Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 juni 2004
gepubliceerd op 29 oktober 2004

Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036584
pub.
29/10/2004
prom.
04/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/04/2004036584/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 145ter, § 1, vijfde en elfde lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 tot bepaling van de nadere regels voor de aanvraag en de afgifte van het planologisch attest;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 maart 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 37.007/1, gegeven op 13 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - De aanvraag

Artikel 1.De aanvraag van het planologisch attest, bedoeld in artikel 145ter van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening gebeurt door en voor het bedrijf met behulp van correct ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvraagformulieren volgens model I, dat als bijlage I bij dit besluit is gevoegd.

De aanvraag wordt ingediend bij of aangetekend opgestuurd naar de gewestelijke planologische ambtenaar, bevoegd voor de provincie waarin het bedrijf is gelegen. Als de aanvraag betrekking heeft op percelen die in verschillende provincies gelegen zijn, wordt de aanvraag ingediend bij of aangetekend opgestuurd naar de gewestelijke planologische ambtenaar, bevoegd voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest.

Art. 2.§ 1. Het aanvraagdossier bestaat uit het aanvraagformulier en de volgende documenten : 1° een lijst van de eigenaars van de percelen in kwestie en van de aanpalende percelen; Met het begrip eigenaar wordt bedoeld : de eigenaars volgens de meest recente door de diensten van het kadaster verstrekte informatie, tenzij de aanvrager beschikt over recentere informatie.

Met het begrip aanpalend perceel wordt bedoeld : een gekadastreerd perceel dat op minstens één punt grenst aan de plaats van de aanvraag of een gekadastreerd perceel dat grenst aan een perceel dat paalt aan de plaats van de aanvraag en dat eigendom is van de aanvrager; 2° een uittreksel uit het kadastraal plan, afgegeven door de bevoegde administratie en waarop de percelen zijn aangegeven;3° een goed leesbaar plan op een schaal tussen 1/50 en 1/500, waarop de bestaande toestand is aangegeven, namelijk : a) het onroerend goed en de afmetingen ervan;b) de noordpijl en de schaal;c) de aanpalende wegen, met vermelding van verhardingsbreedte, weguitrusting en naam;d) de op het goed en op de aangrenzende percelen aanwezige bebouwing en verhardingen, met de van maten voorziene aanduiding van de stand ervan op het perceel;e) het reliëf van de bodem en de aanwezige beplanting;f) de opnamepunten van de foto's;g) het huidige gebruik van de gronden en de gebouwen;h) de opgave van de heersende en lijdende erfdienstbaarheden waarmee het goed bezwaard is;i) de profieltekeningen, met ingeschreven maten, van de bestaande bedrijfsgebouwen en naburige gebouwen;j) voorzover de aanvrager hierover beschikt : een aanduiding van de delen van de bestaande bedrijfsvoering die stedenbouwkundig vergund zijn, met verwijzing naar de afgeleverde vergunning en van de delen van de bestaande bedrijfsvoering die niet stedenbouwkundig vergund zijn;daarbij moet zowel rekening gehouden worden met vergunningsplichtige werken en handelingen als met vergunningsplichtige functiewijzigingen; 4° ten minste 6 foto's van het terrein en zijn omgeving;5° een aanduiding op een overzichtskaart van de eventuele, overige locaties die gebruikt worden door, of in eigendom zijn van het bedrijf, binnen een straal van 10 km rond het bedrijf met een bijbehorende beschrijving van de taakverdeling en de bedrijfsstructuur;6° een ruimtelijk-economische benadering van het bedrijf, waarbij aandacht is voor de positionering van het bedrijf binnen de economische sector, de groeivooruitzichten en de ontwikkeling van de tewerkstelling, van de omzet en van de toegevoegde waarde;7° de passende beoordeling zoals bedoeld in artikel 36ter, § 3, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu, indien het bedrijf of de gewenste uitbreiding ervan geheel of gedeeltelijk gelegen is binnen één van de volgende gebieden : a) een speciale beschermingszone zoals bedoeld in artikel 2, 43°, van het bovengenoemde decreet;b) een definitief vastgesteld gebied dat in aanmerking komt als speciale beschermingszone zoals bedoeld in artikel 36bis, § 6 of § 12, van het bovengenoemde decreet;c) de perimeter van een zone aangeduid overeenkomstig bijlagen 1 tot en met 23 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin van artikel 4 van de richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, voorzover voor die zone of een onderdeel van die zone geen nieuw aanwijzingsbesluit zoals bedoeld in artikel 36bis, § 7, van het bovengenoemde decreet in werking is getreden. § 2. Volgens de bepalingen van artikel 145ter, § 1, derde lid, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, wordt bij de aanvraag tevens het bewijs gevoegd dat het bedrijf voldoet aan één van de volgende voorwaarden : 1° het bedrijf is onderworpen aan de milieuvergunningplicht in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning;2° het betreft een volwaardig land- of tuinbouwbedrijf; 3° het bedrijf heeft een omzet geboekt van minstens 250.000 euro op basis van de BTW-aangiften over het volledige boekjaar dat aan de aanvraag voorafgaat. § 3. Bij de aanvraag worden eveneens documenten gevoegd die de ruimtelijke behoeften op korte en op lange termijn weergeven en onderbouwen. Die documenten dragen duidelijk de vermelding "ruimtelijke behoeften op korte termijn (2 jaar)" en « ruimtelijke behoeften op lange termijn (10 jaar) ».

Ze bevatten : 1° schetstekeningen op een schaal tussen 1/50 en 1/500, waarop de voorgenomen vergunningsplichtige werken, handelingen of wijzigingen zijn aangegeven, zowel in grondplan als in profiel.Die schetstekeningen geven duidelijk de gebouwen en de verhardingen aan met de functie ervan, alsmede de ingrepen die een afdoende buffering en inpassing ten opzichte van de omgeving moeten verzekeren; 2° een toelichtende nota waarin de werken, handelingen of wijzigingen omstandig beschreven worden, alsmede de redenen waarom die werken handelingen of wijzigingen worden gepland.Hierin wordt ook de principes van een kwalitatief en zuinig ruimtegebruik en een eventuele, alternatieve inplanting van gebouwen en verhardingen binnen het eigen terrein onderzocht; 3° een investeringsnota waaruit blijkt dat de geplande werken, handelingen of wijzigingen economisch haalbaar zijn voor het bedrijf. Hierin wordt tevens duidelijk gemaakt of de ruimtelijke behoeften op korte termijn delen van de uitbreiding op lange termijn veronderstellen of noodzakelijk achten; 4° indien de bedrijfsvoering meer dan 20 voertuigbewegingen per dag met zich meebrengt, een beschrijving van het te verwachten mobiliteitsprofiel na de realisatie van de ruimtelijke behoeften op korte en op lange termijn.Dat mobiliteitsprofiel omvat de aard en het aantal verplaatsingen van werknemers, leveranciers en klanten. § 4. De aanvraag wordt ingediend in viervoud. Als de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, in twee of meer gemeenten gelegen zijn, wordt de aanvraag ingediend in achtvoud. De gewestelijke planologische ambtenaar behoudt één exemplaar, stuurt minstens één exemplaar naar de gemeente in kwestie en stuurt de overige exemplaren naar de bevoegde overheid. Die kan de aanvrager verzoeken extra exemplaren op te sturen, voor de adviserende instellingen en administraties. De aanvrager moet aandacht besteden aan de eenvoudige reproduceerbaarheid van het dossier met de gebruikte formaten en het kleurgebruik. HOOFDSTUK II. - Ontvankelijkheid

Art. 3.Een aanvraag tot planologisch attest is niet ontvankelijk in onderstaande gevallen : 1° uit de met toepassing van artikel 2, § 2, geleverde informatie blijkt dat het bedrijf niet voldoet aan de gestelde voorwaarden;2° het planologisch attest wordt aangevraagd minder dan twee jaar nadat een voorontwerp van een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan ter advies aan de adviserende instanties werd voorgelegd voor het gebied waarin het bedrijf in kwestie gelegen is. Deze voorwaarde is niet van toepassing indien de overheid die het plan opmaakt, heeft beslist dat het gebied in kwestie niet langer deel uitmaakt van het plan of de procedure heeft stilgelegd.De overheid die het plan opmaakt kan die beslissing nemen in de vorm van een officieel besluit, of ze kan de beslissing expliciet vermelden in het verslag van de eventuele plenaire vergadering die gehouden werd naar aanleiding van het betreffende voorontwerp; 3° het planologisch attest wordt aangevraagd minder dan twee jaar nadat een plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan werd goedgekeurd voor het gebied waarin het bedrijf in kwestie gelegen is;4° het planologisch attest wordt aangevraagd door een bestuur, waarvan bij beoordeling blijkt dat het om de bevoegde overheid gaat. HOOFDSTUK III. - Behandeling en beoordeling

Art. 4.De gewestelijke planologische ambtenaar vermeldt bij het doorsturen van de aanvraag naar de bevoegde overheid uitdrukkelijk de datum waarop het dossier werd ontvangen, of de datum waarop de ontbrekende stukken werden ontvangen. Hij meldt tevens aan de aanvrager wie de bevoegde overheid is die het planologisch attest zal afleveren.

Als de gewestelijke planologische ambtenaar oordeelt dat de gemeente de bevoegde overheid is, en als de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, in verschillende gemeenten liggen, zijn de verschillende gemeenten afzonderlijk bevoegd voor het gedeelte dat op hun respectievelijke grondgebied is gelegen. De verdere afhandeling gebeurt onafhankelijk door de verschillende bevoegde overheden en resulteert in het afleveren van verschillende planologische attesten.

Als de gewestelijke planologische ambtenaar oordeelt dat de provincie de bevoegde overheid is, en als de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, in verschillende provincies liggen, is de Vlaamse regeringde bevoegde overheid.

Art. 5.§ 1. Bij het bepalen van de bevoegde overheid houdt de gewestelijke planologische ambtenaar onder meer rekening met de volgende elementen : 1° de planningscontext;2° de kenmerken van het bedrijf, zowel vanuit ruimtelijk, economisch, milieutechnisch en historisch oogpunt, als vanuit de mobiliteitsproblematiek;3° de ruimtelijke kenmerken van de omgeving, zowel de bestaande ruimtelijke structuur van de ruimere omgeving, als de ruimtelijke kenmerken van de onmiddellijke omgeving;4° de impact van de gevraagde uitbreiding op korte en lange termijn. § 2. De bevoegde overheid doet in de beslissing over de aanvraag tot planologisch attest een gemotiveerde uitspraak over het behoud van het bedrijf op de huidige locatie in de huidige schaal, de voorgestelde uitbreiding op korte termijn en de voorgestelde uitbreiding op lange termijn. Aan al die onderdelen kunnen gemotiveerde specifieke voorwaarden of beperkingen worden opgelegd. Indien zowel belangrijke delen van de bestaande toestand mogen worden behouden en tegelijk de voorgestelde uitbreiding op korte en lange termijn kan uitgevoerd worden zoals aangevraagd door het bedrijf, wordt een positief planologisch attest afgeleverd.

Indien belangrijke delen van de bestaande toestand niet kunnen behouden worden, of de voorgestelde uitbreiding op korte termijn, of de voorgestelde uitbreiding op lange termijn niet kan worden uitgevoerd zoals aangevraagd door het bedrijf, wordt een gedeeltelijk positief planologisch attest afgeleverd. Het gedeeltelijk positief planologisch attest wordt beschouwd als een specifieke vorm van een positief planologisch attest.

Er wordt een negatief planologisch attest afgeleverd indien het bedrijf niet op zijn huidige locatie behouden kan blijven, of indien de opgelegde voorwaarden dermate streng zijn dat het bedrijf enkel mag verder werken binnen de bestemmingen van het juridisch geldende plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan. HOOFDSTUK IV. - Adviezen en openbaar onderzoek

Art. 6.§ 1. De bevoegde overheid wint, binnen 20 dagen nadat ze het dossier ontvangt, het advies in van de adviserende instellingen en administraties, bedoeld in het besluit van 11 mei 2001 van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, en bedoeld in het besluit van 2 februari 1994 van de Vlaamse regering houdende de aanstelling van instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van bijzondere plannen van aanleg.

