Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 oktober 1997
gepubliceerd op 22 november 1997

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende goedkeuring van het beheerscontract van de "Radio-Télévision belge de la Communauté française"

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1997029415
pub.
22/11/1997
prom.
14/10/1997
ELI
eli/besluit/1997/10/14/1997029415/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 OKTOBER 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende goedkeuring van het beheerscontract van de "Radio-Télévision belge de la Communauté française" (R.T.B.F.)


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 9, lid 2;

Gelet op het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de "Radio-Télévision belge de la Communauté française (R.T.B.F.)", inzonderheid op de artikelen 3, 8, 9 en 31;

Gelet op het besluit van 14 juli 1997 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 33 en 36 van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de "Radio-Télévision belge de la Communauté française (R.T.B.F.)";

Gelet op het advies van de paritaire commissie van de R.T.B.F. van 9 oktober 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Raad van bestuur van 10 oktober 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, vermits het beheerscontract vóór 14 oktober 1997 moet worden gesloten;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 13 oktober 1997;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met de audiovisuele sector, Besluit :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde beheerscontract wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het beheerscontract treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 3.De heer Henry Ingberg en de heer Jean-François Raskin worden als commissarissen van de Regering aangesteld.

Art. 4.De volgende bepalingen worden opgeheven : - het koninklijk besluit van 9 augustus 1979 betreffende radio- en televisie-uitzendingen die de R.T.B.F. toevertrouwt aan verenigingen en stichtingen (Belgisch Staatsblad van 22 september 1979); - het besluit van de Executieve van 21 november 1989 tot vaststelling van bijzondere regels voor de bestemming van sommige inkomsten en de opneming van commerciële reclame in de televisieprogramma's van de "Radio-Télévision belge de la Communauté française" (R.T.B.F.) (Belgisch Staatsblad van 6 februari 1990); - het besluit van de Executieve van 3 mei 1991 tot vaststelling van bijzondere regels voor de bestemming van de inkomsten uit de reclame op radio en voor de opneming van commerciële reclame in de radioprogramma's van de "Radio-Télévision belge de la Communauté française" (R.T.B.F.) (Belgisch Staatsblad van 7 juni 1991); - het besluit van de Executieve van 31 augustus 1989 houdende vaststelling van een bovengrens van bepaalde inkomsten van de "Radio-Télévision belge de la Communauté française "(R.T.B.F.) (Belgisch Staatsblad van 3 oktober 1989); - het besluit van de Executieve van 18 december 1991 tot vaststelling van de nadere regels voor de verdeling van de inkomsten van de "Radio-télévision belge de la Communauté française" (R.T.B.F.) uit de commerciële reclame ten voordele van de geschreven pers (Belgisch Staatsblad van 26 maart 1992); - het besluit van de Executieve van 25 juli 1983 houdende goedkeuring van de financiële fondsen van de R.T.B.F.; - het besluit van de Executieve van 26 juli 1990 tot vaststelling van de regels betreffende de vorm en de inhoud van de begrotingen en betreffende de boekhouding van de R.T.B.F. (Belgisch Staatsblad van 9 november 1990); - het besluit van de Executieve van 11 mei 1993 houdende aanstelling van de commissaris van de Regering van de R.T.B.F.; - het besluit van de Regering van 18 september 1995 houdende aanstelling van de gemachtigde van het lid van de Regering tot wiens bevoegdheid de financiën bij de R.T.B.F. behoren.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.

Brussel, 14 oktober 1997.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, Mevr. L. ONKELINX BEHEERSCONTRACT Preambule De "Radio-Télévision belge de la Communauté française" (afgekort R.T.B.F.), een autonoom cultureel overheidsbedrijf, is de radio- en televisie-omroep van openbare dienst van de Franse Gemeenschap van België en van alle personen die erbij horen vanwege hun taal of hun cultuur. Daartoe richt het bedrijf zich tot de grootste diversiteit aan kijkers en luisteraars, waarbij zijn kenmerken toch uitkomen door een aanbod van specifieke programma's, op basis van de volgende beginsels : - het Bedrijf vervult de opdracht van openbare dienst die het toegewezen krijgt door het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de R.T.B.F.; - het Bedrijf verbindt zich inzonderheid ertoe : a) federaliserende radio- en televisie-programma's te produceren, coproduceren, verwerven, programmeren en uit te zenden ter bestemming zowel van het grote publiek als van een minderheidspubliek, zonder discriminatie, inzonderheid wegens hun cultuur, ras, geslacht, ideologie, levensovertuiging of godsdienst en zonder sociale segregatie inzonderheid in verband met de leeftijd of de koopkracht. Het zal de voorrang verlenen aan het produceren en het coproduceren van deze programma's; b) in haar programma's toegang te verlenen tot alles wat verband houdt met de actualiteit, of het inzonderheid gaat om grote rechtstreekse nieuwsuitzendingen, voornaamste sportevenementen, films of belangrijke culturele manifestaties;c) bij te dragen tot het verstevigen van de maatschappelijke waarden, inzonderheid door een ethiek die steunt op de eerbied voor de mens en de burger;d) wanneer mogelijk, een debat te veroorzaken en de democratische inzet van de samenleving duidelijk te maken in zijn programma's;e) als referentie te dienen inzake technische, professionele, artistieke en culturele kwaliteit;f) in de mate bepaald bij dit contract, met alle personen die werkzaam zijn in de sector communicatie en cultuur een geheel van synergieverbanden tot stand te brengen en in stand te houden;g) een bijzondere inspanning leveren op het gebied van creatie, door de realisatie van originele producties aan te moedigen die inzonderheid ertoe strekken het patrimonium van de Franse Gemeenschap van België te herwaarderen en haar regionale specificiteiten in het licht te stellen;h) zowel op radio als op televisie, programma's uit te zenden die ertoe strekken de integratie en de opvang van bevolkingsgroepen van vreemde afkomst die in de Franse Gemeenschap van België leven, te bevorderen. - Het Bedrijf verbindt zich ertoe, telkens als de werkelijk beschikbare technische en geldelijke inkomsten het mogelijk maken, verder te gaan dan de doeleinden inzake kwaliteit en hoeveelheid van dit beheerscontract. - Het Bedrijf zorgt ervoor dat de activiteiten die niet onder zijn opdracht van openbare dienst ressorteren de goede uitvoering van deze zoals ze bepaald wordt in dit beheerscontract, niet in het gedrang brengen. HOOFDSTUK I. - Radio- en televisieprogramma's. Algemene regels

