Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 23 januari 2014
gepubliceerd op 13 mei 2014

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opmaken en voorstellen van de begrotingen en rekeningen van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde hogescholen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2014029247
pub.
13/05/2014
prom.
23/01/2014
ELI
eli/besluit/2014/01/23/2014029247/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JANUARI 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opmaken en voorstellen van de begrotingen en rekeningen van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde hogescholen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, inzonderheid op artikel 34bis, eerste lid en tweede lid;

Gelet op het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 68;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 december 1984 betreffende het financieel en materieel beheer van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer in het rijksonderwijs;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 12/09/2008 pub. 31/10/2008 numac 2008029553 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het patrimonium van de Hogescholen georganiseerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende het patrimonium van de Hogescholen georganiseerd door de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 september 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 november 2013;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 54.788/2, gegeven op 8 januari 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities en algemene regels

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder : 1° globale toelage : de globale jaarlijkse toelage in de zin van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;2° jaar of boekjaar : begrotings- en boekhoudjaar;3° de Minister : de Minister bevoegd voor het hoger onderwijs;4° wet van 29 mei 1959 : wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;5° decreet van 5 augustus 1995 : het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen;6° decreet van 9 september 1996 : het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten of algemenebepalingenwet : wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de Gemeenschappen en de Gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof;decreet van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2008 pub. 01/09/2008 numac 2008029421 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot democratisering van het hoger onderwijs, ter bevordering van de slaagkansen van de studenten en tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor het hoger onderwijs sluiten : decreet van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2008 pub. 01/09/2008 numac 2008029421 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot democratisering van het hoger onderwijs, ter bevordering van de slaagkansen van de studenten en tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor het hoger onderwijs sluiten tot democratisering van het hoger onderwijs, ter bevordering van de slaagkansen van de studenten en tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor het hoger onderwijs;decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten : het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs;10° decreet van 6 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/10/2011 pub. 24/10/2011 numac 2011029538 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de cursusdragers sluiten : het decreet van 6 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/10/2011 pub. 24/10/2011 numac 2011029538 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de cursusdragers sluiten betreffende de cursusdragers;11° decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten : het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;12° de begroting en de rekeningen : de begroting en de rekeningen die worden opgemaakt volgens de bij dit besluit nader bepaalde regels en de modellen die bij dit besluit gevoegd zijn.

Art. 2.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de door de Franse Gemeenschap georganiseerde hogescholen die bij het decreet van 5 augustus 1995 bedoeld zijn.

Art. 3.§ 1. De begroting van de hogescholen omvat de begroting in verband met de globale jaarlijkse toelage (afdeling I), de sociale raad (afdeling II) en het vermogen (afdeling III).

De rekeningen van de hogescholen omvatten de rekeningen in verband met de globale jaarlijkse toelage (afdeling I), de sociale raad (afdeling II) en het vermogen (afdeling III).

De begroting en de rekening van uitvoering van de begroting van de afdelingen I, II en III worden per burgerlijk jaar opgemaakt overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

De resultatenrekeningen per afdeling worden voorgesteld overeenkomstig artikel 1 bij dit besluit. § 2. De begroting en de rekeningen worden in drie afdelingen onderverdeeld : 1° afdeling I.Begroting en rekeningen in verband met de globale jaarlijkse toelage, die de in artikel 5, 1° bepaalde opbrengsten, en de lasten die erop worden aangerekend, omvatten; 2° afdeling II.Begroting en rekeningen in verband met de sociale raad, die de in artikel 5, 2° bepaalde opbrengsten, en de lasten die erop worden aangerekend, omvatten; 3° afdeling III.Begroting en rekeningen in verband met het vermogen, die de in artikel 5, 3° bepaalde opbrengsten, en de lasten die op die opbrengsten worden aangerekend en andere lasten die niet in de afdelingen I en II worden opgenomen, omvatten. § 3. De hogescholen zorgen ervoor dat hun begrotingen en rekeningen in de bij dit besluit vastgestelde vorm exhaustief worden opgemaakt en voorgesteld.

Ze voeren eveneens een analytische boekhouding waardoor de kosten worden vastgesteld in verband met : - de woningen, restaurants en diensten aan studenten, wat afdeling II betreft; - de verschillende vestigingen, waarbij het al dan niet voeren van een analytische boekhouding per vestiging wordt overgelaten aan de beoordeling van de autoriteiten van de hogeschool; - de voortgezette opleidingen, de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's, de programma's voor diensten aan de gemeenschap, en de onroerende verrichtingen, wat afdeling III betreft.

De begrotingen en rekeningen worden te allen tijde toegankelijk gemaakt voor de toezichtsorganen.

Art. 4.De Minister zal die boekhouding kunnen voorstellen met een informatica-instrument voor beheershulp dat de analyse van de resultatenrekeningen en de balansen kan uitvoeren. HOOFDSTUK II. - Resultatenrekeningen