Aangezien de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening een specifieke functie heeft bij de behandeling van de bezwaren en adviezen, verleent ze advies na het openbaar onderzoek, zoals vermeld in artikel 145ter, § 1. Het advies van het bestuur Ruimtelijke Ordening, bedoeld in artikel 1, A1 en 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 2 februari 1994 wordt verleend door de planologische ambtenaar binnen de 120 dagen na de ontvangst van het dossier.

Indien de bevoegde overheid de gemeente is, wordt eveneens een advies gevraagd aan de bestendige deputatie van de provincie waarin de gemeente gelegen is. Indien de bevoegde overheid de provincie is, wordt eveneens een advies gevraagd aan het gemeentebestuur van de gemeente waarin de percelen in kwestie gelegen zijn. Indien de bevoegde overheid de Vlaamse regering is, wordt een advies gevraagd aan de bestendige deputatie van de provincie waarin de percelen in kwestie gelegen zijn, en aan het gemeentebestuur van de gemeente waarin de percelen in kwestie gelegen zijn. § 2. In de brieven waarmee het advies van de adviserende instellingen en administraties wordt ingewonnen, vermeldt de bevoegde overheid de volgende gegevens : 1° de mededeling dat het advies uitgebracht moet worden binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier;2° de mededeling dat als er geen advies binnen die termijn wordt uitgebracht, aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan;3° het adres van de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening, waaraan het advies gestuurd moet worden.

Art. 7.§ 1. De bevoegde overheid zorgt ervoor dat het openbaar onderzoek wordt opgestart binnen 20 dagen nadat ze het dossier ontvangt. Als de Vlaamse regering de bevoegde overheid is, wordt het openbaar onderzoek opgestart binnen de veertig dagen nadat de gewestelijke planologische ambtenaar de volledige aanvraag heeft ontvangen. § 2. Voor de aanvang van het openbaar onderzoek brengt de bevoegde overheid de gewestelijke planologische ambtenaar, de aanvrager van het planologisch attest, de eigenaars van de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft en alle eigenaars van de aanpalende percelen hiervan op de hoogte met een aangetekende brief of met een individueel bericht tegen ontvangstbewijs. Als de gemeente niet de bevoegde overheid is, dan brengt de bevoegde overheid ook de gemeente op de hoogte met een aangetekende brief of met een individueel bericht tegen ontvangstbewijs. Die brief bevat minstens een bekendmaking volgens een correct ingevuld formulier model XI, dat als bijlage XI bij dit besluit is gevoegd.

De aanvrager betaalt de kosten van de aangetekende zendingen. De aanvrager bezorgt de bevoegde overheid voor de aanvang van het openbaar onderzoek een bewijs van betaling.

Met het begrip eigenaar wordt bedoeld : de eigenaars volgens de meest recente door de diensten van het kadaster verstrekte informatie, tenzij de bevoegde overheid beschikt over recentere informatie.

Met het begrip aanpalend perceel wordt bedoeld : een gekadastreerd perceel dat op minstens één punt grenst aan de plaats van de aanvraag of een gekadastreerd perceel dat grenst aan een perceel dat paalt aan de plaats van de aanvraag en dat eigendom is van de aanvrager; § 3. Voor de aanvang van het openbaar onderzoek en tot vijf dagen na het sluiten van het openbaar onderzoek plakt de aanvrager de bekendmaking aan op een plaats waar de percelen in kwestie palen aan de openbare weg. Als de percelen aan verschillende openbare wegen palen, plakt hij de bekendmaking aan bij elk van die openbare wegen.

Als de percelen niet palen aan een openbare weg, plakt hij de bekendmaking aan bij de dichtstbijzijnde openbare weg.

Deze bekendmaking wordt met zwarte letters op geel papier gedrukt en is ten minste 35 vierkante decimeter groot. De aanvrager gebruikt een correct ingevuld formulier volgens model XI, dat als bijlage XI bij dit besluit is gevoegd.

