Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 01 december 2016
gepubliceerd op 03 februari 2017

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 3.500.000,00 EUR aan de Brusselse gemeenten voor het jaar 2016 om voor een deel de terugbetaling te dekken van de woon-werk verplaatsingskosten van hun personeelsleden

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017010311
pub.
03/02/2017
prom.
01/12/2016
ELI
eli/besluit/2016/12/01/2017010311/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 DECEMBER 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 3.500.000,00 EUR aan de Brusselse gemeenten voor het jaar 2016 om voor een deel de terugbetaling te dekken van de woon-werk verplaatsingskosten van hun personeelsleden


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 18 december 2015 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2016, inzonderheid op het beschikbaar krediet ingeschreven op basisallocatie 10.005.27.17.43.22;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Overwegende het protocol 2016/01 afgesloten in het comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat het nodig is om de gemeenten ondersteuning te bieden bij hun mobiliteitsbeleid;

Overwegende dat de gemeenten een financiële impuls moeten krijgen voor het versterken van de beleidsinstrumenten die de zachte mobiliteit van hun personeelsleden aanmoedigen;

Overwegende dat daartoe krachtens het protocol 2016/01 gewestelijke middelen moeten worden vrijgemaakt;

Overwegende dat de personeelsuitgaven belangrijke en terugkerende lasten zijn;

Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die hiertoe zijn ingeschreven op de basisallocatie 10.005.27.17.43.22 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het dienstjaar 2016, wordt een subsidie van 3.500.000,00 EUR aan de Brusselse gemeenten toegekend om voor een deel de terugbetaling te dekken van de woon-werk verplaatsingskosten van het gemeentepersoneel.

Art. 2.De gemeente komt in aanmerking voor de subsidie als zij de reglementaire wijzigingen integreert die haar toelaten om de uitgaven in verband met de tegemoetkoming van de gemeente in de woon-werk verplaatsingskosten van haar personeelsleden, waarin de volgende minimumbasis inbegrepen is, in te schrijven in haar uitgavenbegroting betreffende het dienstjaar 2017, waarbij de verschillende posten niet noodzakelijk cumulatief zijn : a)voetgangerspremies, ter hoogte van € 0,2/km; b) fietspremies, ter hoogte van € 0,2/km;c) MIVB-abonnementen voor 100 % mits een derdebetalersovereenkomst;d) de NMBS-abonnementen ter hoogte van de voorziene bedragen krachtens het koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden. Wanneer het gemeentelijk reglement voorziet in combinaties van de posten a), b), c) en d), dan dient enkel de belangrijkste tegemoetkoming deze voorschriften na te leven.

Art. 3.Enkel de onderstaande posten kunnen door de subsidie worden gefinancierd : a) de voetgangerspremies, ter hoogte van € 0,2/km;b) de fietspremies, ter hoogte van € 0,2/km;c) de MIVB-abonnementen. Het maximale subsidiebedrag zoals bedoeld in artikel 2 voor elke gemeente wordt beperkt naar rata van het aantal voltijdse equivalenten bij de gemeente op 31 december 2016.

Art. 4.§ 1. De betaling van de in artikel 1 bedoelde subsidie gebeurt in een enkele keer : - na ontvangst en analyse van de in § 3 bedoelde verantwoordingsstukken. - tegen overlegging van een schuldvordering gericht aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel volgens de modaliteiten bepaald in § 2, binnen de termijn van 15 dagen nadat de begunstigde het verzoek van de bevoegde rekenplichtige heeft ontvangen.

Na de controle van de bewijsstukken beschikt de begunstigde, vanaf de ontvangst van de brief van de rekenplichtige over 15 dagen tijd om zijn argumenten voor te leggen indien hij niet akkoord gaat met de voorgestelde bedragen.

De bevoegde rekenplichtige neemt de eindbeslissing na analyse van de verweermiddelen van de begunstigde. § 2. De schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel - Directie Comptabiliteit - CCN - Lokaal 8.119, Vooruitgangstraat 80, bus 1, 1035 Brussel.

De schuldvordering vermeldt : - de reden van de betaling, - het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, - het visumnummer voor vastlegging, - het bankrekeningnummer waarop dit bedrag gestort moet worden.

Bovendien moet deze schuldvordering opgesteld worden op papier met briefhoofd, gedateerd en ondertekend door een persoon die gemachtigd is de begunstigde te binden.

Indien bankgegevens gecreëerd of gewijzigd worden, dient een schriftelijk attest van de begunstigde via een apart schrijven naar volgend adres gestuurd te worden : Master Data - Brussel Financiën en Begroting CCN - 8e verdieping (bureau 8.119), Vooruitgangsstraat 80 bus 1, 1035 Brussel. § 3. De bewijsstukken bestaan uit : - de productie van de reglementen waarvan sprake in artikel 2; - het aanleggen van een voor waar en echt verklaarde lijst met de posten die door de subsidie worden gefinancierd. Deze lijst wordt afgesloten met een totaal.

De bewijsstukken moeten verplicht ten laatste op 30 april 2017 ingediend worden bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Brussel Plaatselijke Besturen - Directie Gesubsidieerde Initiatieven, City Center, Kruidtuinlaan 20, 1ste verdieping, 1035 Brussel.

De begunstigde gemeenten moeten ervoor zorgen dat het dossier volledig en in één keer wordt ingediend.

Geen enkel bijkomend stuk zal aanvaard worden na de hierboven vermelde datum.

De controle van deze bewijsstukken door de beherende administratieve dienst moet toelaten vast te stellen of de verrichte uitgaven daadwerkelijk zijn aangegaan voor de verwezenlijking van de acties waarin dit besluit voorziet.

Art. 5.De Minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen of zijn Administratie mag de begunstigde alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en mag alle daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te bekomen.

Art. 6.De Directie Gesubsidieerde Initiatieven van Brussel Plaatselijke Besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel is aangewezen als de administratieve dienst die toeziet op het goed beheer van de door dit besluit toegekende kredieten.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2016.

Art. 8.De Minister die bevoegd is voor de Plaatselijke Besturen, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 december 2016.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT

^