Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2018
gepubliceerd op 24 september 2018

Besluit 2017/1824 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen

bron
college van de franse gemeenschapscommissie
numac
2018013806
pub.
24/09/2018
prom.
12/07/2018
ELI
eli/besluit/2018/07/12/2018013806/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JULI 2018. - Besluit 2017/1824 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen


Het College, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 dat van toepassing gemaakt is door artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen;

Gelet op het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen, gewijzigd door het decreet van 27 april 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2017 pub. 01/06/2017 numac 2017011936 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan onthaaltehuizen sluiten, artikelen 2, §§ 1 en 2, 4/2, 4/3, 5, 6, 7 en 10/2 tot 10/10;

Gelet op het decreet van 27 april 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2017 pub. 01/06/2017 numac 2017011936 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan onthaaltehuizen sluiten houdende wijziging van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan opvangtehuizen, artikel 11;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan de opvangtehuizen;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 maart 2006 houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 16 juni 2005 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan instellingen die representatief zijn voor de Maatschappelijke Actie en het Gezin;

Gelet op het evaluatieverslag van de impact van het ontwerp op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, op basis van artikel 3, 1ste lid, 2°, van het decreet van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2013 pub. 13/06/2014 numac 2014031420 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie, opgesteld op 12 juli 2018;

Gelet op het evaluatieverslag van de impact van het ontwerp op de situatie van personen met een handicap, op basis van artikel 4, § 3 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 15 december 2016 houdende de integratie van de dimensie van handicap in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie, opgesteld op 12 juli 2018;

Gelet op het advies van de afdeling "opvang" van de Franstalige Brusselse Adviesraad voor Bijstand aan personen en Gezondheid, gegeven op 22 maart 2018;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op woensdag 31 januari 2018;

Gelet op het akkoord van het lid van het College belast met Begroting, gegeven op 22 februari 2018;

Gelet op het advies 63 265/4 van de Raad van State gegeven op 2 mei 2018, in toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de wijzigingen die aangebracht zijn door het decreet van 27 april 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2017 pub. 01/06/2017 numac 2017011936 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan onthaaltehuizen sluiten houdende wijziging van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen uitgevoerd en sommige bepalingen geüpdatet moeten worden;

Op voorstel van het Collegelid bevoegd voor Sociale Actie en Gezin;

Na beraadslaging,Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 2, 1° van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen, worden de woorden "lichamelijk welzijn" door de woorden "algemeen welzijn" vervangen.

Hetzelfde artikel wordt aangevuld door 3° dat luidt als volgt: "3° het lid van het College: het Collegelid bevoegd voor Sociale Actie en Gezin. "

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door hetgeen volgt: "2° het ondernemingsnummer."

Art. 4.Artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 25 oktober 2007, wordt met de volgende zin aangevuld: "Een kopie van dit reglement wordt aan elke begunstigde tegen ontvangstbewijs bij zijn toelating alsook voor de inwerkingtreding van iedere wijziging tijdens verblijf afgegeven. "

Art. 5.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit worden de artikels 6/1 tot 6/4 ingevoegd, die luiden als volgt: "

Art. 6/1.Voor de opdracht van opvolging na residentiële opvang, moeten de volgende modaliteiten nageleefd worden: 1° aan de persoon die zijn verblijf in het opvangtehuis beëindigt een kortetermijnbegeleiding bieden met als doelstelling de inschakeling in zijn nieuwe leefomgeving;2° aan de personen die hierom vragen een algemene begeleiding voor transitie aanbieden tussen het einde van het verblijf in het opvangtehuis en de vestiging in de nieuwe leefomgeving waardoor het psychosociale werk dat tijdens het verblijf in het opvangtehuis gerealiseerd is, verdergezet kan worden.De begeleiding na residentiële opvang is gebaseerd op de activering en de inzet van de middelen van de persoon. De begeleiding na residentiële opvang is beperkt tot een duur van 3 maanden die twee maal hernieuwbaar is; 3° de begeleiding na residentiële opvang uitvoeren, dit is een gratis begeleiding die op vrijwillige basis gebeurt, in samenwerking met het ondersteunend netwerk dat aan de behoeften van de personen aangepast is, waarbij het doorgeven van de fakkel aan dit netwerk vanzelfsprekend is;4° een overeenkomst met de begunstigde opstellen waarin de modaliteiten en de duur van de begeleiding volgens het in bijlage 8 vastgelegde model omschreven worden;5° een dossier voor iedere opgevolgde persoon of gezin openen.Dit dossier omvat de ondertekende overeenkomst tussen het opvangtehuis en de persoon, de opvolgingsfiches alsook het evaluatiedocument bij het afsluiten van het dossier; 6° een specifieke telefonische permanentie verzorgen voor de personen die een opvolging na residentiële opvang krijgen;7° de opdracht van begeleiding na residentiële opvang in het collectief project nader omschrijven;8° een afzonderlijk hoofdstuk over de opdracht na residentiële opvang in het activiteitenverslag opstellen;9° gegevens betreffende de opvolgingen na residentiële opvang volgens het in bijlage 11 vastgelegde model inzamelen.

