Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 22 september 1997
gepubliceerd op 07 januari 1998

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van toelagen voor het organiseren van programma's voor de sportontwikkeling

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1997029417
pub.
07/01/1998
prom.
22/09/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 SEPTEMBER 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van toelagen voor het organiseren van programma's voor de sportontwikkeling


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven alsook het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen organiseren, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij de wet van 4 juni 1971;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en het Openluchtleven, gegeven op 27 maart 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 juni 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 juli 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 augustus 1997, bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder : 1° "Minister" : het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap, tot wiens bevoegdheid de sport behooort;2° "Administratie" : het bestuur voor de Sport, dat afhangt van de Regering van de Franse Gemeenschap;3° "Club" : de sportclub aangesloten bij een sportfederatie erkend overeenkomstig het decreet van 3 juli 1991 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de sportfederaties en de coördinatieorganen of de sportclubs voor gehandicapten erkend overeenkomstig het decreet van 5 juli 1976 betreffende de toelagen ter bevordering van fysische activiteiten, de sport en het openluchtleven door gehandicapten;4° "Federatie" : de sportfederatie of -vereniging erkend overeenkomstig het decreet van 3 juli 1991 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de sportfederaties en de coördinatieorganen of de sportfederatie voor gehandicapten erkend overeenkomstig het decreet van 5 juli 1976 betreffende de toelagen ter bevordering van fysische activiteiten, de sport en het openluchtleven door gehandicapten.

Art. 2.Binnen de perken van de kredieten daartoe voorzien op de begroting en op basis van één ontwerp om de drie maand en per gerechtigde, kan de Minister toelagen toekennen om het uitvoeren van programma's voor de sportontwikkeling te bevorderen voor jongeren beneden de achttien jaar en die een van de hieronder vermelde bedoelingen nastreven : 1° het oprichten van sportclubs voor zover ze niet rechtstreeks een bestaande lokale structuur beconcurreren die een identieke sport beheert;2° het aanwerven van jongeren in de sportbeweging;3° het opsporen van jonge talenten;4° het bestrijden van het onderbreken van sportbeoefening, inzonderheid bij het oprichten van clubs die specifiek aan die bedoeling voldoen.

Art. 3.Komen in aanmerking voor de toekenning van de toelage : 1° de clubs, met het oog op de in artikel 2, 2° en 4° bepaalde bedoelingen;2° de federaties, met het oog op de in artikel 2, 1° en 3° bepaalde bedoelingen;3° de gemeentebesturen, met het oog op de in artikel 2, 1° en 4° bepaalde bedoelingen;4° de verenigingen voor het beheer van aan openbare besturen ondergeschikte sportinstallaties, met het oog op de in artikel 2, 1° en 4° bepaalde bedoelingen.

Art. 4.De programma's inzake sportontwikkeling waarvan de duur mag schommelen tussen zestien en vierentwintig uren, moeten plaatsgrijpen tijdens een periode van een tot twee maanden, op basis van ten minste één vergadering per week waarvan de uurspreiding moet kunnen overeenstemmen met de beoefende sport.

Art. 5.Voor elk programma bepaald bij dit besluit is het verplicht een informatiecampagne te voeren waarbij het type van de activiteiten, de plaats, de uurregeling en de eventuele kostprijs worden vermeld.

Bovendien wordt de samenwerking met de Franse Gemeenschap vermeld.

Art. 6.De toekenning van de toelage is afhankelijk van de organisatie van een pedagogische omkadering waarvan de leden houder zijn van één van de volgende kwalificaties : 1° Eerste kategorie : a) diploma licentiaat in de lichamelijke opvoeding en geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs lichamelijke opvoeding;b) diploma geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs lichamelijke opvoeding;c) bekaamheidsbewijs van trainer, monitor,hulp-monitor of initiator, uitgereikt door de Administratie voor de sportdisciplines voorzien in het programma. Tweede kategorie : a) getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of technisch secundair onderwijs (specialiteit : lichamelijke opvoeding);b) diploma van de provinciale normaalschool lichamelijke opvoeding;c) bekaamheidsgetuigschrift voor de functies van bijzonder leermeester lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs;d) nuttige bewezen ervaring van ten minste vijf jaar in de praktijk of in de omkadering van de betrokken sportdisciplines en ten minste achttien jaar oud zijn. Wat de personen vermeld in lid 1, 1°, a) en b) en 2°, a), b) en c) betreft, hun kwalificatie is alleen geldig voor de sportdisciplines opgenomen in hun opleidingsprogramma.

Art. 7.De toelage is ertoe bestemd de door het prorgramma geïnduceerde kosten voor organisatie, vorming, materieel, omkadering en verplaatsing forfaitair te dekken.

Ze bestaat per geschoolde persoon belast met de omkadering : 1° voor de tien eerste activiteitsuren uit een forfaitaire som van F 7 500;2° voor zes à veertien bijkomende activiteitsuren uit een veranderlijke som berekend zoals volgt : a) F 500 per uur als de persoon belast met de omkadering tot de eerste kategorie behoort;b) F 300 per uur als de persoon belast met de omkadering tot de tweede kategorie behoort.

Art. 8.Het aantal geschoolde personen die in aanmerking mogen komen voor de toepassing van artikel 7 is een of twee, rekening houdend met het aantal werkelijke deelnemers, met de aard van de betrokken sportdisciplines en met de sociaal-geografische realiteiten van de ontwikkeling ervan.

Art. 9.Binnen het raam van een programma voor de sportontwikkeling waarvan de bedoeling is een nieuwe club op te richten of nieuwe aansluitingen teweeg te brengen, kan een bijkomende toelage verleend worden als tegemoetkoming in de kosten van een eerste aansluiting. Die toelage wordt beperkt tot F 500 per aansluiting, de tegemoetkoming wordt beperkt tot F 5 000.

Art. 10.De aanvraag tot het bekomen van een toelage wordt ingediend bij de administratie ten minste binnen de twee maanden die voorafgaan op de datum van het begin van het programma voor de sportontwikkeling, op een door de administratie bezorgd formulier.

Bij die aanvraag worden gevoegd : 1° een vertoning van het sportontwerp met uitvoerige beschrijving van de in artikel 2 beschreven bedoeling;2° een gedetailleerd programma en een juiste uurregeling van de activiteiten;3° de lijst van de personen die de pedagogische omkadering van het programma vormen zoals de getuigschriften betreffende hun kwalificaties;4° de vermelding van de plaats waar de activiteiten zullen plaatsgrijpen;5° het bevorderingsplan.

Art. 11.De toelage en de eventuele bijkomende toelage worden vereffend na het verkrijgen van een kwalitatief en kwantitatief verslag over de waardering van de afwerking van het programma binnen een termijn van drie maanden na de datum van het einde ervan en op vertoon van een afschrift van de aansluitingskaarten die eventueel door de club geregistreerd worden op het einde van het programma.

Art. 12.Alle elementen die toelaten na te gaan of de kwalificaties en de bekwaamheidsbewijzen van de leden van de pedagogische omkadering bepaald in artikel 6 alsook de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven betrouwbaar zijn, moeten ter beschikking gehouden worden van de ambtenaren belast met de inspectie van de sportactiviteiten van bedoeld programma.

Art. 13.Het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 5 december 1991 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van toelagen voor het organiseren van programma's voor de sportontwikkeling wordt opgeheven.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1997.

Art. 15.De Minister tot wiens bevoegdheid de Sport behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 september 1997.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, W. ANCION

^