15 MAART 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de algemene bepalingen toepasselijk op de vaststelling door de universitaire overheden van de bijkomende voorwaarden waaraan de studenten, houder van een diploma van het hoger onderwijs, moeten voldoen om universitaire studies van de tweede cyclus te mogen aanvangen en tot wijziging van het besluit van 20 maart 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de academische graden die de basisstudie van de 1e en de 2e cyclus bekrachtigen, alsmede de kwalificaties van de academische graad van doctor toegekend na de verdediging van een thesis

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 september 1994 houdende regeling van de universitaire studies en de academische graden, inzonderheid op artikel 7, § 2 en artikel 11, § 3, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1997;

Gelet op artikel 1 van het besluit van 20 maart 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de academische graden die de basisstudie van de 1e en de 2e cyclus bekrachtigen, alsmede de kwalificaties van de academische graad van doctor toegekend na de verdediging van een thesis;

Gelet op het advies van 22 januari 1999 van de Inspecteur van Financiën;

Gelet op het akkoord van 1 februari 1999 van de Minister van Begroting;

Gelet op het collegiaal advies van 11 januari 1999 van de Rectoren;

Gelet op de raadpleging van 9 maart 1999 van de Interuniversitaire Raad;

Gelet op de beraadslaging van 1 februari 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek om advies dat de Raad van State binnen een maand moet uitbrengen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 maart 1999 in toepassing van artikel 84, lid 1,1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeeenschap op 9 maart 1999 zijn advies heeft uitgebracht na de raadpleging gedaan overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 5 september 1994 houdende regeling van de universitaire studies en de academische graden;

Overwegende dat de maatregelen van toepassing vanaf de opening van het academiejaar 1999-2000 zo vlug mogelijk aan de academische autoriteiten alsook aan de studenten moeten medegedeeld worden, en dat bijgevolg dit besluit zo vlug mogelijk moet aangepast worden, met inbegrip van artikel 5, om onder meer aan de universitaire instellingen de mogelijkheid te bieden de nieuwe cursussen uiterlijk 30 juni 1999 uit te werken volgens de nieuwe kwalificaties ingevoerd bij dit artikel en de lijst ervan mede te delen, overeenkomstig artikel 17, lid 4 van voormeld decreet van 5 september 1994;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs;

Gelet op de beraadslaging van 15 maart 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de overgangsmogelijkheden

Artikel 1.De diploma's van het hoger onderwijs van het korte type en van het hoger onderwijs van het lange type die verband houden met universitaire studies van de tweede cyclus worden in drie categorieën gerangschikt, overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Art. 2.De studenten houder van een diploma behorend tot categorie 1 mogen de studies van de tweede cyclus in overeenstemming met hun diploma aanvangen, op voorwaarde voorafgaandelijk te slagen voor een vormingsjaar in de zin van artikel 11, § 6, van het decreet van 5 september 1994 houdende regeling van de universitaire studies en de academische graden.

De universitaire instellingen bevoegd voor het betrokken studiegebied richten dit vormingsjaar in. De inhoud ervan wordt door de universitaire overheden van de onthaalinstelling vastgesteld.

Art. 3.De studenten houder van een diploma behorend tot categorie II mogen de studies van de tweede cyclus in overeenstemming met hun diploma aanvangen, op voorwaarde voorafgaandelijk te slagen voor een examen, om de vereiste bekwaamheden en kennis te kunnen nagaan. De inhoud van het examen wordt door de universitaire overheden van de onthaalinstelling vastgesteld.

Buiten het slagen voor dit examen, kunnen de universitaire overheden een programma van bijkomende vakken opleggen waarvan het volume niet meer dan 150 uren bedraagt.

Het examen dat op die vakken betrekking heeft, maakt wezenlijk deel uit van de proeven van de tweede cyclus.

De studenten die niet geslaagd zijn voor het in lid 1 bedoeld examen of die het niet wensen af te leggen, mogen desondanks de studies van de tweede cyclus aanvangen in overeenstemming met hun diploma, op voorwaarde voorafgaandelijk te slagen voor een vormingsjaar, georganiseerd volgens de regels bepaald bij artikel 2, lid 2.

Art. 4.De studenten houder van een diploma behorend tot categorie III mogen rechtstreeks de studies van de tweede cyclus in overeenstemming met hun diploma aanvangen.

De universitaire overheden kunnen hen evenwel een programma van bijkomende vakken opleggen waarvan het volume niet meer dan 150 uren bedraagt. Het examen dat op die vakken betrekking heeft, maakt wezenlijk deel uit van de proeven van de tweede cyclus. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het besluit van 20 maart 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de academische graden die de basisstudie van de 1e en de 2e cyclus bekrachtigen, alsmede de kwalificaties van de academische graad van doctor toegekend na de verdediging van een thesis

Art. 5.Aan artikel 1 van het besluit van 20 maart 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de academische graden die de basisstudie van de 1e en de 2e cyclus bekrachtigen, alsmede de kwalificaties van de academische graad van doctor toegekend na de verdediging van een thesis worden de volgende wijzigingen gebracht : 1° in punt 1.4 Talen en letteren : a) worden de woorden « licentiaat in de boekwetenschappen en bibliotheken » ingevoegd na de woorden « licentiaat in de voorlichting en communicatie »;b) worden de woorden « licentiaat in de toneelstudies » vervangen door de woorden « licentiaat in de schouwkunsten »; 2° in punt 1.10 Economische wetenschappen, worden de woorden « licentiaat in het beheer van een onderneming » ingevoegd na de woorden « licentiaat in de beheerswetenschappen ». HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 6.De bijlage bij dit besluit, bedoeld bij artikel 1, kan elk jaar vóór 30 juni door de Regering gewijzigd worden op collegiaal advies van de Rectoren.

Art. 7.De Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.

Brussel, 15 maart 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, W. ANCION

OVERGANGSMOGELIJKHEDEN VAN HET NIET-UNIVERSITAIR HOGER ONDERWIJS NAAR HET UNIVERSITAIR HOGER ONDERWIJS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld