Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 december 2018
gepubliceerd op 31 december 2018

Besluit van de Vlaamse Regering tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten

bron
vlaamse overheid
numac
2018015682
pub.
31/12/2018
prom.
07/12/2018
ELI
eli/besluit/2018/12/07/2018015682/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 DECEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten5 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 143;

Gelet op het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten4 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, artikel 52;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2003 pub. 28/04/2003 numac 2003022388 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 59ter van de programmawet van 2 januari 2001 wat de tegemoetkoming in de vakbondspremie betreft sluiten tot uitvoering van artikel 59ter van de programmawet van 2 januari 2001 wat de tegemoetkoming in de vakbondspremie betreft;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022989 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006202803 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de toekenning van een sociale premie voor gesyndikeerden type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 18/10/2006 numac 2006202801 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de verhoging van de eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen, in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juni 2005 type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 16/10/2006 numac 2006202918 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de eindejaarspremie in uitvoering van artikel 4 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten9 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten5 houdende de Vlaamse sociale bescherming;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting van, gegeven op 26 oktober 2018;

Gelet op advies 64.560/1 van de Raad van State, gegeven op 27 november 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten6 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid;2° centrum voor kortverblijf: een ouderenvoorziening als vermeld in artikel 30 en 32 van het Woonzorg decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten3, die erkend is door de Vlaamse Regering conform artikel 48 van het voormelde decreet;3° dagverzorgingscentrum: een ouderenvoorziening als vermeld in artikel 25 van het Woonzorg decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten3, die erkend is door de Vlaamse Regering conform artikel 48 van het voormelde decreet;decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten4: het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten4 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;5° multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve zorg: een begeleidingsequipes als vermeld in artikel 2, 11° van het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten4, die erkend zijn door de Vlaamse Regering conform artikel 96 van het voormelde decreet;6° openbare dienst: de plaatselijke of provinciale overheid waar de openbare voorziening van afhangt;7° psychiatrisch verzorgingstehuis: een psychiatrisch verzorgingstehuis als vermeld in artikel 2, 12° van het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten4, dat erkend is door de Vlaamse Regering conform artikel 56 van het voormelde decreet;8° revalidatievoorziening: een revalidatievoorziening als vermeld in artikel 2, 16° van het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten4, die erkend is door de Vlaamse Regering conform artikel 77 van het voormelde decreet;9° revalidatieziekenhuis: een revalidatieziekenhuis als vermeld in artikel 2, 17° van het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten4;10° RSZ: de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, vermeld in artikel 5, 5/1 en 5/2 van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;11° woonzorgcentrum: een ouderenvoorziening als vermeld in artikel 37 van het Woonzorg decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten3, dat erkend is door de Vlaamse Regering conform artikel 48 van het voormelde decreet. HOOFDSTUK 2. - Maatregelen voor de vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten

Art. 2.In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° voorziening: een van de volgende instellingen als zij vallen onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst of een protocol zoals voorzien in de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en in de uitvoeringsbesluiten bij deze wet, vermeld in artikel 3 van dit besluit: a) de revalidatievoorzieningen b) de woonzorgcentra;c) de dagverzorgingscentra, met uitzondering van de dagverzorgingscentra die erkend zijn voor zorg- en dienstverlening uitsluitend aan gebruikers aan wie gezinszorg of aanvullende thuiszorg wordt verleend, als vermeld in artikel 51 van bijlage IX van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten7 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers;d) de centra voor kortverblijf;e) de psychiatrische verzorgingstehuizen;f) de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve zorg;2° personeelsleden: a) het verpleegkundig personeel, met inbegrip van de ziekenhuisassistenten en de sociaal verpleegkundigen, en het zorgkundig personeel;b) de medewerkers patiëntenvervoer;c) de laboratoriumtechnologen;d) de opvoeders-begeleiders die in de zorgteams geïntegreerd zijn;e) de logistiek assistenten;f) de maatschappelijk assistenten en psychologisch assistenten die in de zorgteams werken of die in het therapeutisch programma geïntegreerd zijn;g) de werknemers vermeld in artikel 54bis en 54ter van het koninklijk besluit nr.78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen; h) de kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, audiologen en diëtisten;i) de psychologen, orthopedagogen en pedagogen, die in de zorgteams werken of die in het therapeutisch programma geïntegreerd zijn;3° gelijkgestelde dagen of uren: de niet-gepresteerde dagen of uren die gelijkgesteld worden als ze aanleiding geven tot de betaling van een vergoeding door de voorziening;4° niet-gelijkgestelde dagen of uren: de niet-gepresteerde dagen of uren die niet gelijkgesteld worden met arbeidsdagen of uren, als ze geen aanleiding geven tot de betaling van een vergoeding door de voorziening.Daarin moeten ook de dagen worden opgenomen van het personeelslid met disponibiliteit door ziekte.

