Etaamb.openjustice.be
Document van 28 oktober 2016
gepubliceerd op 22 december 2016

Besluit van de Regering tot oprichting van een Raad voor Gezinsbijslagen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2016206102
pub.
22/12/2016
prom.
28/10/2016
ELI
eli/besluit/2016/10/28/2016206102/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 OKTOBER 2016. - Besluit van de Regering tot oprichting van een Raad voor Gezinsbijslagen


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 54, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 oktober 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 28 oktober 2016;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gewettigd wordt door de omstandigheid dat de Duitstalige Gemeenschap de gezinsbijslagen vanaf 1 januari 2019 autonoom dient te beheren en de voorbereiding van de overname van die bevoegdheid, in het bijzonder de uitwerking van de rechtsteksten, zo snel mogelijk moet worden aangevat; dat de op te richten raad onder meer tot taak zal hebben mee te werken aan de uitwerking van de rechtsteksten; dat dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Op de voordracht van de Minister van Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Oprichting van de Raad voor Gezinsbijslagen Er wordt een Raad voor Gezinsbijslagen opgericht, hierna : "Raad".

Art. 2.Taken van de Raad De Raad heeft tot taak : 1. adviezen te verstrekken op eigen initiatief, op verzoek van de minister bevoegd voor Gezin of op verzoek van de Regering;2. de ontwikkelingen op het gebied van gezinsbijslagen in het binnen- en het buitenland te volgen;3. voorstellen uit te werken om de gezinsbijslagen te optimaliseren;4. te onderzoeken welke invloed de gezinsbijslagen hebben op de situatie van de gezinnen en in het bijzonder op de kinderarmoede. De Regering vraagt het advies van de Raad over elk ontwerp van decreet of besluit dat betrekking heeft op de gezinsbijslagen. De Raad verstrekt het advies binnen een termijn van 45 dagen na ontvangst van de aanvraag. Na het verstrijken van die termijn kan de Regering het ontwerp zonder advies goedkeuren.

Art. 3.Samenstelling van de Raad § 1. De volgende leden van de Raad zijn stemgerechtigd : 1. zes vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, onder wie drie vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties en drie vertegenwoordigers van de interprofessionele werkgeversorganisaties die in de Duitstalige Gemeenschap gevestigd zijn;2. drie vertegenwoordigers van de organisaties die de belangen van de gezinnen in de Duitstalige Gemeenschap verdedigen. De volgende leden van de Raad hebben een raadgevende stem : 1. één vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor de gezinsbijslagen;2. één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie dat bevoegd is voor de gezinsbijslagen;3. één vertegenwoordiger van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap. Het departement van het Ministerie dat bevoegd is voor de gezinsbijslagen stelt de notulen van de vergaderingen van de Raad op. § 2. De Raad kiest uit zijn stemgerechtigde leden, voor de duur van het mandaat, een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. § 3. De Regering wijst de leden van de Raad aan en wijst voor elk van hen een plaatsvervangend lid aan.

De leden vermeld in paragraaf 1, eerste lid, worden aangewezen op de voordracht van de betreffende organisaties die in de Raad vertegenwoordigd zijn. Het lid vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt aangewezen op de voordracht van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap.

Het mandaat van de leden duurt vijf jaar en kan worden verlengd.

Op verzoek van de betreffende organisatie kan de Regering het mandaat van een lid vroegtijdig beëindigen en een nieuw lid aanwijzen dat het mandaat van zijn voorganger voortzet.

Art. 4.Werkwijze van de Raad § 1. De eerste vergadering van de Raad vindt ten laatste twee maanden na de aanwijzing van de leden ervan plaats.

Binnen twee maanden na deze eerste vergadering neemt de Raad een huishoudelijk reglement aan dat door de Regering moet worden goedgekeurd. Dat huishoudelijk reglement regelt de details van de werkwijze van de Raad. § 2. De beslissingen van de Raad worden genomen bij meerderheid van stemmen, uitgebracht door de aanwezige leden. De Raad kan rechtsgeldig beraadslagen en besluiten wanneer minstens de helft van de leden en minstens één vertegenwoordiger van elke organisatie vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, aanwezig is.

Indien de Raad niet rechtsgeldig kan beraadslagen en besluiten, roept de voorzitter een tweede vergadering bijeen waarop de Raad rechtsgeldig kan beraadslagen en besluiten, ongeacht de voorwaarden vermeld in het eerste lid. § 3. Met het oog op de uitoefening van zijn taken kan de Raad op zijn vergaderingen deskundigen uitnodigen; deze wonen de vergaderingen met raadgevende stem bij. Bovendien kan de Raad werkgroepen oprichten.

Art. 5.Activiteitenverslag Op het einde van elk kalenderjaar, met uitzondering van het oprichtingsjaar, stelt de Raad, voor de minister bevoegd voor Gezin, een verslag op over zijn werkzaamheden van het afgelopen jaar.

Art. 6.Presentiegeld en reisvergoedingen De stemgerechtigde leden van de Raad en de deskundigen die met toepassing van artikel 4, § 3, aan de vergaderingen deelnemen, hebben recht op presentiegeld en reisvergoedingen overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 7.Wijzigingsbepaling In de bijlage van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 10 december 2015, wordt de bepaling onder 2 aangevuld met een streepje, luidende : « - De Raad voor Gezinsbijslagen ».

Art. 8.Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 9.Uitvoeringsbepaling De minister bevoegd voor Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 28 oktober 2016.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

^