Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 21 februari 2013
gepubliceerd op 02 april 2013

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de verwezenlijking van de algemene preventie door de arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2013029242
pub.
02/04/2013
prom.
21/02/2013
ELI
eli/besluit/2013/02/21/2013029242/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2013. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de verwezenlijking van de algemene preventie door de arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid op artikel 25ter, 2°, 7° en 8° ;

Gelet op het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 09/07/2009 numac 2009029351 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving sluiten houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/06/2004 pub. 02/09/2004 numac 2004029261 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de verwezenlijking van de programma's voor algemene preventie in de sector van de hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de verwezenlijking van de programma's voor algemene preventie in de sector van de hulpverlening aan de jeugd;

Gelet op het advies nr. 117 van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, gegeven op 8 november 2012;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 december 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 december 2012;

Gelet op het advies nr. 52.621/4 van de Raad van State, gegeven op 14 januari 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Jeugd;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1. decreet : het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd;2. de Minister : de Minister bevoegd voor hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;3. Arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd : de Arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd bedoeld in artikel 20 van het decreet;4. Algemene preventie : de algemene preventie zoals bepaald in artikel 1, 21°, van het decreet;5. actieplan: het actieplan zoals bepaald in artikel 1, 22°, van het decreet. HOOFDSTUK II. - Opmaken van de maatschappelijke diagnose en opvatten en coördinatie van het driejaarlijkse actieplan door de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd Afdeling I. - Opmaken van de maatschappelijke diagnose

Art. 2.Overeenkomstig artikel 21, 1°, van het decreet, stelt de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd om de drie jaar, op basis van een referentiesysteem vastgesteld door de Minister, een maatschappelijke diagnose op het gebied van het arrondissement dat zich baseert op : 1° statistische gegevens door de bevoegde administratie;2° de vaststellingen van de verschillende erkende diensten en overheidsdiensten voor hulpverlening aan de jeugd;3° de maatschappelijke diagnoses ontwikkeld door de diensten voor hulpverlening in open milieu overeenkomstig artikel 8 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu;4° de vaststellingen van de andere sectoren, met inbegrip van de aanbevelingen van de overlegplatformen bedoeld in de artikelen 23 en 23bis van het decreet en, in voorkomend geval, in artikel 23ter;5° de vaststellingen afkomstig uit de tussenevaluatie van het lopende actieplan. De bevoegde administratie ondersteunt de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd methodologisch in de ontwikkeling van de maatschappelijke diagnose.

Art. 3.De maatschappelijke diagnose wordt aan de adviseur bezorgd voor de verwezenlijking van het programma voor algemene preventie bedoeld in artikel 32, § 2, 2°.

Art. 4.Op basis van de maatschappelijke diagnose bepaalt de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd de prioritaire doelstelling die hij wenst te bereiken via van zijn actieplan. Hij vraagt het advies van de overlegplatformen wat deze prioriteiten betreft. Afdeling II. - Opvatten en coördinatie van een driejaarlijks actieplan

Art. 5.Overeenkomstig artikel 21, 2°, van het decreet stelt de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd om de drie jaar een actieplan vast.

Daartoe lanceert de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd voor de eerste keer in 2014, ten laatste op 1 juni en daarna om de drie jaar, een oproep tot projecten die de maatschappelijke diagnose bedoeld in artikel 2 omvat, alsook de prioriteiten bedoeld in artikel 4. De oproep tot projecten verzoekt de operatoren bedoeld in het vierde lid om acties van algemene preventie voor te stellen die ten doel hebben de door de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd bepaalde prioriteiten te verwezenlijken.

De arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd bezorgt een afschrift van de oproep tot projecten aan de bevoegde administratie.

De arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd zorgt voor de breedst mogelijke verspreiding van de oproep tot projecten binnen het arrondissement. Hij richt zich tot : - het geheel van de overheidsdiensten voor hulpverlening aan de jeugd van het arrondissement; - het geheel van de erkende diensten die een activiteits- of exploitatiezetel hebben binnen het arrondissement; - het geheel van de erkende diensten waarvan het pedagogische project bepaalt dat ze hun opdrachten binnen het arrondissement uitoefenen; - het geheel van de relevante operatoren van het arrondissement in functie van de prioriteiten bedoeld in artikel 4.

De arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd publiceert ook de oproep tot projecten op zijn website.

Art. 6.Ten laatste op 15 september van het jaar van de verspreiding van de oproep tot projecten bezorgen de operatoren bedoeld in artikel 5, vierde lid, de voorzitter van de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd hun voorstellen van actie van algemene preventie.

Art. 7.De arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd selecteert onder de projecten die de verschillende operatoren hem voorgelegd hebben naar aanleiding van de oproep tot projecten bedoeld in artikel 5, de projecten die hij in zijn actieplan wenst te weerhouden.

Art. 8.Elke actie van algemene preventie geeft de voorrang, door de sociale omgeving van de jongeren en van de gezinnen te verbeteren, aan een globaal antwoord aan de individuele en collectieve problemen en past in het kader van een dynamiek van het netwerk en het partnerschap.

Elke actie van algemene preventie waarborgt de deelname van de begunstigden in de verwezenlijking, de uitvoering en de evaluatie van de actie.

Art. 9.De acties van algemene preventie waaruit het actieplan bestaat, worden uitgevoerd door erkende diensten of door andere diensten. De arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd kan ook acties die hij zelf wenst in te leiden in het actieplan invoeren.

Om in het actieplan te worden opgenomen moet een actie die uitgevoerd wordt door een dienst behorend tot een andere sector dan deze van de hulpverlening aan de jeugd, gevoerd worden in partnerschap met een erkende dienst, bij voorkeur met een erkende dienst voor hulpverlening in open milieu, of met een overheidsdienst voor hulpverlening aan de jeugd of nog met de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd. Dit partnerschap wordt geconcretiseerd door de deelname van het personeel van deze diensten aan de verwezenlijking, de concrete uitvoering van de actie alsook van de evaluatie ervan.

Art. 10.Hoogstens op 31 oktober van het jaar van de verspreiding van de oproep tot projecten bezorgt de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd de bevoegde administratie zijn voorstel van actieplan op basis van een rooster vastgesteld door de Minister. De arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd geeft ook zijn advies over de projecten die nog niet opgenomen werden in zijn project van actieplan.

Hij bepaalt de duur van uitvoering van elke actie waaruit het actieplan bestaat, alsook de begroting die hij aan elke actie wil toewijzen, volgens de nadere regels bedoeld in de artikelen 17 en 18.

Art. 11.Hoogstens op 23 december van het jaar van bekendmaking van de oproep tot projecten brengt de bevoegde administratie de Minister haar advies uit over de voorstellen van actieplannen, alsook over het geheel van de projecten die niet door de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd werden weerhouden.

Art. 12.Hoogstens op 31 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de oproep tot projecten gelanceerd wordt, keurt de Minister het project van actieplan van elke arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd goed en licht hij de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd en de promotoren over de beslissingen in.

Ingeval het actieplan niet goedgekeurd wordt, deelt de minister aan de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd zijn gemotiveerde beslissing mee binnen dezelfde termijn. De arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd bezorgt een gewijzigd voorstel van actieplan binnen een termijn van 30 dagen volgend op de mededeling van de beslissing van de Minister.

Art. 13.Hoogstens op 31 oktober van elk jaar, met uitzondering van deze waarin de oproep tot projecten gelanceerd wordt, bevestigt de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd zijn actieplan.

Ingeval de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd zijn initiële actieplan wijzigt, moet het gewijzigde plan opnieuw na advies van de administratie door de Minister goedgekeurd worden.

De Minister vult het aan of wijzigt het, in voorkomend geval, op basis van de nieuwe voorstellen van de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd en met inachtneming van de jaarlijkse begroting bedoeld in artikel 17.

Art. 14.Hoogstens op 15 december van elk jaar, met uitzondering van deze waarin de oproep tot projecten gelanceerd wordt, wordt het bevestigde of gewijzigde project van actieplan van elke arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd, door de Minister goedgekeurd, die de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd over zijn beslissingen inlicht. Afdeling III. - Evaluatie van het driejaarlijkse actieplan

Art. 15.Met het oog op het opmaken van de diagnose bedoeld in artikel 2, voert de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd een tussenevaluatie van de acties van algemene preventie voor de eerste keer voor 31 oktober 2016 en daarna, om de drie jaar, voor 31 oktober, uit.