De bekendmaking wordt aangebracht op een schutting, op een muur of op een aan een paal bevestigd bord, op de grens tussen het terrein of de toegang tot het terrein en de openbare weg en evenwijdig met de openbare weg, op ooghoogte en met de tekst gericht naar de openbare weg. De bekendmaking is tijdens de hele duur van de aanplakking goed zichtbaar en goed leesbaar. § 4. In elke gemeente waar het goed gelegen is, wordt de bekendmaking volgens een correct ingevuld formulier model XI, dat als bijlage XI bij dit besluit is gevoegd, gedurende het hele openbaar onderzoek aangeplakt door het gemeentebestuur op de gewone aanplakplaatsen en in ieder geval aan het gemeentehuis. § 5. De volledige aanvraag tot planologisch attest wordt tijdens het openbaar onderzoek ter inzage gelegd bij het gemeentebestuur. Als de gemeente niet de bevoegde overheid is, wordt de volledige aanvraag eveneens ter inzage gelegd bij de bevoegde overheid. Alle adressen waar de aanvraag ter inzage ligt, worden duidelijk op de bekendmaking vermeld. § 6. De gewestelijke planologische ambtenaar kan een kopie vragen van de ingediende bezwaarschriften en van de uitgebrachte adviezen aan de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening. De bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening bezorgt die zo snel mogelijk.

Art. 8.Als de Vlaamse regering de bevoegde overheid is, dan worden de taken, die krachtens artikel 6 en 7 aan de bevoegde overheid zijn toegewezen, gedelegeerd aan de gewestelijke planologische ambtenaar. HOOFDSTUK V. - Afleveren van een planologisch attest

Art. 9.§ 1. Het college van burgemeester en schepenen gebruikt voor de afgifte van een positief planologisch attest model II, dat als bijlage II bij dit besluit is gevoegd. §.2 Het college van burgemeester en schepenen gebruikt voor de afgifte van een gedeeltelijk positief planologisch attest model III, dat als bijlage III bij dit besluit is gevoegd. § 3. Het college van burgemeester en schepenen gebruikt voor de afgifte van een negatief planologisch attest model IV, dat als bijlage IV bij dit besluit is gevoegd. § 4. De bestendige deputatie gebruikt voor de afgifte van een positief planologisch attest model V, dat als bijlage V bij dit besluit is gevoegd. § 5. De bestendige deputatie gebruikt voor de afgifte van een gedeeltelijk positief planologisch attest model VI, dat als bijlage VI bij dit besluit is gevoegd. § 6. De bestendige deputatie gebruikt voor de afgifte van een negatief planologisch attest model VII, dat als bijlage VII bij dit besluit is gevoegd. § 7. De Vlaamse regering gebruikt voor de afgifte van een positief planologisch attest model VIII, dat als bijlage VIII bij dit besluit is gevoegd. § 8. De Vlaamse regering gebruikt voor de afgifte van een gedeeltelijk positief planologisch attest model IX, dat als bijlage IX bij dit besluit is gevoegd. § 9. De Vlaamse regering gebruikt voor de afgifte van een negatief planologisch attest model X, dat als bijlage X bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 10.Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 tot bepaling van de nadere regels voor de aanvraag en de afgifte van het planologisch attest, wordt opgeheven.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage II. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN . . . . . HET POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. DIT POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST WORDT AFGEGEVEN ONDER DE VOLGENDE VOORWAARDEN : . . . . .

Het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of het voorontwerp of ontwerp van bijzonder plan van aanleg wordt binnen een jaar na afgifte van het attest verstuurd naar de instanties in kwestie.

Het college van burgemeester en schepenen zendt op dezelfde dag een afschrift van dit positief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

De planologische ambtenaar kan, binnen 30 dagen na ontvangst van een afschrift van een attest, bij de Vlaamse regering beroep aantekenen tegen de afgifte van een positief planologisch attest door de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen.

Er kan alleen beroep worden aangetekend tegen het planologisch attest als het onverenigbaar is met een ruimtelijk structuurplan of met de goede ruimtelijke ordening.

Tegelijk met het instellen van het beroep stuurt de planologische ambtenaar een afschrift van zijn beroepschrift aan de aanvrager en aan de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen.

Het beroep werkt schorsend.

De Vlaamse regering beslist over het beroep binnen 60 dagen na het instellen ervan. Ze brengt de aanvrager en de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

Indien de Vlaamse regering geen beslissing verstuurd heeft binnen 60 dagen na het instellen van het beroep, wordt het beroep geacht te zijn verworpen.

