Etaamb.openjustice.be
Erratum van 03 juli 2009
gepubliceerd op 01 juni 2011

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap. - Erratum

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2011202110
pub.
01/06/2011
prom.
03/07/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JULI 2009. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap. - Erratum


De Nederlandse vertaling van bovenvermeld besluit, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2009, blz. 56863, dient te worden vervangen door de volgende tekst : « MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP 3 JULI 2009. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 69, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid artikel 51, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het besluit van de Regering van 26 maart 1997 tot organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap in afdelingen en departementen, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 25 januari 2000;

Gelet op het besluit van de Regering van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de besluiten van 25 oktober 2002, 23 december 2004, 12 mei 2005, 14 september 2006 en 16 november 2006;

Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Lokale Besturen, de Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, de Minister van Cultuur, Media en Toerisme, en de Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 5 van het besluit van de Regering van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap wordt aangevuld met een lid, luidende : « Aan medewerkers die de toelage voor management- en stafopdrachten ontvangen die is vastgelegd met toepassing van artikel 87.2 van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren wordt delegatie toegekend om te beslissen over de uitgaven ten belope van maximaal 1.000 euro die op de uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap ingeschreven zijn onder de basisallocaties 12 en 74, met inbegrip van de vastlegging, goedkeuring en ordonnancering van die uitgaven. Deze delegatie geldt ook uitdrukkelijk voor de rechtshandelingen waarin de wetgeving inzake overheidsopdrachten voorziet. »

Art. 2.Het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK III. - Delegaties inzake personeel en financiële aangelegenheden »

Art. 3.In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt een artikel 9.2 ingevoegd, luidende : « Artikel 9.2. Beheer van de rekeningen en financiële verrichtingen.

Aan de medewerker van het departement Financiën bij de algemene diensten van het Ministerie die met toepassing van artikel 87.2 van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren een toelage voor management- en stafopdrachten ontvangt, wordt delegatie toegekend om te beslissen over : 1° het dagelijks bijhouden en beheren van rekeningen bij financiële instellingen, met inbegrip van het openen en sluiten van rekeningen, de toekenning van volmachten, de afhandeling van domiciliëringsaanvragen, de inning van cheques;2° de goedkeuring van de opgemaakte afrekeningen in verband met de aangerekende debet- en creditrente en in verband met verschillende kosten en bankprovisies. Dezelfde medewerker is gemachtigd alle rechtshandelingen te ondertekenen in verband met leningen, leasingprocedures en beleggingen en in verband met garantieverklaringen en de aan- en verkoop van onroerende goederen die, naargelang van het geval, uitgaan van de Regering of de Minister bevoegd voor begroting. »

Art. 4.Artikel 12.1. van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 23 december 2004 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 14 september 2006, wordt vervangen als volgt : « Artikel 12.1. § 1. Met toepassing van het decreet van 19 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/05/2008 pub. 01/10/2008 numac 2008033076 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de Jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming sluiten over de jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming wordt aan het bevoegde afdelingshoofd delegatie toegekend om te beslissen over : 1° de terugbetaling van de kosten van maatregelen die met toepassing van artikel 18 van het decreet worden uitgevoerd door natuurlijke personen of rechtspersonen die hun zetel buiten het Duitse taalgebied hebben;2° de toestemming om de hulpverlening met toepassing van artikel 21 van het decreet voort te zetten nadat de betrokkene meerderjarig is geworden. § 2 - Met toepassing van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming wordt aan het bevoegde afdelingshoofd delegatie verleend om te beslissen over : 1° de toekenning en de uitbetaling van de kosten van levensonderhoud vermeld in artikel 43 van het besluit;2° de toekenning en de uitbetaling van de steun voor de culturele, sportieve en schoolse activiteiten vermeld in artikel 44 van het besluit;3° de toekenning en de uitbetaling van de bijzondere onkosten vermeld in de artikelen 46 en 48;4° de toekenning en de uitbetaling van het pleeggeld vermeld in artikel 47. § 3. Aan het bevoegde afdelingshoofd wordt delegatie verleend om te beslissen over de toekenning en de uitbetaling van de toelagen aan jeugdorganisaties en vakantiekampen. § 4. Aan het bevoegde afdelingshoofd wordt delegatie verleend om te beslissen over de toekenning en de uitbetaling van de dotatie voor sociale zorg vastgelegd in artikel 14 van het decreet van 15 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten0 betreffende de financiering van de gemeenten en van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn door de Duitstalige Gemeenschap; § 5. Aan het bevoegde afdelingshoofd wordt delegatie verleend om met toepassing van artikel 113, § 1, 3°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, het attest m.b.t. de aftrekbaarheid van de uitgaven voor de opvang van kinderen van minder dan 12 jaar te ondertekenen. § 6. Aan het bevoegde afdelingshoofd wordt delegatie verleend om te beslissen over de toekenning en de uitbetaling van de tussenkomst vermeld in artikel 2 van het besluit van de Regering van 4 augustus 2005 betreffende het Fonds voor afbetaling van schulden. § 7. Aan het bevoegde afdelingshoofd wordt delegatie verleend om te beslissen over de afwijkingen inzake diploma waarin de volgende bepalingen voorzien : 1° de artikelen 13, 34 en 60 van het besluit van de Regering van 18 januari 2007 betreffende de kinderopvang;2° artikel 5 van het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid";3° artikel 7 van het decreet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten1 betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp. § 8. Aan het bevoegde afdelingshoofd wordt delegatie verleend om te beslissen over de erkenning van de zelfstandige onthaalouders bedoeld in artikel 63 van het besluit van de Regering van 18 januari 2007 betreffende de kinderopvang. § 9. Aan het bevoegde afdelingshoofd wordt delegatie verleend om te beslissen over de toestemming om andere leeftijdsgroepen op te vangen, aangevraagd met toepassing van artikel 8 van het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen sluiten betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen. »

