Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 november 2017
gepubliceerd op 12 februari 2018

Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest tot wijziging van het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens met betrekking tot de voorwaarden voor het plaatsen van de verkeersborden B22 en B23

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017014355
pub.
12/02/2018
prom.
16/11/2017
ELI
eli/besluit/2017/11/16/2017014355/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest tot wijziging van het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens met betrekking tot de voorwaarden voor het plaatsen van de verkeersborden B22 en B23


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 1, eerste lid van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968;

Gelet op artikel 60.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens;

Gelet op de gendertest uitgevoerd bij toepassing van artikel 3 van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op advies 60.850/4 van de Raad van State, gegeven op 08 februari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de plaatsing van de verkeersborden B22 en B23 kadert in de doelstelling om de "befietsbaarheid" van alle wegen in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest te bevorderen.

Op voorstel van de Minister bevoegd Verkeersveiligheid;

Na beraadslaging Besluit :

Artikel 1.In het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens wordt een artikel 8.13 ingevoegd, luidende : "Art. 8.13. Verkeersborden B22 en B23 De verkeersborden B22 en B23 moeten geplaatst worden aan alle driekleurige verkeerslichten bedoeld in artikel 61 van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, behalve als dit omwille van veiligheidsredenen niet mogelijk is (zichtbaarheid, plaatsgesteldheid).

De verkeersborden B22 moeten in elk geval geplaatst worden wanneer de fietser die rechts afslaat terecht komt op : - een fietspad zoals bedoeld in artikel 2.7 van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; - een deel van de openbare weg aangeduid door het verkeersbord D10; - een weg of een deel van een openbare weg aangeduid door de verkeersborden F99a, F99b, F99c en F101a, F101b en F101c; - een voetgangerszone aangeduid door de verkeersborden F103 en F105; - een erf of een woonerf aangeduid door de verkeerborden F12a en F12b; - een bijzondere overrijdbare bedding of een busstrook aangeduid respectievelijk door het verkeersbord F17 en F18 wanneer deze opengesteld zijn voor fietsers";

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De Minister bevoegd voor Verkeersveiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 november 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek, Openbare Netheid, Vuilnisophaling en -verwerking en Gemeentelijke sportinfrastructuur;

R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken P. SMET

^