Dit positief planologisch attest houdt niet in dat de aanvrager wordt vrijgesteld van het verkrijgen van welke vergunning ook.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

De secretaris De burgemeester, (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan.(2) Schrappen wat niet van toepassing is. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage III. Model III GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door..... . . . . . met als adres..... . . . . . van de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag werd bij de gewestelijke planologische ambtenaar ingediend op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres................... en met als kadastrale omschrijving : afdeling ..... . . . . . sectie ..... . . . . . nummer(s) . . . . .

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Voor het terrein gelden momenteel de volgende planologische voorschriften (1) . . . . .

Het college van burgemeester en schepenen heeft het advies ingewonnen van de onderstaande instellingen en administraties. De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN . . . . . HET GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. DIT GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST WORDT AFGEGEVEN ONDER DE VOLGENDE VOORWAARDEN : . . . . .

Het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of het voorontwerp of ontwerp van bijzonder plan van aanleg wordt binnen een jaar na afgifte van het attest verstuurd naar de instanties in kwestie.

Het college van burgemeester en schepenen zendt op dezelfde dag een afschrift van het positief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

De planologische ambtenaar kan, binnen 30 dagen na ontvangst van een afschrift van een attest, bij de Vlaamse regering beroep aantekenen tegen de afgifte van een positief planologisch attest door de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen.

Er kan alleen beroep worden aangetekend tegen het planologisch attest als het onverenigbaar is met een ruimtelijk structuurplan of met de goede ruimtelijke ordening.

Tegelijk met het instellen van het beroep stuurt de planologische ambtenaar een afschrift van zijn beroepschrift aan de aanvrager en aan de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen.

Het beroep werkt schorsend.

De Vlaamse regering beslist over het beroep binnen 60 dagen na het instellen ervan. Ze brengt de aanvrager en de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

Indien de Vlaamse regering geen beslissing verstuurd heeft binnen 60 dagen na het instellen van het beroep, wordt het beroep geacht te zijn verworpen.

Dit gedeeltelijk positief planologisch attest houdt niet in dat de aanvrager wordt vrijgesteld van het verkrijgen van welke vergunning ook.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

De secretaris, De burgemeester, (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan.(2) Schrappen wat niet van toepassing is Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest. Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage IV. Model IV. NEGATIEF PLANOLOGISCH ATTEST Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door.... . . . . . met als adres... . . . . . van de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag werd bij de gewestelijke planologische ambtenaar ingediend op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres ........................ en met als kadastrale omschrijving : afdeling..... . . . . . sectie.... . . . . . nummer(s). . . . . .

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Voor het terrein gelden momenteel de volgende planologische voorschriften (1) . . . . .

Het college van burgemeester en schepenen heeft het advies ingewonnen van de onderstaande instellingen en administraties.

De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN . . . . . EEN NEGATIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. Het college van burgemeester en schepenen zendt op dezelfde dag een afschrift van dit negatief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

De secretaris, De burgemeester, (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan.(2) Schrappen wat niet van toepassing is. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage V. Model V. POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST De bestendige deputatie heeft de aanvraag, ingediend door ........................., met als adres ........................., van de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag werd bij de gewestelijke planologische ambtenaar ingediend op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres..... . . . . . en met als kadastrale omschrijving : afdeling............ sectie..... . . . . . nummer(s) . . . . .

De bestendige deputatie heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Voor het terrein gelden momenteel de volgende planologische voorschriften (1) . . . . .

De bestendige deputatie heeft het advies ingewonnen van de onderstaande instellingen en administraties..

De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT DE BESTENDIGE DEPUTATIE IN DE ZITTING VAN . . . . .

HET POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. DIT POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST WORDT AFGEGEVEN ONDER DE VOLGENDE VOORWAARDEN : . . . . .

Het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt binnen een jaar na afgifte van het attest verstuurd naar de betrokken instanties De bestendige deputatie zendt op dezelfde dag een afschrift van het positief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

De planologische ambtenaar kan, binnen 30 dagen na ontvangst van een afschrift van een attest, bij de Vlaamse regering beroep aantekenen tegen de afgifte van een positief planologisch attest door de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen.

Er kan alleen beroep worden aangetekend tegen het planologisch attest als het onverenigbaar is met een ruimtelijk structuurplan of met de goede ruimtelijke ordening.