Art. 6/2.In aanvulling op de basisopdrachten kan het tehuis van categorie 2 of 3 voor de specifieke opdracht van steun aan het ouderschap erkend worden indien het de volgende modaliteiten naleeft: 1° intensievere individuele en collectieve begeleiding en ondersteuning bieden aan de ouders die in de uitoefening van hun ouderschap moeilijkheden ondervinden waardoor de band ouder-kind versterkt kan worden;2° de relatie tussen ouder en kind ondersteunen;3° de ouders in de uitoefening van hun opvoedkundige rol ondersteunen; 4° de rollen en de vaardigheden van ouders valoriseren (verantwoordelijkheid en gezag, zelfvertrouwen, bescherming en ontwikkeling van het kind, ...) ; 5° moeilijkheden voorkomen waarmee ouders in de uitoefening van hun ouderlijk gezag geconfronteerd kunnen worden;6° informatiesessies of educatieve workshops oprichten;7° de individuele ondersteuningsinitiatieven in het individueel dossier van de begunstigde bijhouden;8° de collectieve ondersteuningsactiviteiten in een afzonderlijk dossier bijhouden;9° de specifieke opdracht van steun aan het ouderschap in het collectief project nader omschrijven;10° een afzonderlijk hoofdstuk over de specifieke opdracht van steun aan het ouderschap in het activiteitenverslag opstellen.

Art. 6/3.In aanvulling op de basisopdrachten kan het tehuis voor de specifieke opdracht van ondersteuning van slachtoffers van familiaal of partnergeweld erkend worden indien het de volgende modaliteiten naleeft: 1° bij voorrang slachtoffers van familiaal of partnergeweld, al dan niet vergezeld van kinderen, opvangen en hun residentiële opvang alsook hun beveiliging mogelijk maken;2° specifieke individuele of collectieve, administratieve of juridische, psychosociale begeleiding aan slachtoffers van familiaal of partnergeweld en hun kinderen bieden;3° met andere actoren inzake familiaal of partnergeweld samenwerken;4° gedetailleerde gegevens over de verschillende vormen van familiaal of partnergeweld betreffende in het opvangtehuis residentieel opgevangen slachtoffers volgens het in bijlage 10 vastgelegde model inzamelen;5° de individuele ondersteuningsinitiatieven in het individueel dossier van de begunstigde bijhouden;6° de collectieve ondersteuningsactiviteiten in een afzonderlijk dossier bijhouden;7° de specifieke opdracht van ondersteuning van slachtoffers van familiaal of partnergeweld in het collectief project nader omschrijven;8° een afzonderlijk hoofdstuk over de specifieke opdracht van ondersteuning van slachtoffers van familiaal of partnergeweld in het activiteitenverslag opstellen.

Art. 6/4.In aanvulling op de basisopdrachten kan het tehuis voor de specifieke opdracht van begeleid wonen erkend worden indien het de volgende modaliteiten naleeft: 1° intensieve thuisbegeleiding op middellange of lange termijn, met het oog op het thuis kunnen blijven wonen en het verwerven van zelfredzaamheid, aan kansarme personen bieden die in een opvangtehuis verbleven hebben en die in een zelfstandige woning leven die niet tot een sociale of zorginstelling behoort;2° aan de personen die hierom vragen psychosociale begeleiding bieden om de persoon te helpen die begeleiding nodig heeft om zijn zelfstandigheid terug te vinden of om moeilijkheden te overwinnen;met budgetbegeleiding om hem te helpen bij het beheren van zijn budget; met administratieve begeleiding met het oog op, meer bepaald, de hulp om zijn sociale rechten te vrijwaren of zijn woning te behouden of om een andere woning te vinden; 3° begeleiding verzekeren samen met het ondersteunend netwerk dat aan de behoeften van de personen aangepast is;4° een overeenkomst met de begunstigde opstellen waarin de modaliteiten en de duur van de begeleiding volgens de in bijlage 9 vastgestelde minimale gegevens omschreven worden;De begeleiding heeft betrekking op een maximumperiode van een jaar die jaarlijks hernieuwbaar is; 5° de begeleiding van gemiddeld minstens 8 personen of gezinnen ten belope van minimum twee huisbezoeken per maand verzekeren;6° een specifieke telefonische permanentie verzorgen voor de personen die begeleiding krijgen;7° een dossier voor iedere opgevolgde persoon of gezin openen.Dit dossier omvat de ondertekende overeenkomst tussen het opvangtehuis en de persoon, de opvolgingsfiches alsook het evaluatiedocument bij het einde van iedere begeleidingsperiode en bij het afsluiten van het dossier; 8° de lijst met eventuele partnerschappen met de beheerders van woningen (private of publieke eigenaars, sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren) afleveren;9° de specifieke opdracht van begeleid wonen in het collectief project nader omschrijven;10° een afzonderlijk hoofdstuk over de specifieke opdracht van begeleid wonen in het activiteitenverslag opstellen."

Art. 6.In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt de titel van afdeling 1 vervangen door het volgende: "Afdeling 1. Aanvraagprocedure voor voorlopige erkenning en erkenning".

Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 7.De aanvraag voor voorlopige erkenning van een tehuis wordt door middel van aangetekende zending ingediend of bij het bestuur tegen ontvangstbewijs afgegeven of via elektronische weg op het door het bestuur vermelde e-mailadres ingediend.

Om ontvankelijk te zijn, moet ze de in artikel 5, 1° tot 4°, 8° tot 10°, 12° bedoelde inlichtingen en documenten alsook de lijst met het personeel van het aanwezige en vermoede basisteam, het ontwerp van huishoudelijk reglement, en het collectief project dat het opvangtehuis van plan is om uit te voeren, omvatten. Ze omschrijft bovendien nader de categorie(ën) waarvoor de erkenning gevraagd wordt, en ook, voor iedere categorie, de maximale opvangcapaciteit."

Art. 8.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het woord "voorlopige" tussen de woorden "de" en de woorden "erkenningsaanvraag" ingevoegd.

Art. 9.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 9.Wanneer de aanvraag ontvankelijk is, onderzoekt het bestuur de voorlopige erkenningsaanvraag en verricht hij een bezoek om na te gaan of het tehuis aan de voorlopige erkenningsvoorwaarden beantwoordt.

Het Collegelid legt de voorlopige erkenningsaanvraag aan de afdeling "opvang" van de Franstalige Brusselse Adviesraad voor Bijstand aan personen en Gezondheid voor zoals die door het decreet van de vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 5 juni 1997, hierna "de Adviesraad" genoemd, opgericht is, die zijn advies geeft binnen de twee maanden nadat het dossier bij hem aanhangig is gemaakt.

Is deze termijn verstreken, dan wordt de procedure bij gebrek aan advies verdergezet. Het Collegelid kan in geval van dringendheid een kortere termijn vaststellen. "

Art. 10.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 10.Zes maanden voor het verstrijken van de voorlopige erkenning, dient het opvangtehuis een erkenningsaanvraag in die van het geactualiseerde dossier vergezeld gaat. Op basis van het in overeenstemming met artikel 4/3 van het decreet geactualiseerde administratieve dossier, en met bijvoeging van het inspectieverslag betreffende de naleving van de normen en de verwezenlijking van het in artikel 4/2, § 1, 5° van het decreet bedoelde collectief project, alsook van het pedagogische inspectieverslag van het Office de la Naissance et de l'Enfance voor de categorieën 2 en 3, en na advies van de Adviesraad, neemt het College, ten laatste vijftien dagen voor het verstrijken van de voorlopige erkenning, over de toekenning of de weigering van de erkenning of over de vernieuwing van de voorlopige erkenning een beslissing.

