Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 03 maart 2011
gepubliceerd op 18 maart 2011

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de omzetting van Richtlijn 2008/112/EG van 16 december 2008 tot wijziging van de Richtlijnen 76/768/EEG, 88/378/EEG en 1999/13/EG van de Raad en de Richtlijnen 2000/53/EG, 2002/96/EG en 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde ze aan te passen aan Verordening nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2011031137
pub.
18/03/2011
prom.
03/03/2011
ELI
eli/besluit/2011/03/03/2011031137/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 MAART 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de omzetting van Richtlijn 2008/112/EG van 16 december 2008 tot wijziging van de Richtlijnen 76/768/EEG, 88/378/EEG en 1999/13/EG van de Raad en de Richtlijnen 2000/53/EG, 2002/96/EG en 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde ze aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, de artikelen, 10, 11 en 13;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, artikel 6;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor de textielreiniging met behulp van solventen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de fabricage van schoeisel en pantoffels of delen daarvan;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de bewerking van rubber;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor wikkeldraadcoatinginstallaties;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de vervaardiging van geneesmiddelen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor leercoatinginstallaties;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor het lamineren van hout en kunststof;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de extractie van plantaardige oliën en dierlijke vetten en de raffinage van plantaardige oliën;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde coatingwerkzaamheden;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor het impregneren van houten oppervlakken;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 mei 2003 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde installaties voor het overspuiten van voertuigen of voertuigonderdelen die gebruik maken van oplosmiddelen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen in installaties voor de vervaardiging van vernis, lak, verf, inkt en pigmenten die gebruik maken van oplosmiddelen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen bij bepaalde drukactiviteiten of bepaalde werkzaamheden van de grafische industrie zoals lakken en op film zetten;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen bij bepaalde installaties in de voertuigcoatingindustrie die gebruik maken van oplosmiddelen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen in installaties voor oppervlaktereiniging;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 betreffende het beheer van afgedankte voertuigen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 2004 betreffende de beheerders van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;

Overwegende de Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 14 juli 2010;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad, gegeven op 8 juli 2010;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 november 2010, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit : Doelstelling

Artikel 1.Dit besluit beoogt de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2008/112/EG van 16 december 2008 tot wijziging van de Richtlijnen 76/768/EEG, 88/378/EEG en 1999/13/EG van de Raad en de Richtlijnen 2000/53/EG, 2002/96/EG en 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde ze aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels. Afdeling 1. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor de textielreiniging met behulp van solventen

Art. 2.In artikel 13 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor de textielreiniging met behulp van solventen worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt paragraaf 1, lid 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn de voorontvlekking en de textielreiniging met behulp van solventen waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 1, lid 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn de voorontvlekking en de textielreiniging met behulp van solventen waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. » Afdeling 2. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de fabricage van schoeisel en pantoffels of delen daarvan

Art. 3.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de fabricage van schoeisel en pantoffels of delen daarvan worden de punten 11°, 16°, 17° en 20° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr.1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 16° coating : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om op een oppervlak voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect te zorgen; » « 17° kleefstof : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om afzonderlijke delen van een product samen te kleven; » « 20° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen ».

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 5.In bijlagen III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 3. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de bewerking van rubber

Art. 6.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de bewerking van rubber worden de punten 11° en 17° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 17° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen; ».

Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 8.In bijlagen III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 4. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor wikkeldraadcoatinginstallaties

Art. 9.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor wikkeldraadcoatinginstallaties worden de punten 11°, 16°, 17° en 20° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 16° coating : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om op een oppervlak voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect te zorgen; » « 17° kleefstof : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om afzonderlijke delen van een product samen te kleven; » « 20° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen ».

Art. 10.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 11.In bijlagen III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 5. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de vervaardiging van geneesmiddelen

Art. 12.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de vervaardiging van geneesmiddelen worden de punten 11° en 18° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 18° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen ».

Art. 13.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 14.In bijlagen IA, III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 6. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor leercoating-installaties

Art. 15.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor leercoatinginstallaties worden de punten 11°, 16°, 17° en 20° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 16° coating : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om op een oppervlak voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect te zorgen; » « 17° kleefstof : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om afzonderlijke delen van een product samen te kleven; » « 20° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen; ».

Art. 16.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 17.In bijlagen III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 7. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor het lamineren van hout en kunststof

Art. 18.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor het lamineren van hout en kunststof worden de punten 11° en 18° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 18° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen; ».

Art. 19.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 20.In bijlagen IA, III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 8. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de extractie van plantaardige oliën en dierlijke vetten en de raffinage van plantaardige oliën

Art. 21.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor de extractie van plantaardige oliën en dierlijke vetten en de raffinage van plantaardige oliën worden de punten 11° en 17° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 17° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen ».

