Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 februari 2017
gepubliceerd op 02 maart 2017

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de controle van de beschikbaarheid van de werkzoekenden wonende op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017010886
pub.
02/03/2017
prom.
16/02/2017
ELI
eli/besluit/2017/02/16/2017010886/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de controle van de beschikbaarheid van de werkzoekenden wonende op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op de vervulling van de in artikel 6, § 3bis, 1° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bedoelde vormvereiste;

Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris, artikel 4, eerste lid, 10 en 4bis;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheids-reglementering, de artikelen 36/1 tot 36/11, 56 tot 56/6 en 58 tot 58/12 gewijzigd of ingevoegd bij koninklijk besluit van 14 december 2015;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van Actiris van 26 oktober 2016;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 24 november 2016;

Gelet op de gendertest uitgevoerd op 23 september 2016 overeenkomstig artikel 13, § 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies 60.757/1 van de Raad van State, gegeven op 25 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de werkloosheidsreglementering : artikel 7 van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en zijn uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, zijn uitvoeringsbesluiten, en het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag; 2°. De directie Beschikbaarheid : de directie waarbinnen de dienst is opgericht die de controle van de beschikbaarheid van de verplicht ingeschreven werkzoekenden, zoals bepaald in artikel 4bis van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris, uitoefent; 3° actieve beschikbaarheid : de verplichting om actief op zoek te gaan naar werk zoals bepaald in de werkloosheidsreglementering;4° aangepaste beschikbaarheid : de verplichting om mee te werken aan een gepersonaliseerde begeleiding zoals bepaald in de werkloosheidsreglementering;5° passieve beschikbaarheid : de verplichting om een passende dienstbetrekking te aanvaarden en om mee te werken aan bepaalde stappen zoals bepaald in de werkloosheidsreglementering en in het bijzonder door art.51, § 1, al. 2, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering; 6° jonge werknemer : de jonge werknemer zoals bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;7° beroepsinschakelingstijd : de tijd die een jonge werknemer moet doorlopen krachtens en binnen de voorwaarden van de werkloosheidsreglementering om toegelaten te worden tot het recht op inschakelingsuitkeringen;8° de volledig werkloze : de werkloze zoals gedefinieerd in artikel 27, 1°, a) en b) van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;9° Dispo J : controleprocedure van de actieve beschikbaarheid van de jonge werknemers onderworpen aan de verplichting van actieve beschikbaarheid;10° Dispo G : controleprocedure van de actieve beschikbaarheid van de volledig werklozen;11° evaluatie : evaluatieprocedure die wordt beëindigd door een evaluatiebeslissing;12° globale evaluatie : evaluatieprocedure in het kader van de aangepaste beschikbaarheid die wordt beëindigd door een evaluatiebeslissing;13° de Minister : De Minister van Tewerkstelling binnen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;14° het Beheerscomité : het beheerscomité vermeldt in artikel 8 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende de organisatie en werking van Actiris;15° de algemene directie : de directeur-generaal en adjunct-generaal-directeur van Actiris. HOOFDSTUK 2. - Werking van de dienst Controle van de Beschikbaarheid Afdeling 1. - Organisatie van de dienst Controle van de

Beschikbaarheid

Art. 2.Een dienst Controle van de Beschikbaarheid wordt opgericht binnen de Directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde de beslissings -en uitvoeringsbevoegdheid inzake de controle van de actieve en passieve beschikbaarheid van de werklozen wonende op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit te voeren en het opleggen van de sancties dienaangaande.

Deze dienst is een onafhankelijke en neutrale dienst. Hij oefent zijn bevoegdheden op onpartijdige wijze uit. In geval van een reëel of schijnbaar belangenconflict laten de leden van deze dienst zich vervangen.

Art. 3.De Dienst Controle van de Beschikbaarheid omvat een administratieve cel en een team van evaluatoren. Afdeling 2. - De evaluatoren en het Evaluatiecollege

Art. 4.De evaluatoren oefenen, alleen of op collegiale wijze volgens de omstandigheden bepaald in dit besluit, de beslissings- en uitvoeringsbevoegdheid inzake de controle van de actieve en passieve beschikbaarheid van de werklozen wonende op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit en het opleggen van de sancties dienaangaande.

Art. 5.§ 1. Er wordt een evaluatiecollege, samengesteld uit drie evaluatoren, opgericht.

Een evaluator mag enkel deel uitmaken van een evaluatiecollege indien hij, op geen enkele wijze, heeft deelgenomen aan het voorafgaande verloop van de procedure van de controle van de actieve of aangepaste beschikbaarheid binnen dewelke het college tussenkomt. § 2. Het evaluatiecollege delibereert in het geheim en neemt zijn beslissingen bij gewone meerderheid. HOOFDSTUK 3. - De opvolging van de actieve beschikbaarheid Afdeling 1. - Dispo J

Art. 6.Bij zijn eerste inschrijving als werkzoekende bij Actiris na het einde van zijn studies, ontvangt de jonge werknemer een informatiebrief over zijn rechten en zijn plichten betreffende zijn inschrijving als werkzoekende en omtrent de procedure voor de controle van de actieve beschikbaarheid die toegepast wordt tijdens de beroepsinschakelingstijd.

Art. 7.§ 1. Op het einde van de vijfde maand van zijn beroepsinschakelingstijd en binnen de zes weken die volgen op deze termijn behoudens redenen van uitstel, wordt de actieve beschikbaarheid van de jonge werknemer onderworpen aan de controle van de actieve beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering, geëvalueerd vanaf zijn inschrijving als werkzoekende. § 2. Indien de informatie betreffende het actief zoekgedrag naar werk waarover Actiris beschikt in het dossier van de werkzoekende van de jonge werknemer toelaat te bepalen dat de inspanningen van de jonge werknemer voldoende waren ten aanzien van de elementen van evaluatie gedefinieerd door de werkloosheidsreglementering, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief. In deze brief wordt de jonge werknemer er tevens aan herinnerd dat hij zijn inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verderzetten en dat een tweede evaluatie zal plaatsvinden op het einde van de negende maand van zijn beroepsinschakelingstijd. § 3. Indien de informatie bedoeld in paragraaf 2 niet toelaat te bepalen dat de inspanningen van de jonge werknemer voldoende waren ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidsreglementering, wordt hij opgeroepen via gewone brief, ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending, voor een gesprek met een evaluator. In de oproeping worden de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. § 4. Indien de evaluator tijdens het gesprek vaststelt dat de jonge werknemer voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld op het einde van het gesprek. Ter gelegenheid van deze schriftelijke mededeling wordt de jonge werknemer er tevens aan herinnerd dat hij de inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verderzetten en dat een tweede evaluatie zal plaatsvinden op het einde van de negende maand van zijn beroepsinschakelingstijd. § 5. Indien de evaluator tijdens het gesprek niet kan vaststellen dat de jonge werknemer voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, informeert de evaluator de jonge werknemer dat hij moet verschijnen voor het evaluatiecollege.

De evaluator overhandigt hem onmiddellijk zijn oproeping voor het evaluatiecollege, schriftelijk met bewijs van ontvangst. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens meegedeeld aan de jonge werknemer dat hij tijdens het gesprek met het evaluatiecollege mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 6. Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de jonge werknemer voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek. In deze brief wordt de jonge werknemer er tevens aan herinnerd dat hij de inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verderzetten en dat een tweede evaluatie zal plaatsvinden op het einde van de negende maand van zijn beroepsinschakelingstijd.

Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de jonge werknemer niet voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, wordt hem een in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing meegedeeld via een per post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek. In deze brief wordt er aan de jonge werknemer tevens meegedeeld dat hij zijn inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verbeteren, dat een tweede evaluatie zal plaatsvinden op het einde van de negende maand van zijn beroepsinschakelingstijd en, voor zover de twee voorgaande evaluatiebeslissingen werden genomen na een gesprek, een derde drie maanden later uitgevoerd volgens dezelfde modaliteiten, dat zijn toelating tot het recht op inschakelingsuitkeringen zal uitgesteld zijn alsook de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissing. § 7. De jonge werknemer die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief, zoals geregeld in paragraaf 3, wanneer de als rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan.

De jonge werknemer die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 5, alinea 2, en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief wanneer de als rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan om zich aan te melden voor het evaluatiecollege, en dit ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending. Er wordt tevens meegedeeld aan de jonge werknemer dat hij mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 8. De jonge werknemer die zich, zonder geldige reden, niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 of in paragraaf 5, alinea 2 wordt opnieuw opgeroepen via een per post aangetekende brief voor een gesprek met het evaluatiecollege, zoals geregeld in paragraaf 6, ten vroegste vastgelegd 15 kalenderdagen na de datum van verzending. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens in meegedeeld aan de jonge werknemer dat hij tijdens het gesprek met het evaluatiecollege mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht.

Indien de jonge werknemer zich niet aanmeldt voor deze oproeping, komt een negatieve evaluatie ambtshalve tot stand. De in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing wordt hem meegedeeld via een per post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op de afwezigheid. In deze brief wordt er aan de jonge werknemer tevens meegedeeld dat hij zijn inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verbeteren, dat een tweede evaluatie zal plaatsvinden op het einde van de negende maand van zijn beroepsinschakelingstijd, dat zijn toelating tot het recht op inschakelingsuitkeringen uitgesteld zal zijn en dat hijzelf een derde evaluatie zal moeten aanvragen, ten vroegste drie maanden na de volgende evaluatie teneinde te kunnen genieten van twee positieve evaluaties, alsook de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissing. § 9. Elke evaluatiebeslissing die de jonge werknemer krijgt tijdens zijn beroepsinschakelingstijd wordt onmiddellijk meegedeeld aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Art. 8.§ 1. Op het einde van de negende maand van zijn beroepsinschakelingstijd en binnen de zes weken die volgen op deze termijn, behoudens reden van uitstel, wordt de actieve beschikbaarheid van de jonge werknemer onderworpen aan de controle van de actieve beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering geëvalueerd vanaf het einde van de vorige geëvalueerde periode. § 2. Indien de informatie betreffende het actief zoekgedrag naar werk waarover Actiris beschikt in het dossier van de werkzoekende van de jonge werknemer toelaten te bepalen dat de inspanningen van de jonge werknemer voldoende waren ten aanzien van de elementen van evaluatie gedefinieerd door de werkloosheidsreglementering, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief. § 3. Indien de informatie bedoeld in paragraaf 2 niet toelaat te bepalen dat de inspanningen van de jonge werknemer voldoende waren ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald in de werkloosheidsreglementering, wordt hij opgeroepen via gewone brief, ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending, voor een gesprek met een evaluator. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. § 4. Indien de evaluator tijdens het gesprek vaststelt dat de jonge werknemer voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, wordt hem schriftelijk een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld op het einde van het gesprek. § 5. Indien de evaluator tijdens het gesprek niet kan vaststellen dat de jonge werknemer voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, informeert de evaluator de jonge werknemer dat hij moet verschijnen voor het evaluatiecollege.

De evaluator overhandigt hem onmiddellijk zijn oproeping voor het evaluatiecollege, schriftelijk met bewijs van ontvangst. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens in meegedeeld aan de jonge werknemer dat hij tijdens het gesprek met het evaluatiecollege mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 6. Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de jonge werknemer voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek.

Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de jonge werknemer niet voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, wordt hem een in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing meegedeeld via een per post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek. In deze brief wordt er aan de jonge werknemer tevens meegedeeld dat hij zijn inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verbeteren, en dat, voor zover de eerste evaluatiebeslissing eveneens werd genomen na een gesprek, een derde evaluatie uitgevoerd volgens dezelfde modaliteiten als de voorgaande zal plaatsvinden drie maanden na het begin van de tweede evaluatie, dat zijn toelating tot het recht op inschakelingsuitkeringen zal uitgesteld zijn. § 7. De jonge werknemer die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid, door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden, wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief, zoals geregeld in paragraaf 3, wanneer de rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan.

De jonge werknemer die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 5, alinea 2, en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief wanneer de rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan, om zich aan te melden voor het evaluatiecollege, en dit ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending. Er wordt tevens meegedeeld aan de jonge werknemer dat hij mag worden bijgestaan worden door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 8. De jonge werknemer die zich, zonder geldige reden, niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in § 3 of in § 5, alinea 2 wordt opnieuw opgeroepen via een per post aangetekende brief voor een gesprek met het evaluatiecollege, zoals geregeld in § 6, vastgelegd ten vroegste vijftien kalenderdagen na de datum van verzending. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens in meegedeeld aan de jonge werknemer dat hij, tijdens het gesprek met het evaluatiecollege, mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht.

Indien de jonge werknemer zich niet aanmeldt voor deze oproeping, komt een negatieve evaluatie ambtshalve tot stand. De in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing wordt hem meegedeeld via een per post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op zijn afwezigheid. In deze brief wordt er aan de jonge werknemer tevens meegedeeld dat hij zijn inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verbeteren, dat zijn toelating tot het recht op inschakelingsuitkeringen zal uitgesteld zijn en dat hijzelf één of meerdere andere evaluaties zal moeten aanvragen, elkeen ten vroegste drie maanden na de laatste evaluatie teneinde te kunnen genieten van twee positieve evaluaties, alsook de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissing.

De betekening van de ambtshalve negatieve evaluatie informeert de jonge werknemer eveneens dat hij zich, binnen de dertig werkdagen, te rekenen vanaf het gesprek waarop hij afwezig was, mag aanmelden bij de directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde een nieuw gesprek aan te vragen met het evaluatiecollege, zoals geregeld in paragraaf 6. § 9. Indien de jonge werknemer zich spontaan aanbiedt binnen de dertig werkdagen wordt hem een attest overhandigd waarin een gesprek wordt vastgelegd binnen de vijf dagen die volgen op zijn aanmelding bij de directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde zijn actieve zoektocht naar werk te evalueren. In het attest is vermeld dat in geval van een nieuwe afwezigheid van zijnentwege, de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing behouden zal blijven op de datum waarop zij werd toegepast overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 8, alinea 2.

Indien het gesprek een positieve evaluatiebeslissing tot gevolg heeft, wordt de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing herzien en een nieuwe betekening wordt hem verzonden overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 6, alinea 1. De herziening van de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing wordt meegedeeld aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Indien het gesprek een negatieve evaluatiebeslissing tot gevolg heeft, blijft de oorspronkelijke beslissing gehandhaafd en wordt deze hem opnieuw betekend overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 8, alinea 2. § 10. Elke evaluatiebeslissing die de jonge werknemer krijgt tijdens zijn beroepsinschakelingstijd wordt onmiddellijk meegedeeld aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Art. 9.§ 1. Een evaluatie kan worden gevraagd door de jonge werknemer wanneer hij niet over twee positieve evaluatiebeslissingen beschikt als gevolg van, ofwel zijn niet-aanmelding zonder geldige reden voor het evaluatiecollege, ofwel één of meerdere gesprekken. Deze evaluatie wordt op dezelfde manier uitgevoerd als de evaluatie die heeft plaatsgevonden op het einde van de negende maand van zijn beroepsinschakelingstijd. § 2. De door de jonge werknemer gevraagde evaluatie heeft betrekking op de periode die verlopen is sinds het begin van de vorige evaluatie tot aan de aanvraag tot evaluatie ingediend door de jonge werknemer.

De aanvraag tot evaluatie van de jonge werknemer mag pas ten vroegste drie maanden na de vorige evaluatie plaatsvinden. § 3. De jonge werknemer moet zijn aanvraag indienen bij de dienst Controle van de Beschikbaarheid via een aangetekende brief. De evaluatie wordt geacht te beginnen op de datum van verzending van de per post aangetekende brief. Afdeling 2. - Dispo G

Art. 10.Op het ogenblik van zijn eerste inschrijving als werkzoekende bij Actiris en bij elke herinschrijving na een onderbreking van de inschrijving gedurende een ononderbroken periode van ten minste 3 maanden, krijgt de volledige werkloze een informatiebrief over zijn rechten en plichten betreffende zijn inschrijving als werkzoekende en omtrent de procedure voor de controle van de actieve beschikbaarheid die toegepast wordt tijdens de duur van zijn werkloosheid.

Art. 11.§ 1. Op het einde van de negende maand volgend op zijn inschrijving of herinschrijving als werkzoekende, wordt de actieve beschikbaarheid van de volledig werkloze onderworpen aan de controle van de actieve beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering, geëvalueerd vanaf zijn inschrijving of herinschrijving als werkzoekende. § 2. Indien de informatie betreffende het actief zoekgedrag naar werk waarover Actiris beschikt in het dossier van de werkzoekende van de volledig werkloze toelaat te bepalen dat de inspanningen van de volledig werkloze voldoende waren ten aanzien van de elementen van evaluatie gedefinieerd door de werkloosheidsreglementering, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief. In deze brief wordt de volledig werkloze er tevens aan herinnerd dat hij zijn inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verderzetten en dat na elke positieve evaluatiebeslissing een nieuwe evaluatie zal plaatsvinden om de 12 maanden gedurende de duur van zijn werkloosheid en zolang hij onderworpen is aan de verplichting van actieve beschikbaarheid. § 3. Indien de informatie bedoeld in paragraaf 2 niet toelaat te bepalen dat de inspanningen van de volledig werkloze voldoende waren ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidsreglementering, wordt hij opgeroepen via gewone brief, ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending, voor een gesprek met een evaluator. In de oproeping worden de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. § 4. Indien de evaluator tijdens het gesprek vaststelt dat de volledig werkloze voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld op het einde van het gesprek. Ter gelegenheid van deze schriftelijke mededeling wordt de volledig werkloze er tevens aan herinnerd dat hij de inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verderzetten en een nieuwe evaluatie zal plaatsvinden om de twaalf maanden gedurende de duur van zijn werkloosheid en zolang hij onderworpen is aan de verplichting van actieve beschikbaarheid. § 5. Indien de evaluator tijdens het gesprek niet kan vaststellen dat de volledig werkloze voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, informeert de evaluator de volledig werkloze dat hij moet verschijnen voor het evaluatiecollege.

De evaluator overhandigt hem onmiddellijk zijn oproeping voor het evaluatiecollege, schriftelijk met bewijs van ontvangst. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens meegedeeld aan de volledig werkloze dat hij tijdens het gesprek met het evaluatiecollege mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 6. Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de volledig werkloze voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidreglementering, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek. In deze brief wordt de volledig werkloze er tevens aan herinnerd dat hij de inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verderzetten en een nieuwe evaluatie zal plaatsvinden om de twaalf maanden gedurende de duur van zijn werkloosheid en zolang hij onderworpen is aan de verplichting van actieve beschikbaarheid.

Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de volledig werkloze niet voldoende inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk heeft geleverd ten aanzien van de elementen van evaluatie bepaald door de werkloosheidsreglementering, wordt hem een in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie bepaald overeenkomstig de werkloosheidsreglementering meegedeeld via een per post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek. In deze brief wordt er aan de volledig werkloze tevens meegedeeld dat hij zijn inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verbeteren, dat een nieuwe evaluatie vijf maanden later zal plaatsvinden, alsook de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissing en de bijgevolg opgelegde sanctie. De negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie wordt aan de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling meegedeeld. § 7. De volledig werkloze die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid, door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief zoals geregeld in paragaaf 3, wanneer de als rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan.

De volledig werkloze die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 5, alinea 2, en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief wanneer de als rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan om zich aan te melden voor het evaluatiecollege, en dit ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending. Er wordt tevens meegedeeld aan de volledig werkloze dat hij mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 8. De volledig werkloze die zich, zonder geldige reden, niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 of in paragraaf 5, alinea 2 wordt een tweede maal opgeroepen via een aangetekende brief voor een gesprek met het evaluatiecollege zoals geregeld in de paragraaf 6, vastgelegd ten vroegste vijftien kalenderdagen na de datum van verzending. In deze oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens in meegedeeld aan de volledig werkloze dat hij, tijdens het gesprek met het evaluatiecollege, mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht.

Indien de volledig werkloze zich niet aanmeldt voor de tweede oproeping, komt een negatieve evaluatie ambtshalve tot stand. De in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie bepaald overeenkomstig de werkloosheidsreglementering wordt hem meegedeeld via een ter post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op zijn afwezigheid. In deze brief wordt er aan de volledig werkloze tevens meegedeeld dat hij zijn inspanningen inzake het actief zoekgedrag naar werk moet verbeteren, dat een nieuwe evaluatie vijf maanden later zal plaatsvinden, alsook de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissingen en de bijgevolg opgelegde sanctie, overeenkomstig de werkloosheids-reglementering. De negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie wordt aan de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling meegedeeld.

De betekening van de ambtshalve negatieve evaluatie informeert de volledig werkloze eveneens dat hij zich, binnen de dertig werkdagen, te rekenen vanaf het gesprek waarop hij afwezig was, mag aanmelden bij de directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde een nieuw gesprek aan te vragen met het evaluatiecollege, zoals geregeld in paragraaf 6. § 9. Indien de volledig werkloze zich spontaan aanbiedt binnen de dertig werkdagen wordt hem een attest overhandigd waarin een gesprek wordt vastgelegd binnen de vijf dagen die volgen op zijn aanmelding bij de directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde zijn actieve zoektocht naar werk te evalueren. In het attest is vermeld dat in geval van een nieuwe afwezigheid van zijnentwege, de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing behouden zal blijven op de datum waarop zij werd toegepast overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 8, alinea 2.

Indien het gesprek een positieve evaluatiebeslissing tot gevolg heeft, wordt de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing herzien en een nieuwe betekening wordt hem verzonden overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 6, alinea 1. De herziening van de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing wordt meegedeeld aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Indien het gesprek een negatieve evaluatiebeslissing tot gevolg heeft, blijft de oorspronkelijke beslissing gehandhaafd en wordt deze hem opnieuw betekend overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 8, alinea 2.

Art. 12.In geval van een positieve evaluatiebeslissing wordt de actieve beschikbaarheid van de volledig werkloze onderworpen aan de controle van de actieve beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering, opnieuw geëvalueerd op het einde van een periode van twaalf maanden aangevangen hebbende bij het begin van de vorige evaluatie.

Deze evaluatie wordt geleid op dezelfde manier als deze die plaatsvindt op het einde van de negende maand volgend op de inschrijving of herinschrijving van de volledig werkloze als werkzoekende.

Art. 13.In geval van een negatieve evaluatiebeslissing, vindt een nieuwe evaluatie plaats op het einde van een periode van vijf maanden, periode aangevangen hebbende bij het begin van de vorige evaluatie of, eventueel, op het einde van de sanctietermijn opgelegd naar aanleiding van de vorige negatieve evaluatiebeslissing.

Deze evaluatie wordt geleid op dezelfde manier als deze die plaatsvindt op het einde van de negende maand volgend op de inschrijving of herinschrijving van de volledig werkloze als werkzoekende. HOOFDSTUK 4. - De opvolging van de aangepaste beschikbaarheid Afdeling 1. - Volledig werkloze van 60 jaar en ouder

Art. 14.De volledig werkloze die gaat onderworpen zijn aan de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering omdat hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, ontvangt een informatiebrief over zijn rechten en plichten betreffende zijn inschrijving als werkzoekende en over de procedure van de controle van de aangepaste beschikbaarheid waaraan hij zal onderworpen zijn in de loop van het kalenderkwartaal dat het kalenderkwartaal waarin de datum van zijn 60ste verjaardag zich situeert voorafgaat.

