6 OKTOBER 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij de beslissing d.d. 27 februari 1997 van de paritaire gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie bindend gemaakt wordt in verband met het stelsel van specifieke opleiding bepaald bij het decreet d.d. 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs met het oog op een benoeming tot een selectie- of bevorderingsambt

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet d.d. 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs, zoals gewijzigd bij de decreten d.d. 10 april 1995 en 25 juli 1996, inz. artikel 86;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 19 mei 1995 houdende oprichting van de paritaire commissies in het officieel gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op de vraag van de paritaire commissie van het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het officieel gesubsidieerd onderwijs voor sociaal-culturele promotie;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid en van de Minister belast met Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en het Onderwijs voor Sociale Promotie;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d.8 september 1997, Besluit :

Artikel 1.Wordt bindend verklaard de beslissing d.d. 27 februari 1997 van de paritaire gemeenschapscommissie vor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie waarbij de verwijzingsprogramma's van de specifieke opleidingen voor de kandidaten-directeur en kandidaten-onderdirecteur van het buitengewoon onderwijs en van het kunstonderwijs alsmede de kandidaten werkmeester in het buitengewoon onderwijs.

De verwijzingsprogramma's zijn bij dit besluit gevoegd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister-Voorzitster belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid alsmede de Minister belast met Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en het onderwijs voor sociale promotie zijn belast, elk wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 oktober 1997.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

Bijlage 1 Formation des candidats directeurs d'établissements d'enseignement artistique à horaire réduit A. PROFIL DU DIRECTEUR/SOUS-DIRECTEUR 1. Un pédagogue capable de concevoir et de développer avec son personnel un projet pédagogique qui puisse prendre en compte les différents domaines organisés et les différentes disciplines enseignées au sein d'un établissement artistique à horaire réduit. 2. Une personnalité disposant de qualités relationnelles évidentes capable de construire et d'animer une équipe pédagogique et apte à entretenir un dialogue constructif avec les différents partenaires de l'établissement (P.O., professeurs, parents, élèves, représentants syndicaux, Administration...). 3. Quelqu'un qui démontre les connaissances juridico-administratives et techniques nécessaires à la gestion d'un établissement et prouve sa capacité à organiser le travail au sein de cet établissement. B. THEMES DE FORMATION 1. Volet juridique et administratif - L'enseignement dans le système institutionnel officiel subventionné, le pacte scolaire et ses applications. - Statuts. - Structure et organisation de l'E.A.H.R. - Législation et réglementation. - Gestion des documents en ce compris initiation à la gestion informatisée. - Droits et obligations du directeur et du sous-directeur. - Connaissance des circuits administratifs. - Sécurité, hygiène, assurances. - Eléments de comptabilité. 2. Volet connaissance du P.O. - Connaissance de la structure du P.O. et de l'organisation spécifique de son enseignement. - Projet éducatif du P.O. - Relations avec les autres : - directions; - services du P.O. 3. Volet pédagogique - Actualité en matière pédagogique (e.a. résultats des recherches récentes). - Systèmes d'évaluation dans l'enseignement artistique. - Systèmes d'appréciation des aptitudes et comportement au travail de son personnel. - Elaboration de projets pédagogiques d'établissements. 4. Volet basé sur le relationnel - Gestion des ressources humaines. - Organisation et conduite de réunions. - Mobilisation d'une équipe. - Techniques de negociation et prise de décision. - Prévention et gestion de situations à problèmes. - Elaboration en commun d'une définition des fonctions de direction avec inventaire des ressources et contraintes de ces fonctions. - Liaison Ecole/Société (milieux social, culturel, artistique, économique).

REMARQUE : La formation spécifique constituera une première initiation à ces différentes matières. Leur approfondisseme nt s'effectuera en cours de cariière sous forme de formation continuée.

Cette formation spécifique pour les fonctions de directeur et sous-directeur est fixée à 72 heures au minimum.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij de beslissing d.d. 27 februari 1997 van de paritaire gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie bindend gemaakt wordt in verband met het stelsel van specifieke opleiding bepaald bij het decreet d.d. 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs met het oog op een benoeming tot een selectie- of bevorderingsambt.

