de doelmatigheid van de toegepaste desinfectiebehandeling wordt gecontroleerd en dat elke besmetting door afbraakproducten van de desinfectie zo laag mogelijk wordt gehouden zonder dat de desinfectie in gevaar komt. § 2. Om te voldoen aan de in paragraaf 1 opgelegde verplichtingen stelt de leverancier passende controleprogramma's op voor al het voor menselijke consumptie bestemd water. Deze controleprogramma's voldoen aan de vereisten van bijlage II. Deze programma's en hun wijzigingen worden door het bestuur goedgekeurd. § 3. De plaatsen van monsterneming worden bepaald door de leverancier en voldoen aan de desbetreffende vereisten van bijlage II. Deze plaatsen worden opgenomen in de in artikel 8, § 2, vermelde programma's. § 4. 1° De leverancier houdt zich aan de specificaties voor de analyses van parameters die vermeld zijn in bijlage III door die analyses toe te vertrouwen aan een door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend laboratorium. Het laboratorium moet de analyses uitvoeren overeenkomstig de specificaties vermeld in bijlage III. 2° Andere dan in bijlage III, deel 1, vermelde methoden mogen worden gebruikt, mits kan worden aangetoond dat de verkregen resultaten minstens even betrouwbaar zijn als die van de gespecificeerde methoden.Bij gebruik van andere methoden vraagt de leverancier de goedkeuring van het bestuur en verstrekt hij hem alle relevante inlichtingen over deze methoden en de gelijkwaardigheid ervan, behalve indien het bestuur deze gelijkwaardigheid reeds heeft erkend. 3° Voor de in bijlage III, delen 2 en 3, vermelde parameters mag om het even welke analysemethode worden gebruikt, mits deze aan de aldaar gestelde eisen voldoet.De leverancier vraagt de goedkeuring van het bestuur en legt hem alle pertinente informatie met betrekking tot de gebruikte methoden en hun gelijkwaardigheid voor, behalve indien deze methode reeds werd erkend door het bestuur. § 5. Voor stoffen of micro-organismen waarvoor geen parameterwaarden zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 6, zorgt de leverancier per geval voor aanvullende controle indien er reden is om aan te nemen dat deze stoffen of organismen aanwezig zijn in hoeveelheden of aantallen die gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren. § 6. De volledige resultaten van de controles worden door de leverancier aan het bestuur verstrekt. Bij overschrijding van de parameterwaarden van bijlage I, deel A en B, of in het geval van ondrinkbaarheid van het water, moet de leverancier de gegevens onmiddellijk aan het bestuur verstrekken. De volledige resultaten van een heel kalenderjaar moeten worden ingediend gedurende het daaropvolgende trimester.

Herstelmaatregelen en beperkingen van het gebruik

Art. 9.§ 1. De leverancier zorgt ervoor dat elk geval waarin niet aan de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden wordt voldaan onmiddellijk wordt onderzocht om de oorzaak daarvan vast te stellen. § 2. Wanneer voor menselijke consumptie bestemd water, ondanks de met het oog op naleving van de verplichtingen van artikel 5, § 1, genomen maatregelen, niet aan de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden voldoet, en onder voorbehoud van artikel 7, § 2, zorgt de leverancier ervoor dat zo spoedig mogelijk de nodige herstelmaatregelen worden genomen om de kwaliteit van het water weer op peil te brengen, waarbij onder meer wordt gelet op de mate waarin de parameterwaarde in kwestie is overschreden en op het mogelijke gevaar voor de volksgezondheid. § 3. Ongeacht het feit of er al dan niet aan de parameterwaarden wordt voldaan, zorgt de leverancier ervoor dat de levering van voor menselijke consumptie bestemd water dat gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid wordt verboden of dat het gebruik ervan wordt beperkt of dat er andere maatregelen worden genomen om de volksgezondheid te beschermen. In dat geval worden de verbruikers en de abonnees zo spoedig mogelijk over de situatie geïnformeerd en van het nodige advies voorzien. § 4. De leverancier besluit welke maatregelen krachtens § 3 noodzakelijk zijn en houdt daarbij tevens rekening met de risico's die een onderbreking van de levering of een beperking van het gebruik van voor menselijke consumptie bestemd water zouden opleveren voor de volksgezondheid. Die beslissing wordt voor informatie en eventueel advies aan het bestuur meegedeeld. § 5. Het bestuur kan richtlijnen opstellen om de leverancier te helpen bij de vervulling van zijn verplichtingen die voortvloeien uit § 4. § 6. Wanneer niet wordt voldaan aan de parameterwaarden of de specificaties van bijlage I, deel C, gaat de leverancier na of er een risico voor de volksgezondheid bestaat. Het resultaat van dit onderzoek wordt aan het bestuur medegedeeld. De leverancier neemt herstelmaatregelen om de kwaliteit van het water weer op peil te brengen indien de bescherming van de volksgezondheid dit vereist. De leverancier houdt het bestuur op de hoogte van de evolutie van de situatie. § 7. De leverancier zorgt ervoor dat, indien er herstelmaatregelen worden genomen, de verbruikers op de hoogte worden gebracht, behalve wanneer het bestuur oordeelt dat de overschrijding van de parameterwaarden van geen betekenis is. § 8. In geval van nood, gemotiveerd door het potentieel gevaar voor de volksgezondheid en het falen van de leverancier, kan de Minister het gebruik of de levering van voor menselijke consumptie bestemd water verbieden of beperken.

