Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 21 december 2006
gepubliceerd op 06 maart 2007

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 20 december 2001 houdende toekenning van toelagen aan plaatselijke besturen die geco's tewerkstellen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2007033009
pub.
06/03/2007
prom.
21/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/21/2007033009/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2006. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 20 december 2001 houdende toekenning van toelagen aan plaatselijke besturen die geco's tewerkstellen


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 511 van 11 maart 1987 en bij de wet van 6 juli 1989;

Gelet op het decreet van de Raad van het Waalse Gewest van 6 mei 1999 betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van de bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake tewerkstelling en opgravingen;

Gelet op het decreet van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap van 10 mei 1999 betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van de bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake tewerkstelling en opgravingen;

Gelet op het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 20 december 2001 houdende toekenning van toelagen aan plaatselijke besturen die geco's tewerkstellen;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, gegeven op 26 september 2006;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest, gegeven op 21 september 2006;

Gelet op het verzoek om overleg, gericht op 25 juli 2006 aan de federale Minister van Werk met toepassing van artikel 6, § 3bis, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en het antwoord van de federale Minister van Werk op 6 november 2006;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 juni 2006;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 8 december 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State 41.640/2, gegeven op 4 december 2006 met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Werkgelegenheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van 20 december 2001 houdende toekenning van toelagen aan plaatselijke besturen die geco's tewerkstellen, worden de woorden « Vorming, Werkgelegenheid en Europese programma's » vervangen door de woorden « Werkgelegenheid, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden ».

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit wordt de opsomming met een 8° aangevuld, luidend als volgt : « 8° het koninklijk besluit van 9 juni 1999 : het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.» Artikel 3 - Artikel 3 van bovenvermeld besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 3.§ 1 - Kunnen geco-banen bezetten de niet-werkende werkzoekenden die als werkzoekenden ingeschreven zijn, t.w. : 1° de niet-werkende volledig uitkeringsgerechtigde werklozen overeenkomstig het koninklijk besluit;2° de niet-werkende rechthebbenden op een inkomensvervangende of integratietegemoetkoming overeenkomstig de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten;3° de werklozen bedoeld in artikel 89 van het koninklijk besluit;4° de volledig uitkeringsgerechtigde werklozen die een door de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap, het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's of door de Dienst voor de personen met een handicap georganiseerde of erkende beroepsopleiding volgen;5° de niet-werkende rechthebbenden op het leefloon bedoeld in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;6° de niet-werkende rechthebbenden op sociale hulp die wegens hun nationaliteit geen recht hebben op het leefloon bedoeld in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister en als werkzoekenden, voor zover zij van de verplichting vrijgesteld zijn een arbeidsvergunning te verkrijgen overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 of houders zijn van een arbeidsvergunning;7° de kandidaat-vluchtelingen die houders zijn van een geldige C-arbeidsvergunning overeenkomstig artikel 17, 1°, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999;8° de in de Duitstalige Gemeenschap woonachtige niet-werkende werkzoekenden. § 2 - De als geco's aangeworven personen mogen op de dag vóór de uitvoering van het verdrag niet meer houders zijn van een hoger diploma dan hetgeen van het hoger secundair onderwijs, behoudens het coördinatiepersoneel bedoeld in artikel 11. § 3 - De situatie van de personen bedoeld in § 1wordt op de dag vóór de uitvoering van het verdrag geschat. »

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in lid 1, 2°, wordt het woord « bestaansminimumtrekker » vervangen door de woorden « rechthebbende op het leefloon »;2° in lid 1 worden de punten 4 en 5 geschrapt;3° de leden 2 en 3 worden geschrapt.

Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in lid 1, 2°, wordt het woord « bestaansminimumtrekker » vervangen door de woorden « rechthebbende op het leefloon »;2° in lid 1 wordt in punt 4° het woord « of » geschrapt en wordt punt 5° opgeheven;3° de leden 2 en 3 worden opgeheven.

Art. 6.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° lid 2, 4°, wordt vervangen als volgt : « 4° de periodes tijdens dewelke het leefloon met toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie uitbetaald werd;». 2° in lid 3 wordt het woord « bestaansminimum » telkens vervangen door het woord « leefloon »;3° in lid 4 wordt de passus « door de volledig uitkeringsgerechtigde werklozen ofwel krachtens de artikelen 78 resp.79 van het koninklijk besluit in een beschut werkplaats of een voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit ermee gelijkgestelde instelling ofwel » opgeheven.