De volledig werkloze van 60 jaar oud of meer op het ogenblik van zijn inschrijving als werkzoekende bij Actiris en die onderworpen is aan een verplichting tot aangepaste beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering krijgt, tijdens deze inschrijving, een informatiebrief over zijn rechten en plichten betreffende zijn inschrijving als werkzoekende en over de procedure van controle van de aangepaste beschikbaarheid waaraan hij onderworpen zal worden.

Art. 15.§ 1. Eén jaar na het begin van zijn gepersonaliseerde begeleiding, wordt de aangepaste beschikbaarheid van de volledig werkloze van 60 jaar en ouder onderworpen aan de controle van de aangepaste beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering globaal geëvalueerd, rekening houdend met het profiel van de werkloze en de termijnen van verwezenlijking van de acties voorzien in het kader van de gepersonaliseerde begeleiding. § 2. Indien de informatie waarover Actiris beschikt in het dossier van de werkzoekende van de volledig werkloze van 60 jaar en ouder toelaten te bepalen dat hij op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief. § 3. Indien de informatie bedoeld in paragraaf 2 niet toelaat te bepalen dat de volledig werkloze van 60 jaar en ouder op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld, wordt hij opgeroepen via gewone brief, ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending, voor een gesprek met een evaluator. In de oproeping zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. § 4. Indien de evaluator tijdens het gesprek vaststelt dat de volledig werkloze van 60 jaar en ouder op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld wordt een positieve evaluatiebeslissing hem schriftelijk meegedeeld op het einde van het gesprek. § 5. Indien de evaluator tijdens het gesprek niet kan vaststellen dat de volledig werkloze van 60 jaar en ouder op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld informeert de evaluator de volledig werkloze van 60 jaar en ouder dat hij moet verschijnen voor het evaluatiecollege.

De evaluator overhandigt hem onmiddellijk zijn oproeping voor het evaluatiecollege, schriftelijk met bewijs van ontvangst. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens meegedeeld aan de volledig werkloze van 60 jaar en ouder dat hij tijdens het gesprek met het evaluatiecollege mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 6. Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de volledig werkloze van 60 jaar en ouder op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek.

Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de volledig werkloze van 60 jaar en ouder niet op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld, wordt hem een in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie overeenkomstig de werkloosheidsreglementering meegedeeld via een per post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek. In deze brief zijn tevens de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissing vermeld en de bijgevolg opgelegde sanctie overeenkomstig de werkloosheidsreglementering. De negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie wordt aan de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling meegedeeld. § 7. De volledig werkloze van 60 jaar en ouder die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid, door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief zoals geregeld in paragaaf 3, wanneer de als rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan.

De volledig werkloze van 60 jaar en ouder die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 5, alinea 2, en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief wanneer de als rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan om zich aan te melden voor het evaluatiecollege, en dit ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending. Er wordt tevens meegedeeld aan de volledig werkloze van 60 jaar en ouder dat hij mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 8. De volledig werkloze van 60 jaar en ouder die zich, zonder geldig motief, niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 of in paragraaf 5, alinea 2 wordt een tweede maal opgeroepen via een aangetekende brief voor een gesprek met het evaluatiecollege, zoals geregeld in paragraaf 6, vastgelegd ten vroegste vijftien kalenderdagen na de datum van verzending. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens in meegedeeld aan de volledig werkloze van 60 jaar een meer dat hij, tijdens het gesprek met het evaluatiecollege, kan bijgestaan worden door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht.

Indien de volledig werkloze van 60 jaar en ouder zich niet aanmeldt voor de tweede oproeping, komt een negatieve evaluatie ambtshalve tot stand. De in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie overeenkomstig de werkloosheidsreglementering wordt hem meegedeeld via een ter post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op zijn niet-aanmelding. In deze brief zijn tevens de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissing vermeld en de bijgevolg opgelegde sanctie overeenkomstig de werkloosheidsreglementering. De negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie wordt aan de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling meegedeeld.

De betekening van de ambtshalve negatieve evaluatie informeert de volledig werkloze van 60 jaar en ouder eveneens dat hij zich, binnen de dertig werkdagen, te rekenen vanaf het gesprek waarop hij afwezig was, mag aanmelden bij de directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde een nieuw gesprek aan te vragen met het evaluatiecollege, zoals geregeld in paragraaf 6. § 9. Indien de volledig werkloze van 60 jaar en ouder zich spontaan aanbiedt binnen de dertig werkdagen wordt hem een attest overhandigd waarin een gesprek wordt vastgelegd binnen de vijf dagen die volgen op zijn aanmelding bij de directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde te evalueren of hij op een positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld in het kader van de gepersonaliseerde begeleiding. In het attest is vermeld dat in geval van een nieuwe afwezigheid van zijnentwege, de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing behouden zal blijven op de datum waarop zij werd toegepast overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 8, alinea 2.

Indien het gesprek een positieve evaluatiebeslissing tot gevolg heeft, wordt de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing herzien en een nieuwe betekening wordt hem verzonden overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 6, alinea 1. De herziening van de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing wordt meegedeeld aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Indien het gesprek een negatieve evaluatiebeslissing tot gevolg heeft, blijft de oorspronkelijke beslissing gehandhaafd en wordt deze hem opnieuw betekend overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 8, alinea 2. Afdeling 2. - Deeltijdse werknemer met behoud van rechten

Art. 16.Op het ogenblik dat hij zich inschrijft als werkzoekende overeenkomstig artikel 131bis, § 1, 2° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering krijgt de deeltijdse werknemer met behoud van rechten die onderworpen is of onderworpen zal zijn aan een verplichting tot aangepaste beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering een informatiebrief over zijn rechten en plichten betreffende zijn inschrijving als werkzoekende en over de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid waaraan hij onderworpen is of onderworpen zal zijn.