Het advies van het in artikel 3, 3° van het decreet bedoelde advies van het Office de la Naissance et de l'Enfance heeft betrekking op: 1° het collectief project in verband met de opvang van de kinderen;2° de conformiteit van de collectieve ruimten voor de opvang van de kinderen;3° de terbeschikkingstelling van educatieve uitrustingen;4° de individuele projecten in verband met zwangere vrouwen en opgevangen kinderen, met inbegrip van de voorschoolse integratie. Het advies wordt door De Dienst (ONE) gegeven binnen de drie maanden nadat het dossier bij hem aanhangig werd gemaakt.

Wanneer deze termijn verstreken is, wordt het geacht gunstig te zijn.

Van de beslissing tot toekenning of weigering van erkenning wordt ten laatste twee maanden na het advies van de Adviesraad door middel van aangetekende zending kennisgegeven. "

Art. 11.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden "procedure bepaald in de artikelen 7 tot 10 van dit besluit" door de woorden "erkenningsprocedure" vervangen.

Datzelfde artikel wordt aangevuld met een lid dat als volgt luidt: "Het College doet een uitspraak over de aanvraag voor vernieuwing van de erkenning en deelt ten laatste twee maanden na het advies van de Adviesraad zijn beslissing aan het tehuis mee. "

Art. 12.In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt de titel van afdeling 3 vervangen door het volgende: "Afdeling 3. Procedure voor de aanpassing, opschorting, vermindering of intrekking van voorlopige erkenning of van erkenning".

Art. 13.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "van de erkenning" telkens vervangen door de woorden "van de voorlopige erkenning of van de erkenning". In hetzelfde artikel van hetzelfde besluit wordt het woord "erkenningsaanvraag" vervangen door het woord "aanvraag van de voorlopige erkenning of van de erkenning".

Art. 14.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt lid 2 vervangen door hetgeen volgt: "Als na het verstrijken van deze termijn de toestand niet geregulariseerd is, dan stelt het bestuur aan het Collegelid een opschorting, een vermindering, een intrekking of een wijziging van voorlopige erkenning of van erkenning voor. "

Art. 15.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt lid 1 vervangen door hetgeen volgt: "Het Collegelid stelt het tehuis er bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs van op de hoogte dat een procedure loopt tot opschorting, vermindering, intrekking of wijziging van voorlopige erkenning of van erkenning. "

Art. 16.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "De beslissing van het College tot opschorting, vermindering, intrekking of tot aanpassing van de voorlopige erkenning of van de erkenning wordt aan het tehuis bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs bekendgemaakt.

De beslissing tot intrekking, tot opschorting, tot vermindering of tot aanpassing van de voorlopige erkenning of van de erkenning brengt met zich dat de subsidies aan het tehuis helemaal of gedeeltelijk worden opgeschort drie maanden na de dag waarop de beslissing werd bekendgemaakt.

Het tehuis is verplicht de beslissing tot opschorting, vermindering, intrekking of aanpassing, van zodra deze werd bekendgemaakt, mee te delen aan de begunstigden of hun wettelijke vertegenwoordigers, aan het personeel en aan al wie het aanbelangt. "

Art. 17.In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt er een Afdeling 5 ingevoegd met als titel "Erkenning van specifieke opdrachten", dat artikel 16/1 omvat dat luidt als volgt: "Afdeling 5 - Procedure voor erkenning van specifieke opdrachten Art. 16/1 § 1. De erkenningsaanvraag voor een of meerdere specifieke opdrachten wordt door het erkende tehuis, of door het voorlopig erkende tehuis ten vroegste zes maanden voor het verstrijken van de voorlopige erkenning, via aangetekende zending ingediend of bij het bestuur tegen ontvangstbewijs afgegeven of via elektronische weg op het door het bestuur vermelde e-mailadres ingediend. § 2. De aanvraag gaat vergezeld van een motivatienota die meer bepaald omvat: 1° een beschrijving van de geplande specifieke opdracht;2° een beschrijving van het betrokken publiek;3° het aantal bedoelde personen;4° de middelen en het personeel die voor de opdracht bestemd worden;5° de in artikel 5 vastgestelde documenten die wijziging ondergaan hebben. § 3. Binnen de twee maanden na de ontvangst van de aanvraag, maakt het bestuur aan het tehuis de ontvankelijkheid ervan bekend of, indien ze onvolledig is, wordt het uitgenodigd, om binnen een maand vanaf deze bekendmaking, haar te vervolledigen.