Art. 7.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in de §§ 1, 2 en 3, wordt de passus « 11, § 1, lid 1 » telkens vervangen door de passus « 11, § 1, lid 2 »;2° het artikel wordt met de volgende §§ 4 en 5 aangevuld : « § 4 -Vanaf 1 januari 2007 zullen de toelagen vermeld in de artikelen 6 en 7 teruggebracht worden tot het bedrag vermeld in artikel 5, en dit vanaf de eerste dag van het trimester na hetgeen waarin de werknemer 10 jaar tewerkstelling bij het lokaal bestuur kan bewijzen. Vanaf 1 januari 2008 zullen de toelagen vermeld in de artikelen 6 en 7 teruggebracht worden tot het bedrag vermeld in artikel 5, en dit vanaf de eerste dag van het trimester na hetgeen waarin de werknemer 5 jaar tewerkstelling bij het lokaal bestuur kan bewijzen.

Voor de toepassing van bovenvermelde bepalingen worden alle onderbrekingsperiodes met tewerkstellingsperiodes gelijkgesteld. § 5 - De geco die op 31 december 2006 bij zijn werkgever als geco tewerkgesteld is en tot de toelagecategorie euro 10.200 of euro 15.300 behoort, wordt op de eerste dag van het trimester na hetgeen waarin hij 60 maanden tewerkstelling als geco bij zijn werkgever kan bewijzen, in de toelagecategorie euro 5.100 gerangschikt. Voor de toepassing van deze bepaling worden alle onderbrekingsperiodes met periodes van tewerkstelling als geco gelijkgesteld. Worden niet door de bovenvermelde vermindering van de toelagecategorie betrokken de geco's die op 31 december 2006 ten minste 50 jaar oud zijn of een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 33% hebben die door de bevoegde arts van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening overeenkomstig artikel 141van het koninklijk besluit is vastgelegd. »

Art. 8.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° § 2, a), wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Vanaf 1 januari 2008 zal de basisdotatie om de vijf jaar door de Regering vastgelegd worden.»; 2° in § 2, b), wordt de passus « het aantal bestaansminimumtrekkers » vervangen door de passus « het aantal rechthebbenden op het leefloon »;3° in § 3, lid 1, en § 4, van het besluit wordt de datum « 31 december 2004 » vervangen door « 31 december 2007 »;4° in § 5, lid 2, b), wordt het woord « bestaansminimumtrekkers » telkens vervangen door de woorden « rechthebbenden op het leefloon »;5° in § 5, lid 3, worden de woorden « driejarige overeenkomst » telkens vervangen door de woorden « vijfjarige overeenkomst »;6° in § 5, lid 3, wordt de passus « het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu » vervangen door de passus « de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie »;7° in § 5 wordt lid 5, met inbegrip van de tabel, opgeheven.

Art. 9.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, lid 4, wordt g) opgeheven;2° in § 3 wordt in d) het woord « financiële » geschrapt.

Art. 10.In artikel 12, lid 4, van hetzelfde besluit worden de woorden « 3 jaar » vervangen door « 5 jaar ».

Art. 11.Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit, dat artikel 13 bevat, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Hoofdstuk VI - Cumulatie en vermindering van het aantal punten en toelagen Artikel 13 - § 1 - Om een effect op de tewerkstelling te bereiken, mogen de punten toegekend als tweede bijkomende dotatie niet gecumuleerd worden met de punten toegekend voor één en dezelfde geco in het kader van de basisdotatie en van de eerste bijkomende dotatie. § 2 - Het plaatselijk bestuur gebruikt geen punt, als het geco's tewerkstelt in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de gesubsidieerde contractuelen (Geco's) aangesteld voor de exploitatie van containerparken. § 3 - De toelagen toegekend met toepassing van dit besluit worden vanaf 1 januari 2008 verminderd, indien het plaatselijk bestuur in het betrokken jaar het totaal gemiddeld personeelsbestand, in voltijdsequivalenten uitgedrukt, niet ten minste op zijn niveau van het jaar 2004 gehandhaafd heeft.