Art. 22.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 23.In bijlagen III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 9. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde coatingwerkzaamheden

Art. 24.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde coatingwerkzaamheden worden de punten 11°, 17°, 18°, 19° en 22° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen »; « 17° coating : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om op een oppervlak voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect te zorgen »; « 18° kleefstof : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om afzonderlijke delen van een product samen te kleven »; « 19° inkt : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat bij een drukactiviteit wordt gebruikt om een tekst of afbeeldingen op een oppervlak af te drukken »; « 22° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen ».

Art. 25.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 26.In bijlagen III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 10. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor het impregneren van houten oppervlakken

Art. 27.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor installaties voor het impregneren van houten oppervlakken worden de punten 11° en 17° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen »; « 17° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen ».

Art. 28.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 5 vervangen door de volgende tekst : « Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Lid 7 van hetzelfde artikel 5 wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde lid 7 van artikel 5 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». § 5. Met ingang van 1 juni 2015 worden in lid 9 van hetzelfde artikel 5 de woorden « risicozinnen » vervangen door « gevarenaanduidingen ».

Art. 29.In bijlagen IA, III en IV van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 11. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering

Art. 30.In artikel 34 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering wordt het punt 1°gewijzigd als volgt : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt punt 1° vervangen door de volgende tekst : « 1° gevaarlijke stof of gevaarlijk mengsel : elke stof die of elk mengsel dat als gevaarlijk moet worden beschouwd in de zin van Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten of een stof waarvoor de criteria van een van de volgende gevarenklassen of categorieën van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels vervuld zijn : a) de gevarenklassen 2.1 tot en met 2.4, 2.6 en 2.7, 2.8 typen A en B, 2.9, 2.10, 2.12, 2.13 categorieën 1 en 2, 2.14 categorieën 1 en 2, en 2.15 typen A tot en met F; b) de gevarenklassen 3.1 tot en met 3.6, 3.7 schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid of de ontwikkeling, 3.8 andere effecten dan een narcotische werking, 3.9 en 3.10; c) de gevarenklasse 4.1; d) de gevarenklasse 5.1. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt hetzelfde punt 1° vervangen door de volgende tekst : « 1° gevaarlijke stof of gevaarlijk mengsel : elke stof of elk mengsel waarvoor de criteria van een van de volgende gevarenklassen of categorieën van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels vervuld zijn : a) de gevarenklassen 2.1 tot en met 2.4, 2.6 en 2.7, 2.8 typen A en B, 2.9, 2.10, 2.12, 2.13 categorieën 1 en 2, 2.14 categorieën 1 en 2, en 2.15 typen A tot en met F; b) de gevarenklassen 3.1 tot en met 3.6, 3.7 schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid of de ontwikkeling, 3.8 andere effecten dan een narcotische werking, 3.9 en 3.10; c) de gevarenklasse 4.1; d) de gevarenklasse 5.1. »

Art. 31.Artikel 36quater van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 36quater.Voor elk op de markt gebracht nieuw type elektrische en elektronische apparatuur stelt de producent, invoerder of derde die in hun naam handelt, informatie voor hergebruik en verwerking, en wel binnen het jaar nadat zij die op de markt hebben gebracht, ter beschikking van de verwerkings- en recyclingsinrichtingen. De informatie bevat zonodig aanwijzingen over de verschillende onderdelen en materialen van de apparatuur, alsook de plaatsen in de apparatuur waar zich gevaarlijke stoffen en mengsels bevinden. De informatie wordt met name verstrekt in de vorm van handboeken of via elektronische media. De informatie wordt tegelijkertijd aan het BIM overgezonden. »

Art. 32.In artikel 38 van hetzelfde besluit wordt de eerste paragraaf vervangen door wat volgt : « 1° gevaarlijke stof : elke gevaarlijke stof in de zin van het besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 betreffende het beheer van afgedankte voertuigen; Afdeling 12. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 15 mei 2003 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde installaties voor het overspuiten van voertuigen of voertuigonderdelen die gebruik maken van oplosmiddelen

Art. 33.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 mei 2003 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde installaties voor het overspuiten van voertuigen of voertuigonderdelen die gebruik maken van oplosmiddelen worden de punten 18° en 19° vervangen door wat volgt : « 18° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 19° coating : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect te zorgen op een oppervlak, op : a) nieuwe auto's die in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen Règlement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, worden gedefinieerd als voertuigen van categorie M1 en, voorzover de coating plaatsvindt in dezelfde installatie als voertuigen van M1, van categorie N1;b) vrachtwagencabines, gedefinieerd als de behuizing voor de chauffeur en de daarmee geïntegreerde behuizing voor de technische apparatuur van voertuigen, die in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 als voertuigen van de categorieën N2 en N3 worden gedefinieerd;c) bestelwagens en vrachtwagens, in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 gedefinieerd als voertuigen van de categorieën N1, N2 en N3, met uitzondering van vrachtwagencabines;d) bussen, in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 gedefinieerd als voertuigen van de categorieën M2 en M3;e) aanhangwagens, gedefinieerd in de categorieën 01, 02, 03 en 04 in het koninklijk besluit van 15 maart 1968;».

Art. 34.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt paragraaf 2 vervangen door de volgende tekst : « § 2. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaandui dingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 2 vervangen door de volgende tekst : « § 2. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Paragraaf 4 van hetzelfde artikel wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 4 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». Afdeling 13. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen in installaties voor de vervaardiging van vernis, lak, verf, inkt en pigmenten die gebruik maken van oplosmiddelen

Art. 35.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen in installaties voor de vervaardiging van vernis, lak, verf, inkt en pigmenten die gebruik maken van oplosmiddelen worden de punten 11°, 17° en 23° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 17° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen; » « 23° inkt : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat bij een drukactiviteit wordt gebruikt om een tekst of afbeeldingen op een oppervlak af te drukken; ».

Art. 36.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt paragraaf 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Paragraaf 3 van hetzelfde artikel wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 3 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». Afdeling 14. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen bij bepaalde drukactiviteiten of bepaalde werkzaamheden van de grafische industrie zoals lakken en op film zetten

Art. 37.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen bij bepaalde drukactiviteiten of bepaalde werkzaamheden van de grafische industrie zoals lakken en op film zetten worden de punten 13°, 18°, 19°, 20° en 24° vervangen door wat volgt : 13° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr.1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 18° coating : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om op een oppervlak voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect te zorgen; » « 19° kleefstof : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om afzonderlijke delen van een product samen te kleven; » « 20° inkt : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat bij een drukactiviteit wordt gebruikt om een tekst of afbeeldingen op een oppervlak af te drukken; » « 24° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen ».

Art. 38.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt paragraaf 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld.

De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties en : - de geschiktheid voor het gebruik van de mogelijke opties; - hun potentiële effecten op de menselijke gezondheid in het algemeen en tijdens de blootstelling op het werk in het bijzonder; - hun eventuele effecten op het leefmilieu; - hun economische effecten, met name hun kosten en voordelen.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld.

De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties en : - de geschiktheid voor het gebruik van de mogelijke opties; - hun potentiële effecten op de menselijke gezondheid in het algemeen en tijdens de blootstelling op het werk in het bijzonder; - hun eventuele effecten op het leefmilieu; - hun economische effecten, met name hun kosten en voordelen.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Paragraaf 3 van hetzelfde artikel wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 3 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ».

Art. 39.In bijlage II van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 15. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen bij bepaalde installaties in de voertuigcoatingindustrie die gebruik maken van oplosmiddelen

Art. 40.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen bij bepaalde installaties in de voertuigcoatingindustrie die gebruik maken van oplosmiddelen worden de punten 16°, 23° en 24° vervangen door wat volgt : « 16° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen; ». « 23° coating : een mengsel, met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of mengsels die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect te zorgen op een oppervlak, op : a) nieuwe auto's die in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen Règlement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, worden gedefinieerd als voertuigen van categorie M1 en, voorzover de coating plaatsvindt in dezelfde installatie als voertuigen van M1, van categorie N1;b) vrachtwagencabines, gedefinieerd als de behuizing voor de chauffeur en de daarmee geïntegreerde behuizing voor de technische apparatuur van voertuigen, die in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 als voertuigen van de categorieën N2 en N3 worden gedefinieerd;c) bestelwagens en vrachtwagens, in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 gedefinieerd als voertuigen van de categorieën N1, N2 en N3, met uitzondering van vrachtwagencabines;d) bussen, in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 gedefinieerd als voertuigen van de categorieën M2 en M3;e) aanhangwagens, gedefinieerd in de categorieën 01, 02, 03 en 04 in het koninklijk besluit van 15 maart 1968;» « 24° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; ».

Art. 41.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt paragraaf 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld.

De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties en : - de geschiktheid voor het gebruik van de mogelijke opties; - hun potentiële effecten op de menselijke gezondheid in het algemeen en tijdens de blootstelling op het werk in het bijzonder; - hun eventuele effecten op het leefmilieu; - hun economische effecten, met name hun kosten en voordelen.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld.

De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties en : - de geschiktheid voor het gebruik van de mogelijke opties; - hun potentiële effecten op de menselijke gezondheid in het algemeen en tijdens de blootstelling op het werk in het bijzonder; - hun eventuele effecten op het leefmilieu; - hun economische effecten, met name hun kosten en voordelen.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Paragraaf 3 van hetzelfde artikel wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 3 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ». Afdeling 16. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen in installaties voor oppervlaktereiniging

Art. 42.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juli 2003 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen in installaties voor oppervlaktereiniging worden de punten 11° en 18° vervangen door wat volgt : « 11° mengsel : in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, een mengsel of een oplossing bestaande uit twee of meer stoffen; » « 18° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid daarvan in mengsels die tijdens het uitoefenen van een activiteit worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen; ».