Art. 17.§ 1. Op het einde van de vierentwintigste maand volgend op de inschrijving bedoeld in het voorgaande artikel, wordt de aangepaste beschikbaarheid van de deeltijdse werknemer met behoud van rechten onderworpen aan de controle van de aangepaste beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering globaal geëvalueerd, rekening houdend met zijn profiel en de termijnen van verwezenlijking van de acties voorzien in het kader van de gepersonaliseerde begeleiding. § 2. Indien de informatie waarover Actiris beschikt in het dossier van de werkzoekende van de deeltijdse werknemer met behoud van rechten toelaten te bepalen dat hij op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld, wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief. In deze brief wordt de deeltijdse werknemer met behoud van rechten er tevens aan herinnerd dat hij op positieve wijze moet blijven meewerken aan de acties die hem worden voorgesteld, dat na elke positieve evaluatiebeslissing een nieuwe globale evaluatie om de vierentwintig maanden zal plaatsvinden tijdens de duur van zijn werkloosheid en zolang hij onderworpen is aan de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid. § 3. Indien de informatie bedoeld in paragraaf 2 niet toelaat te bepalen dat de deeltijdse werknemer met behoud van rechten op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld, wordt hij opgeroepen via gewone brief, ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending, voor een gesprek met een evaluator. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. § 4. Indien de evaluator tijdens het gesprek vaststelt dat de deeltijdse werknemer met behoud van rechten op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld, wordt een positieve evaluatiebeslissing hem schriftelijk meegedeeld op het einde van het gesprek. Ter gelegenheid van deze schriftelijke kennisgeving wordt de deeltijdse werknemer met behoud van rechten er tevens aan herinnerd dat hij op positieve wijze moet blijven meewerken aan de acties die hem worden voorgesteld, dat na elke positieve evaluatiebeslissing, een nieuwe globale evaluatie om de vierentwintig maanden plaatsvindt tijdens de duur van zijn werkloosheid en zolang hij onderworpen is aan de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid. § 5. Indien de evaluator tijdens het gesprek niet kan vaststellen dat de deeltijdse werknemer met behoud van rechten op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld informeert de evaluator de deeltijdse werknemer met behoud van rechten dat hij moet verschijnen voor het evaluatiecollege.

De evaluator overhandigt hem onmiddellijk zijn oproeping voor het evaluatiecollege, schriftelijk met bewijs van ontvangst. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens meegedeeld aan de deeltijdse werknemer met behoud van rechten dat hij tijdens het gesprek met het evaluatiecollege mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 6. Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de deeltijdse werknemer met behoud van rechten op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld wordt hem een positieve evaluatiebeslissing meegedeeld via gewone brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek. In deze brief wordt de deeltijdse werknemer met behoud van rechten er tevens aan herinnerd dat hij op positieve wijze moet blijven meewerken aan de acties die hem worden voorgesteld, dat na elke positieve evaluatiebeslissing, een nieuwe globale evaluatie om de vierentwintig maanden zal plaatsvinden tijdens de duur van zijn werkloosheid en zolang hij onderworpen is aan de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid.

Indien het evaluatiecollege tijdens het gesprek vaststelt dat de deeltijdse werknemer met behoud van rechten niet op positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld, wordt hem een in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie overeenkomstig de werkloosheidsreglementering meegedeeld via een per post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op het gesprek. In deze brief wordt er tevens aan de deeltijdse werknemer met behoud van rechten meegedeeld dat hij op positieve wijze moet meewerken aan de acties die hem worden voorgesteld, dat een nieuwe globale evaluatie vierentwintig maanden later zal plaatsvinden alsook de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissing en de bijgevolg opgelegde sanctie. De negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie wordt aan de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling meegedeeld. § 7. De deeltijdse werknemer met behoud van rechten die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid, door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief zoals geregeld in paragaaf 3, wanneer de als rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan.

De deeltijdse werknemer met behoud van rechten die zich niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 5, alinea 2, en die zijn afwezigheid rechtvaardigt binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag van de afwezigheid door een duidelijk bewezen en als rechtvaardiging aanvaarde reden wordt opnieuw opgeroepen via gewone brief wanneer de als rechtvaardiging voor de afwezigheid aanvaarde reden opgehouden heeft te bestaan om zich aan te melden voor het evaluatiecollege, en dit ten vroegste zeven kalenderdagen na de datum van verzending. Er wordt tevens meegedeeld aan de deeltijdse werknemer met behoud van rechten dat hij mag worden bijgestaan door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht. § 8. De deeltijdse werknemer met behoud van rechten die zich, zonder geldige reden, niet aanmeldt voor de oproeping bedoeld in paragraaf 3 of paragraaf 5, alinea 2 wordt een tweede maal opgeroepen via een aangetekende brief voor een gesprek met het evaluatiecollege, zoals geregeld in de paragraaf 6, vastgelegd ten vroegste vijftien kalenderdagen na de datum van verzending. In de oproepingsbrief zijn de dag en het uur van het gesprek vastgelegd. Er wordt tevens in meegedeeld aan deeltijdse werknemer met behoud van rechten dat hij tijdens het gesprek met het evaluatiecollege mag bijgestaan worden door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende uitbetalingsinstelling heeft opgericht.