Indien het totaal gemiddeld personeelsbestand, in voltijdsequivalenten uitgedrukt, lager ligt in het betrokken jaar, dan worden de met toepassing van dit besluit toegekende toelagen met een dienovereenkomstig percentage verminderd.

Indien de vermindering van het personeelsbestand echter gepaard gaat met een verhoging van het gemiddeld statutair personeelsbestand, in voltijdsequivalenten uitgedrukt, dan wordt de in vorig lid bedoelde vermindering beperkt tot het verschil tussen het in vorig lid bedoelde percentage en het tweevoud van het percentage waarmee het gemiddeld statutair personeelsbestand, in voltijdsequivalenten uitgedrukt, toenam.

Het totaal gemiddeld personeelsbestand, in voltijdsequivalenten uitgedrukt, wordt berekend op basis van de gegevens van de driemaandelijkse statistieken, zoals medegedeeld aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten.

Volgende personen worden niet in aanmerking genomen voor de bovenvermelde berekening van het personeelsbestand : 1° het onderwijzend personeel;2° het personeel tewerkgesteld met toepassing van de startbaanovereenkomst, ingevoerd bij hoofdstuk VIII van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid;3° de werknemers tewerkgesteld overeenkomstig het decreet van 18 juli 1997 houdende creatie van een doorstromingsprogramma, alsmede de werknemers die in dienst genomen worden met toepassing van het koninklijk besluit van 14 oktober 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1998 houdende regeling van de tegemoetkoming in de loonkosten voor de werknemers van gemeenten behorend tot het Duitse taalgebied, tewerkgesteld in het kader van een doorstromingsprogramma;4° de geco's;5° de rechthebbenden op het leefloon die overeenkomstig artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn tewerkgesteld zijn;6° het ziekenhuispersoneel;7° de vrijwillige brandweerlieden;8° het personeel opgenomen in het operationeel kader en in het administratief en het logistisch kader van de zones van de lokale politie.»

Art. 12.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in de §§ 1 en 2 worden de woorden « drie jaar » vervangen door de woorden « vijf jaar »;2° in § 1 wordt de passus « en stemmen overeen met het model opgenomen in de bijlage I » geschrapt;3° in § 2 wordt de passus « en stemmen overeen met het model opgenomen in de bijlage II » geschrapt;4° het artikel wordt met een § 3 aangevuld, luidend als volgt : « § 3 - Het model van de overeenkomsten bedoeld in de §§ 1 en 2 wordt door de minister vastgelegd.»

Art. 13.Artikel 15, § 4, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 14.Artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 15.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° § 2 wordt opgeheven;2° § 4 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 4 - De toelage wordt door het Ministerie uitbetaald.De voorlopige schijven worden uitbetaald op basis van de prestatiecoëfficiënten die trimestrieel, ten laatste binnen de maand na het einde van het betrokken trimester, bij het Ministerie langs elektronische weg moeten worden ingediend. De prestatiecoëfficiënten worden maandelijks berekend en stemmen overeen met het aantal werkelijk bezoldigde arbeidsdagen of -uren, gedeeld door het aantal te bezoldigen werkdagen of -uren van de betrokken maand. Deze maandelijkse prestatiecoëfficiënten worden opgeteld en, met inachtneming van de arbeidstijdregeling, met een twaalfde van de jaarlijkse toelage vermenigvuldigd.

Na afloop van een termijn van twee maanden na het kalenderjaar waartoe de bewijsstukken betreffende de wedde betrekking hebben, is het Ministerie niet meer gehouden de toelage uit te betalen.

De trimestriele voorlopige schijven stemmen overeen met een vierde van 80% van de overeenkomstig artikel 10 toegekende basisdotatie en eerste bijkomende dotatie en van het overeenkomstig artikel 12 ten gunste van de meergemeentenzones van de lokale politie toegekende aantal punten.

In de loop van het eerste semester van het jaar dat het subsidiëringsjaar volgt, wordt de slotrekening van de uitbetaalde voorlopige schijven opgemaakt. »

Art. 16.De bijlagen I en II bij hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.

Art. 18.De Minister bevoegd inzake Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 21 december 2006.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES

^