Wanneer de aanvraag ontvankelijk is, onderzoekt het bestuur de erkenningsaanvraag en verricht hij een bezoek om na te gaan of het tehuis aan de modaliteiten voor erkenning voor de gevraagde opdracht(en) beantwoordt. § 4. Het Collegelid legt de erkenningsaanvraag aan de afdeling "Opvang" van de Adviesraad voor die haar advies binnen de twee maanden geeft nadat het dossier bij haar aanhangig gemaakt is. Is deze termijn verstreken, dan wordt de procedure bij gebrek aan advies verdergezet.

Het Collegelid kan in geval van dringendheid een kortere termijn vaststellen. § 5. "Het College doet een uitspraak over de erkenningsaanvraag en deelt ten laatste twee maanden na het advies van de Adviesraad zijn beslissing aan het tehuis mee. De erkenning voor een of meerdere specifieke opdrachten vult de erkenning voor de duur hiervan aan. De beslissing van toekenning of van weigering van erkenning wordt door aangetekende zending bekendgemaakt. § 6. De aanvraag voor vernieuwing van de erkenning van een of meerdere specifieke opdrachten wordt gezamenlijk met de aanvraag voor vernieuwing van de erkenning van het opvangtehuis ingediend. § 7. Tot 30 juni 2021 kunnen de opvangtehuizen voor maximum één specifieke opdracht, in afwachting van een algemene evaluatie van de voorziening, erkend worden. "

Art. 18.In artikel 19 van hetzelfde besluit wordt lid 3 vervangen door hetgeen volgt: "Alle lokalen zijn lokalen voor niet-rokers, met uitzondering van de rookkamers die hiervoor voorzien zijn. "

Art. 19.In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt de zin "Er moet zich sanitair bevinden nabij de ruimten van educatieve activiteiten, de verblijfruimten en de kamers" vervangen door de zin "Sanitair moet gemakkelijk toegankelijk zijn."

Art. 20.Artikel 29b bis van hetzelfde besluit wordt artikel 29/1.

Art. 21.In artikel 34 van hetzelfde besluit wordt 6° vervangen door hetgeen volgt: "6° het uittreksel uit het strafregister;"

Art. 22.In artikel 35 van hetzelfde besluit worden de woorden "per semester" door de woorden "per jaar" en het woord "halfjaarlijkse" door "jaarlijkse" vervangen.

Art. 23.Artikel 36 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 25 oktober 2007, wordt door paragraaf 4 aangevuld dat als volgt luidt: " § 4. Geen enkele financiële bijdrage wordt opgeëist voor de opvolging na residentiële opvang en de specifieke opdrachten."

Art. 24.In artikel 39, 2°, a), b) en c) van hetzelfde besluit worden de woorden "of assistent in de psychologie" na de woorden "verpleger" ingevoegd.

Hetzelfde artikel wordt aangevuld door 5° en 6° die opgesteld zijn als volgt: "5° Bijkomende sociaal-agogische functie voor de opdracht van opvolging na residentiële opvang: het tehuis beschikt over een bijkomende halftijdse maatschappelijk assistent of een opvoeder klasse 1 voor de begeleiding na residentiële opvang van de begunstigden; 6° Bijkomende sociaal-agogische functie in verband met de specifieke opdracht: het voor een specifieke opdracht erkende tehuis beschikt over een bijkomende halftijdse maatschappelijke assistent of een opvoeder klasse 1.Voor de opdrachten van steun aan het ouderschap en ondersteuning van slachtoffers van familiaal of partnergeweld, kan deze functie ook door een psycholoog uitgeoefend worden. "

Art. 25.Het "Hoofdstuk VII - Subsidiëring" van hetzelfde besluit wordt het "Hoofdstuk VIII - Subsidiëring"

Art. 26.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IX ingevoegd met als titel "De representatieve en coördinatie-instelling" dat de artikelen 54/1 tot 54/7 omvat en luidt als volgt: "Hoofdstuk IX De representatieve en coördinatie-instelling. Afdeling 1. - Procedures in verband met de erkenning.

Art. 54/1.Een kandidatenoproep wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd met het oog op het verkrijgen van de erkenning als representatieve en coördinatie-instelling.

De kandidatuuroproep bevat minstens de volgende vermeldingen: 1° de termijn waarbinnen en de wijze waarop de erkenningsaanvraag opgestuurd moet worden;2° de adres-, email- en telefoongegevens van een contactpersoon bij de administratie;3° een tot de kandidaten gericht verzoek om kennis te nemen van het kandidatuurdossier dat gepubliceerd is op de website van het bestuur. Dit dossier bevat de minimum volgende documenten: a) een model van kandidatuurformulier dat uitgewerkt is door het bestuur en dat het geheel van informatie en documenten vermeldt die in de erkenningsaanvraag opgenomen moeten zijn;b) een document met alle opdrachten van de instelling en de erkenningsvoorwaarden.

Art. 54/2.§ 1. De kandidatuur wordt gericht aan het Collegelid bevoegd voor Sociale Actie en Gezin. Ze bevat de volgende documenten: 1° de naam van de vereniging zonder winstgevend oogmerk;2° de naam van de instelling;3° het ondernemingsnummer;4° de lijst van haar aangeslotenen;6° het adres van de maatschappelijke zetel;7° de bankidentiteitskaart;8° de naam van de persoon die gemachtigd is om de vereniging zonder winstoogmerk te vertegenwoordigen en het bewijs van zijn aanstelling in overeenstemming met de statutaire bepalingen;9° een attest dat het bewijs levert van de verzekering voor de aansprakelijkheid van de bestuurders;10° het adres van de activiteitenzetel(s);11° de naam van de persoon die belast is met de algemene coördinatie van de instelling en het bewijs van zijn mandaat;12° een document dat staaft dat de dienst over het genot van de lokalen beschikt;13° de samenstelling van het personeel met functies, kwalificaties en werktijden;14° de budgettaire vooruitzichten van de instelling met vermelding van alle verworven of aangevraagde overheidssubsidies alsook het bedrag van de bijdrage;15° het laatste activiteitenverslag en de laatste rekeningen en balans van de vzw;16° een nota met verduidelijking van de manier waarop de instelling antwoordt op of voorstelt om te antwoorden op de opdrachten waarvoor zij de erkenning vraagt en die de doelstellingen van de instelling en de modaliteiten voor hun verwezenlijking beschrijft. § 2. Het bestuur bevestigt de ontvangst van de kandidaturen en onderzoekt ze. Elke kandidatuur wordt ontvankelijk verklaard indien ze alle in § 1 bedoelde documenten bevat die voor waar en conform verklaard zijn en indien ze ondertekend zijn door de persoon die gemachtigd is om de vereniging zonder winstoogmerk te vertegenwoordigen. § 3. Wanneer het bestuur over het volledige en ontvankelijke dossier beschikt, licht hij de aanvrager in over de ontvankelijkheid van zijn aanvraag en vangt hij het onderzoek ervan aan. Hij maakt zijn conclusies aan het Collegelid over binnen de drie maanden van de ontvankelijkheid van de aanvraag. Bij gebrek aan een volledig dossier, brengt het bestuur de betrokken vzw op de hoogte over de ontbrekende of onvolledige elementen en nodigt haar uit om hieraan te verhelpen. § 4. Het College verricht een selectie, onder de ontvankelijke kandidaturen, op basis van de volgende criteria: 1° de kwaliteit van het project en van de voorgestelde doelstellingen in antwoord op de in artikel 10/2 van het decreet vastgestelde opdrachten en voorwaarden;2° de ervaring van de personen die zich met de uitvoering van de activiteiten bezighouden. § 5. Zes maanden voor het verstrijken van de voorlopige erkenning actualiseert de instelling op vraag van het College haar dossier.