Indien de deeltijdse werknemer met behoud van rechten zich niet aanmeldt voor de tweede oproeping, komt een negatieve evaluatie ambtshalve tot stand. De in feite en in rechte gemotiveerde negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie overeenkomstig de werkloosheidsreglementering wordt hem meegedeeld via een ter post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op zijn afwezigheid. In deze brief wordt tevens aan de deeltijdse werknemer met behoud van rechten meegedeeld dat hij op positieve wijze moet meewerken aan de acties die hem worden voorgesteld, dat een nieuwe globale evaluatie vierentwintig maanden later plaatsvindt alsook de beroepsmogelijkheden tegen de negatieve evaluatiebeslissing en de bijgevolg opgelegde sanctie, overeenkomstig de werkloosheidsreglementering. De negatieve evaluatiebeslissing alsook de daarop betrekking hebbende sanctie wordt aan de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling meegedeeld.

De betekening van de ambtshalve negatieve evaluatie informeert de deeltijdse werknemer met behoud van rechten eveneens dat hij zich, binnen de dertig werkdagen, te rekenen vanaf het gesprek waarop hij afwezig was, mag aanmelden bij de directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde een nieuw gesprek aan te vragen met het evaluatiecollege, zoals geregeld in paragraaf 6. § 9. Indien de deeltijdse werknemer met behoud van rechten zich spontaan aanbiedt binnen de dertig werkdagen wordt hem een attest overhandigd waarin een gesprek wordt vastgelegd binnen de vijf dagen die volgen op zijn aanmelding bij de directie Beschikbaarheid van Actiris teneinde te evalueren of hij op een positieve wijze heeft meegewerkt aan de acties die hem werden voorgesteld in het kader van de gepersonaliseerde begeleiding. In het attest is vermeld dat in geval van een nieuwe afwezigheid van zijnentwege, de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing behouden zal blijven op de datum waarop zij werd toegepast overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 8, alinea 2.

Indien het gesprek een positieve evaluatiebeslissing tot gevolg heeft, wordt de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing herzien en een nieuwe betekening wordt hem verzonden overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 6, alinea 1. De herziening van de ambtshalve negatieve evaluatiebeslissing wordt meegedeeld aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Indien het gesprek een negatieve evaluatiebeslissing tot gevolg heeft, blijft de oorspronkelijke beslissing gehandhaafd en wordt deze hem opnieuw betekend overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 8, alinea 2.

Art. 18.De aangepaste beschikbaarheid van de deeltijdse werknemer met behoud van rechten onderworpen aan een verplichting van aangepaste beschikbaarheid op basis van de werkloosheidsreglementering wordt globaal geëvalueerd op het einde van elke periode van vierentwintig maanden aangevangen hebbende bij het begin van de voorgaande evaluatie overeenkomstig de modaliteiten vastgelegd in artikel 17 van dit besluit. HOOFDSTUK 5. - De controle van de passieve beschikbaarheid

Art. 19.§ 1. De administratieve cel van de dienst Controle van de Beschikbaarheid evalueert de ontvankelijkheid van de dossiers die haar worden overgemaakt door de diensten die de tekortkoming vaststellen in het kader van de controle van de passieve beschikbaarheid. § 2. Indien het dossier ontvankelijk is, wordt de verplicht ingeschreven werkzoekende uitgenodigd om gehoord te worden door een evaluator over de feiten die ertoe geleid hebben dat zijn dossier werd overgemaakt aan de dienst Controle van de Beschikbaarheid, en over zijn verweermiddelen.

Dit verhoor vindt ten vroegste vijftien kalenderdagen na de datum van verzending van de oproeping via een per post aangetekende brief plaats. In deze oproeping zijn vermeld, de reden, de dag en het uur van het verhoor, het gevolg van een niet-aanmelding en de modaliteiten voor een aanvraag tot uitstel, alsook de mogelijkheid van de verplicht ingeschreven werkzoekende om zich te laten bijstaan door een persoon naar zijn keuze of zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat of een afgevaardigde van een werknemersorganisatie.

Indien de verplicht ingeschreven werkzoekende verhindert is op de dag bepaald voor het verhoor, kan hij het uitstel van het verhoor vragen naar een datum die niet later mag zijn dan meer dan vijftien kalenderdagen na de oorspronkelijk vastgestelde datum. Behalve in geval van overmacht moet de schriftelijke aanvraag tot uitstel ten laatste de vijftiende dag die volgt op de verzending van de oproeping ontvangen zijn door de dienst Controle van de Beschikbaarheid. Behalve in geval van overmacht kan een uitstel slechts eenmaal worden toegekend. § 3. Indien naar aanleiding van het verhoor van de verplicht ingeschreven werkzoekende blijkt dat er geen tekortkomingen van zijnentwege zijn aan zijn verplichting van passieve beschikbaarheid, wordt het dossier zonder gevolg geklasseerd. De verplicht ingeschreven werkzoekende wordt ingelicht over deze zonder gevolg klassering via gewone brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op zijn verhoor. § 4. Indien na verhoor van de verplicht ingeschreven werkzoekende de tekortkoming aan de verplichting van passieve beschikbaarheid is vastgesteld, bepaalt de evaluator de toe te passen sanctie overeenkomstig de werkloosheidsreglementering.

De in feite en in rechte gemotiveerde beslissing wordt meegedeeld aan de verplicht ingeschreven werkloze via een per post aangetekende brief binnen de zeven kalenderdagen die volgen op zijn verhoor. In deze brief zijn tevens de beroepsmogelijkheden tegen de beslissing vermeld. § 5. Wanneer de verplicht ingeschreven werkzoekende zich niet aanmeldt bij het verhoor, noch in eigen persoon, noch via vertegenwoordiging, en hij geen aanvraag tot uitstel van het verhoor heeft gevraagd, neemt de evaluator een beslissing bij verstek. De beslissing wordt hem via een per post aangetekende brief meegedeeld binnen de zeven kalenderdagen die volgen op de afwezigheid.