Art. 43.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : § 1. Met ingang van 1 december 2010 wordt paragraaf 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F of de risicozinnen R45, R46, R49, R60 of R61 zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, maar er moet rekening gehouden worden met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 2. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 1 vervangen door de volgende tekst : « § 1. Verboden zijn stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduidingen H340, H350, H350i, H360D of H360F zijn toegekend of die van deze aanduidingen moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. De milieuvergunning kan evenwel het gebruik van dergelijke stoffen of mengsels toestaan, rekening houdend met de aanbevelingen die door de Europese Commissie gepubliceerd werden in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 1999/13/CE van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties.

In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door minder schadelijke stoffen of mengsels moeten worden vervangen. » § 3. Paragraaf 3 van hetzelfde artikel wordt gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 is toegekend » worden vervangen door « de risicozin R40 of R68 is toegekend »; ii) de woorden « de vermelding van R40 » worden vervangen door « de vermelding van R40 of R68 ». § 4. Met ingang van 1 juni 2015 wordt dezelfde paragraaf 3 gewijzigd als volgt : i) de woorden « de risicozin R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 »; ii) de woorden « de vermelding van R40 of R68 » worden vervangen door « de gevarenaanduiding H341 of H351 ».

Art. 44.In bijlage II van hetzelfde besluit wordt het woord « preparaten » vervangen door « mengsels ». Afdeling 17. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 betreffende het beheer van afgedankte voertuigen

Art. 45.Met ingang van 1 december 2010 wordt artikel 2, 20° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 betreffende het beheer van afgedankte voertuigen vervangen door wat volgt : « 20° gevaarlijke stof : een stof waarvoor de criteria van een van de volgende gevarenklassen of categorieën van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels vervuld zijn : a) de gevarenklassen 2.1 tot en met 2.4, 2.6 en 2.7, 2.8 typen A en B, 2.9, 2.10, 2.12, 2.13 categorieën 1 en 2, 2.14 categorieën 1 en 2, en 2.15 typen A tot en met F; b) de gevarenklassen 3.1 tot en met 3.6, 3.7 schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid of de ontwikkeling, 3.8 andere effecten dan een narcotische werking, 3.9 en 3.10; c) de gevarenklasse 4.1; d) de gevarenklasse 5.1. » Afdeling 18. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 2004 betreffende de beheerders van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Art. 46.§ 2. Artikel 7 van hetzelfde besluit is vervangen door wat volgt : «

Art. 7.Uit alle AEEA moeten ten minste de volgende stoffen, mengsels en onderdelen worden verwijderd en het centrum is uitgerust om uit alle AEEA ten minste de volgende elementen te verwijderen en in geschikte en afzonderlijke houders op te slaan : 1° polychloorbifenyl (PCB)-houdende condensatoren overeenkomstig het besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 maart 1999 betreffende de planning van de verwijdering van polychloorbifenylen (PCB's) en polychloorterfenylen (PCT's) : 2° kwikhoudende onderdelen zoals schakelaars en lampen voor achtergrondverlichting;3° batterijen;4° printplaten van mobiele telefoons in het algemeen en van andere apparaten indien de oppervlakte van de printplaat meer dan 10 cm5 bedraagt;5° tonercassettes met vloeibare of pasteuze toner, en kleurentoners;6° kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten;7° asbestafval en onderdelen die asbest bevatten;8° beeldbuizen;9° chloorfluorkoolstoffen (CFK's), chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's) of fluorkoolwaterstoffen HFK's), koolwaterstoffen (HC's);10° gasontladingslampen;11° lcd-schermen (in voorkomend geval met toebehoren) met een oppervlak van meer dan 100 cm5 en schermen met achtergrondverlichting met behulp van gasontladingslampen;12° uitwendige elektrische kabels;13° onderdelen die vuurvaste keramische vezels bevatten zoals beschreven in bijlage VI, derde deel, van Verordening (CE) n° 1272/2008;14° onderdelen die radioactieve stoffen bevatten, met uitzondering van onderdelen beneden de vrijstellingsdrempels, die vastgesteld zijn in het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen Règlement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;15° elektrolytische condensatoren die gevaarlijke stoffen bevatten (hoogte > 25 mm, diameter > 25 mm, of met een naar verhouding vergelijkbaar volume).»

Art. 47.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 9.De in de artikelen 7 en 8 bedoelde stoffen, mengsels en onderdelen worden aan een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende ophaler overhandigd. » Slotbepaling

Art. 48.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 maart 2011.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu, Mevr. E. HUYTEBROECK

^