Art. 5.§ 1. De exploitatieopbrengsten van het boekjaar bestaan uit : 1° voor de begroting en de rekeningen van afdeling I : a) de globale jaarlijkse toelage, toegekend krachtens de artikelen 9 tot 21bis van het decreet van 9 september 1996, buiten de afgetrokken inschrijvingsrechten, waaronder het deel dat voor het personeel wordt bestemd, of « SHE », bedoeld in artikel 29 van hetzelfde decreet, en uit het aandeel dat voor de werking bestemd is;b) de middelen die voor de bevordering van de slaagkansen worden bestemd, bestaande uit : het deel van de globale toelage in verband met de bevordering van de slaagkansen, toegekend krachtens het decreet van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2008 pub. 01/09/2008 numac 2008029421 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot democratisering van het hoger onderwijs, ter bevordering van de slaagkansen van de studenten en tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor het hoger onderwijs sluiten;de toelage voor de bevordering van de slaagkansen, toegekend krachtens artikel 21quinquies van het decreet van 9 september 1996, ingevoegd bij het decreet van 11 januari 2008; de andere eventuele middelen die door de Franse Gemeenschap daartoe worden toegekend; c) de middelen die worden toegekend ter bevordering van de democratisering van de toegang tot het hoger onderwijs in de hogescholen, bestaande uit : de toelage voor de bevordering van de democratisering van de toegang tot het hoger onderwijs, toegekend krachtens artikel 21quater van het decreet van 9 september 1996, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2007 houdende aanvulling van het mechanisme van democratisering van de hogere studies buiten de universiteiten ingesteld door de decreten van 20 juli 2005 en 20 juli 2006;de aanvullende toelage, toegekend krachtens het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten; de andere eventuele middelen die daartoe door de Franse Gemeenschap worden toegekend; d) de specifieke forfaitaire compensatie voor het vervangen in hun cursusopdracht van de promotoren van de projecten FIRST van het Waalse Gewest en SPIN OFF van het Brusselse Gewest, toegekend krachtens artikel 14, zevende lid, van het decreet van 9 september 1996;e) elke eventuele andere opbrengst, toegekend voor de begroting en de rekeningen van de globale toelage;f) de inschrijvingsrechten die van de globale toelage worden afgetrokken krachtens artikel 12, § 2ter-bis, van de wet van 29 mei 1959, de inschrijvingsrechten die worden geïnd krachtens artikel 12, § 2 van dezelfde wet, die niet van de globale toelage worden afgetrokken;de specifieke inschrijvingsrechten die van de globale toelage worden afgetrokken, bedoeld in de artikelen 58 tot 62 van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het onderwijs en in artikel 2, 3°, van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 25 september 1991 tot uitvoering van voornoemde wet; de op de werkelijke kosten geraamde kosten in verband met de goederen en diensten die aan studenten worden verleend, bedoeld in artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959 en de andere eventuele ermee gepaard gaande opbrengsten.

De inschrijvingsrechten en andere terugbetaalde ermee gepaard gaande opbrengsten zijn negatieve opbrengsten die op rekening 7302 worden aangerekend; g) de andere eventuele opbrengsten : deze houden de opbrengsten in die in de punten 4° tot 5° worden bedoeld en die worden aangerekend op de rubriek « andere exploitatieopbrengsten », alsook de andere opbrengsten van het boekjaar dan deze die bedoeld zijn in de hierboven vermelde punten a) tot f), voortgebracht door de lasten aangerekend op de begroting en de rekeningen van de globale toelage, aangerekend op de rubriek « omzet »;2° voor de begroting en de rekeningen van afdeling II : a) de sociale subsidies, toegekend krachtens artikel 89 van het decreet van 5 augustus 1995, waaronder het deel van de sociale subsidies dat aan de studentenraad wordt toegekend krachtens artikel 75 van hetzelfde decreet;de aanvullende toelage, toegekend krachtens artikel 2 van het decreet van 6 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/10/2011 pub. 24/10/2011 numac 2011029538 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de cursusdragers sluiten, gestort op de lopende rekening bestemd voor de sociale subsidies; de andere eventuele middelen die door de Franse Gemeenschap op dezelfde lopende rekening worden toegekend; b) de eventuele subsidies die door de Franse Gemeenschap specifiek worden toegekend ofwel voor de huisvesting, ofwel voor de restaurants, ofwel voor het sociale beleid ten gunste van de studenten alsook de andere eventuele middelen die door de Franse Gemeenschap voor dezelfde doeleinden worden toegekend;c) elke andere eventuele overheidsopbrengst die voor de begroting en de sociale rekeningen worden toegekend;d) de andere eventuele opbrengsten, waaronder inzonderheid de opbrengsten bedoeld in de punten 4° en 5°, aangerekend op de rubriek « andere exploitatieopbrengsten », alsook de andere eigen opbrengsten van de sociale dienst van het boekjaar dan deze die bedoeld zijn in de punten a) tot c), inzonderheid voortvloeiend uit de woningen, de restaurants en de studenten, met inbegrip van deze die in het kader van het mobiliteitsstelsel via het Erasmus-programma hun studies volgen, aangerekend op de rubriek « omzet »;3° voor de begroting en de rekeningen van afdeling III : a de eigen opbrengsten en de overheidsopbrengsten die specifiek bestemd zijn voor de voortgezette opleidingen, dit is buiten het deel van de globale toelage die daartoe bestemd is krachtens artikel 3 van het decreet van 9 september 1996;b) de eigen opbrengsten en de overheidsopbrengsten die specifiek bestemd zijn voor het toegepast onderzoek, dit is buiten het deel van de globale toelage die daartoe bestemd is krachtens artikel 3 van het decreet van 9 september 1996, alsook de eigen opbrengsten en de overheidsopbrengsten voor ontwikkeling;c) de eigen opbrengsten en de overheidsopbrengsten die specifiek bestemd zijn voor de diensten aan de gemeenschap, dit is buiten het deel van de globale toelage die daartoe bestemd is krachtens artikel 3 van het decreet van 9 september 1996;d) de eigen opbrengsten en overheidsopbrengsten uit onroerende verrichtingen;e) de giften, schenkingen, legaten;f) de inschrijvingsrechten die worden geïnd krachtens artikel 12, § 2 van de wet van 29 mei 1959, die niet van de globale toelage worden afgetrokken krachtens § 2ter-bis van hetzelfde artikel;de op de werkelijke kosten geraamde kosten in verband met de goederen en diensten die aan studenten worden geleverd, bedoeld in artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959 en de andere eventuele ermee gepaard gaande opbrengsten, wanneer die elementen niet op afdeling I worden aangerekend en voor zover de regels die krachtens artikel 17, derde lid, worden meegedeeld, erin voorzien. De inschrijvingsrechten hebben betrekking op het boekjaar waarin ze worden geïnd. De inschrijvingsrechten en andere terugbetaalde ermee gepaard gaande opbrengsten zijn negatieve opbrengsten die op rekening 7302 worden aangerekend; g) de andere opbrengsten die niet onder de afdelingen I en IIressorteren;4° voor de begroting en de rekeningen van de afdelingen I, II en III : de opbrengsten uit overboekingen uit andere begrotingen of rekeningen als tegenwaarde voor lasten die eventueel worden gedekt door de betrokken begroting of rekeningen die betrekking hebben op die andere begrotingen of rekeningen;5° voor de begroting en de rekeningen van de afdelingen I, II en III : de opbrengsten uit andere instellingen, voortgebracht door de eventuele terugbetaling door andere instellingen van lasten die ontstaan zijn inzonderheid in het kader van overeenkomsten in verband met gemeenschappelijke programma's. § 2. De opbrengsten die door de Franse Gemeenschap worden toegekend op kredieten van de organisatie-afdeling 55 van haar begroting, worden geboekt op grond van vastgestelde rechten, volgens criteria die deze bepalen krachtens artikel 2, 10°, van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten, rekening houdend met de bedragen die door de algemene directie niet verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek worden berekend krachtens de wettelijke bepalingen in verband daarmee, alsook de kredieten die daartoe op de begroting van de Franse Gemeenschap worden uitgetrokken en door haar aan de hogescholen meegedeeld. Die bedragen worden aangerekend op de rubriek D van de resultatenrekeningen. De eventuele regularisatie van die bedragen worden uitgevoerd via de regularisatierekeningen (in de balans : rekening 4140 aan de activa-kant en rekening 4910 aan de passiva-kant).

