Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 mei 2005
gepubliceerd op 08 juli 2005

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2005031219
pub.
08/07/2005
prom.
12/05/2005
ELI
eli/besluit/2005/05/12/2005031219/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 MEI 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 8, eerste lid;

Gelet op de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid artikel 8;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 december 1994 houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd door de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 mei 1998 en van 4 juni 1998;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 januari 2005;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 november 2004;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 december 2004;

Gelet op het advies 38.112/1 van de Raad van State, gegeven op 17 februari 2005, in toepassing van artikel 84 § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De adviezen van consulenten of externe organisaties bedoeld in artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moeten betrekking hebben op punctuele managementadviezen van een onderneming en streven naar een verbetering van de werking of van het concurrentievermogen van die onderneming. § 2. Overeenkomstig de door de Europese Unie uitgevaardigde regels, mogen de adviezen van consulenten of externe organisaties niet van permanente of periodieke aard zijn, noch tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren, zoals routinematig belastingadvies, regelmatige dienstverlening op juridisch gebied of reclame. § 3. De adviezen mogen in geen geval betrekking hebben op problemen inzake dagelijks en recurrent beheer van de onderneming en moeten verplicht door consulenten of externe organisaties verschaft worden. § 4. De regelmatig in onderaanneming uitbestede adviesopdrachten zijn niet betoelaagbaar. § 5. De consulenten of externe organisaties moeten gespecialiseerd zijn in het beschouwde domein, minstens twee jaar actief zijn en blijk geven van een voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand van een lijst met referenties en onafhankelijk zijn van de begunstigde van de steun.

Art. 2.§ 1. Onder voorbehoud van de bepaling vermeld in artikel 8, § 3, van dezelfde ordonnantie, bedraagt de steun maximum 25.000 euro per advies. § 2. Het toelaatbaar minimumbedrag van een advies is 1.000 euro.

Art. 3.Het aantal per onderneming ingediende adviezen is beperkt tot twee per kalenderjaar.

Art. 4.De toekenning van de steun is onderworpen aan het afsluiten van een voorafgaande overeenkomst tussen de begunstigde onderneming, de consulent of de externe organisatie en het Gewest.

De steun wordt uitgekeerd na betaling van het volledig advies, op basis van een door de begunstigde opgemaakt eindevaluatieverslag en van de door de begunstigde van de steun voorgelegde bewijsstukken.

Art. 5.§ 1. De vormingsacties bedoeld in artikel 8, § 2, van dezelfde ordonnantie moeten betrekking hebben op de directie, de kaderleden of het personeel van de onderneming.

Zij moeten een uitzonderlijk of dringend karakter hebben en erop gericht zijn de werking of het concurrentievermogen van de onderneming te verbeteren, met uitsluiting van de problemen van dagelijks, gewoon of recurrent beheer van de onderneming.

De vormingen worden gegeven door in het beschouwde domein gespecialiseerde maatschappijen, organisaties, instellingen of groeperingen die minstens twee jaar actief zijn en blijk geven van een voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand van een lijst met referenties en onafhankelijk zijn van de begunstigde van de steun. § 2. Onder voorbehoud van de bepaling vermeld in artikel 8, § 3, van dezelfde ordonnantie, bedraagt de steun maximum 7.500 euro per vormingsactie. § 3. Het toelaatbaar minimumbedrag van een vormingsactie is 500 euro. § 4.De steun wordt uitgekeerd na betaling van de volledige vormingsactie, op basis van een door de begunstigde opgemaakt eindevaluatieverslag en van de door de begunstigde van de steun voorgelegde bewijsstukken.

Art. 6.Het aantal per onderneming ingediende vormingsacties is beperkt tot drie per kalenderjaar.

Art. 7.De steunaanvraag moet vóór de vormingsactie worden ingediend, samen met de offerte en de factuur of het inschrijvingsformulier die door het opleidingsinstituut afgegeven worden.

Art. 8.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 december 1994 houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt opgeheven.

Art. 9.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 mei 2005.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE

^