Tegelijk met het instellen van het beroep stuurt de planologische ambtenaar een afschrift van zijn beroepsschrift aan de aanvrager en aan de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen. Het beroep werkt schorsend.

De Vlaamse regering beslist over het beroep binnen 60 dagen na het instellen ervan. Ze brengt de aanvrager en de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

Indien de Vlaamse regering geen beslissing verstuurd heeft binnen 60 dagen na het instellen van het beroep, wordt het beroep geacht te zijn verworpen.

Dit positief planologisch attest houdt niet in dat de aanvrager vrijgesteld wordt van het verkrijgen van welke vergunning ook.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

De provinciegriffier, De gouverneur, (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van. 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage VI. Model VI. GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST De bestendige deputatie heeft de aanvraag, ingediend door .................., met als adres .................., van de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag werd bij de gewestelijke planologische ambtenaar ingediend op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres..... . . . . . en met als kadastrale omschrijving : afdeling................ sectie................nummer(s) . . . . . .

De bestendige deputatie heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Voor het terrein gelden momenteel de volgende planologische voorschriften (1) . . . . .

De bestendige deputatie heeft het advies ingewonnen van de onderstaande instellingen en administraties..

De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT DE BESTENDIGE DEPUTATIE IN DE ZITTING VAN . . . . .

HET GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. DIT GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST WORDT AFGEGEVEN ONDER DE VOLGENDE VOORWAARDEN : . . . . .

Het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt binnen een jaar na afgifte van het attest verstuurd naar de betrokken instanties De bestendige deputatie zendt op dezelfde dag een afschrift van het positief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

De planologische ambtenaar kan, binnen 30 dagen na ontvangst van een afschrift van een attest, bij de Vlaamse regering beroep aantekenen tegen de afgifte van een positief planologisch attest door de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen.

Er kan alleen beroep worden aangetekend tegen het planologisch attest als het onverenigbaar is met een ruimtelijk structuurplan of met de goede ruimtelijke ordening.

Tegelijk met het instellen van het beroep stuurt de planologische ambtenaar een afschrift van zijn beroepsschrift aan de aanvrager en aan de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen. Het beroep werkt schorsend.

De Vlaamse regering beslist over het beroep binnen 60 dagen na het instellen ervan. Ze brengt de aanvrager en de bestendige deputatie of het college van burgemeester en schepenen onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

Indien de Vlaamse regering geen beslissing verstuurd heeft binnen 60 dagen na het instellen van het beroep, wordt het beroep geacht te zijn verworpen.

Dit gedeeltelijk positief planologisch attest houdt niet in dat de aanvrager wordt vrijgesteld van het verkrijgen van welke vergunning ook.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

De provinciegriffier, De gouverneur, (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage VII. Model VII. NEGATIEF PLANOLOGISCH ATTEST De bestendige deputatie heeft de aanvraag, ingediend door .............................., met als adres ..........................., van de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag werd bij de gewestelijke planologische ambtenaar ingediend op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres..... . . . . . en met als kadastrale omschrijving : afdeling ................. sectie ................nummer(s) . . . . . .

De bestendige deputatie heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Voor het terrein gelden momenteel de volgende planologische voorschriften (1) . . . . .

De bestendige deputatie heeft het advies ingewonnen van de onderstaande instellingen en administraties..

De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT DE BESTENDIGE DEPUTATIE IN DE ZITTING VAN . . . . .

EEN NEGATIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. De bestendige deputatie zendt op dezelfde dag een afschrift van dit negatief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

De provinciegriffier, De gouverneur, (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage VIII. Model VIII. POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van .........................(2) heeft de aanvraag, ingediend door . . . . . ....., met als adres . . . . . ....., van de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag werd bij de gewestelijke planologische ambtenaar ingediend op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres ...............................en met als kadastrale omschrijving afdeling : .....................................sectie.....nummer(s) .......................................................................................................................

De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . .....(2) heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Voor het terrein gelden momenteel de volgende planologische voorschriften (1) . . . . . .

De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . (2) heeft het advies ingewonnen van de onderstaande instellingen en administraties.

De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VOOR . . . . . (2) HET POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. DIT POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST WORDT AFGEGEVEN ONDER DE VOLGENDE VOORWAARDEN : . . . . .