Art. 5.Artikel 12.2, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 23 december 2004, wordt vervangen als volgt : « Aan de voor cultuur bevoegde medewerker die de toelage voor management- en stafopdrachten ontvangt die is vastgelegd met toepassing van artikel 87.2 van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren wordt delegatie verleend om te beslissen over de toekenning en de uitbetaling van de toelagen die met het oog op de culturele bevordering moeten worden gegeven voor optredens in opdracht alsmede voor reizen in het buitenland van de geklasseerde verenigingen voor amateurkunst en kamermuziekensembles, in voorkomend geval met toepassing van de desbetreffende voorschriften. »

Art. 6.Artikel 13.8 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 23 december 2004, wordt vervangen als volgt : « Artikel 13.8. § 1. Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om in voorkomend geval te beslissen over de toekenning van één van de volgende verloven in het onderwijs van de Duitstalige Gemeenschap : 1° het verlof vermeld in artikel 8 van de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht;2° de verloven vermeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, met uitzondering van artikel 3, lid 3, c), g) en k) ;3° de verloven vermeld in de artikelen 7, lid 1, b) en c), en 22 van het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs;4° de verloven vermeld in artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, met uitzondering van artikel 160, lid 3, c), g), j), l) en n) ;5° de verloven vermeld in artikel 40 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap, met uitzondering van artikel 40, c), g) en k) ;6° de verloven vermeld in de artikelen 9, lid 1, b) en c), en 12, 13 en 27 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;7° het verlof vermeld in het koninklijk besluit van 2 april 1975 betreffende het verlof dat aan sommige personeelsleden in overheidsdienst wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen;8° de verloven vermeld in het koninklijk besluit van 8 juli 1976 genomen voor de toepassing van artikel 40 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap;9° de verloven vermeld in de artikelen 169 en 170 van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, van gespecialiseerde rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de rijksvormingscentra en van de inspectiedienst belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra, met uitzondering van artikel 169, § 1, 4°, 8°, 10°, 14°, en artikel 170, 4°;10° de verloven vermeld in de artikelen 9, lid 1, b) en c), en 12, 27 en 31 van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het vastbenoemd, voor een doorlopende duur tijdelijk aangesteld of stagedoend technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten;11° het verlof vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 september 1989 betreffende verloven voor verminderde prestaties toegestaan aan de personeelsleden van het rijksonderwijs en van de psycho-medisch-sociale centra van het Rijk die de leeftijd van vijftig jaar hebben bereikt of die ten minste twee kinderen hebben die de leeftijd van veertien jaar niet hebben overschreden en betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat;12° de verloven vermeld in de artikelen 3, 4, 4bis, 4ter en 4quater, van het besluit van de Regering van 9 november 1994 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra;13° de verloven vermeld in de artikelen 25 en 33 van het decreet van 6 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/06/2005 pub. 13/09/2005 numac 2005033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs 2005 sluiten houdende maatregelen inzake onderwijs 2005; 14° het verlof vermeld in artikel 5.45, § 2, van het decreet van 27 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2005 pub. 25/10/2005 numac 2005033068 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende oprichting van een autonome hogeschool sluiten houdende oprichting van een autonome hogeschool; 15° het verlof vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/06/2007 pub. 25/10/2007 numac 2007033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs 2007 sluiten houdende maatregelen inzake onderwijs 2007. § 2. Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om in voorkomend geval te beslissen over de toekenning van één van de volgende terbeschikkingstellingen in het onderwijs van de Duitstalige Gemeenschap : 1° de terbeschikkingstellingen vermeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, met uitzondering van artikel 7, c) ;2° de terbeschikkingstellingen vermeld in artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, met uitzondering van artikel 164, lid 1, c) ;3° de terbeschikkingstellingen vermeld in artikel 45 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap, met uitzondering van artikel 45, lid 1, b) ;4° de terbeschikkingstellingen vermeld in artikel 174 van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de gespecialiseerde rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de rijksvormingscentra en van de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra, met uitzondering van artikel 174, lid 1, c) ;5° de terbeschikkingstellingen vermeld in de artikelen 8 en 10 van het koninklijk besluit nr.297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; 6° de terbeschikkingstellingen vermeld in artikel 5.47, lid 1, 4° en 5°, van het decreet van 27 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2005 pub. 25/10/2005 numac 2005033068 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende oprichting van een autonome hogeschool sluiten houdende oprichting van een autonome hogeschool. § 3. Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om in voorkomend geval te beslissen over de toekenning van één van de volgende op non-activiteitstellingen in het gemeenschapsonderwijs : 1° de afwezigheden vermeld in artikel 4, a) en c), van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs;2° de afwezigheden vermeld in artikel 161, a) en d), van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;3° de afwezigheid vermeld in artikel 42, a), van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap;4° de afwezigheid vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 november 1976 betreffende de afwezigheden van lange duur gewettigd door familiale redenen. § 4. Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om te beslissen over de goedkeuringen van de volgende verloven in het gesubsidieerd onderwijs : 1° de goedkeuring vermeld in artikel 31 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;2° de goedkeuring vermeld in artikel 8 van de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht;3° de goedkeuringen vermeld in de artikelen 23 en 30 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;4° de goedkeuring vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 april 1977 betreffende de afwezigheden van lange duur gewettigd door familiale redenen van de gesubsidieerde personeelsleden;5° de goedkeuring vermeld in de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het syndicaal verlof in het gesubsidieerd onderwijs;6° de goedkeuring vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het syndicaal verlof in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra en diensten voor studie- en beroepsoriëntering;7° de goedkeuring vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 74 van 20 juli 1982 betreffende het verlof voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden of gewettigd door sociale of familiale redenen van de personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs; 8° de goedkeuring vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 75 van 20 juli 1982 betreffende het verlof voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden van de personeelsleden van de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra; 9° de goedkeuring vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 94 van 28 september 1982 betreffende de verloven voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen of wegens persoonlijke aangelegenheden; 10° de goedkeuring vermeld in artikel 2 van het besluit van de Executieve van 23 augustus 1989 betreffende verloven voor verminderde prestaties toegestaan aan de leden van het personeel van het gesubsidieerd onderwijs en van de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra die de leeftijd van vijftig jaar hebben bereikt of die ten minste twee kinderen ten laste hebben die de leeftijd van veertien jaar niet hebben overschreden en betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die de oppensioenstelling voorafgaat;11° de goedkeuringen vermeld in artikel 6, § 1, lid 1, § 2, lid 1, § 3, lid 1, en § 4, lid 1, van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 9 november 1994 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; 12° de goedkeuring vermeld in de artikelen 74, lid 3, en artikel 77, § 1, lid 2, van het decreet van 14 december 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/12/1998 pub. 06/05/1999 numac 1999033025 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-Centrum sluiten houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij P.M.S.-centrum; 13° de goedkeuring vermeld in de artikelen 72, § 2, lid 2, en 75, § 1, lid 2, van het decreet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2004 pub. 24/06/2004 numac 2004033043 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra sluiten houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra;14° de goedkeuringen vermeld in de artikelen 25 en 33 van het decreet van 6 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/06/2005 pub. 13/09/2005 numac 2005033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs 2005 sluiten houdende maatregelen inzake onderwijs 2005;15° de goedkeuring vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/06/2007 pub. 25/10/2007 numac 2007033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs 2007 sluiten houdende maatregelen inzake onderwijs 2007. § 5. Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om te beslissen over de goedkeuring van de volgende terbeschikkingstellingen in het gesubsidieerd onderwijs : 1° de goedkeuring vermeld in artikel 31 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;2° de goedkeuring vermeld in artikel 2, § 5, van het koninklijk besluit van 27 juli 1976 tot reglementering van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de toekenning van een wachtweddetoelage in het gesubsidieerd onderwijs;3° de goedkeuring vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 76 van 20 juli 1982 betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voor de personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs; 4° de goedkeuring vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 136 van 30 december 1982 betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voor de personeelsleden van de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra; 5° de goedkeuring vermeld in de artikelen 8, § 1, lid 1, en 10, § 1, lid 1, van het koninklijk besluit nr.297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; 6° de goedkeuring vermeld in artikel 78, § 1, van het decreet van 14 december 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/12/1998 pub. 06/05/1999 numac 1999033025 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-Centrum sluiten houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij P.M.S.-centrum; 7° de goedkeuring vermeld in artikel 76, § 1, van het decreet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2004 pub. 24/06/2004 numac 2004033043 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra sluiten houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra.»

Art. 7.Artikel 16.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 12 mei 2005, wordt aangevuld met een lid, luidende : « Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om te bevestigen of de beslissingen die in het kader van de overzichtslijst met toepassing van artikel 111 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn worden overgezonden en de beslissingen die met toepassing van artikel 112 worden aangevraagd in overeenstemming zijn met de wet. »

Art. 8.De Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt.

Eupen, 3 juli 2009.

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, O. PAASCH De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, Mevr. I. WEYKMANS De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. MOLLERS »

^