De omschrijving van de kwalificaties, vermeld in het eerste lid, 2° verwijst naar de reëel uitgeoefende functie volgens de bepalingen van het contract of, in de overheidssector, de functiebeschrijving of aanstellingsbeslissing.

Bij een exploitatietransfer vanuit een openbare dienst, wordt het gedetacheerde statutaire personeel dat op het moment van de overdracht van de exploitatie opgenomen is in een lijst, gelijkgesteld aan eigen loontrekkend of statutair personeel, als de volgende gegevens aan het agentschap worden bezorgd: 1° de exhaustieve lijst met namen van de statutaire personeelsleden in kwestie, hun kwalificatie en hun wekelijkse arbeidsduur, waarbij een kopie van de beslissing van hun aanstelling is gevoegd.Die lijst moet worden ondertekend door de openbare dienst én door de verantwoordelijke van de voorziening en aan het agentschap worden bezorgd binnen een maand na de exploitatietransfer. Aan die lijst kunnen nadien geen personen worden toegevoegd. De wekelijkse arbeidsduur van de personen kan wel worden verhoogd en hun kwalificatie kan worden aangepast. De voormelde wijzigingen hebben voor de berekening van de tegemoetkoming pas uitwerking op de dag van de wijziging; 2° als het agentschap erom vraagt, alle andere bijkomende informatie over de exploitatietransfer en de rol van de openbare dienst.

Art. 3.§ 1. Elke voorziening heeft recht op een jaarlijkse financiële tegemoetkoming ter vergoeding van de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, zoals dit is voorzien in het akkoord voor de gezondheidssector van 26 april 2005, afgesloten tussen de federale regering en de representatieve organisaties van de private non-profit sector, of in het protocol nr. 148/2 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten van 29 juni, 5 juli en 18 juli 2005, als die voorziening onder de toepassing valt van een collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten in het bevoegde paritair comité, of in een protocol zoals voorzien in de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en in de uitvoeringsbesluiten bij deze wet. De financiële tegemoetkoming dekt alleen de voordelen, vermeld in paragraaf 2 tot en met 6, en is alleen mogelijk als in de collectieve arbeidsovereenkomst of het protocol zoals voorzien in de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en in de uitvoeringsbesluiten bij deze wet, de voordelen, vermeld in paragraaf 2 tot en met 6, zijn bepaald en de personeelsleden in kwestie die voordelen daadwerkelijk krijgen. § 2. De voltijdse personeelsleden die de leeftijd van 45, 50 of 55 jaar hebben bereikt, hebben recht op vrijstelling van arbeidsprestaties van ofwel 2, 4 of 6 uur per week ofwel 96, 192 of 288 betaalde uren per jaar. Die vrijstelling treedt in werking op de eerste dag van de maand waarin de voormelde leeftijden zijn bereikt.

Op een tussenliggende leeftijd gaat de vrijstelling in de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de werknemer aan alle voorwaarden heeft voldaan.

De verpleegkundigen kunnen ook kiezen voor het behoud van de prestaties die gepaard gaat met een premie van 5,26 %, 10,52 % of 15,78 %, berekend op hun voltijdse loon. In geval van een combinatie van opties vanaf de leeftijd van 50 jaar, wordt de tegemoetkoming toegekend op basis van een uitsplitsing in volledige schijven van twee uur.

