Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2019
gepubliceerd op 11 juli 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende wijziging van de Brusselse Huisvestingscode om de strijd tegen discriminatie bij de toegang tot huisvesting te versterken

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019012352
pub.
11/07/2019
prom.
21/03/2019
ELI
eli/besluit/2019/03/21/2019012352/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende wijziging van de Brusselse Huisvestingscode om de strijd tegen discriminatie bij de toegang tot huisvesting te versterken


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `tot hervorming der instellingen';

Gelet op artikel 8, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 `met betrekking tot de Brusselse Instellingen';

Gelet op artikel 214ter van de Brusselse Huisvestingscode, gewijzigd door ordonnantie van 21 december 2018;

Gelet op artikel 16 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende wijziging van de Brusselse Huisvestingscode om de strijd tegen discriminatie bij de toegang tot huisvesting te versterken;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 22 oktober 2018;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 7 november 2018;

Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting, gegeven op 8 januari 2019;

Gelet op de gendertest, uitgevoerd op 21 januari 2019, in toepassing van artikel 3, 2° van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op advies 65.332/3 van de Raad van State, gegeven op 5 maart 2019, in toepassing van artikel 84, paragraaf 1, 1ste lid, 2° van de wet op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Minister die bevoegd is voor Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het proces-verbaal waarin een inbreuk als bedoeld in artikel 214ter van de Brusselse Huisvestingscode wordt vastgesteld, wordt binnen vijftien dagen die volgen op het verhoor van de overtreder in één exemplaar via een aangetekend schrijven aan de procureur des Konings verzonden. Het verhoor wordt ten laatste zestig dag na de vaststelling van de inbreuk georganiseerd. Deze termijnen worden verlengd met dertig dagen in geval van gerechtvaardigde afwezigheid van de overtreder.

De procureur des konings geeft binnen de vijfenveertig dagen van de verzendingsdatum van het proces-verbaal kennis aan de leidend ambtenaar van de Gewestelijke inspectiedienst van zijn beslissing om de overtreder al dan niet te vervolgen. Deze termijn wordt opgeschort indien de Procureur des Konings binnen deze termijn aan de leidend ambtenaar van de Gewestelijke Inspectiedienst zijn beslissing bekendmaakt een aanvullend onderzoek te bevelen dat hem in staat moet stellen om met volledige kennis van zaken te kunnen oordelen of de overtreder vervolgd moet worden of hem voor te stellen de publieke rechtsvordering te beëindigen in toepassing van artikels 216bis en 216ter van het Wetboek van Strafvordering.

Art. 2.De overtreder wordt minstens twee weken voor de effectieve datum van de hoorzitting voor de hoorzitting via aangetekende brief opgeroepen.

Art. 3.De overtreder die de beslissing van de gemachtigde ambtenaar van de gewestelijke inspectiedienst betwist waarbij een administratieve boete zoals bedoeld door artikel 214ter, § 2 van de Brusselse Huisvestingscode opgelegd wordt, dient, via aangetekend schrijven bij de minister die Huisvesting in zijn of haar bevoegdheden heeft of via de ambtenaar die hij of zij hiertoe gemachtigd heeft, binnen een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing, een opschortend beroep in.

De minister die Huisvesting in zijn of haar bevoegdheden heeft of de ambtenaar die hij of zij hiertoe gemachtigd heeft, beslist binnen dertig dagen na ontvangst van het beroep. Hij kan een nieuwe hoorzitting gelasten, in welk geval deze termijn met 30 dagen wordt verlengd. In dit geval wordt de overtreder gehoord door de gemachtigde ambtenaar. Het resultaat van de hoorzitting wordt meegedeeld aan de gemachtigde ambtenaar en ook aan de overtreder.

Art. 4.De administratieve boetes worden betaald in overeenstemming met de bepalingen van artikel 10, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode.

Art. 5.De ordonnantie van 21 december 2018 houdende de wijziging van de Brusselse Huisvestingscode om de strijd tegen discriminatie bij de toegang tot huisvesting te versterken en onderhavig besluit treden in werking op 1 september 2019.

Art. 6.De minister van Huisvesting wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.

Brussel, 21 maart 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: R. VERVOORT, De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, C. FREMAULT, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie

^