De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

Bijlage 2 Formation des candidats directeurs d'établissements d'enseignement spécial A. PROFIL DU DIRECTEUR/SOUS-DIRECTEUR 1. Un pédagogue capable de concevoir et de développer avec son personnel un projet pédagogique qui puisse prendre en compte les différents domaines organisés et les différentes disciplines enseignées au sein d'un établissement artistique à horaire réduit. 2. Une personnalité disposant de qualités relationnelles évidentes capable de construire et d'animer une équipe pédagogique et apte à entretenir un dialogue constructif avec les différents partenaires de l'établissement (P.O., professeurs, parents, élèves, P.M.S., représentants syndicaux, Administration...). 3. Quelqu'un qui démontre les connaissances juridico-administratives et techniques nécessaires à la gestion d'un établissement et prouve sa capacité à organiser le travail au sein de cet établissement.1. Volet administratif - L'enseignement spécial officiel subventionné dans le système institutionnel, le pacte scolaire et ses applications. - Connaissance de la législation scolaire. - Approche du Statut des membres du personnel subsidié dans l'enseignement officiel subventionné. - Structure et organisation de l'enseignement spécial. - Gestion des documents en ce compris initiation à la gestion informatisée. - Droits et obligations du directeur dans le contexte institutionnel et juridique de l'enseignement. - Connaissance des circuits administratifs. - Securité, hygiène, assurances. - Responsabilité des chefs d'établissement. 2. Volet connaissance du P.O. - Connaissance de la structure du P.O. - Gestion des établissements en fonction des règles internes propres au P.O. - Projet éducatif du P.O. - Projet pédagogique. - Relation avec les autres : - directions; - services du P.O. 3. Volet pédagogique - Actualité en matière pédagogique (e.a. résultats des recherches récentes). - Développement de projets dans le champ scolaire - définition et caractéristiques du projet; - types de projets et leur articulation (projet pédagogique, éducatif, d'établissement...); - cadre méthodologique pour l'analyse, I'élaboration, la gestion et l'évaluation des projets dans le cadre d'une organisation scolaire; - étude de cas. - Approche des probIèmes spécifiques aux différents types de handicaps et techniques d'apprentissage liées à ceux-ci. 4. Volet basé sur le relationnel - Gestion des ressources humaines. - Organisation et conduite de réunions. - Techniques de négociat'ion et prise de décision. - Prévention et gestion de situations à problèmes. - Gestion des conflits. - Sensibilisation aux fonctions organisationnelles de direction.

Cette formation spécifique pour les fonctions de directeur et sous-directeur est fixée à 72 heures au minimum.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij de beslissing d.d. 27 februari 1997 van de paritaire gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie bindend gemaakt wordt in verband met het stelsel van specifieke opleiding bepaald bij het decreet d.d. 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs met het oog op een benoeming tot een selectie- of bevorderingsambt.

De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

Bijlage 3 Formation des candidats chefs d'atelier dans l'enseignement spécial 1. Volet administratif - Notions générales de : - L'enseignement spécial officiel subventionné dans le système institutionnel, le pacte scolaire et ses applications. - Connaissance de la législation scolaire. - Approche du Statut des membres du personnel subsidié de l'enseignement officiel subventionné. - Structure et organisation de l'enseignement spécial. - Gestion des documents en ce compris initiation à la gestion informatisée. - Droits et obligations du chef d'atelier dans le contexte institutionnel et juridique de l'enseignement. - Connaissance des circuits administratifs. - Sécurité, hygiène, assurances. - Responsabilité des chefs d'atelier. 2. Volet technique - Réalisation d'un cahier des charges. - Gestion des fabrications réalisées par les élèves. - Maîtrise d'éléments de comptabilité. 3. Volet connaissance du P.O. - Notions générales de : - Connaissance de la structure du P.O. - Gestion des établissements en fonction des règles internes propres au P.O. - Projet éducatif du P.O. - Projet pédagogique. - Relation avec les autres : - directions; - services du P.O. 4. Volet Pédagogique. A. Notions générales de : - Actualité en matière pédagogique (e.a. résultats des recherches récentes) - Développement de projets dans le champ scolaire - définition et caractéristiques du projet; - types de projets et leur articulation (projet pédagogique, éducatif, d'établissement...); - cadre méthodologique pour l'analyse, I'élaboration, la gestion et l'évaluation des projets dans le cadre d'une organisation scolaire; - étude de cas.

B. Approche des problèmes spécifiques aux différents types de handicaps et techniques d'apprentissage liées à ceux-ci.

C. Méthodologie des cours techniques ou professionnels (grille d'analyse d'une leçon). 5. Volet basé sur le relationnel - Gestion des ressources humaines. - Organisation et conduite de réunions. - Techniques de négociation et prise de décision. - Prévention et gestion de situations à problèmes. - Gestion des conflits. - Sensibilisation aux fonctions organisationnelles. - Liaison école société.

Cette forrnation spécifique est fixée à 36 heures au minimum.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij de beslissing d.d. 27 februari 1997 van de paritaire gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie bindend gemaakt wordt in verband met het stelsel van specifieke opleiding bepaald bij het decreet d.d. 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs met het oog op een benoeming tot een selectie- of bevorderingsambt.

De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE