Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juni 2003
gepubliceerd op 30 oktober 2003

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de inhoud en de algemene voorstelling van het gemeentelijk ontwikkelingsplan

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031349
pub.
30/10/2003
prom.
12/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/12/2003031349/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JUNI 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de inhoud en de algemene voorstelling van het gemeentelijk ontwikkelingsplan


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stede bouw, inzonderheid op de artikel 36;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 december 1995 inzake de inhoud van het gemeentelijk ontwikkelingsplan en de algemene voorstelling van het basisdossier;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 november 2002;

Gelet op het advies van de Raad van State van 7 maart 2003;

Overwegende dat het de bedoeling van dit besluit is om van het gemeentelijk ontwikkelingsplan een document te maken voor een duidelijke identificatie van het gemeentelijk project en als hulpmiddel voor de besluitvorming en het lokaal openbaart beleid, in het kader van de gemeentelijke legislatuur;

Overwegende dat de structuur van het gemeentelijk ontwikkelingsplan grondig herzien werd;

Dat het gaat om ineens het geheel van een gegeven thematiek te behandelen vanaf de bestaande situatie tot aan de behoeften, via de behoeften, de grote bestaande projecten en de analyse van de gewestelijke context en de betrekkingen met de aangrenzende gemeenten, in naleving van de gewestelijke doelstellingen en plannen;

Dat de ontwikkeling van elk thema vanuit die verschillende hoeken moet uitmonden op het dictum van het gemeentelijk project;

Dat de synthese, uitgevoerd op basis van het onderzoek van deze thema's, het operationele deel van het plan vormt dat meer bepaald zal toelaten de prioritaire interventiegebieden van de gemeente te omlijnen;

Dat het doel van de synthese erin bestaat de inspanningen te bundelen op gekozen thematieken en gebieden i.p.v. verspreide doelstellingen voorop te zetten die redelijkerwijs niet gehaald zouden kunnen worden;

Op voorstel van de Minister-Voorzitter, bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° "Minister" : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Ruimtelijke Ordening.2° "plan" : het gemeentelijk ontwikkelingsplan. HOOFDSTUK II Inhoud en voorstelling van het gemeentelijk ontwikkelingsplan

Art. 2.Het plan omvat twee delen : het eerste is een analyse van de thema's die het gemeentelijk beleid vormen, het tweede is het gemeentelijk project dat meer bepaald zal toelaten de prioritaire interventiezones en -gebieden van de gemeente te omlijnen.

Het wordt voorafgegaan door een methodologisch opgevatte inleiding die de doelstelling en de algemene oogmerken ervan omschrijft.

Art. 3.§ 1. Het eerste deel van het plan, de analyse van de thema's die het gemeentelijk beleid vormen, moet minstens de volgende thema's aansnijden : 1° de evolutie van de bevolking en van de woongelegenheid, met inbegrip van de woningen die aan de OCMW's toebehoren of die ervan afhangen en, in voorkomend geval, de woningen die beheerd worden door de openbare vastgoedmaatschappijen die van de gemeente afhangen;2° de evolutie van de werkgelegenheid en van de economische activiteiten;3° de voorzieningen van collectief belang en van openbare diensten;4° het verkeer, de verplaatsingen, het parkeren en de verkeersveiligheid;5° het milieu, de groene ruimten, de hinder en de vervuiling; 6° de openbare ruimten, de stadsvernieuwing, het opmerkelijk onroerend erfgoed en de algemene toestand van het vastgoedpark., met inbegrip van de voorwaarden voor de realisatie en actualisering van een inventaris van de onbewoonbare, verlaten en leegstaande gebouwen. § 2. Voor elk van onder hogerop aangehaalde thema's, zal het plan meer bepaald zijn samengesteld uit : 1° de vaststelling van de bestaande feitelijke toestand en van de bestaande rechtstoestand met inbegrip van haar evolutie;2° de grote bestaande of geplande openbare en privé-projecten;3° de gemeente in de gewestelijke context en in haar relatie met haar buren;4° de identificatie van de gewestelijke doelstellingen terzake;5° de evolutie van de behoeften.

Art. 4.Het plan omvat, naast de analyse van de thema's enerzijds, overeenkomstig artikel 36 van de ordonnantie houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, na evaluatie van de geldende bijzondere bestemmingsplannen, de aan de bijzondere bestemmingsplannen aan te brengen wijzigingen evenals overeenkomstig artikel 65septies de opheffingen van hun volledige of van delen van hun perimeter en anderzijds, overeenkomstig artikel 171 van de ordonnantie houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, de in functie van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening te herziene gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen.

Art. 5.§ 1. Het tweede deel van het plan is een operationeel deel dat de naam gemeentelijk project krijgt en tot stand komt op basis van het onderzoek van de in artikel 3 § 1 bedoelde thema's ter identificatie van de voornaamste oogmerken en politieke assen van het gemeentelijk plan en ter definitie van namelijk de prioritaire interventiegebieden van de gemeente.

Het gemeentelijk project zal in ieder geval de doelstellingen en te nemen maatregelen inzake ruimtelijke ordening en verplaatsingen moeten overnemen. § 2. Het in § 1 bedoeld gemeentelijk project omvat : 1° de vastlegging van de doelstellingen en prioriteiten;2° de voor het halen van de vastgelegde doelstellingen en prioriteiten in te zetten middelen en te nemen maatregelen.

Art. 6.Het plan wordt als volgt opgevat : 1° een methodologische inleiding die de lezer een snelle beoordeling moet kunnen laten maken van onder meer de doelstellingen, van de uitwerkingsprocedure of ook nog van de structuur van het plan;2° een woordelijke en cartografische inhoud van de onder artikel 3, § 1 en overeenkomstig artikel 3, § 2, ontwikkelde thema's;3° een woordelijke en cartografische inhoud van het onder artikel 5, § 1, bedoeld en overeenkomstig artikel 5, § 2, ontwikkeld gemeentelijk project, met inbegrip van : kaarten die de prioritaire interventiegebieden afbakenen en, voor elk van deze gebieden, de voornaamste nagestreefde doeleinden en de synthese van de geprogrammeerde acties; samenvattingstabellen die een overzicht geven van de voorziene gemeentelijke interventies en van de door de gemeente gewenste interventies maar waarbij andere gemeentelijke, gewestelijke, pararegionale of andere actoren ook betrokken zijn, evenals, voor iedere interventie, van de hoofd- en bijactoren, van hun aard en type (organisatie-, investerings-, reglementaire, algemene of bijzondere maatregel), van de in te zetten middelen, van de geplande termijn en van het vereiste budget. HOOFDSTUK III. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 7.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 december 1995 betreffende de inhoud van het gemeentelijk ontwikkelingsplan en de algemene voorstelling van het basisdossier wordt opgeheven.

Dit besluit blijft provisorisch gelden wat betreft de uitwerking en de inhoud van ontwerpplannen gebaseerd op een vóór de inwerkingtreding van de ordonnantie van 18 juli 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw gebaseerd basisdossier.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .

Art. 9.De Minister tot wiens bevoegdheden Ruimtelijke Ordening behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 juni 2003.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, D. DUCARME

^