Art. 16.De arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd stelt om de drie jaar een evaluatieverslag op van zijn actieplan op basis van een rooster vastgesteld door de minister en bezorgt het aan de bevoegde administratie.

Daartoe ontvangt de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd de evaluatie van zijn acties van algemene preventie die door elke promotor uitgevoerd wordt.

Hoogstens op 30 april van het jaar volgend op het vervaljaar van het actieplan, wordt het evaluatieverslag aan de bevoegde administratie bezorgd. Afdeling IV. - Nadere regels voor de toekenning en het gebruik

van de begrotingen betreffende de uitvoering van actieplannen van algemene preventie.

Art. 17.§ 1. Hoogstens op 15 mei 2014 en daarna, om de drie jaar, op 15 mei uiterlijk licht de Minister elke arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd in over de jaarlijkse middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van zijn driejaarlijkse actieplan. § 2. De verdeling van de jaarlijkse kredieten voorbehouden voor de financiering van de actieplannen van algemene preventie, wordt berekend door de bevoegde administratie voor de eerste keer in 2014, op 15 april uiterlijk en daarna om de drie jaar. § 3. De jaarlijkse kredieten worden verdeeld over de arrondissementen naar rata van de gewogen bevolking van jongeren beneden de 18 jaar met een gezinsverblijf in elk arrondissement.

De weging wordt berekend door het verschil tussen het gemiddelde sociaal-economisch indexcijfer en het sociaal-economisch indexcijfer van het administratieve arrondissement gedeeld door 10, overeenkomstig de volgende formule :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 18.Het actieplan dat ter goedkeuring van de Minister wordt voorgelegd, leeft de beschikbare begroting voor het betrokken arrondissement na.

Onverminderd een afwijking toegekend door de Minister, wordt ten minste 75 % van deze begroting voorbehouden voor projecten die uitgevoerd worden door de verschillende promotoren die al dan niet goedgekeurd worden door de hulpverlening aan de jeugd. Het saldo wordt voorbehouden voor projecten ingevoerd door de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd zelf. Afdeling V. - Nadere regels voor de toekenning en het gebruik van

begrotingen betreffende de werkzaamheden van arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd en de overlegplatformen.

Art. 19.Voor zover de begroting van de Franse Gemeenschap aangenomen werd, licht de bevoegde administratie uiterlijk op 15 januari van het betrokken jaar elke arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd in over de middelen die beschikbaar zijn voor de werking van de werkzaamheden van de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd en de overlegplatformen alsook over de perken waarin deze begrotingen gebruikt kunnen worden. HOOFDSTUK III. - Deelname van de adviseur aan de uitwerking van de maatschappelijke diagnose en het actieplan

Art. 20.Overeenkomstig artikel 25 ter, 2°, van het decreet : 1° vult de adviseur de maatschappelijke diagnose bedoeld in artikel 2 in.Daarom verzamelt hij de waarnemingen en vaststellingen afkomstig uit de tenlastenemingen van individuele toestanden van de dienst voor hulpverlening aan de jeugd en de dienst voor gerechtelijke bescherming van het arrondissement. Op basis van deze vaststellingen neemt hij de elementen van analyse uit in verband met de toestand van het arrondissement naast de behoeften van de jongeren en de gezinnen; 2° neemt de adviseur deel aan de uitvoering en de opvolging van de acties van algemene preventie ingevoerd door de arrondissementsraad voor hulpverlening aan de jeugd zelf;3° doet de adviseur mee aan de evaluatie van het actieplan bedoeld in artikel 16.Daarom verzamelt hij en maakt hij een synthese van de evaluaties bedoeld in artikel 16, tweede lid 2. HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en overgangsbepalingen

Art. 21.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/06/2004 pub. 02/09/2004 numac 2004029261 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de verwezenlijking van de programma's voor algemene preventie in de sector van de hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de verwezenlijking van de programma's voor algemene preventie in de sector van de hulpverlening aan de jeugd, wordt op 15 januari 2014 opgeheven, met uitzondering van de artikelen 6, 7 en 9 die van toepassing blijven op de lopende actieplannen tot 31 december 2014.

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 15 januari 2014. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling

Art. 23.De Minister van hulpverlening aan de jeugd, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 februari 2013.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK

^