Wanneer de beslissing een gevolg heeft op het recht op uitkeringen wordt ze meegedeeld aan de RVA met het oog op de uitvoering ervan. HOOFDSTUK 6. - Het paritair beroepscomité Afdeling 1. - Oprichting

Art. 20.Er wordt bij Actiris een paritair beroepscomité opgericht dat zich moet uitspreken over de administratieve beroepen bedoeld in artikel 24 van dit besluit. Afdeling 2. - Samenstelling en werking

Art. 21.§ 1. Het paritair beroepscomité is samengesteld uit minstens een Franstalige kamer minstens en een Nederlandstalige kamer. § 2. Elke kamer is samengesteld uit : 1° een voorzitter aangewezen binnen de personeelsleden van Actiris door het Beheerscomité, op voorstel van de algemene directie en een plaatsvervangend lid;2° drie leden dat de representatieve interprofessionele werkgeversorganisaties vertegenwoordigen;3° drie leden dat de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties vertegenwoordigen. De leden die de representatieve interprofessionele werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigen worden benoemd door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op basis van dubbele lijsten, voorgedragen door de representatieve interprofessionele werkgevers- en werknemersorganisaties.

Elke kamer wordt bijgestaan door een secretaris en een adjunct-secretaris. De secretaris en de adjunct-secretaris moeten personeelsleden zijn van Actiris. Zij worden aangewezen door het Beheerscomité, op voorstel van de algemene directie. § 3. Het mandaat van de voorzitters bedraagt 5 jaar; dit van de leden 3 jaar. Deze mandaten zijn hernieuwbaar.

De voorzitter of het lid, benoemd ter vervanging van een voorzitter of van een overleden of ontslagnemend lid, voltooit het mandaat van zijn voorganger. § 4. Er bestaat onverenigbaarheid tussen een mandaat in het beheerscomité en een mandaat in het paritair beroepscomité. § 5. Wanneer, omwille van de afwezigheid van het lid dat de werkgeversorganisaties vertegenwoordigt of van het lid dat de werknemersorganisaties vertegenwoordigt, het comité geen uitspraak kan doen over de beroepen, wordt het onderzoek van deze beroepen uitgesteld tot een latere zitting.

Het paritair beroepscomité delibereert in het geheim. Een beroep wordt gegrond verklaard wanneer de meerderheid van de aanwezige leden zich in deze zin uitspreken.

Art. 22.De minister bepaalt, na advies van het beheerscomité, het bedrag van het presentiegeld waar de leden van het paritair beroepscomité en hun respectievelijke plaatsvervangers, uitgezonderd de voorzitter, recht op hebben. Hij bepaalt op dezelfde wijze de bedragen en de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen voor reis- en verblijfskosten.

De werkingskosten van het paritair beroepscomité zijn ten laste van Actiris.

Art. 23.Het paritair beroepscomité stelt een huishoudelijk reglement op dat na advies van het beheerscomité, onderworpen wordt aan de goedkeuring van de Minister. Afdeling 3. - Beroepsmogelijkheden

Art. 24.§ 1. Binnen de vijftien dagen die volgen op de berichtgeving van de negatieve evaluatiebeslissing bedoeld in de artikelen 7, 8, 9, 11, 15 of 17 van dit besluit, kan de negatief geëvalueerde persoon een administratief beroep indienen bij het paritair beroepscomité, indien hij van mening is dat hij heeft voldaan aan de verplichting van beschikbaarheid waaraan hij was onderworpen.

Om ontvankelijk te zijn moet het beroep schriftelijk worden geformuleerd, gedateerd, getekend en overgemaakt worden aan de secretaris van het paritair beroepscomité, op de zetel van Actiris.

Dit geschrift moet ofwel tegen ontvangstbewijs worden overhandigd aan de secretaris of de adjunct-secretaris, ofwel via een per post aangetekende brief worden geadresseerd aan de secretaris.

De indiening van een administratief beroep heeft geen schorsend effect op het eventuele latere verloop van een procedure van de controle van de beschikbaarheid, noch op de beroepstermijnen bij de Hoven en Rechtbanken. § 2. Het comité is ertoe gehouden uitspraak te doen over het administratief beroep binnen de maand na ontvangst ervan, behalve indien de op een zitting van het comité opgeroepen werkloze het uitstel van het onderzoek van zijn beroep naar een latere zitting heeft verkregen, in welk geval het comité over een bijkomende termijn van een maand beschikt om zijn beslissing te nemen.

De termijn van één maand bedoeld in alinea 1 is opgeschort gedurende de periode binnen dewelke het comité, overeenkomstig artikel 21, § 5, in de onmogelijkheid verkeert zich uit te spreken over het ingediende beroep, wegens de afwezigheid van de leden die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen of van de leden die de werknemersvertegenwoordigers vertegenwoordigen.

Het administratief beroep wordt ambtshalve gegrond verklaard wanneer het comité zich niet heeft uitgesproken over het beroep binnen de termijn bepaald in deze paragraaf. § 3. Indien het beroep gegrond wordt verklaard, wordt de negatieve evaluatiebeslissing omgezet in een positieve evaluatiebeslissing en, in geval er een bijhorende sanctie is, wordt deze geannuleerd. § 4. De beslissing van het comité wordt aan de aanvrager betekend via een aangetekende brief. Een kopie van de beslissing wordt verstuurd naar de Directie Beschikbaarheid van Actiris en naar de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. HOOFDSTUK 7. - Overgangsbepaling

Art. 25.In afwijking van de artikelen 7, § 6 en 8, § 6, moet de jonge werknemer die, gedurende het eerste semester 2017, één of twee negatieve evaluaties heeft gekregen op het einde van de eerste twee evaluaties, een derde evaluatie aanvragen, ten vroegste drie maanden na het begin van de tweede evaluatie volgens de modaliteiten bepaald in artikel 9.

Deze evaluatie wordt op dezelfde manier uitgevoerd als de evaluatie die heeft plaatsgevonden op het einde van de negende maand van zijn beroepsinschakelingstijd. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 26.De Minsister bevoegd voor tewerkstelling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 februari 2017.

Voor de Brussels Hoofdstedelijke Regering : De minister-president, R. VERVOORT De Minister belast met Economie en Tewerkstelling, D. GOSUIN

^