De personeelsleden, vermeld in punt 4 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000 en punt 3 van het protocol nr. 20/03 van het federaal comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten van 22 juni 2000, die voor de premie, vermeld in het tweede lid, hebben gekozen, behouden het recht op die premie; § 3. Het personeelslid dat deeltijds werkt, heeft recht op een aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties, of eventueel een equivalente premie die gelijk is aan de proportionele toepassing van de vrijstelling van arbeidsprestaties of van de premie.

Aan deeltijdse werknemers in de private sector wordt voorgesteld om de wekelijkse arbeidsduur die ingeschreven is in hun arbeidsovereenkomst, automatisch te verhogen binnen de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 betreffende sommige bepalingen van het arbeidsrecht over deeltijdse arbeid. Zij krijgen eventueel een vrijstelling van prestaties op basis van hun nieuwe contract.

Voor de werknemers van de publieke sector die deeltijds werken en voor wie de maatregelen van eindeloopbaan gelden, is de voorziening ertoe gehouden hen voor te stellen dat de wekelijkse arbeidsduur die ingeschreven is in hun arbeidsovereenkomst, verhoogd wordt naar rato van het aantal uren van vrijstelling van prestaties dat bepaald is voor de leeftijdscategorie waartoe ze behoren. Dat voorstel wordt hen door de voorziening voorgesteld drie maanden vóór de datum waarop ze recht hebben op het stelsel van de eindeloopbaan of waarop ze toegang krijgen tot een hoger recht in dat kader. De werknemer is ertoe gehouden uiterlijk één maand vóór hij recht heeft op het stelsel of op zijn hogere recht in het kader van de eindeloopbaanregeling, aan de voorziening mee te delen of hij akkoord gaat met die verhoging of die verhoging weigert. In dat laatste geval krijgt de werknemer een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur van zijn arbeidsprestaties die bepaald is voor de leeftijdscategorie waartoe hij behoort, naar rato van zijn wekelijkse arbeidsduur ten opzichte van een voltijdse werknemer. § 4. Voltijdse werknemers worden gelijkgesteld met personeelsleden, als ze gedurende een referentieperiode van 24 maanden die voorafgaat aan de maand waarin ze de leeftijd van 45, 50 of 55 jaar bereiken, minstens 200 uur bij dezelfde voorziening hebben gewerkt in een of meer functies waarvoor ze het supplement voor onregelmatige prestaties, namelijk prestaties op zondag, zaterdag, feestdag, tijdens nachtdienst of onderbroken dienst of tijdens de avond, of om het even welke vergoeding hebben ontvangen in het kader van een collectieve arbeidsovereenkomst of van een of in een protocol zoals voorzien in de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en in de uitvoeringsbesluiten bij deze wet, of compensatierust hebben gekregen ten gevolge van die prestaties. De periodes van verantwoorde afwezigheid worden in aanmerking genomen op basis van het gemiddelde van de rest van de referentieperiode. De vrijstelling van arbeidsprestaties gaat automatisch in de eerste van de maand waarin de werknemer 45, 50 of 55 jaar wordt.

In het eerste lid wordt verstaan onder periodes van verantwoorde afwezigheid: de periodes van afwezigheid in de periode van tewerkstelling van de werknemer, met een maximale duur van twaalf maanden, die aanleiding hebben gegeven tot het betalen van een vergoeding door de voorziening of van een vervangingsinkomen in het kader van een stelsel van sociale zekerheid, zoals arbeidsongeschiktheid door een ziekte of ongeval, zwangerschapsverlof, ouderschapverlof, adoptieverlof, preventief verlof, verwijdering als maatregel ter bescherming van de zwangerschap, arbeidsongeval of beroepsziekte.

De werknemer die niet meer aan de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, voldoet, behoudt de verkregen vrijstelling van prestaties, maar komt niet in aanmerking voor een bijkomende vrijstelling van arbeidsprestaties als hij in een volgende leeftijdsklasse terechtkomt.

De werknemers, die gelijkgesteld worden op basis van punt 4 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000 en punt 3 van het protocol nr. 20/03 van het federaal comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten van 22 juni 2000, en de werknemers die van functie wisselen, behouden hun verworven rechten.

De werknemer die op het ogenblik dat hij 45, 50 of 55 jaar wordt, geen 200 uur onregelmatige prestaties heeft verricht bij dezelfde voorziening of die deze voorwaarde niet meer vervult, treedt toe tot het statuut van gelijkgesteld personeelslid en heeft bijgevolg recht op de vrijstelling van arbeidsprestaties op het ogenblik dat die 200 uur verricht is in de loop van een periode van maximaal 24 opeenvolgende maanden. De vrijstelling van arbeidsprestaties gaat dan in op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de werknemer die voorwaarde heeft vervuld.

Voor de deeltijdse werknemers worden de uren van onregelmatige prestaties berekend naar rato van de contractuele of statutaire arbeidsduur op het ogenblik dat het recht op de vrijstelling van arbeidsprestaties wordt geopend. In afwijking van het eerste tot en met het vijfde lid, kan ook een werknemer die 200 uur onregelmatige prestaties heeft uitgevoerd bij verschillende voorzieningen, die allemaal geregistreerd zijn op hetzelfde sociale zekerheidsnummer, het statuut van lid van het gelijkgestelde personeel verwerven. De werknemer die van voorziening verandert nadat hij het statuut van lid van het gelijkgestelde personeel heeft verworven, behoudt ook dat statuut als zijn nieuwe voorziening geregistreerd is op hetzelfde sociale zekerheidsnummer als de voorgaande. § 5. De werknemers die van prestaties worden vrijgesteld, worden altijd beschouwd als werknemers die hun contractuele of statutaire arbeidsduur bewaren. § 6. De optie vrijstelling van prestaties is altijd definitief. Het behoud van de prestaties die gekoppeld zijn aan een premie, kan daarentegen op elk ogenblik worden omgezet in een vrijstelling van arbeidsprestaties.

Art. 4.In geval van vrijstelling van arbeidsprestaties is de financiële tegemoetkoming alleen mogelijk als die vrijstelling wordt gecompenseerd met een nieuwe aanwerving of een verhoging van het aantal arbeidsuren van een personeelslid.

De volgende werknemers geven geen recht op een tegemoetkoming voor vervangende tewerkstelling: 1° de voltijdse personeelsleden die in aanmerking komen voor de voordelen, vermeld in artikel 3 van dit besluit;2° de personeelsleden die onder de toepassing vallen van de "sociale of fiscale maribel" met toepassing van het koninklijk besluit van 18 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/07/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002022549 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;3° de gesubsidieerde contractuelen, tewerkgesteld met toepassing van BVR 18 december 2015 tot regularisatie en uitdoving van arbeidsplaatsen van gesco's die zijn tewerkgesteld met een overeenkomst als vermeld in artikel 1 12°, 14°, 15° en 36° Besluit Vlaamse Regering 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen en artikel 1, 13° Besluit Vlaamse Regering 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het KB nr.474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen; 4° de personeelsleden die tewerkgesteld zijn met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten8 tot uitvoering van het decreet van 4 maart 2016 houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid;5° de personeelsleden die aangeworven zijn met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, en die niet onderworpen zijn aan de gewone socialezekerheidsbijdragen met toepassing van artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;6° de personeelsleden die tewerkgesteld zijn met toepassing van het koninklijk besluit van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003012302 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen sluiten tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen;7° de personeelsleden die tewerkgesteld zijn met toepassing van het koninklijk besluit van 19 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2001 pub. 12/01/2002 numac 2001013227 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden sluiten tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden;8° de personeelsleden die tewerkgesteld zijn met toepassing van het besluit van 19 december 2002 van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten2 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en van andere wetsbepalingen;9° de vervangers van de werknemers van minstens vijftig jaar, die niet van de maatregelen van vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan genieten, maar die een bijkomend verlof genieten zoals dit is voorzien in het akkoord voor de gezondheidssector van 26 april 2005, afgesloten tussen de federale regering en de representatieve organisaties van de private non-profit sector, of in het protocol nr. 148/2 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten van 29 juni, 5 juli en 18 juli 2005; 10° de personeelsleden die andere personeelsleden vervangen die een opleiding tot verpleegkundige volgen, met toepassing van alle collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende het vormingsproject tot verpleegkundigen;11° de personeelsleden die andere personeelsleden vervangen die een opleiding tot verpleegkundige volgen, met toepassing van de raamakkoorden over het opleidingsproject tot verpleegkundige in de federale gezondheidssector;12° de personeelsleden die gefinancierd worden in het kader van het koninklijk besluit van 2 juli 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten1 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van alternatieve en ondersteunende zorg voor kwetsbare ouderen;13° de personeelsleden die gefinancierd worden in het kader van de overeenkomsten gesloten met toepassing van artikel 22 van de gecoördineerde ziekteverzekeringswet;14° de personeelsleden die gefinancierd worden in het kader van het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten0 houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in socialprofitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;15° het animatiepersoneel dat gefinancierd wordt op basis van de bepalingen van boek 3, deel 2, titel 3, hoofdstuk 1, afdeling 1, onderafdeling 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten9 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten5 houdende de Vlaamse sociale bescherming;16° de referentiepersoon voor dementie die in deel E 3 wordt gefinancierd op basis van de bepalingen van boek 3, deel 2, titel 3, hoofdstuk 1, afdeling 1, onderafdeling 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten9 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten5 houdende de Vlaamse sociale bescherming;17° het zorgpersoneel boven norm en het ondersteunend personeel die gefinancierd worden op basis van de beaplingen van artikel 663/1 tot en met artikel 663/11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten9 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten5 houdende de Vlaamse sociale bescherming;18° de personeelsleden in de centra voor dagverzorging die gefinancierd worden op basis van de bepalingen van boek 3, deel 1, titel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten9 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten5 houdende de Vlaamse sociale bescherming;19° de personeelsleden die gefinancierd worden in het kader van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;20° de personeelsleden die werken onder het statuut van een leercontract of een overeenkomst inzake inschakeling in het maatschappelijk en beroepsleven, vermeld in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 juli 1998 betreffende de overeenkomst inzake inschakeling in het maatschappelijk en beroepsleven van de centra voor alternerende opleiding en onderwijs;21° het aandeel vte waarin de prestaties van de loontrekkende kinesitherapeut via de nomenclatuur worden gefactureerd.