Het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt binnen een jaar na afgifte van het attest verstuurd naar de betrokken instanties.

De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . (2) zendt op dezelfde dag een afschrift van het positief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

Dit positief planologisch attest houdt niet in dat de aanvrager wordt vrijgesteld van het verkrijgen van welke vergunning ook.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen. (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan.(2) Schrappen wat niet van toepassing is. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage IX. Model IX .

GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . ......(2) heeft de aanvraag, ingediend door . . . . . .....met als adres ....................................... van de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag werd bij de gewestelijke planologische ambtenaar ingediend op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres . . . . . ............................. en met als kadastrale omschrijving : afdeling ..................sectie .................nummer(s) . . . . .

De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . .....(2) heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Voor het terrein gelden momenteel de volgende planologische voorschriften (1) . . . . .

De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . (2) heeft het advies ingewonnen van de onderstaande instellingen en administraties..

De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT DE Vlaamse Regering / De VLAAMSE MINISTER VOOR . . . . . (2) HET GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. DIT GEDEELTELIJK POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST WORDT AFGEGEVEN ONDER DE VOLGENDE VOORWAARDEN : . . . . .

Het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt binnen een jaar na afgifte van het attest verstuurd naar de betrokken instanties.

De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van ....... (2) zendt op dezelfde dag een afschrift van het positief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

Dit gedeeltelijk positief planologisch attest houdt niet in dat de aanvrager vrijgesteld wordt van het verkrijgen van welke vergunning ook.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen. (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan.(2) Schrappen wat niet van toepassing is. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004. tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage X. Model X .

NEGATIEF PLANOLOGISCH ATTEST De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . .....(2) heeft de aanvraag, ingediend door..... . . . . ., met als adres ............................, van de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag werd bij de gewestelijke planologische ambtenaar ingediend op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres ..................... en met als kadastrale omschrijving afdeling . . . . . ...... sectie . . . . . ..... nummer(s) . . . . .

De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . .....(2) heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Voor het terrein gelden momenteel de volgende planologische voorschriften (1) . . . . .

De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van . . . . . (2) heeft het advies ingewonnen van de onderstaande instellingen en administraties..

De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJGEVOLG LEVERT DE VLAAMSE REGERING / De VLAAMSE MINISTER VOOR . . . . . (2). EEN NEGATIEF PLANOLOGISCH ATTEST AF. De Vlaamse regering / De Vlaamse minister van ....... (2) zendt op dezelfde dag een afschrift van dit negatief planologisch attest aan de aanvrager, de planologische ambtenaar, de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening en de adviserende instellingen en administraties.

Privacywaarborg De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond gelegen is en bij de administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.

De bestanden zijn nodig voor de behandeling van uw dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistieken of wetenschappelijke doeleinden.

U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen. (1) Aanvullen met bestemmingen van gewestplan, algemeen en/of bijzonder plan van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen, als die bestaan.(2) Schrappen wat niet van toepassing is. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004. tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

Bijlage XI. Model XI. BEKENDMAKING AANVRAAG TOT PLANOLOGISCH ATTEST ....., met als adres .............., deelt mee dat hij op ........................ een aanvraag tot planologisch attest ingediend heeft bij de gewestelijke planologische ambtenaar.

De volledige aanvraag werd door de gewestelijke planologische ambtenaar ontvangen op . . . . .

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres ....................... en met als kadastrale omschrijving : afdeling ..................sectie .......................nummer(s) . . . . . .

Het openbaar onderzoek in het kader van deze aanvraag loopt van . . . . . tot . . . . .

Bezwaren of opmerkingen over de aanvraag moeten voor het einde van het openbaar onderzoek schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening (1), de gewestelijke planologische ambtenaar (1) op het volgende adres : . . . . . . . . . . . . . . .

Deze aanvraag kan worden ingekeken bij het gemeentebestuur en bij de eventuele bevoegde overheid op de volgende adressen : .................................... ....................................... ..................................... ....................................... ..................................... .......................................

Te . . . . ., op . . . . . ; (1) Schrappen wat niet van toepassing is.De gewestelijke planologische ambtenaar is enkel bevoegd als de gemeente vrijstelling heeft gekregen van het oprichten van een GECORO. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

^