Op basis van het geactualiseerde administratief dossier dat het inspectieverslag betreffende de naleving van de opdrachten en erkenningsvoorwaarden bevat, neemt het College, ten laatste vijftien dagen voor het verstrijken van de voorlopige erkenning, zijn beslissing over de toekenning of de weigering van de erkenning of de vernieuwing van de voorlopige erkenning.

Van de beslissing tot toekenning of weigering wordt ten laatste twee maanden na de beslissing van het College door middel van aangetekende zending kennisgegeven. Afdeling 2. - Wijzigingen van erkenning.

Art. 54/3.De aanvraag voor wijziging van de erkenning wordt bij het Collegelid ingediend. Ze omvat de elementen die de aanvraag voor wijziging van erkenning, zoals bedoeld in artikel 10/6, § 1 van het decreet, verantwoorden.

Wanneer het bestuur over het volledige en ontvankelijke dossier beschikt, betekent hij de aanvrager een ontvangstbewijs, onderzoekt de aanvraag, verricht een inspectie en maakt hij zijn conclusies aan het Collegelid binnen de drie maanden van de ontvankelijkheid van de aanvraag over. Het College doet een uitspraak over de aanvraag tot wijziging van de erkenning. Afdeling 3. - Intrekking van erkenning of gedwongen wijziging van

erkenning.

Art. 54/4.§ 1. Wanneer de representatieve en coördinatie-instelling niet langer de in artikel 10/2 bedoelde opdrachten en erkenningsvoorwaarden van het decreet naleeft, stuur het bestuur haar een aangetekende brief die haar uitnodigt om binnen een termijn van twee maanden zijn zaken in orde te brengen.

Wanneer deze termijn verstreken is en bij het niet in orde brengen of bij gebrek aan vraag tot wijziging van erkenning van de instelling, stelt het bestuur aan het Collegelid een intrekking of een gedwongen wijziging van erkenning voor. § 2. Het Collegelid stelt de representatieve en coördinatie-instelling er bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs van op de hoogte dat er een procedure loopt tot intrekking of wijziging van erkenning.

Vanaf de dag van deze bekendmaking beschikt de representatieve en coördinatie-instelling over een termijn van dertig dagen om bij het Collegelid een verantwoordingsnota in te dienen die er een kopie van aan de Adviesraad overmaakt.

Die nodigt de instelling uit om gehoord te worden. Hij stelt de datum en het tijdstip van de hoorzitting vast en brengt de instelling hiervan op de hoogte. De persoon die door de representatieve en coördinatie-instelling als vertegenwoordiger is aangesteld, mag zich door een andere persoon van zijn keuze laten vergezellen.

De adviesraad hoort de instelling en onderzoekt het voorstel tot intrekking of wijziging van erkenning.

Hij maakt zijn advies aan het Collegelid bekend binnen de maand volgend op de hoorzitting of binnen de twee maanden nadat het dossier aanhangig is gemaakt indien de representatieve en coördinatie-instelling niet wenst gehoord te worden. § 3. De beslissing van het College tot intrekking of tot aanpassing van de erkenning wordt aan de instelling met aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs bekendgemaakt.

De beslissing tot intrekking of tot aanpassing van de erkenning brengt de schrapping of de vermindering van de subsidies met zich drie maanden na de dag waarop de beslissing werd bekendgemaakt.

De instelling deelt vanaf de bekendmaking de beslissing van intrekking of van aanpassing van erkenning aan zijn aangeslotenen mee. Afdeling 4. - Werking

Art. 54/5.Het in artikel 10/9, § 1, van het decreet bedoelde verslag wordt voor de eerste keer op het einde van de periode van 5 jaar volgend op de inwerkingtreding van dit besluit overgemaakt.

Het in § 2 van hetzelfde artikel van het decreet bedoelde verslag wordt binnen een termijn van 6 maanden na het in lid 1 bedoelde verslag overgemaakt. Afdeling 5. - Subsidies.