Artikel 1.Het Bedrijf zendt minstens uit : a) op radio : een algemeen origineel programma, twee algemene originele programma's die specifiek bestemd zijn voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest en twee thematische programma's, met uitzondering van de ontkoppelingen of samenwerkingsverbanden die een gelijkwaardige oplossing bieden voor het voldoen aan de eisen van het publiek;b) op televisie : een algemeen programma en een algemeen of thematisch programma. Op televisie biedt het Bedrijf, volgens een dagelijks gemiddelde berekend per burgerlijk jaar, minstens zeven uur uitzendingen aan, gerealiseerd in eigen productie of in coproductie.

Art. 2.Met het oog op decentralisatie zendt het Bedrijf, zowel op radio als op televisie, programma's uit geproduceerd door de regionale productiecentra, die ervoor zorgen in deze programma's de identiteit van de gewesten te herwaarderen.

Op televisie, vertrouwt het Bedrijf, volgens een jaarlijks gemiddelde berekend op basis van periodes van drie jaar, de productie van minstens 75 % van de programma's die het produceert in het kader van de toepassing van artikel 1, b, aan zijn verscheidene regionale productiecentra toe. De algemene nieuwsuitzendingen worden uitgesloten van de berekening van de totale productie van het Bedrijf. Dit zorgt evenwel voor een actieve deelneming van de regionale productiecentra aan de productie van die nieuwsuitzendingen.

Op radio, vertrouwt het Bedrijf de productie van minstens drie vierde van de programma's die het produceert in het kader van de toepassing van artikel 1, a, met uitsluiting van de programma's van de thematische zender die het aanwijst, aan zijn verscheidene regionale productiecentra toe.

Art. 3.§ 1. Met toepassing van artikel 19bis van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, zowel op radio als op televisie, wordt het Bedrijf ertoe gemachtigd programma's uit te zenden door middel van gecodeerde signalen en het ontvangen ervan van een betaling afhankelijk te maken.

Die uitzending moet geschieden zonder nadeel voor de universele dienst die, onder voorwaarden die het principe van gelijkheid tussen gebruikers in acht nemen, de toegang waarborgt tot alle in artikel 1, a en b bedoelde algemene en thematische programma's die beantwoorden aan de opdracht van openbare dienst. § 2. Voorts wordt het Bedrijf, met toepassing van artikel 19quater van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, ertoe gemachtigd de kabel te gebruiken voor andere soorten diensten dan de televisieprogramma's of radioprogramma's bestemd voor het publiek in het algemeen of voor een deel ervan.

Deze diensten kunnen de vorm hebben van signalen die geheel of gedeeltelijk gecodeerd zijn. Het ontvangen ervan kan van een betaling afhankelijk worden gemaakt.

Art. 4.Het Bedrijf moet zich schikken naar de beroepscode betreffende de uitzending van televisie-programma's die scènes met geweld bevatten, zoals die door zijn raad van bestuur op 10 mei 1993 werd bekrachtigd.

Het verbindt zich ertoe de kijkers te waarschuwen, wanneer het uitzendingen programmeert die hun gevoeligheid, vooral die van kinderen en adolescenten, kunnen kwetsen. HOOFDSTUK II. - Informatie-uitzendingen

Art. 5.Het Bedrijf zendt informatie-programma's uit en produceert informatieprogramma's betreffende algemeen, internationaal, Europees, federaal, communautair, regionaal en lokaal nieuws.

Art. 6.Ten dien einde produceert en zendt het Bedrijf dagelijks ten minste de volgende onderscheiden nieuwsjournaals uit : a) Op televisie : - een regionaal nieuwsjournaal, van maandag tot vrijdag ten minste; - twee algemene nieuwsjournaals. b) Op radio : 1° achttien algemene nieuwsjournaals of -sequenties per dag op een algemeen programma;2° vijf algemene nieuwsjournaals of -sequenties en vijf regionale nieuwsjournaals van maandag tot vrijdag ten minste op twee van de andere thematische of algemene programma's dan het programma bedoeld in 1° en in artikel 1 a.Het bedrijf zorgt er overigens voor een informatie over het geheel van Wallonië enerzijds, en Brussel, anderzijds, ter beschikking van het publiek te stellen.

Art. 7.Op televisie zendt het Bedrijf gemiddeld ten minste 3 000 minuten per jaar uit gewijd aan debatten en gesprekken over de actualiteit.

Op radio zendt het Bedrijf gemiddeld ten minste 6 000 minuten per jaar uit gewijd aan debatten en gesprekken over de actualiteit. HOOFDSTUK III. - Verkiezingsuitzendingen

Art. 8.Zowel op radio als op televisie, bij Europese of federale verkiezingen, en bij verkiezingen voor de Gewest-, Gemeenschaps-, provincie- en gemeenteraden, zendt het Bedrijf, volgens door de raad van bestuur nader te bepalen regels, een reeks specifieke programma's uit.

