Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 juni 2004
gepubliceerd op 20 september 2004

Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 145 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036445
pub.
20/09/2004
prom.
04/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/04/2004036445/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 145 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 145, § 2, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 april 2004;

Gelet op het advies nr. 37.006/1 van de Raad van State, gegeven op 6 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Een aanvrager die een beroep wenst te doen op de toepassing van artikel 145, § 2, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, stuurt een aangetekende brief aan de administratie die bevoegd is voor de ruimtelijke ordening. Bij die brief voegt hij de volgende documenten : 1° een document, opgesteld en ondertekend door de verzekeringsmaatschappij, waarin deze verklaart dat haar inziens de gehele of gedeeltelijke vernieling gebeurde buiten de wil van de aanvrager, zodat zij zonder verdere betwisting tot uitbetaling van de verzekerde schade is overgegaan of zal overgaan;2° een afschrift van het verzekeringscontract;3° een afschrift van een expertiseverslag of, bij ontstentenis daarvan, de vaststelling van de schade zoals begrepen in artikel 67, § 2, 2° en 3°, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst;4° een gunstig bodemsaneringsattest voor het desbetreffende kadastraal perceel;5° een bewijsstuk waaruit blijkt dat het perceel vrij en onbelast is, behoudens erfdienstbaarheden die ontstaan uit de ligging der plaatsen en erfdienstbaarheden die door de wet gevestigd zijn;6° een afschrift van de verwervingsakte van het onroerend goed, indien beschikbaar.Zo deze akte niet beschikbaar is, een verklaring omtrent de oorzaak hiervan.

Als de aanvrager niet alle documenten, genoemd in het eerste lid, bij de aanvraag heeft gevoegd, of als de administratie van oordeel is dat de aanvrager haar bijkomende inlichtingen of documenten moet bezorgen, dan verzoekt ze hem ook die stukken aangetekend te bezorgen. De behandeling van de aanvraag wordt opgeschort tot de administratie de bij de aanvrager opgevraagde documenten of inlichtingen heeft ontvangen.

Art. 2.De aanvraag is alleen ontvankelijk als alle titularissen van om het even welk zakelijk recht op het moment van de aanvraag, gezamenlijk de aanvraag indienen.

Art. 3.§ 1. Als het een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning betreft, wordt de grond onder de vergunde of vergund geachte woongebouwen, met inbegrip van de woningbijgebouwen die er fysisch één geheel mee vormen, vergoed aan de in de streek gebruikelijke prijs van bouwgrond.

De overige grond wordt vergoed aan de in de streek gebruikelijke prijs rekening houdend met de geldende bestemming van de grond. Het bedrag van de vergoeding wordt geval per geval bepaald door het bevoegde Comité tot Aankoop, van de federale Administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen. § 2. In de andere gevallen wordt de grond vergoed aan de in de streek gebruikelijke prijs rekening houdend met de geldende bestemming van de grond. Het bedrag van de vergoeding wordt geval per geval bepaald door het bevoegde Comité tot Aankoop, van de federale Administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen.

Art. 4.Het bevoegde Comité tot Aankoop is belast met het verlijden van de akte.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

^