Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 17 december 2003
gepubliceerd op 19 april 2004

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de kwaliteitsopvangcode

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004200320
pub.
19/04/2004
prom.
17/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/17/2004200320/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de kwaliteitsopvangcode


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 juli 2002 tot hervorming van de Office de la Naissance et de l'Enfance, O.N.E. afgekort, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 31 mei 1999 tot vaststelling van de voorschriften voor een degelijke opvang;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen;

Gelet op het advies van de Office de la Naissance et de l'Enfance, gegeven op 3 september 2003;

Gelet op het advies van de Raad van State nr.35.964/4, gegeven op 18 november 2003;

Gelet op het Internationaal Verdrag van 20 november 1989 betreffende de rechten van het kind;

Gelet op de aanbeveling van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende kinderopvang;

Gelet op de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden;

Gelet op het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap;

Gelet op het decreet van 16 maart 1998 inzake hulpverlening aan mishandelde kinderen;

Overwegende dat het Handvest voor de Toekomst van de Franse Gemeenschap Wallonië - Brussel aangenomen door de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 september 2001 preciseert dat "de Gemeenschap moet instaan voor het waarborgen aan alle kinderen van optimale kansen op een kwaliteitsopvang;

Overwegende dat de behoeften inzake opvang niet alleen betrekking hebben op het toezicht over een kind gedurende de periodes tijdens welke de personen die het kind toevertrouwen, niet voor hem kunnen zorgen, maar ook inzonderheid op zijn lichamelijke, psychologische, cognitieve, affectieve en sociale ontwikkeling;

Overwegende dat de veelvuldigheid en de diversiteit van de bestaande opvangdiensten een weerspiegeling zijn van de behoeften terzake;

Overwegende dat deze veelvuldigheid en diversiteit, die op zichzelf een rijkdom vormen, geïntegreerd moeten worden in een coherent kader waarbij wordt de continuïteit van de opvangpraktijk gegarandeerd, continuïteit die nog meer noodzakelijk is aangezien een groot aantal kinderen ertoe verplicht kunnen zijn soms gedurende eenzelfde dag verschillende opvangdiensten te bezoeken waarvan de institutionele aard, de nadere regels van werking, de overtuiging inzake actie alsook de aangeboden types activiteiten verschillend zijn;

Overwegende dat deze coherentie verstevigd dient te worden door het vaststellen van basisbeginselen die de grondslag zullen leggen voor de verschillende aanpakken inzake praktijk met betrekking tot kinderopvang, beginsels die onder andere op de wetenschappelijke kennis van de ontwikkeling van het kind steunen;

Overwegende dat deze basisbeginselen verwoord kunnen worden in doeleinden;

Overwegende dat een kwaliteitsopvang beredeneerd moet worden met inachtneming van een dynamisch, continu, overlegd proces waaraan de professionalisering ten grondslag ligt;

Op de voordracht van de Minister van Kinderwelzijn, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Krachtens artikel 6 van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", "O.N.E." afgekort, mag geen persoon die niet behoort tot het familiaal leefmilieu van het kind de opvang van kinderen die jonger zijn dan twaalf jaar regelmatig organiseren zonder deze kwaliteitsopvangcode in acht te nemen, onverminderd andere bepalingen genomen door of krachtens een decreets- of reglementaire bepaling, inzonderheid deze betreffende de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de instellingen en diensten inzake geboorte en kinderwelzijn, jeugdzaken of hulpverlening aan de jeugd.

Voor de toepassing van dit besluit, dient verstaan te worden door opvangmilieu, iedere persoon, dienst of instelling, die, alhoewel niet behorend tot het familiaal leefmilieu van het kind, regelmatig de opvang van kinderen van minder dan twaalf organiseert en door opvangende persoon, iedere persoon die kinderen opvangt. HOOFDSTUK II. - Doelstellingen Afdeling 1. - De psychopedagogische beginselen

Art. 2.Om voor ieder kind de bestgeschikte opvangvoorwaarden te garanderen met het oog op zijn geïntegreerde ontwikkeling op de lichamelijke, psychologische, cognitieve, affectieve en sociale vlakken, probeert het opvangmilieu de ontdekkingslust van het kind te behouden en te bevorderen door leefruimtes in te richten die aan zijn behoeften beantwoorden, door het kind materiaal beschikbaar te maken en door het toegang te verlenen tot, zo nodig, verscheidene activiteiten.

Art. 3.Het opvangmilieu zorgt voor de kwaliteit van de relatie van de opvangende persoon (personen) met het kind.

Art. 4.Het opvangmilieu laat het kind toe zijn persoonlijke en spontane meningen bekend te maken en bevordert de ontwikkeling van zelfvertrouwen en autonomie.

Art. 5.Het opvangmilieu draagt bij tot de ontwikkeling van de socialisering van het kind. Rekening houdend met zijn leeftijd, moedigt het de ontwikkeling van het groepleven aan met als doel het aankweken van solidariteit en coöperatie. Afdeling 2. - Inrichting van de activiteiten en van de gezondheid

Art. 6.Het opvangmilieu richt de kindergroepen in met als doel de bestgeschikte voorwaarden te scheppen zowel voor het goede verloop van de activiteiten als voor het totstandbrengen van een kwaliteitsrelatie met de opvangende persoon (personen) en het inachtnemen van de behoeften en verwachtingen van de kinderen.

Art. 7.Het opvangmilieu zorgt, tijdens de inrichting van de activiteiten, ervoor dat ieder kind vrije uitdrukking kan geven tot zijn initiatief en dat de notie van vrije tijd behouden blijft, inzonderheid wanneer de opvangperiode plaats ingrijpt na pedagogische activiteiten.

Art. 8.Het opvangmilieu, met het oog op de bevordering van de gezondheid en van de gemeenschapsgezondheid, zorgt ervoor dat het kind een gezond leven leidt. Afdeling 3. - Toegangsvoorwaarden

Art. 9.Het opvangmilieu vermijdt elke vorm van discriminatie gebaseerd op het geslacht, de ras of de socioculturele of socio-economische afkomst ten opzichte van de kinderen, de personen die ze toevertrouwen en de opvangende persoon (personen).

Art. 10.Het opvangmilieu moedigt een harmonieuze integratie aan van kinderen die specifieke behoeften aan de dag leggen, met inachtneming van hun verschil.

Art. 11.Het opvangmilieu zorgt er met alle krachten voor dat zijn toegang niet beperkt wordt door het bedrag van de mogelijke geldelijke bijdrage vereist van de personen die het kind toevertrouwen.

Art. 12.Het opvangmilieu zorgt voor de gelijkheid van kansen voor alle kinderen bij het beheer van de activiteiten en/of van het dagelijks leven. Afdeling 4. - De begeleiding

Art. 13.Het opvangmilieu zorgt ervoor dat de begeleiding waargenomen wordt door bevoegd personeel dat over de nodige bevoegdheden beschikt om aan de behoeften van de kinderen en aan de specifieke vereisten van het type ingerichte opvang gevolg te kunnen geven.

Art. 14.Het opvangmilieu moedigt de opvangende persoon (personen) ertoe aan, wat haar (hun) basisbevoegdheid ook zij, een voortgezette opleiding te genieten met betrekking tot de beroepsaard van het begeleidingsambt en tot de kennis inzake ontwikkeling van het kind. Afdeling 5 : De betrekkingen van het opvangmilieu met de personen die

hun kind toevertrouwen en met de omgeving

Art. 15.Het opvangmilieu zorgt voor het verenigen van de noties van opvang en toezicht door het aanbieden van een dienst die de kinderen en hun behoeften tegemoet gaat met inachtneming van de vraag van de personen die het kind toevertrouwen.

Art. 16.Het opvangmilieu informeert de personen die het kind toevertrouwen over zijn project en vraagt naar de verwachtingen van deze personen. Hij richt een opvangmode in die hun toelaat het kind in alle sereniteit toe te vertrouwen en volledig operationeel te zijn, zowel psychologisch als lichamelijk, voor hun bezigheden, of die al dan niet professioneel zijn.

Art. 17.Het opvangmilieu legt met de personen die het kind toevertrouwen een betrekking aan die de complementariteit tussen de verschillende leefmilieus van het kind in de hand werkt en bevordert.

Art. 18.Het opvangmilieu houdt rekening, bij het inrichten van de opvang en bij de creatie en de concrete organisatie van de activiteiten, met de sociale, culturele, economische en milieukenmerken van het leefmilieu van het toevertrouwde kind, met inachtneming van de specifieke toestanden.

Art. 19.Het opvangmilieu moedigt de betrekkingen met de plaatselijke collectiviteiten en verenigingen aan. HOOFDSTUK III. - Verwezenlijking van de doeleinden

Art. 20.§ 1. Het opvangmilieu bepaalt een opvangproject en geeft er afschrift van aan de personen die een kind toevertrouwen, desnoods al wat geresumeerd en gemakkelijk leesbaar. In ieder geval, houdt het de volledige versie ter beschikking van de personen die het kind toevertrouwen, die het aanvragen. § 2. Het opvangproject wordt samengesteld in overleg met de opvangende personen en maakt het voorwerp uit van een raadpleging waarop, onder anderen, de personen die het kind toevertrouwen uitgenodigd worden. § 3. Het opvangproject bevat minstens de volgende inlichtingen : 1° het type ingerichte opvang;2° het huishoudelijk reglement, en dit minstens wanneer dit reglement door de reglementering die op het opvangmilieu van toepassing is, het vereist;3° de institutionele achtergrond waarin de inrichting van de opvang geïntegreerd wordt;4° de manier waarop de financiële bijdrage van de personen die hun kind toevertrouwen wordt bepaald;5° de gebezigde begeleidingsratio;6° de bevoegdheid van het personeel;7° de beschrijving van de methodologische keuzen alsook de concrete acties ondernomen om de bij hoofdstuk II van deze kwaliteitsopvangcode bedoelde doeleinden te verwezenlijken. § 4. Het opvangproject maakt het voorwerp uit van een regelmatige evaluatie en wordt minstens om de drie jaar bijgewerkt, volgens dezelfde nadere regels als deze bepaald bij § 2. § 5. Het opvangmilieu zendt naar de Office de la Naissance et de l'Enfance een afschrift over van het opvangproject en zijn bijgewerkte versies, met uitzondering van de opvangmilieus die onderworpen zijn aan de begeleiding van één van de diensten van de Regering, krachtens de bepalingen bedoeld bij artikel 6, § 3, van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de Office de la Naissance et de l'Enfance, O.N.E. afgekort. In dit geval, zenden de opvangmilieus afschrift van hun opvangproject en bijgewerkte versies over overeenkomstig de decreets- en reglementaire bepalingen die ze betreffen. § 6. Voor het beoordelen van de verwezenlijking van de bij hoofdstuk II bedoelde doelen, wordt rekening gehouden met de werkelijkheid van iedere opvangmode, inzonderheid wat betreft het geval van een opvang ingericht door een opvangmilieu op de woonplaats van een kind. HOOFDSTUK IV. - Toekenning van een kwaliteitsattest

Art. 21.Het opvangmilieu, dat het aanvraagt en dat het toezicht aanvaardt van de Office de la Naissance et de l'Enfance, bekomt van de O.N.E. een kwaliteitsattest na : 1. een evaluatie van het opvangmilieu met verwijzing naar het opvangproject van dit milieu en naar deze kwaliteitsopvangcode;2. een evaluatie van het feit dat het opvangmilieu wel degelijk erop uit is de kwaliteit van de opvang te verbeteren met als doel één of meer objectieven bedoeld bij hoofdstuk II en een evaluatie van de voorgenomen middelen om dit doel te bereiken. Met het oog op de toekenning van een kwaliteitsattest aan de opvangmilieus die onderworpen zijn aan de begeleiding van een van de diensten van de Regering, krachtens de bepalingen bedoeld bij artikel 6, § 3, van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de Office de la Naissance et de l'Enfance, O.N.E. afgekort, kan de Office de la Naissance et de l'Enfance met deze diensten medewerkingsprotocollen sluiten waarbij gezamenlijk de nadere regels voor de uitreiking van genoemd attest bepaald worden.

Art. 22.Het kwaliteitsattest uitgereikt door de Office de la Naissance et de l'Enfance is geldig voor een periode van drie jaar en wordt hernieuwd, inzonderheid rekening houdend met de evaluatie van de verwezenlijking van het vorige opvangproject, volgens de voorwaarden en de nadere regels bedoeld bij artikel 21.

Art. 23.Wanneer de Office de la Naissance et de l'Enfance het kwaliteitsattest meent te moeten weigeren of in te trekken, licht hij er het opvangmilieu in over per met redenen omklede ter post aangetekende brief. In deze brief wordt bovendien gestipuleerd dat het opvangmilieu over een termijn van 75 dagen beschikt vanaf ontvangst van de aangetekende brief om de in de brief vermelde elementen te verhelpen, en dat, bij gebrek aan dit, de Office de la Naissance et de l'Enfance de vertegenwoordiger van het opvangmilieu zal horen, al dan niet bijgestaan door iedere persoon of instelling van zijn keuze.

De Office de la Naissance et de l'Enfance kan aan het opvangmilieu elke door hem nuttig geachte termijn toekennen om het toe te laten aan de bepalingen bedoeld bij deze kwaliteitsopangcode te voldoen.

Art. 24.De Office de la Naissance et de l'Enfance deelt jaarlijks zijn lijst van de opvangmilieus die over het kwaliteitsattest beschikken mede. HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 25.De Office de la Naissance et de l'Enfance onderneemt de nodige stappen om deze kwaliteitsopvangcode bekend te maken.

Art. 26.In het besluit van 27 februari 2003 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen : 1. wordt de datum "31 mei 1999" bij artikel 1, 7°, bij artikel 16 en artikel 67, 1°, vervangen door de datum "17 december 2003";2. worden de woorden "ter uitvoering van artikel 19 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 31 mei 1999 tot vaststelling van de voorschriften voor een degelijke opvang" bij artikel 1, 8°, vervangen door de woorden "ter uitvoering van artikel 20 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 tot vaststelling van de kwaliteitsopvangcode";3. worden de woorden "ter uitvoering van artikel 23 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 31 mei 1999 tot vaststelling van de voorschriften voor een degelijke opvang" bij artikel 1, 9°, vervangen door de woorden "ter uitvoering van artikel 21 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 tot vaststelling van de kwaliteitsopvangcode";4. worden de woorden "overeenkomstig artikel 20 van de voorschriften voor een degelijke opvang" bij artikel 50, § 3, afgeschaft;5. worden de woorden "van één jaar vanaf de datum van de bekendmaking van dit besluit" bij artikel 163, § 1, vervangen door de woorden "tot 1 januari 2007 ten laatste".

Art. 27.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 31 mei 1999 tot vaststelling van de voorschriften voor een degelijke opvang wordt opgeheven.

Art. 28.De Minister van Kinderwelzijn is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 29.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.

Brussel, 17 december 2003 Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, J.-M. NOLLET

^