Op televisie bestaat die reeks ten minste uit : a) een speciaal programma waarbij de politieke, economische en sociale inzet van die verkiezingen uiteengezet wordt;b) programma's gewijd aan informatie of debatten veertien dagen vóór de verkiezingsdag;c) een programma waarin de uitslagen worden medegedeeld;d) tribunes gewijd aan de betrokken partijen. Het Bedrijf zal voorts een bijzondere aandacht schenken aan de sociale verkiezingen en, zo nodig, tribunes toekennen. HOOFDSTUK IV. - Uitzendingen voor cultuur, wetenschap en permanente opvoeding, magazines, documentaires

Art. 9.Zowel op radio als op televisie zendt het Bedrijf, volgens gepaste tijdschema's en binnen de perken van een jaarlijks door de raad van bestuur vast te stellen volume, regelmatige programma's uit voor informatie, sensibilisatie en bevordering inzake cultuur, alsook levende opvoeringen, programma's die inzonderheid gewijd zijn aan literaire expressie, theater, muziek, dans, geschiedenis, film, beeldende kunsten en podiumkunsten alsook aan elke vorm van artistieke expressie en aan maatschappelijke verschijnselen, en dialectprogramma's.

Bij de uitzending van die programma's zal rekening worden gehouden met de doelgroepen in het publiek, maar ook met het recht op de culturele informatie van een zeer breed publiek.

Art. 10.Het Bedrijf zendt inzonderheid de volgende programma's uit of produceert die : 1. Op televisie, muzikale, lyrische, choreografische manifestaties en toneelstukken, met voorrang voor deze die in de Franse Gemeenschap worden geproduceerd.Het aantal manifestaties, dat niet lager dan twaalf per jaar mag zijn, wordt jaarlijks door de raad van bestuur van het Bedrijf vastgesteld.

Er wordt een bijzondere aandacht geschonken aan de verschillende vormen van hedendaagse expressie.

Bovendien wordt een maandelijkse uitzending besteed aan de verschillende vormen van muzikale expressie.

Er worden regelmatig uitzendingen of sequenties besteed aan de bevordering van de literatuur. 2. Op radio, een programma dat gewijd is aan alle vormen van oude, klassieke of hedendaagse muziek.In de programma's wordt een bijzondere aandacht geschonken aan het muzikaal patrimonium van de Franse Gemeenschap en aan de verschillende vormen van muziek in de wereld. Elk jaar worden ten minste tweehonderd concerten of muzikale of lyrische manifestaties uitgezonden. 3. Het Bedrijf sluit met het grootste aantal culturele instellingen of verenigingen die onder de Franse Gemeenschap ressorteren of door deze worden gesubsidieerd, wederzijdse bevorderingsakkoorden, wanneer de vergunning voor de uitzending van werken waarop die instellingen rechten hebben, onder voorkeursvoorwaarden of kosteloos aan de R.T.B.F. wordt verleend.

Art. 11.Zowel op radio als op televisie zorgt het Bedrijf voor de regelmatige uitzending en productie, volgens een jaarlijks door de raad van bestuur vast te stellen volume, van programma's voor permanente opvoeding, inzonderheid met het oog op de vorming, de opvoeding, de voorlichting van de consumenten, de sensibilisatie voor het milieu en de leefomgeving, de gezondheidsopvoeding, een beter begrip van het sociaal, politiek en economisch leven, de informatieverstrekking aan jongeren, de opvoeding tot de media en de uitzending van populair-wetenschappelijke programma's.

Art. 12.Ter uitvoering van artikel 3 van het decreet van 14 juli 1997 richt het Bedrijf in zijn midden een commissie op waarvan de opdracht erin bestaat synergie-verbanden te creëren en te ontwikkelen met alle personen die werkzaam zijn in de sector communicatie en cultuur van de Franse Gemeenschap. Vertegenwoordigers van de betrokken sectoren zullen deel uitmaken van die commissie.

Art. 13.In zijn verslag over de uitvoering van het beheerscontract legt het Bedrijf de nadruk op de voorstelling van de gegevens betreffende de artikelen 9 tot 11.

Daartoe levert het naast de bestaande gegevens inzake kijk- en luistercijfers een kwalitatief en omstandig commentaar waardoor het mogelijk wordt het effect van de culturele en opvoedkundige uitzendingen op het publiek waarvoor zij bestemd zijn, beter te evalueren. HOOFDSTUK V. - Ontspanningsuitzendingen

Art. 14.Zowel op radio als op televisie, in de uitzendingen gewijd aan variéténummers, moet het Franse chanson een belangrijke plaats innemen en moet het Bedrijf de artiesten van de Franse Gemeenschap, inzonderheid de nieuwe talenten, voorstellen en aan bod laten komen.

Zo moet het Bedrijf op radio ten minste 30 % muziek met Franse teksten uitzenden. Het zendt, tot beloop van ten minste 15 % van dat percentage, muzikale werken uit van componisten, uitvoerende kunstenaars of producenten van de Franse Gemeenschap.

In de uitzendingen besteed aan spelen moet het Bedrijf de capaciteit van de kandidaten op het gebied van verbeelding, ontdekking of kennis doen uitkomen. HOOFDSTUK VI. - Bioscoop-films en televisie-films

Art. 15.Op televisie zendt het Bedrijf lange, middellange en korte bioscoop-films en televisie-films uit. Het stelt inzonderheid recente films van goede kwaliteit voor, in 't bijzonder van producenten en kleine en middelgrote verdelers van de Franse Gemeenschap, of die vertolkt worden door uitvoerende kunstenaars van de Franse Gemeenschap.

Art. 16.Het Bedrijf zendt regelmatig, en ten minste veertig keer per jaar, programma's van het type "Ciné club" uit, die werken van auteurs, producenten en verdelers van de Franse Gemeenschap bevorderen. HOOFDSTUK VII. - Sportuitzendingen

Art. 17.Het Bedrijf zendt sportnieuwsprogramma's uit die openstaan voor de breedst mogelijke waaier van sporttakken. HOOFDSTUK VIII. - Uitzendingen bestemd voor de jeugd

Art. 18.Het Bedrijf is bijzonder ijverig op het gebied van de originele productie en coproductie van kwaliteitsprogramma's voor de jeugd en van de uitzending van zulke programma's. Voor zover het globaal financieel evenwicht van het Bedrijf bereikt is, worden de inkomsten uit de exploitatie van de rechten die afgeleid zijn van de werken bestemd voor de jeugd, die door het Bedrijf worden geproduceerd of gecoproduceerd, bij voorrang opnieuw geïnvesteerd in de productie of coproductie van gelijkaardige werken. HOOFDSTUK IX. - Dienstuitzendingen

Art. 19.Zowel op radio als op televisie zendt het Bedrijf op gepaste dagen en om gepaste kijk- en luisteruren de volgende programma's uit : a) eredienst-programma's;b) meteorologische informatie;c) boodschappen inzake verkeersinformatie en -veiligheid;d) berichten voor opsporing van vermiste personen of personen die van misdaad en misdrijf verdacht zijn, op verzoek van de gerechtelijke overheid;e) naar gelang van de technische beschikbaarheid van gegevens, korte berichten van algemene aard, betreffende openbare onderzoeken inzake stedenbouw, milieu en ruimtelijke ordening, geleverd of gefinancierd door de bevoegde overheid van het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 20.Zowel op radio als op televisie stelt het Bedrijf een urgentieplan vast, in overleg met de bevoegde federale, regionale of provinciale overheden, dat voorziet in de alarm- en waarschuwingsprocedures voor de bevolking die zowel tijdens als na de uitzendingen kunnen worden uitgezonden, bij een natuurramp, een industrieel of kernongeval, een aanslag die ernstige risico's voor de bevolking teweegbrengt.

Het deelt dat plan aan de Regering van de Franse Gemeenschap mede binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit beheerscontract.

Art. 21.Op televisie zorgt het Bedrijf voor de uitzending van : a) programma's voor slechthorenden.Het zorgt inzonderheid, voor zover dit mogelijk is, door elk gepast middel, ervoor dat slechthorenden het journaal van het begin van de avond kunnen verstaan; b) teletekstprogramma's of gelijkaardige programma's die aan dezelfde doelstellingen beantwoorden en die inzonderheid werkaanbiedingen uitzenden. HOOFDSTUK X. - Uitbestede uitzendingen

Art. 22.Volgens door de raad van bestuur van het Bedrijf nader te bepalen regels kan deze uitzendingen, zowel op radio als op televisie, uitbesteden aan representatieve verenigingen die daartoe door de Regering werden erkend.

De uitzending van die programma's wordt kosteloos door het Bedrijf verzorgd.

Art. 23.Binnen de perken van zijn mogelijkheden, onder zijn gezag en volgens door het Bedrijf nader te bepalen regels kan het de installaties, het personeel en het materieel dat noodzakelijk is voor de overgedragen uitzendingen, ter beschikking stellen van de erkende representatieve verenigingen. HOOFDSTUK XI. - Uitzendingen van commerciële aard

Art. 24.Het Bedrijf wordt ertoe gemachtigd elk programma van reclame- en commerciële aard uit te zenden, zowel op radio als op televisie, met inachtneming van de geldende wets-, decreet- en verordeningsbepalingen en van dit beheerscontract.

Art. 25.Onverminderd de bepalingen van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector inzake reclame-uitzendingen, moet het Bedrijf de volgende bijzondere regels in acht nemen : 1. Op televisie mag de zendtijd voor commerciële reclame, zoals bepaald bij het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, op elk van de netten van de R.T.B.F., niet langer zijn dan een gemiddelde dagelijkse duur van zes minuten per zenduur.

Onverminderd vorig lid mag de gemiddelde dagelijkse zendtijd voor commerciële reclame, op elk van de netten van de R.T.B.F., tussen 19 en 22 uur, niet langer zijn dan éénentwintig minuten. Deze duur wordt op vierentwintig minuten gebracht tot beloop van ten hoogste drieënzestig dagen per jaar.

Dit maximum van 24 minuten mag niet langer dan 12 dagen per maand worden bereikt. Voorts mag, per periode van twaalf maanden ingaande op 1 oktober van elk jaar, het aantal maanden waarin dit laatste maximum van twaalf dagen per maand wordt bereikt, niet hoger zijn dan vier.

De zendtijd bestemd voor reclame binnen een bepaalde periode van één uur mag niet langer zijn dan twaalf minuten. 2. Zowel op televisie als op radio mag voor de commerciële reclame geen beroep worden gedaan, voor het deel van de uitzending die betrekking heeft op klank of beeld, op journalisten die, onder statutair of contractueel verband, door het Bedrijf tewerkgesteld worden, om programma's te realiseren.3. De reclame mag de programma's, inzonderheid de films, of de verschillende sequenties van een zelfde programma, niet onderbreken. Zowel op radio als op televisie mag de commerciële reclame noch de informatie-uitzendingen, noch de uitzendingen voor toneelkunst of lyrische kunst onderbreken, behalve gedurende de natuurlijke onderbrekingsperioden. 4. Op televisie is de commerciële reclame verboden voor de volgende goederen en diensten : a) de geneesmiddelen bedoeld bij de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen;b) de substanties bedoeld bij het koninklijk besluit van 6 mei 1922 betreffende de verkoop van ontsmettingsstoffen en antiseptica en bij het koninklijk besluit van 31 december 1930 omtrent de handel in slaap- en verdovende middelen, genomen ter uitvoering van de wet van 24 februari 1921;c) tabak, produkten op basis van tabak en soortgelijke produkten, bedoeld bij het koninklijk besluit van 20 december 1982 betreffende de reclame voor tabak, voor produkten op basis van tabak en voor soortgelijke produkten;d) alcoholhoudende dranken met een alcoholpercentage van meer dan 20 graden;e) de goederen of diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks verwijzen naar merken van tabak, produkten op basis van tabak of soortgelijke produkten, alsook van dranken met een alcoholpercentage van meer 20 graden;f) wapens;g) speelgoed dat vuurwapens imiteert of dat tot gewelddadige, racistische of xenofobe gedragingen aanspoort;h) de huwelijksbureaus en de ontmoetingsclubs, ook door middel van elektronische boodschappen.5. Op televisie : a) moet de commerciële reclame voor andere dieetvoedingsmiddelen dan die waarnaar verwezen wordt als geneesmiddelen bedoeld in de bijlage bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1983 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding, duidelijk vermelden voor welk regime het voedingsmiddel aanbevolen is en mag geen vermelding maken van menselijke ziektes of van personen die door ziekten getroffen zijn, behalve afwijkingen bedoeld bij het voormelde koninklijk besluit van 4 augustus 1983;b) voor suikerwerk is commerciële reclame toegelaten mits vermelding van een waarschuwing, in onverschillig welke vorm, betreffende de gevolgen van een dergelijk voedingsmiddel voor de gezondheid;c) voor motorvoertuigen mag commerciële reclame niet tot snel rijden aansporen.6. Op televisie mag commerciële reclame : a) niet verwijzen naar vergelijkende tests die door consumentenorganisaties worden uitgevoerd;b) geen schriftelijk, mondeling, beeld- of klankelement bevatten, dat, rechtstreeks of onrechtstreeks, door overdrijving of dubbelzinnigheid, de consument in de war kan maken;c) niet ten onrechte technische of wetenschappelijke woorden gebruiken, of die zo voorstellen dat zij tot een foutieve interpretatie kunnen leiden;d) alleen verwijzen naar onderzoeksresultaten of citaten uit wetenschappelijke werken als er geen risico van verwarring, dubbelzinnigheid of overdreven veralgemening bestaat;e) aanbevelingen, verwijzingen, citaten of verklaringen alleen gebruiken met de uitdrukkelijke instemming van de auteurs ervan of hun rechthebbenden en op voorwaarde dat zij echt en waar zijn.7. Het Bedrijf zorgt ervoor dat de adverteerders of hun reclamebureaus, op elk verzoek, het bewijs kunnen leveren dat voldaan is aan alle hierboven vermelde objectieve elementen van de reclameboodschappen. HOOFDSTUK XII. - Bevordering van de verspreiding van Europese werken en van franstalige werken

Art. 26.Met toepassing van artikel 24bis, § 1, van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector en met inachtneming van art. 6 van de Richtlijn 89/552/EEG van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de Lid-Staten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten, zoals die in voorkomend geval werd gewijzigd, moet het Bedrijf, in zijn gehele televisie-programmering, ten minste 51 % van zijn zendtijd, met uitsluiting van de zendtijd bestemd voor nieuws, sportmanifestaties, spelen, reclame, teletekstdiensten en het testbeeld, besteden aan Europese werken, met inbegrip van originele werken van auteurs die onder de Franse Gemeenschap ressorteren.

Art. 27.Voor de in artikel 26 bedoelde zendtijd worden niet in aanmerking genomen : - voor de informatie : televisiejournalen, nieuws in het kort, interviews en debatten; - voor sportmanifestaties : de rechtstreekse of uitgestelde, gehele of gedeeltelijke uitzending van sportcompetities zoals die door de organisatoren ervan worden voorgesteld; - voor spelen : uitzendingen besteed aan wedstrijds- of ontspanningsuitzendingen waarvoor beperkte produktiemiddelen vereist zijn; - reclame; - teletekstdiensten; - het testbeeld.

Art. 28.Op televisie moet het Bedrijf, in zijn gehele programmering, ten minste 33 % van zijn zendtijd, met uitsluiting van de zendtijd bestemd voor nieuws, sportmanifestaties, spelen, reclame, teletekstdiensten en het testbeeld, besteden aan werken waarvan het draaien, de realisatie of de gedelegeerde productie door franstalige vakmensen worden verzorgd.

Art. 29.Op radio zendt het Bedrijf dagelijks werken van auteurs, componisten, uitvoerende kunstenaars of producenten van de Franse Gemeenschap uit.

Art. 30.Binnen de perken van zijn technische mogelijkheden, en volgens modaliteiten die het bepaalt, stelt het Bedrijf zijn infrastructuur, inzonderheid zijn opnamestudio's, ter beschikking van uitvoerende kunstenaars van de Franse Gemeenschap en van zijn onafhankelijke producenten. HOOFDSTUK XIII. - Bijdrage tot de ontwikkeling van de onafhankelijke audiovisuele productie

Art. 31.Het Bedrijf draagt actief bij tot de ontwikkeling van de audiovisuele industrie in de Franse Gemeenschap van België, in de Lid-Staten van de Europese Unie en in de landen van de Francofonie, door een gepast beleid inzake raamakkoorden of bepaalde akkoorden met onafhankelijke producenten van klank- of televisie-omroepinstellingen.

Art. 32.Om het in artikel 31 bepaalde doel te bereiken, en met toepassing van artikel 24bis, § 2, van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, besteedt het Bedrijf een deel van zijn inkomsten en middelen, dat jaarlijks door de raad van bestuur wordt bepaald, maar dat niet lager dan honderd miljoen, jaarlijks geïndexeerd, mag zijn, voor de eerste keer op de verjaardag van de inwerkingtreding van dit contract, op grond van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen bepaald in artikel 51, § 1, aan contracten voor coproductie, ontvangst en/of aankoop van zendrechten, ondertekend met onafhankelijke producenten van klank- of televisie-omroepinstellingen waarvan de verblijfplaats of de maatschappelijke zetel gelegen is in een Lid-Staat van de Europese Unie.

Art. 33.Voor de toepassing van artikel 31 wordt als onafhankelijke producent beschouwd, de natuurlijke of rechtspersoon die op een cumulatieve wijze : - een rechtspersoonlijkheid bezit die verschillend is van die van een omroep; - zijn handelsbeleid vrij bepaalt; - niet gebonden is aan een radio-omroepinstelling; - niet, rechtstreeks of onrechtstreeks, beschikt over een blokkeringsminderheid in ongeacht welke radio-omroepinstelling of in het kapitaal waarvan geen radio-omroepinstelling een blokkeringsminderheid bezit.