Afwijkingen

Art. 10.§ 1. Op verzoek van de leverancier kan de Minister, tot een door hem vast te stellen maximumwaarde, voorzien in afwijkingen van de parameterwaarden van bijlage I, deel B, indien de afwijking geen gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid en de levering van voor menselijke consumptie bestemd water in het betrokken gebied op geen enkele andere redelijke manier kan worden verzekerd. Deze afwijkingen moeten worden gebonden aan een zo kort mogelijke termijn die niet langer mag zijn dan drie jaar. Aan het einde van deze termijn wordt een evaluatie gemaakt om na te gaan of de situatie voldoende verbeterd is. Indien de Minister een tweede maal een afwijking wenst toe te staan, zendt hij de evaluatie en de redenen die zijn besluit motiveren toe aan de Europese Commissie.

Deze tweede afwijking geldt voor maximaal drie jaar. Het antwoord op afwijkingsaanvraag van de leverancier moet voor advies aan het bestuur worden voorgelegd. Het antwoord op de afwijkingsaanvraag moet binnen een termijn van zestig dagen worden gegeven. De termijn van zestig dagen vangt aan op de datum van de indiening van de aanvraag of op de datum van het antwoord op de vraag naar bijkomende inlichtingen die nodig zijn om de afwijkingsaanvraag te onderzoeken. Indien na het verstrijken van de termijn geen beslissing is genomen, wordt de afwijkingsaanvraag geacht te zijn geweigerd. § 2. In uitzonderlijke gevallen kan de Minister, op verzoek van de leverancier, de Europese Commissie verzoeken om een derde afwijking van maximaal drie jaar. § 3. Elk besluit omtrent een afwijking overeenkomstig §§ 1 en 2 moet de volgende inlichtingen bevatten : 1° de redenen van de afwijking;2° de betrokken parameter, de voorafgaande relevante controleresultaten en de maximaal toelaatbare waarde die voorzien is als afwijking;3° het geografisch gebied, de hoeveelheid geleverd water per dag, de betrokken bevolkingsgroep en de mogelijke gevolgen voor enig betrokken levensmiddelenbedrijf;4° een passend controleschema met, zo nodig, een verhoogde controlefrequentie;5° een samenvatting van het plan voor noodzakelijke herstelmaatregelen, met inbegrip van een werkschema, een kostenraming en de voorzieningen voor de evaluatie;6° de vereiste duur van de afwijking. § 4. Indien het bestuur van oordeel is dat de overschrijding van de parameterwaarde onbeduidend is en indien herstelmaatregelen overeenkomstig artikel 9, § 2, het probleem binnen maximaal 30 dagen kunnen oplossen, zijn de vereisten van § 3 niet van toepassing. In dat geval stelt het bestuur alleen de maximaal toelaatbare parameterwaarde vast en de tijd waarin het probleem moet worden opgelost. § 5. Paragraaf 4 kan niet langer worden toegepast wanneer dezelfde parameterwaarde voor een bepaalde waterlevering in de voorafgaande twaalf maanden in totaal meer dan 30 dagen is overschreden. § 6. De leverancier die van de in dit artikel bedoelde afwijkingsmogelijkheden gebruik maakt, zorgt ervoor dat de betrokken bevolking zo spoedig mogelijk naar behoren over de afwijking en de daaraan verbonden voorwaarden wordt ingelicht. Bovendien zorgt de leverancier ervoor dat zo nodig advies wordt verstrekt aan specifieke bevolkingsgroepen waarvoor de afwijking een speciaal risico kan opleveren.

De leverancier brengt het bestuur op de hoogte van alle maatregelen die hij volgens artikel 10, § 6, eerste lid, genomen heeft.

Behoudens andersluidende beslissing van het bestuur, zijn de bepalingen van deze paragraaf niet van toepassing op het geval bedoeld in § 4. § 7. Met uitzondering van krachtens § 4 toegestane afwijkingen stelt de Minister de Europese Commissie binnen twee maanden in kennis van elke afwijking die betrekking heeft op een waterlevering van gemiddeld meer dan 1 000 m3 per dag of aan meer dan 5 000 personen. Daarbij verstrekt hij de in § 3 vermelde gegevens.

Waarborging van de kwaliteit van behandeling, installaties en materialen

Art. 11.De leverancier neemt alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de stoffen of de in nieuwe installaties gebruikte materialen voor de bereiding of de distributie van voor menselijke consumptie bestemd water, en de door dergelijke stoffen of materialen veroorzaakte verontreinigingen niet in een hogere concentratie in het water achterblijven dan voor het gebruik van die stoffen of materialen noodzakelijk is en dat zij er direct noch indirect toe leiden dat afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de volksgezondheid waarin dit besluit voorziet. De basisdocumenten en technische specificaties bedoeld in het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 betreffende de voor de bouw bestemde producten moeten voldoen aan de eisen van dit besluit.

Herziening van de bijlagen

Art. 12.De Minister moet de bijlagen I, II en III aanpassen aan de voorschriften die voortvloeien uit de wijzigingen van richtlijn 98/83/EG van 3 november 1998 die zijn aangebracht door de Europese Commissie volgens de beschikkingen van de artikelen 11 en 12 van deze richtlijn.

Informatie en rapportage

Art. 13.§ 1. Elke gebruiker kan van de leverancier passende en recente informatie verkrijgen over de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemd water en over het leveringsgebied die hem bevoorraadt. § 2. Het bestuur moet : 1° controleren dat de leverancier de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de verbruikers over passende en actuele informatie over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water beschikken, en waar nodig de procedure voor het verstrekken van de informatie vaststellen;2° onverminderd de bepalingen van de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad inzake de toegang tot informatie met betrekking tot het milieu in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een driejaarlijks verslag opstellen over de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water, teneinde de verbruikers te informeren.Het eerste verslag bestrijkt de jaren 2002, 2003 en 2004.

Elk verslag heeft minimaal betrekking op alle individuele watervoorzieningen van gemiddeld meer dan 1 000 m3 per dag of aan meer dan 5 000 personen. Het omvat drie kalenderjaren en wordt vóór het einde van het kalenderjaar volgend op de verslagperiode gepubliceerd; 3° zijn verslag binnen twee maanden na publicatie aan de Europese Commissie bezorgen;4° samen met het eerste verslag over de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water, verslag uitbrengen aan de Europese Commissie over de maatregelen die de leverancier heeft genomen of voornemens is te nemen om te voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 7, § 3, en van bijlage I, deel B, opmerking 10. § 3. De vorm en de minimuminhoud van de in § 2 bedoelde verslagen en de met toepassing van artikel 8, § 6 verkregen gegevens worden vastgesteld rekening houdend met de maatregelen bepaald in de artikelen 3, 5°; 3, 6°; 3, 7°; 6; 8, § 2; 9; 10, § 6; 10, § 7 en 15.

Tijdschema voor de naleving

Art. 14.Onverminderd de opmerkingen 2 en 4 in bijlage I, deel B, moet de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemd water op 25 december 2003 aan de bepalingen van dit besluit voldoen.