Art. 6.§ 1. De exploitatiekosten bestaan uit : 1° voor de begroting en de rekeningen van afdeling I, de personeels-, werkings- en uitrustingskosten bepaald in artikel 3 van het decreet van 9 september 1996, de kosten voor de bevordering van de slaagkansen bepaald in de artikelen 1, 4 tot 8, 11 en 12, van het decreet van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2008 pub. 01/09/2008 numac 2008029421 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot democratisering van het hoger onderwijs, ter bevordering van de slaagkansen van de studenten en tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor het hoger onderwijs sluiten, de kosten voortvloeiend uit de organisatie van initiatieven gevoerd inzake bevordering van de slaagkansen waarvan sprake in artikel 21quinquies, eerste lid en vierde lid, van het decreet van 9 september 1996, de kosten aangerekend op de steun voor de democratisering van de toegang in hogescholen waarvan sprake in artikel 21quater, § 1, eerste lid, en § 4, 3° van het decreet van 9 september 1996, de kosten aangerekend op de aanvullende toelage die krachtens het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten wordt toegekend, de kosten die op de specifieke forfaitaire compensatie worden aangerekend voor het vervangen in hun cursusopdracht van de promotoren van de projecten FIRST van het Waalse Gewest en SPIN OFF van het Brusselse Gewest, toegekend krachtens artikel 14, zevende lid, van het decreet van 9 september 1996, en de kosten aangerekend op de andere eventuele opbrengsten van de begroting en de rekeningen van de globale toelage, met onderscheiding, wat de personeelskosten betreft, tussen : a) de kosten in verband met de bezoldigingen en sociale lasten van het onderwijzend personeel, het administratief personeel en ander personeel, op de globale toelage aangerekend tegen de gewogen bruto gemiddelde kosten, bepaald krachtens artikel 29, vijfde lid, van het decreet van 9 september 1996, dit is het persoonlijk aandeel van de globale toelage, of « SHE », zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van hetzelfde decreet;b) de kosten in verband met de bezoldigingen en sociale lasten van het onderwijzend personeel, het administratief personeel en werkliedenpersoneel en ander personeel, tegen de werkelijke kosten aangerekend op de globale toelage en op de andere opbrengsten van afdeling I;2° voor de begroting en de rekeningen van afdeling II, de kosten bepaald in artikel 90 van het decreet van 5 augustus 1995, de kosten bepaald in artikel 23, vierde lid tot twaalfde lid, van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, zoals gewijzigd bij het decreet van 6 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/10/2011 pub. 24/10/2011 numac 2011029538 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de cursusdragers sluiten, en de kosten aangerekend op de andere eventuele opbrengsten van de begroting en de sociale rekeningen met de kosten betreffende de bezoldigingen en sociale lasten van het personeel alsook betreffende de werking en de uitrusting van de installaties en sociale diensten voor studenten, voorgesteld voor elke bestemming wat de personeelskosten betreft wanneer dit personeel wordt aangewezen voor de woningen of de restaurants of de studenten via, inzonderheid, de diensten voor hulpverlening en oriëntatie, of voor andere doelstellingen in de sociale sector;3° voor de begroting en de rekeningen van afdeling III : de kosten in verband met de bezoldigingen en de sociale lasten van het onderwijzend personeel en het meester-, vak- en dienstpersoneel, en ander personeel, alsook de niet afschrijfbare werkings- en uitrustingskosten die niet onder de andere afdelingen ressorteren, voorgesteld voor elke bestemming naargelang die kosten bestemd worden voor de voortgezette opleidingen, de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's, de programma's voor diensten aan de gemeenschap, de onroerende verrichtingen of andere doelstellingen van het vermogen;4° voor de begroting en de rekeningen van de afdelingen I, II en III : a) in rubriek D, de afschrijvingen en de waardeverminderingen op de immateriële en materiële vaste activa. Onverminderd de bepalingen die daartoe worden goedgekeurd in het kader van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, worden op de immateriële vaste activa en de materiële vaste activa (gebouwen, installaties, machines en gereedschappen, meubilair en materieel) met een beperkte gebruiksduur lineaire afschrijvingen verricht op grond van hun mogelijke gebruiksduur of van hun mogelijke nuttigheidsduur, volgens de volgende normale percentages : - onroerende goederen door incorporatie : 5 %; - installaties, machines, gereedschap : 20 %; - meubilair en materieel : 10 %; - rollend materieel : 20 %; - informaticamaterieel : 33 %; - software : 33 %; - audiovisuele middelen, multimedia : 20 %; - gebouwen : 2 %; - inrichtingen : 5 %.

De afschrijving begint gedurende het boekjaar waarin de kosten betreffende de vaste activa worden geboekt.

Een afschrijving moet worden verricht op : - de onroerende goederen door incorporatie, de gebouwen en inrichtingen bedoeld in het tweede lid; - de installaties, machines, gereedschap, meubilair en materieel, rollend materieel, informaticamaterieel en software bedoeld in het tweede lid, die meer dan 250 euro kosten; - de immateriële en materiële vaste activa waarvan de levensduur niet beperkt is, waarop een waardevermindering alleen bij duurzame waardedalingen wordt toegepast; b) in rubriek E, de waardeverminderingen en terugnemingen van waardeverminderingen op vorderingen, voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen. De terugnemingen worden van de exploitatiekosten afgetrokken; c) in rubriek F, de provisies voor risico's en lasten. De voorafnemingen op provisies die tijdens voorafgaande boekjaren werden aangelegd, worden als aanwendingen aangerekend.

De provisies met betrekking tot vroegere dienstjaren worden teruggenomen, als ze doelloos zijn geworden.

De aanwendingen en terugnemingen worden van de exploitatiekosten afgetrokken; in rubriek G : - rekening 6441 : de overboekingen van middelen tussen de bovenvermelde afdelingen en de overboekingslasten die overboekingen zijn van opbrengsten van de betrokken begroting of rekeningen naar andere begrotingen of rekeningen als tegenprestatie voor lasten die eventueel door die andere begrotingen of rekeningen worden gedekt en die betrekking hebben op de betrokken begroting of rekeningen.

Voor de begroting en de rekeningen betreffende de globale jaarlijkse toelage, worden de bovenvermelde overboekingen beperkt tot het dekken van lasten die eventueel worden gedragen door de andere begrotingen of rekeningen die beantwoorden aan de definitie bedoeld in artikel 3 van het decreet van 9 september 1996 en die in overeenstemming zijn met de wetten, decreten, besluiten en verordeningen die op de hogescholen toepasselijk zijn.

De totalen van de opbrengsten en lasten voortvloeiend uit de overboeking van de verschillende begrotingen en rekeningen moeten globaal in overeenstemming zijn; - rekening 645 : de lasten voortvloeiend uit de eventuele terugbetalingen aan andere instellingen van opbrengsten die, inzonderheid voor de afdelingen I en III, worden voortgebracht in het kader van overeenkomsten betreffende samen georganiseerde opleidingsprogramma's. § 2. De vastleggingen op het einde van het boekjaar worden geboekt via de regularisatierekeningen (balans : rekening 4920 aan de activakant en rekening 4440 aan de passivakant).

Art. 7.§ 1. Voor elke afdeling van de begroting en de rekeningen, bestaat het resultaat uit : 1° het exploitatieresultaat van het boekjaar, bestaande in het verschil tussen de opbrengsten en de kosten bedoeld in de artikelen 5 en 6;2° het resultaat van het lopende dienstjaar, na de financiële opbrengsten en lasten, namelijk : a) na de financiële opbrengsten die worden voortgebracht door de opbrengsten van de betrokken begroting of rekeningen;b) na de financiële lasten die worden voortgebracht door de huurfinancieringsovereenkomsten of soortgelijke overeenkomsten betreffende materiële vaste activa en na de dotaties aan de waardeverminderingen en de terugnemingen van waardeverminderingen op andere vorderingen dan de handelsvorderingen, de thesauriebeleggingen en de beschikbare waarden. De terugnemingen van waardeverminderingen worden van de financiële lasten afgetrokken. 3° het resultaat van het boekjaar na uitzonderlijke opbrengsten en lasten, namelijk : a) de terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa, de terugnemingen van waardeverminderingen op financiële vaste activa (deelnemingen, aandelen);b) de uitzonderlijke dotaties voor de afschrijvingen en de waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa, de dotaties voor de waardeverminderingen op de financiële vaste activa. § 2. voor elke afdeling van de begroting en de rekeningen, omvat de bestemming van het resultaat : 1° het te bestemmen resultaat, rekening houdend met : a) het resultaat van het boekjaar.Dat resultaat stemt overeen met het resultaat na de uitzonderlijke opbrengsten en lasten bedoeld in § 1, 3° ; b) het resultaat dat wordt overgedragen naar het einde van het voorafgaande boekjaar, en dat : - ofwel wordt geëvalueerd op het einde van het voorafgaande boekjaar voor het opmaken van de begroting; - ofwel beschikbaar is op het einde van het voorafgaande boekjaar voor het opmaken van de rekeningen; 2° de opnemingen uit eigen middelen, verricht op grond van een beslissing van de raad van bestuur.3° de bestemmingen voor de eigen middelen, verricht op grond van een beslissing van de raad van bestuur. De saldi van de niet aangewende bedragen worden in het resultaat van het boekjaar opgenomen. HOOFDSTUK III. - Balans

Art. 8.De jaarrekeningen omvatten een balans voor elke afdeling betreffende de tegoeden, rechten en vastleggingen, opgemaakt met verwijzing naar de minimumindeling van het rekeningenstelsel, waarvan de modellen respectief in de bijlagen 1 tot 4 van dit besluit gevoegd zijn.

De balans voor elke afdeling wordt opgemaakt na verdeling, dit is rekening houdend met de beslissingen tot bestemming van het saldo van de resultatenrekening van het boekjaar, van het overgedragen saldo en eventueel van de opnemingen en andere bestemmingen op eigen middelen.

De balans van afdeling I omvat aan de passiva-kant, in de rubriek IV A. - Reservefonds « werking » (buiten « SHE »)-, het op 31 december 2013 beschikbare bedrag. Wat de gewone verrichtingen betreft, wordt dat reservefonds « werking », in verhouding tot minstens 20 procent bestemd totdat de geldmiddelen 10 procent van het gemiddelde van de gewone uitgaven van de drie voorafgaande begrotingsjaren bereiken. De middelen van dat fonds kunnen worden aangewend met de toestemming van de minister of diens afgevaardigde volgens praktische regels die door een omzendbrief vast te stellen zijn.

De minimumindeling van het rekeningenstelsel waarvan sprake in het eerste lid is eveneens toepasselijk op de resultatenrekeningen. HOOFDSTUK IV. - Uitvoering van de begroting en thesaurietoestand

Art. 9.Bij de begrotingen en rekeningen wordt een samenvattende tabel gevoegd, met als opschrift « Uitvoering van de begroting en thesaurietoestand », voor elke afdeling opgemaakt volgens het als bijlage 1 opgenomen schema.

Deze vermeldt : 1° de uitvoering van de begroting die voor de begroting en de uitvoering ervan op vergelijkende wijze de volgende gegevens voorstelt : de ontvangsten als vastgestelde rechten, wanneer ze voldoen aan de criteria van artikel 2, 10°, van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten, en, bij ontstentenis daarvan, tegen contant, alsook gerealiseerd;de vastleggingen en de vereffeningen; 2° de toestand van de thesaurie, met de overdracht van de thesauriemiddelen van het voorafgaande jaar, de ontvangsten en de uitgaven van het jaar, de schuldvorderingen en de schulden na 31 december van het jaar, de netto-overdracht van het jaar.

Art. 10.Reeds vanaf de eerste toepassing van dit besluit, worden twee omrekeningstabellen opgemaakt : 1° de eerste, tussen de minimumindeling van het rekeningenstelsel bedoeld in artikel 8 en het rekeningenstelsel dat thans door de Hogescholen van de Franse Gemeenschap wordt gebruikt met verwijzing naar de software Create;2° de tweede, tussen dezelfde minimumindeling van het rekeningenstelsel en de economische classificatie SEC 95.Die tabel wordt opgemaakt met de Cel voor financiële informatie, opgericht bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 februari 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 10/02/2006 pub. 03/04/2006 numac 2006200997 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende oprichting van een fiscale cel van de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 10/02/2006 pub. 27/02/2006 numac 2006029044 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 augustus 1996 Gemeenschap tot regeling van de samenstelling en werking van de pedagogische raad, de sociale raad en de departementsraden en van de werking van de raad van bestuur en van het bestuurscollege van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde hogescholen type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 10/02/2006 pub. 05/04/2006 numac 2006200970 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de instellingen van openbaar nut sluiten.

Die omrekeningstabellen worden, via omzendbrieven, door de algemene directie bevoegd voor het hoger onderwijs, de eerste maand van het boekjaar waarin dit besluit voor de eerste keer wordt toegepast, meegedeeld.

Ze worden elk jaar door de hogescholen gebruikt : 1° de eerste, om de omrekening mogelijk te maken van de gegevens voortvloeiend uit de dubbele boekhouding (opbrengsten, lasten, actief, passief) tot een thesaurieboekhouding (ontvangsten, uitgaven) in de vorm van de tabel die krachtens artikel 9 vast te stellen is;2° de tweede, om, behoorlijk ingevuld, te worden gevoegd bij de rekeningen van de hogeschool die krachtens artikel 16 over te zenden zijn. HOOFDSTUK V. - Verschillende bepalingen die op de begroting en de rekeningen toepasselijk zijn

Art. 11.De begroting en de rekeningen worden samen met een syntheseverslag voorgelegd, dat door de autoriteiten van de hogeschool wordt opgemaakt. Dat verslag vermeldt : 1° de factoren die de opbrengsten en kosten bepalen;2° de factoren die de evolutie van de opbrengsten en kosten bepalen, ten opzichte van : de begroting van het voorafgaande jaar, als het gaat om het verslag over de begroting; de begroting van het jaar en de rekeningen van het voorafgaande boekjaar, als het gaat om het verslag over de rekeningen. 3° de voornaamste opties die door de raad van bestuur van de hogeschool worden goedgekeurd, voor het betrokken boekjaar;4° de redenen van de overboekingen uit of naar de verschillende begrotingen en rekeningen en de aanrekeningen van opbrengsten en kosten uit of naar andere instellingen, waarvan sprake in artikel 5, § 1, 4° en 5°, en in artikel 6, § 1, 4° d);5° de verrichtingen uitgevoerd krachtens de artikelen 6 en 7, wat de afschrijvingen, de waardeverminderingen, de voorzieningen en reserves betreft, en wat de herwaarderingsmeerwaarden betreft;6° de financiële toestand.

Art. 12.De begrotingen van de afdelingen I tot III bedoeld in artikel 3, § 1 en § 2, worden aangevuld met een informatie over de personeelsformatie, de rekeningen van dezelfde afdelingen, door een informatie over de personeelssterkte, voorgedragen overeenkomstig het model van bijlage 3 bij dit besluit.

Art. 13.De goedkeuring door de raad van bestuur van de begroting en de rekeningen van afdeling I, waarbij de begrotingen en de rekeningen van de afdelingen II en III worden gevoegd, brengt de goedkeuring van de overboekingen en van de opbrengsten en kosten bedoeld in artikel 5, § 1, 4° en 5°, en in artikel 6, § 1, 4° d) met zich mede.

Art. 14.De verhogingen of verminderingen van opbrengsten en kosten die in de begroting worden ingeschreven, worden aangepast.

Die gegevens worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Commissaris van de Regering die voor de hogeschool wordt aangewezen krachtens artikel 36 van het decreet van 9 september 1996.

Als geen advies binnen de maand van hun voorlegging wordt uitgebracht, worden ze als goedgekeurd geacht.

Art. 15.De hogescholen richten regelmatig en minstens driemaandelijks aan hun autoriteiten een staat van de uitvoering van hun begrotingsvooruitzichten, met een afschrift aan de Commissaris van de Regering.

Art. 16.Binnen de maand volgend op de goedkeuring van de begroting en de rekeningen van de hogeschool door de raad van bestuur van de hogeschool, waarbij deze uiterlijk binnen de maand van de overzendingsdatums voortvloeiend uit het tijdsschema en de termijn waarvan sprake in het tweede lid en het derde lid moet plaatsvinden, worden ze aan de minister overgezonden door toedoen van de Commissaris van de Regering die voor de hogeschool wordt aangewezen krachtens artikel 36 van het decreet van 9 september 1996 en de administratie bevoegd voor het hoger onderwijs, de algemene directie niet verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

De overzendingen van de begroting en de aanpassing bedoeld in de artikelen 13 en 14 worden uitgevoerd met inachtneming van het tijdsschema bepaald in artikel 68, 2°, van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten.

De overzending van de rekeningen wordt uitgevoerd met inachtneming van de termijn bepaald in artikel 25.

De begroting en de rekeningen worden samen met opmerkingen van de Commissaris van de Regering voorgelegd met inachtneming van de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 13/07/2000 pub. 29/09/2000 numac 2000029318 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de toezichtstaken van de Regeringscommissarissen van de Franse Gemeenschap op de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de toezichtstaken van de Regeringscommissarissen van de Franse Gemeenschap op de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, alsook, in voorkomend geval, met het verslag van de revisor.

De begroting wordt, binnen de twee maanden na de ontvangst ervan, goedgekeurd door de minister bevoegd voor het universitair onderwijs, als ze inzonderheid het financiële evenwicht bedoeld in hoofdstuk VI verwezenlijkt. Na die termijn, wordt ze als goedgekeurd geacht. Die begroting stelt een vooruitzicht en een machtiging voor.

Art. 17.Alle hogescholen die als een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie worden georganiseerd, bepalen in onderlinge overeenstemming, met de ondersteuning van de algemene directie niet verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, een voorstel tot regels die, met inachtneming van de bepalingen van dit besluit, het opmaken van de resultatenrekeningen en van de balansen regelen, inzonderheid betreffende de ramingen van de bestanddelen van de balansen, het opmaken en aanpassen van afschrijvingen, de waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten alsook de herwaarderingen.

Dat voorstel wordt aan de Minister meegedeeld via het college van regeringscommissarissen ingesteld krachtens artikel 44bis van het decreet van 9 september 1996.

De in aanmerking genomen bestanddelen worden bij ministeriële omzendbrief aan de betrokken hogescholen meegedeeld.

Art. 18.De hogescholen houden een globale inventaris van het geheel van de materiële vaste activa, met inbegrip van deze waarop geen afschrijvingen worden verricht. De waardering van de bestanddelen van die inventaris neemt de bepalingen van artikel 27 in acht. De inventaris maakt een onderscheid tussen de vaste activa, naargelang ze ofwel bij 1° ofwel bij 2° van dat artikel bedoeld zijn.

Elk jaar delen de hogescholen aan de minister, door toedoen van de in artikel 16 bedoelde regeringscommissaris, ter staving van de rekeningen, de samenvattende tabel van die inventaris met de wijzigingen die eraan werden aangebracht gedurende het afgelopen boekjaar, in de vorm bepaald bij bijlage 2 van dit besluit. De volledige tabel van de inventaris bepaald in dezelfde bijlage bij dit besluit wordt binnen de hogeschool bewaard.

Art. 19.De rekenplichtige wordt door de minister benoemd op de voordracht van de raad van bestuur van de hogeschool. Als de hierboven bedoelde rekenplichtige wordt veranderd, moet de op te maken teruggave-terugneming-rekening een proces-verbaal met de kastoestand omvatten dat de staat van de vastleggingen, de staat van de thesaurie en een inventaris vermeldt, overeenkomstig bijlage 5 bij dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Bepalingen die toepasselijk zijn op de hogescholen als administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie

Art. 20.Overeenkomstig artikel 68 van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten, valt elke hogeschool die als een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie wordt opgericht onder de volgende regels : 1° het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december e.k.; 2° de jaarbegroting wordt opgemaakt op grond van de bepalingen van dit besluit.Ze wordt aan de bevoegde autoriteiten meegedeeld overeenkomstig de in artikel 16 nader bepaalde regels. Ze omvat het geheel van de ontvangsten en uitgaven op dezelfde wijze als wat voor de Franse Gemeenschap wordt bepaald in artikel 4 van de algemenebepalingenwet buiten de afwijking die daar in het laatste lid wordt bepaald. Die ontvangsten en uitgaven worden onderverdeeld in rubrieken, met verwijzing naar de minimumindeling van het rekeningenstelsel die als bijlage bij dit besluit wordt vermeld, volgens de economische classificatie in SEC-code op grond van de omrekeningstabel bepaald krachtens artikel 10, 2°, van dit besluit; 3° de ontvangsten omvatten deze die uit de begroting van de Franse Gemeenschap komen en de andere die in dit besluit vermeld zijn, als vastgestelde rechten aangerekend, wanneer ze beantwoorden aan de criteria van artikel 2, 10°, van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten, of bij ontstentenis daarvan, contant;4° de uitgavenkredieten zijn limitatief, maar kunnen over de rubrieken van de begroting worden herverdeeld onder voorbehoud van de goedkeuring door de regeringscommissaris bedoeld in artikel 16 en de bevestiging van de aldus goedgekeurde herverdelingen in de in artikel 14 bedoelde aanpassing.De vereffeningskredieten kunnen echter niet limitatief zijn ten opzichte van de ontvangsten bedoeld in 3° voor de werkingsuitgaven in verband met het activiteitsvolume dat andere of eigen uitgaven kan voortbrengen, en dit, in overeenstemming met de bedragen die daartoe worden ingeschreven in de in artikel 16 bedoelde begroting. De vereffeningskredieten hebben betrekking op de bedragen die verschuldigd zijn uit hoofde van verbintenissen die ontstaan zijn gedurende het betrokken begrotingsjaar en van verbintenissen die uit vroegere begrotingsjaren werden overgedragen; 5° de vereffeningskredieten moeten in ieder geval worden beperkt tot de middelen die bestaan uit de ontvangsten bedoeld in 3°, de andere en eigen ontvangsten alsook het bedrag van de balansreserve of het saldo dat vrij van begrotingsmachtiging is, na aftrek van het bedrag dat noodzakelijk is voor het dekken van het encours van de vastleggingen die uit vroegere begrotingsjaren worden overgedragen;6° de uitbetalingen kunnen niet hoger zijn dan de beschikbare geldmiddelen;7° de interne verrichtingen voor regularisatie tussen begrotingsjaren worden bepaald en aangerekend op de begroting;8° op het einde van het begrotingsjaar worden de vastleggingskredieten en het deel van de vereffeningskredieten waarop de verrichtingen bedoeld in 7° geen betrekking hebben, van ambtswege geannuleerd;9° de ambten van ontvanger en thesaurier alsook van financieel beheerder van de hogeschool die worden aangeworven ofwel krachtens artikel 7bis van het decreet van 25 juli 1996, ingevoegd bij het decreet van 20 juli 2000, in een uitdovingsformatie sedert de opheffing ervan bij het decreet van 20 juni 2008, ofwel krachtens het decreet van 20 juni 2008 betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten voor architectuur, zijn met elkaar verenigbaar maar onverenigbaar met die van ordonnateur;10° wanneer de ordonnateur zijn ambt neerlegt, deelt hij op volledige wijze en in reële tijd de boekhoudkundige en begrotingsgegevens van de dienst aan zijn opvolger;11° overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, §§ 1 en 3 van de algemenebepalingenwet, moeten de ontvangers en thesauriers rekenschap geven aan het Rekenhof, in de hoedanigheid van rekenplichtigen in de zin van die wet;12° de geldmiddelen die op het einde van het boekjaar beschikbaar zijn, kunnen reeds vanaf het begin van het volgende jaar worden aangewend;13° er moet een materiële inventaris van de onroerende en roerende goederen waaruit het vermogen bestaat, worden opgemaakt, volgens de bepalingen van de artikelen 18 en 27 van dit besluit;14° de jaarrekening, die op 31 december van elk jaar wordt vastgesteld, bestaat uit ten minste de resultatenrekening, de balans en de rekening van uitvoering van de begroting, alsook de kastoestand, per afdeling opgemaakt nadat ze in overeenstemming werden gebracht met de materiële inventaris.

Art. 21.Overeenkomstig artikel 69 van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten, wordt de jaarlijkse ontvangsten- en uitgavenbegroting van elke hogeschool die een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie is, ingevoegd in een bijlage bij de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap. In de bepalingen van die begroting wordt, voor goedkeuring door het Parlement, melding gemaakt van het totaal van de ontvangsten en het totaal van de uitgaven van de betrokken administratieve diensten.

Als de in het eerste lid bedoelde begroting niet op 1 januari van het begrotingsjaar wordt goedgekeurd, kunnen de diensten, door middel van voorlopige twaalfden, de kredieten aanwenden die bepaald zijn in hun ontwerp van begroting, waarbij die 12den niet hoger kunnen zijn dan één twaalfde van het krediet dat wordt ingeschreven in de betrokken rubriek van de in het voorafgaande jaar goedgekeurde begroting. Die voorlopige aanwendingen zijn echter uitgesloten voor de kredieten die bestemd zijn voor uitgaven die aan een nieuw principe beantwoorden en niet vooraf werden goedgekeurd. De jaarbegroting van de diensten wordt, in voorkomend geval, gedurende het begrotingsjaar aangepast, rekening houdend met de aangepaste begroting van de Franse Gemeenschap.

Art. 22.Overeenkomstig artikel 70 van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten, onverminderd de reeds bestaande bepalingen inzake controle, stelt elke hogeschool die een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie is, een interne controle in, waarvan de doelstellingen deze zijn die bedoeld zijn in artikel 46 van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten en waarvan de evaluatie kan worden geauditeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 47 van hetzelfde decreet. Die interne controle, die onder de verantwoordelijkheid van het directiecollege staat, heeft onder meer betrekking op de uitvoering van de vastleggingen, de ordonnanceringen en vereffeningen betreffende de begroting, alsook op het globale financiële evenwicht van de hogeschool.

Art. 23.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 51 van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, wordt de Regering ertoe gemachtigd de administratieve- en begrotingscontrole bedoeld in de artikelen 48 en 49 van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten toepasselijk te maken op de hogescholen die administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie zijn.

Art. 24.Overeenkomstig artikel 10, §§ 1 en 3, van de algemenebepalingenwet, oefent het Rekenhof zijn toezicht uit op de hogescholen die administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie zijn.

Art. 25.Overeenkomstig artikel 73 van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten, wordt de jaarrekening van elke hogeschool die een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie is, die uiterlijk voor 15 maart van het jaar volgend op het begrotingsjaar wordt opgemaakt, in de bij dit besluit bepaalde vorm overgezonden aan de Minister bevoegd voor het hoger onderwijs, volgens de in artikel 16 nader bepaalde regels, en aan de Minister van Begroting, die ermee wordt belast deze aan het Rekenhof uiterlijk op 15 april e.k. voor te leggen. Het Hof deelt de jaarrekeningen, samen met zijn opmerkingen, aan het Parlement uiterlijk op het einde van de maand juni e.k. mee, en brengt er tevens de Minister van Begroting op de hoogte van.

De jaarrekeningen van de hogescholen die administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie zijn, worden, in een samengevoegde vorm, aan de algemene rekening gevoegd, en goedgekeurd door een vermelding die voorkomt in het decreet tot goedkeuring van de algemene rekening bedoeld in artikel 44, § 2, van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten.

Art. 26.De verschillende aanrekeningen in de begroting en de rekeningen bepaald bij dit besluit worden verricht met inachtneming van de bepalingen bedoeld in artikel 21, § 1, tweede lid, van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten. HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 27.Voor het opmaken van de eerste balans op grond van de datum die krachtens artikel 31 wordt gekozen, worden de vaste activa in aanmerking genomen als volgt : 1° de vaste activa, waarvan sprake in artikel 31, die de hogeschool bezit op 31 december van het jaar voorafgaand aan dat van de inwerkingtreding van dit besluit, worden verder afgeschreven volgens de regels die vroeger golden krachtens het koninklijk besluit van 29 december 1984 betreffende het financieel en materieel beheer van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer in het rijksonderwijs en de omzendbrief van 20 maart 1967 nr.0335-1.01.16/402 betreffende de vermogenscomptabiliteit, die krachtens dat besluit werd genomen; 2° de vaste activa, waarvan sprake in artikel 31, die werden gekregen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, worden afgeschreven volgens de regels vermeld in artikel 6, § 1, 4°, a). De materiële vaste activa bedoeld in 1° en 2° worden afzonderlijk vermeld in de inventaris waarvan sprake in artikel 18. De vaste activa bedoeld in 2° worden bovendien geboekt in de bij dit besluit gevoegde balansen.

Art. 28.Geen prestatie ten voordele van derden, met inbegrip van de terbeschikkingstelling van lokalen of diensten is toegelaten zonder de toestemming van het bevoegde beheersorgaan van de hogeschool. Dat orgaan stelt de regels vast volgens welke die prestaties worden bezoldigd.

Art. 29.Het koninklijk besluit van 29 december 1984 betreffende het financieel en materieel beheer van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer in het rijksonderwijs is bijgevolg niet meer van toepassing op de hogescholen.

Art. 30.De artikelen 10, tweede lid, 11, § 1, b) en c), § 2 en § 3, 13 tot 15, en 20, alsook de bijlagen 1 tot 3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 12/09/2008 pub. 31/10/2008 numac 2008029553 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het patrimonium van de Hogescholen georganiseerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende het patrimonium van de Hogescholen georganiseerd door de Franse Gemeenschap worden opgeheven.

In artikel 19, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het patrimonium van de Hogescholen georganiseerd door de Franse Gemeenschap, worden de woorden « bedoeld in de artikelen 14 en 15 » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 3, § 2, 3°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2014 tot vaststelling van de regels voor het opmaken en voorstellen van de begrotingen en rekeningen van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde hogescholen ».

Art. 31.Dit besluit treedt in werking, naar keuze van de autoriteiten van de hogescholen, ten vroegste op 1 januari 2014 en uiterlijk op 1 januari 2015.

Art. 32.De minister bevoegd voor het Hoger Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 januari 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT

^