Art. 34.Bij de bestemming van de in artikel 32 bedoelde inkomsten en middelen verricht het Bedrijf een verdeling op grond van de verschillende types uitzendingen bedoeld bij dit beheerscontract.

Art. 35.In de in artikel 32 bedoelde inkomsten zijn de inkomsten begrepen die bepaald zijn bij de raamovereenkomst die op 2 maart 1994 werd ondertekend door de Minister belast met de audiovisuele sector en drie representatieve beroepsverenigingen. HOOFDSTUK XIV. - Samenwerking met lokale en communautaire televisies

Art. 36.Het Bedrijf zorgt voor de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden met lokale en communautaire televisies inzake : - uitwisseling van beelden, reportages en programma's, met inachtneming van de beroepsregels en de beroepscode van de betrokken beroepen; - coproductie van magazines; - uitzending van programma's; - technische en dienstverlenende prestaties; - deelneming aan regionale manifestaties; - prospectie en verspreiding op het gebied van reclame.

Art. 37.Het Bedrijf nodigt ten minste één keer per jaar een vertegenwoordiger van de V.Z.W. "Vidéotrame" uit tot één van de vergaderingen van zijn raad van bestuur of zijn vast comité om de vraagstukken bedoeld bij dit hoofdstuk te bespreken. HOOFDSTUK XV. - Samenwerking met de schrijvende pers

Art. 38.Met inachtneming van artikel 26, § 3, van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, brengt het Bedrijf, volgens de bij dit hoofdstuk bedoelde nadere regels, samenwerkingsverbanden tot stand met het oog op het behoud en de ontwikkeling van het pluralisme van de schrijvende opiniepers of algemene informatiepers, zowel in de vorm van dagbladen als periodieke bladen, in de Franse Gemeenschap van België.

Art. 39.Het Bedrijf stort jaarlijks aan het Fonds voor ontwikkeling van de schrijvende pers dat door de Regering van de Franse Gemeenschap werd opgericht, een deel dat overeenstemt met 3 % van de bruto-inkomsten uit de commerciële reclame. HOOFDSTUK XVI. - Samenwerking met de filmsector

Art. 40.Het Bedrijf sluit akkoorden met beroepsorganen die de filmsector vertegenwoordigen, met het oog op de wederzijdse promotie van films die in bioscoopzalen worden verdeeld, inzonderheid van in de Franse Gemeenschap geproduceerde films, alsook van filmmanifestaties zoals festivals. HOOFDSTUK XVII. - Samenwerking met private radio's

Art. 41.Het Bedrijf stort jaarlijks aan het Steunfonds voor creatie op radio van de Franse Gemeenschap een deel dat overeenstemt met 2 % van de opbrengst van de netto-inkomsten van de commerciële reclame waarvoor het op radio de vergunning heeft gekregen, na aftrek van de BTW, de commissies van regies en de tegemoetkoming ten gunste van de schrijvende pers bedoeld in artikel 39. HOOFDSTUK XVIII. - Internationale samenwerking

Art. 42.Het Bedrijf treedt toe tot de internationale verenigingen, instellingen en organismen van radio en televisie die nuttig zijn voor de vervulling van zijn opdracht van openbare dienst en van de eventuele specifieke opdrachten die door de Regering van de Franse Gemeenschap werden toevertrouwd, inzonderheid : - de European Broadcasting Union (E.B.U.); - de "Conseil International des Radios-Télévisions d'Expression française (CIRTEF)"; - de "Communauté des Radios publiques de Langue française (CRPLF)"; - de "Communauté des Télévisions francophones (CTF)", in de voorwaarden bepaald bij het statuut van die organisaties.

Art. 43.Het Bedrijf streeft naar de bevordering van uitwisselingen en de gemeenschappelijke productie van radio- en televisieprogramma's met de - prioritair openbare - radio- en televisie-omroepinstellingen van de Europese landen en de landen die tot de Francofonie behoren.

Art. 44.Het Bedrijf heeft, voor rekening van de Franse Gemeenschap, aandelen in de N.V. "Satellimages-TV5". Volgens nadere regels bepaald bij afzonderlijke akkoorden gesloten met die maatschappij, brengt het samenwerkingsverbanden tot stand inzonderheid door Franstalige televisie-uitzendingen of uittreksels uit Franstalige televisie-uitzendingen ter beschikking van deze maatschappij te stellen, met het oog op een uitzending via de satelliet. Die samenwerking mag geen winstoogmerk hebben, onverminderd evenwel specifieke akkoorden die inzonderheid voor sportuitzendingen worden gesloten. De Regering kent het jaarlijks herzienbare bedrag toe dat noodzakelijk is voor de uitvoering van die opdracht.

Art. 45.Volgens modaliteiten die het bepaalt, en binnen de perken van zijn begrotingsmiddelen, legt het Bedrijf partnerschapsbanden met radio-omroepinstellingen die een internationale bestemming hebben, wanneer dit nuttig is voor de vervulling van zijn opdracht. In dit kader werkt het inzonderheid samen met : - de Frans-Duitse televisie-omroep ARTE; - de Paneuropese informatietelevisie-omroep EURONEWS; - de Paneuropese sporttelevisie-omroep EUROSPORT. HOOFDSTUK XIX. - Technische bepalingen

Art. 46.§ 1. Het Bedrijf kan de universele dienst verzorgen die bepaald is in artikel 3 van het decreet van 14 juli 1997 en artikel 3 van dit contract, door middel van de uitzending via de kabel of de satelliet of elk ander systeem dat aan dezelfde doelstellingen beantwoordt, voor zover de Regering er de nadere regels voor in een aanhangsel bij deze overeenkomst vaststelt. § 2. Wat het in artikel 1, b, bedoelde algemeen programma betreft, als de universele dienst via de kabel wordt verzorgt, zendt het Bedrijf gelijktijdig uit via de satelliet of elk ander systeem dat aan dezelfde doelstellingen beantwoordt. Die uitzending kan gecodeerd zijn, voor zover het Bedrijf ter beschikking van de particulieren die het aanvragen, een gepaste decoder stelt. De terbeschikkingstelling kan onder bezwarende titel geschieden. Het bedrijf kan dan evenwel geen jaarprijs vragen die hoger is dan de helft van het kijk- en luistergeld voor het betrokken jaar.

Art. 47.Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de R.T.B.F., stelt de Regering ter beschikking van de de R.T.B.F. de hertzfrequenties die noodzakelijk zijn voor de uitzending, van optimale kwaliteit, van de programma's bedoeld in artikel 1 van dit contract en van elk ander programma van het Bedrijf.

Elke wijziging van de frequenties die op het ogenblik van de ondertekening van dit beheerscontract wettelijk toegewezen zijn, zal in een aanhangsel bij dit contract worden bepaald. HOOFDSTUK XX. - Dochtermaatschappijen

Art. 48.Het Bedrijf brengt de Regering op de hoogte van elke evolutie in het kapitaal van de dochtermaatschappijen die een wijziging van de meerderheid van de raad van bestuur van het Bedrijf met zich medebrengt. HOOFDSTUK XXI. - Financiële bepalingen

Art. 49.§ 1. Als tegenprestatie voor de vervulling, in de geest van de preambule bij dit contract, van zijn opdracht van openbare dienst zoals bepaald in het decreet van 14 juli 1997, krijgt het Bedrijf een toelage waarvan het bedrag voor 1997 op BF 6 160 100 000 vastgesteld wordt. § 2. De toelage die vanaf 1998 door het Bedrijf zal worden ontvangen, zal geenszins lager mogen zijn dan een bedrag van BF 6 060 100 000, geïndexeerd met toepassing van artikel 51, § 1.

Art. 50.§ 1. Specifieke bijkomende vergoedingen worden bovendien gestort voor de volgende opdrachten : a) specifieke acties voor herwaardering van de Franse Gemeenschap die niet worden gevoerd in het kader van andere verplichtingen bedoeld bij dit beheerscontrat;b) de deelneming van het Bedrijf in TV5 voor rekening van de Franse Gemeenschap, bedoeld in artikel 45;c) het dekken van de lasten voortvloeiend uit de lening aangegaan voor de herbouw van de mast van Waver, volgens het aflossingsplan. § 2. De bedragen bedoeld in § 1 zijn respectievelijk voor 1997 : a) BF 9 000 000.b) BF 151 000 000.c) BF 26 800 000. De specifieke toelage van punt b zal BF 157 000 000 voor 1998 bedragen. § 3. Elke bijkomende specifieke opdracht uitgevoerd krachtens artikel 4 van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de R.T.B.F. zal in een aanhangsel bij dit contract worden bepaald.

Art. 51.§ 1. Het bedrag van de toelage vastgesteld in artikel 49, § 2, wordt jaarlijks aangepast, voor de eerste keer in 1998, naar gelang van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen bepaald in het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, "indexcijfer voor gezondheid" genoemd. Bij het opmaken van de begroting van de Franse Gemeenschap wordt een provisie voor indexering van de toelage bepaald op grond van de geraamde evolutie, en vereffend volgens dezelfde nadere regels als de basisallocatie. Er zal gebruik worden gemaakt van de parameters die voor het opmaken van de begroting van de Franse Gemeenschap worden aangewend.

De regularisatie wordt verricht zodra de werkelijke variatie van het indexcijfer voor gezondheid bekend is. § 2. De Regering kan echter het bedrag verminderen dat voortvloeit uit de toepassing van § 1, als de evolutie van de algemene begrotingstoestand van de Franse Gemeenschap negatief is. § 3. De aanwending door de Regering van de in § 2 bepaalde mogelijkheid kan niet tot gevolg hebben dat de toelage voor het Bedrijf lager zou zijn in een grotere verhouding dan voor het geheel van de basisuitgaven van de Franse Gemeenschap, verminderd met het bedrag van de dotaties aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie. § 4. Als de Regering de in § 2 bedoelde mogelijkheid aanwendt, komt een overleg tot stand tussen de Regering en het Bedrijf. In voorkomend geval leidt dit overleg tot een wijziging van de verplichtingen van het Bedrijf door middel van een aanhangsel bij dit beheerscontract. § 5. Wanneer zich een onverwachte gebeurtenis voordoet die kan worden gelijkgesteld met overmacht of wanneer er nieuwe lasten aan het Bedrijf worden opgelegd die voortvloeien uit gebeurtenissen die geen verband hebben met de actie of de wil van de partijen, wordt een overleg ondernomen tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en het Bedrijf over de wijziging van dit contract door middel van een aanhangsel.

Tussen de partijen wordt van nu af aan overeengekomen dat het contract, ingeval het geschil dat, bij de ondertekening van dit contract, zou bestaan tussen het Bedrijf en sommige of alle kabelverdelers die zijn programma's verdelen, in verband met de uitbetaling van het geld dat door de kabelverdelers voor die verdeling verschuldigd is, een ongunstige evolutie zou kennen, in onderlinge overeenkomst zou worden herzien binnen de maand die volgt op een aanvraag om wijziging waarvan door het Bedrijf kennis zou worden gegeven. § 6. De specifieke toelagen bedoeld in artikel 50, § 1 en § 2, van het beheerscontract zijn jaarlijks herzienbaar. Voor wat de deelneming in de N.V. Satellimages-TV5 betreft, geschiedt die herziening inzonderheid op grond van de beslissingen van de top van Franstalige Staatshoofden. § 7. De in artikel 49, § 2, bedoelde toelage wordt in twaalf gelijke maandelijkse termijnen uiterlijk de laatste werkdag van elke maand gestort.

Als er op 1 januari geen begroting voor de Franse Gemeenschap is, dan worden voorlopige twaalfden, berekend op grond van de toelage toegekend voor het vorige jaar, aan het Bedrijf maandelijks gestort.

Voor het jaar 1997 wordt het in artikel 49, § 1, bedoelde bedrag dat overeenkomstig vorig lid uitbetaald wordt, met honderd miljoen verminderd. Dat saldo van honderd miljoen wordt in één keer in 1998 uitbetaald. § 8. Als de betaling te laat wordt verricht, wordt elk verschuldigd bedrag verhoogd met een nalatigheidsinterest dat volgens het wettelijke tarief wordt berekend.

Art. 52.Wanneer het Bedrijf een lening aangaat met de waarborg van de Franse Gemeenschap, kan deze lening alleen investeringsuitgaven dekken zoals die bepaald zijn door het investeringsplan dat door de raad van bestuur van het Bedrijf werd vastgesteld, behoudens als de Regering haar voorafgaandelijke toestemming verleent om door die leningen uitgaven van een andere aard te dekken.

Die leningen kunnen alleen worden aangegaan voor en duur die maximaal gelijk is aan de duur van de afschrijving van de goederen die met die leningen kunnen worden verworven, zoals die bepaald is bij de aflossingsregels vastgesteld door de raad van bestuur van het Bedrijf.

Art. 53.De leningen die door het Bedrijf met de waarborg van de Franse Gemeenschap worden aangegaan, moeten, nadat de voornaamste leningsinstellingen in concurrentie werden gesteld, worden aangegaan met deze die de meest attractieve rentevoet aanbiedt, waarbij inzonderheid rekening wordt gehouden met de mogelijkheid tot vervroegde terugbetaling zonder vergoeding, en met de duur en de nadere regels voor de herziening.

Art. 54.De leningen die door het Bedrijf met de waarborg van de Franse Gemeenschap worden aangegaan, worden aan de Regering van de Franse Gemeenschap ter goedkeuring voorgelegd. HOOFDSTUK XXII. - Ramende resultatenrekening

Art. 55.Met toepassing van artikel 25, b, 1°, van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de R.T.B.F., maakt het Bedrijf een ramende resultatenrekening op die bestaat uit : a) de akte waarbij het Bedrijf zijn ontvangsten en uitgaven raamt, welk de oorsprong of de oorzaak van ook is, gedurende het jaar waarvoor zij is opgesteld;b) een investeringsplan houdende verantwoording van de lasten voor de afschrijving van de goederen waarvan de verwerving gedurende het lopende jaar moet plaatsvinden. Een algemene toelichting waarin de krachtlijnen van het Bedrijf voor het betrokken jaar bepaald zijn, wordt bij de rekening gevoegd. HOOFDSTUK XXIII. - Ramend activiteitenprogramma

Art. 56.Met toepassing van artikel 25, b, 2°, van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de R.T.B.F., legt het Bedrijf samen met de ramende resultatenrekening een ramend activiteitenprogramma voor waarin alle productie- en aankoopactiviteiten van het Bedrijf worden vermeld die in het kader van zijn opdracht van openbare dienst worden gevoerd alsook de valorisatie van de middelen die daarvoor bestemd zijn. HOOFDSTUK XXIV. - Boekhouding

Art. 57.Met inachtneming van de bepalingen bedoeld in Hoofdstuk IV van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de R.T.B.F., voorziet het Bedrijf in zijn boekhoudkundige instrumenten die de mogelijkheid verschaffen : 1° het bedrag en de evolutie van zijn productie- en uitzendingskosten te bepalen;2° zijn vaste en veranderlijke lasten te bepalen. HOOFDSTUK XXV. - Bestemming van de winst

Art. 58.§ 1. Het Bedrijf bestemt zijn winst bij voorrang aan activiteiten voor de productie van uitzendingen, aan kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van deze en aan zijn technische ontwikkeling. § 2. Uitzonderlijke ontvangsten worden bij voorrang bestemd voor de terugbetaling of voor de dienst van de schuld van het Bedrijf. HOOFDSTUK XXVI. - Overheidsopdrachten

Art. 59.De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, is op het Bedrijf toepasselijk. HOOFDSTUK XXVII. - Bemiddeling

Art. 60.Het Bedrijf zal in 't bijzonder rekening houden met de mening en de aanvragen om informatie van luisteraars en kijkers.

Het zal overigens gevolg geven aan de schriftelijke klachten. Te dien einde zal het Bedrijf ervoor zorgen dat de klachten en het gevolg dat hieraan wordt gegeven, op een gecentraliseerde wijze worden opgenomen.

Het zal de procedure voor de behandeling van de dossiers coördineren die door de betrokken directies zal worden verzorgd. HOOFDSTUK XXVIII. - Sanctie

Art. 61.Wanneer het Bedrijf één van de verplichtingen die krachtens dit beheerscontract en het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de R.T.B.F. opgelegd worden, niet nakomt, en wanneer dit behoorlijk wordt vastgesteld door een verslag van de commissarissen van de Regering of een advies van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap, kan de Regering van de Franse Gemeenschap, na de raad van bestuur in gebreke te hebben gesteld en na het verstrijken van een termijn van één maand die aan het bedrijf wordt verleend om zijn verplichtingen na te komen, aan dit bedrijf, na zijn schriftelijke argumenten te hebben onderzocht, de betaling opleggen van een vergoeding die geenszins hoger mag zijn dan 1 % van het totaal van de in artikel 49 bedoelde toelage die voor het vorig jaar werd gestort. HOOFDSTUK XXIX. - Slotbepalingen

Art. 62.Er wordt een eerste verslag over de toepassing van de bepalingen van dit beheerscontract aan de Regering overgezonden binnen de negen maanden die volgen op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 63.Het beheerscontract wordt voor een periode van vier jaar gesloten.

Gedaan te Brussel, op 14 oktober 1997, in twee exemplaren, één voor elke partij.

De Regering van de Franse Gemeenschap : L. ONKELINX, Minister-Voorzitster.

De R.T.B.F. : E. DESCAMPE, Voorzitter Ch. DRUITTE, Administrateur-generaal.

^