Art. 54/6.§ 1. De aan de representatieve instelling toegekende subsidie wordt op 36.000 € per jaar vastgelegd. § 2. De soorten kosten en de verantwoordingsstukken bedoeld in artikel 10/10 § 3, van het decreet komen met het door het bestuur afgeleverde model overeen en moeten minstens omvatten: 1° de samenvatting van de salariskosten van elk teamlid; 2° het attest dat de betaling van de R.S.Z.-bijdragen bewijst; 3° het attest dat de betaling van de bedrijfsvoorheffing bewijst;4° het bewijs van de betaling van de honoraria aan de zelfstandigen;5° een kopie van de inkomsten en uitgavenrekening en van de balans;6° indien van toepassing, het bewijs van de neerlegging op de Griffie van de Rechtbank van koophandel van de rekeningen en balans;7° het activiteitenverslag."

Art. 27.Het "Hoofdstuk VIII - Intrekkingsbepaling" van hetzelfde besluit wordt "Hoofdstuk X - Intrekkingsbepaling".

Art. 28.Het "Hoofdstuk IX - Overgangsmaatregelen en inwerkingtreding" van hetzelfde besluit wordt "Hoofdstuk XI - Overgangsmaatregelen en inwerkingtreding".

Art. 29.In bijlage 1 van hetzelfde besluit worden de volgende punten 4 en 5 na het punt 3 ingevoegd en punt 4 wordt punt 6: "4. Organisatie van de opdracht van opvolging na residentiële opvang; 5. Organisatie van specifieke opdrachten."

Art. 30.In hetzelfde besluit wordt bijlage 2 door bijlage 1, bij dit besluit gevoegd, vervangen.

Art. 31.Bijlage 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld door de punten 7 en 8 die luiden als volgt: "7. De uitvoering van de opdracht van opvolging na residentiële opvang en de statistische elementen die ermee verband houden; 8. De uitvoering van de specifieke opdrachten en de statistische elementen die ermee verband houden."

Art. 32.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 8 toegevoegd, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.

Art. 33.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 9 toegevoegd, die als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd.

Art. 34.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 10 toegevoegd, die als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.

Art. 35.Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 maart 2006 houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 16 juni 2005 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan instellingen die representatief zijn voor de Maatschappelijke Actie en het Gezin is opgeheven.

Art. 36.Het decreet van 27 april 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2017 pub. 01/06/2017 numac 2017011936 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan onthaaltehuizen sluiten houdende wijziging van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan opvangtehuizen heeft zijn uitwerking op 1 januari 2018.

Art. 37.Onderhavig besluit treedt in werking op 1 januari 2018.

Brussel, 12 juli 2018.

Vanwege het College: F. LAANAN, Voorzitster van het College C. FREMAULT, Collegelid, bevoegd voor Sociale Actie en Gezin

Bijlage 1 bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2018 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan de opvangtehuizen gevoegd te worden.

Brussel, 12 juli 2018.

Namens het College van de Franse Gemeenschapscommissie: C. FREMAULT, Collegelid, bevoegd voor Sociale Actie en Gezin F. LAANAN, Voorzitster van het College

Bijlage 2 bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2018 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan de opvangtehuizen gevoegd te worden.

Brussel, 12 juli 2018.

Namens het College van de Franse Gemeenschapscommissie: C. FREMAULT, Collegelid, bevoegd voor Sociale Actie en Gezin F. LAANAN, Voorzitster van het College

Bijlage 3 bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2018 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan de opvangtehuizen gevoegd te worden.

Brussel, 12 juli 2018.

Namens het College van de Franse Gemeenschapscommissie: C. FREMAULT, Collegelid, bevoegd voor Sociale Actie en Gezin F. LAANAN, Voorzitster van het College

Bijlage 4 bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2018 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan de opvangtehuizen gevoegd te worden.

Brussel, 12 juli 2018.

Namens het College van de Franse Gemeenschapscommissie: C. FREMAULT, Collegelid, bevoegd voor Sociale Actie en Gezin F. LAANAN, Voorzitster van het College

Bijlage 5 bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2018 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031259 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Opleidingscentra voor gezinsbijstand sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en subsidies aan de opvangtehuizen gevoegd te worden.

Brussel, 12 juli 2018.

Namens het College van de Franse Gemeenschapscommissie: C. FREMAULT, Collegelid, bevoegd voor Sociale Actie en Gezin F. LAANAN, Voorzitster van het College.

^