Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 13 december 2001
gepubliceerd op 01 maart 2002

Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewesthoudende bevordering door verhoging van graad van de heer Jean-Jacques Masquelier tot de graad van bestuursdirecteur

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031080
pub.
01/03/2002
prom.
13/12/2001
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2001. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewesthoudende bevordering door verhoging van graad van de heer Jean-Jacques Masquelier tot de graad van bestuursdirecteur (niveau 1, rang 15)


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid het artikel 79 en het artikel 79bis toegevoegd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 ter vervollediging van de federale staatsstructuur;

Gelet op het decreet II van de Franse Gemeenschapsraad van 19 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid artikel 4;

Gelet op het decreet III van de vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid artikel 4;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, gewijzigd bij het besluit van het College van 4 juli 1996, bij besluit van het College van 11 december 1997 en bij het besluit van het College van 4 maart 1999 tot wijziging van verscheidene wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 tot vaststelling van het geldelijk statuut van de personeelsleden van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, zoals gewijzigd door het besluit van het College van 4 maart 1999 tot wijziging van verscheidene wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 betreffende de loopbaan van de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 betreffende de hiërarchie van de graden van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 tot vaststelling van de weddeschalen van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 tot bepaling van het organiek kader van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 tot bepaling van de structuur van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 28 oktober 1999 tot regeling van zijn werking en tot regeling van de ondertekening van zijn akten;

Gelet op de beslissing van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 14 oktober 1999 tot openverklaring van zes betrekkingen van Bestuursdirecteur (rang 15);

Gelet op het bericht van openverklaring van betrekkingen en de oproep tot kandidaten van 15 oktober 1999 voor de zes betrekkingen van bestuursdirecteur;

Gelet op de goedkeuring van het lid van het College belast met de begroting;

Overwegende de akten van kandidaatstelling ingediend door de heren Dehennin, Magerat, Masquelier, Rosquin en Van Acker voor de betrekking van bestuursdirecteur voor Begrotings-, Financiële en Patrimoniumzaken;

Overwegende dat deze kandidatuurstellingen ontvankelijk werden verklaard door de Directieraad vermits ingediend binnen de vereiste termijnen en vormen;

Overwegende dat alle kandidaten de vereiste anciënniteit bezitten om bevorderd te worden tot de graad van bestuursdirecteur;

Overwegende de notulen van de vergaderingen van de Directieraad van 17 en 18 november 1999 omvattende de voorstelling van de kandidaten, de debatten van de Directieraad, de vergelijking van de diploma's en verdiensten van de kandidaten en de voorlopige rangschikking van de kandidaten;

Overwegende de notulen van de vergadering van de Directieraad van 13 december 1999 omvattende de debatten betreffende de schriftelijke klachten van bepaalde kandidaten en de definitieve rangschikking van de kandidaten;

Overwegende dat de Directieraad de onderstaande definitieve rangschikking : Op de eerste plaats : de heer Jean-Jacques Masquelier met 9 stemmen « voor » en 1 onthouding;

De heren Dehennin, Magerat, Rosquin en Van Acker hebben geen meerderheid van positieve stemmen gehaald;

Overwegende dat het College beslist heeft, op 6 december 2001, zijn beslissing van 13 januari 2000 in te trekken;

Dat deze intrekking is gemotiveerd door de inbreuk op de wet van 29 juli 1991 betreffende de formele motivering van de administratieve handelingen, de gemotiveerde akte maakt, bovendien, het voorwerp uit van een beroep voor de Raad van State gebracht;

Overwegende dat deze intrekking inhoudt dat het College zich opnieuw moet uitspreken over het dossier; dat het erop aan komt de procedure weer op te nemen op het moment dat het gebrek is vastgesteld, hetzij ter gelegenheid van de beraadslaging van het College en de beslissing genomen door hem; dat in die mate, de bepalingen moeten worden toegepast die deze aangelegenheid regelen op het moment dat de ingetrokken handeling werd gesteld;

Overwegende dat het volledige dossier opnieuw te bestuderen is, in het bijzonder deze van de akten van kandidaatstelling, de beraadslagingen van de Directieraad, de klachten en de voorstellen;

Overwegende dat na dit nieuwe onderzoek, het College zich schaart bij het onderzoek van de diploma's en de verdiensten van de kandidaten uitgevoerd door de Directieraad en op het voorstel ervan, voor correct uitgedrukte motieven in de notulen;

Overwegende dat de uittreksels van de beraadslagingen van de Directieraad betreffende het onderzoek naar de diploma's en de verdiensten van de kandidaten, evenals de motieven van het gedane voorstel en de uitgevoerde rangschikking, en die bij onderhavige beraadslaging zijn gevoegd, doen blijken, na nieuw onderzoek, dat de heer Jean-Jacques Masquelier moet worden gehouden als meest geschikte kandidaat voor de uitoefening van de betrokken functies;

Overwegende dat hiertoe, er in niets rekening wordt gehouden met de manier waarop de functies werden vervuld onder dekking van een ingetrokken benoeming;

Overwegende dat de motieven waarnaar het College zonder voorbehoud verwijst duidelijk laten blijken, niet alleen waarom de gekozen kandidaat wordt beschouwd als de meest geschikte, maar ook waarom geacht kan worden dat de overige kandidaten niet over dezelfde diploma's en verdiensten beschikken die een benoeming verantwoorden;

Overwegende dat, ook al werd de beraadslaging voorafgaand aan het College ingetrokken, het is om een gebrek aan formele motivering; het zou dus onbillijk zijn dat de benoemde agenten, die in niets verantwoordelijk zijn voor de situatie, niet genieten van een benoeming met terugwerkende kracht; maar eigenlijk, hebben ze de in geschil zijnde functie uitgeoefend terwijl de wederkerigheid geen inbreuk geeft op geen enkel recht van een derde;

Op voorstel van het Lid van het College belast met Openbaar Ambt, Besluit :

Artikel 1.De heer Jean-Jacques Masquelier, adviseur-diensthoofd (rang 13) wordt bevorderd door vordering in graad tot de graad van bestuursdirecteur (rang 15) voor de Bestuursdirectie Begrotings-, Financiële en Patrimoniumzaken.

Art. 2.De jaarlijkse basisbezoldiging van de betrokkene is vastgesteld in een schaal van 15/1 (1 593 518 - 2 198 837).

Art. 3.Onderhavig besluit wordt van kracht op 1 januari 2000.

Art. 4.Onderhavig besluit wordt onmiddellijk bekendgemaakt aan de betrokkene en een afschrift wordt overgemaakt aan het Rekenhof.

Brussel, op 13 december 2001.

Namens het College : F.-X. de DONNEA, Lid van het College, belast met Openbaar Ambt E. THOMAS, Voorzitter van het College A. HUTCHINSON, Lid van het College, belast met Begroting

^