Uitzonderlijke gevallen

Art. 15.In uitzonderlijke gevallen kan de Minister, op verzoek van de leverancier en voor geografisch afgebakende gebieden bij de Commissie een bijzonder verzoek indienen voor uitstel op het in artikel 14 bedoelde tijdschema. Dit uitstel mag niet langer zijn dan drie jaar.

Aan het einde van deze termijn moet een evaluatie worden gemaakt, waarvan de resultaten moeten worden meegedeeld aan de Commissie, die op basis van deze evaluatie een tweede bijkomende periode van maximaal drie jaar kan toekennen.

In het met redenen omklede verzoek wordt melding gemaakt van de ondervonden moeilijkheden en worden ten minste alle in artikel 10, § 3, genoemde gegevens opgenomen.

Indien de leverancier van dit artikel gebruik maakt, dient hij de betrokken bevolking zo spoedig mogelijk en op een passende wijze in te lichten over het resultaat van zijn verzoek. Bovendien zorgt de leverancier ervoor dat zo nodig advies wordt verstrekt aan de specifieke bevolkingsgroepen waarvoor de aanvraag een bijzonder risico kan opleveren. De leverancier dient de informatie en de adviezen eerst voor akkoord of opmerkingen aan het bestuur voor te leggen.

Opheffing

Art. 16.Het koninklijk besluit van 19 juni 1989 betreffende de kwaliteit van het leidingwater voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.

Schendingen

Art. 17.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden bestraft overeenkomstig artikel 5 van de wet van 14 augustus 1933 betreffende de bescherming van drinkwater.

Inwerkingtreding

Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Artikel 16 treedt evenwel pas in werking op 25 december 2003.

Uitvoering

Art. 19.De Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die het Waterbeleid onder zijn bevoegdheden heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 januari 2002.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

Bijlage I. - PARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN DEEL A Microbiologische parameters Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002 betreffende de kwaliteit van het leidingwater.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

Bijlage II. - CONTROLE TABEL A Te analyseren parameters 1. Bewaking Bewaking heeft tot doel regelmatig informatie te verstrekken over de organoleptische en microbiologische kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, alsook informatie over de doeltreffendheid van drinkwaterbehandeling (met name van desinfectie) waar die plaatsvindt, om uit te maken of het voor menselijke consumptie bestemd water al dan niet in overeenstemming is met de parameterwaarden van dit besluit. De volgende parameters moeten worden bewaakt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002 betreffende de kwaliteit van het leidingwater.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN Bijlage III - SPECIFICATIES VOOR DE ANALYSE VAN PARAMETERS Elk laboratorium waar monsters worden geanalyseerd, moet voor de betrokken parameters geaccrediteerd zijn. 1. Parameters waarvoor analysemethoden gespecificeerd zijn : De volgende beginselen voor methoden voor microbiologische parameters worden gegeven als referentie wanneer een CEN/ISO-methode wordt opgegeven of als leidraad, in afwachting van de eventuele toekomstige aanneming van andere voorschriften overeenkomstig artikel 11. Alternatieve methoden kunnen gebruikt worden mits aan artikel 7, § 4, b, wordt voldaan.

Colibacteriën en Escherichia coli (E. coli) (ISO 9308-1) Enterokokken (ISO 7899-2) Telling van micro-organismen die gekweekt kunnen worden - telling kolonies bij 22 °C (prEN ISO 6222) Clostridium perfringens (met inbegrip van sporen) Membraanfiltratie gevolgd door anaërobe incubatie van het membraan op de m-CP agar van het Clostridium perfringens milieu (opmerking 1) bij 44 + 1 °C gedurende 21 + 3 uur. Tel de opaakgele kolonies die roze of rood worden na blootstelling aan ammoniakdampen gedurende 20 tot 30 seconden.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002 betreffende de kwaliteit van het leidingwater.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

Bijlage IV TOEGELATEN TECHNOLOGISCHE HULPMIDDELEN VOOR DE WATERBEHANDELING 4.1. Voor desinfectie of oxidatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2002 betreffende de kwaliteit van het leidingwater.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

^