Art. 5.§ 1. De voorzieningen delen aan het agentschap de volgende gegevens per trimester mee: 1° de volgende gegevens over de voorziening: a) het statuut;b) het sociale zekerheidsnummer;c) de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur voor voltijdse prestaties;2° de volgende gegevens per personeelslid in een bepaalde functie.Het betreft de personeelsleden die in het jaar waarvoor de tegemoetkoming wordt bepaald, minstens 44 jaar zijn geworden: a) de voor- en achternaam;b) het inschrijvingsnummer in het Rijksregister;c) het aantal te presteren uren per week, zoals blijkt uit de arbeidsovereenkomst of de individuele benoemingsakte, in de functie die het voordeel van de maatregel, vermeld in artikel 3 van dit besluit, verantwoordt met begin- en einddatum waarop dat aantal uren van toepassing is;d) als het gaat om een nieuw personeelslid of als een einde is gesteld aan de tewerkstelling: de begin- of einddatum;e) het aantal gepresteerde en gelijkgestelde dagen en voor de periode van deeltijdse tewerkstelling het aantal gepresteerde en gelijkgestelde uren;f) de optie voor vrijstelling van arbeidsprestaties of het behoud van de arbeidsduur met het recht op een premie als tegenwaarde en de periode waarvoor die optie van toepassing is;g) de beroepskwalificatie en de geldelijke anciënniteit;h) voor de gelijkgestelde personeelsleden: de gegevens waaruit blijkt dat die personeelsleden voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 4, van dit besluit;i) het aantal niet-gelijkgestelde dagen of uren;3° de volgende gegevens over de compensatie van vrijstelling van arbeidsprestaties waaruit blijkt dat de vrijstelling van arbeidsprestaties gecompenseerd is door een nieuwe aanwerving of door een verhoging van de wekelijkse arbeidsduur van een andere werknemer: a) de voornaam, de achternaam en de beroepskwalificatie van de werknemer;b) het inschrijvingsnummer van de werknemer in het Rijksregister;c) het aantal uren van de nieuwe of bijkomende tewerkstelling en de aanvangsdatum en eventueel de einddatum ervan;d) als het agentschap erom verzoekt, een afschrift van de arbeidsovereenkomst of een afschrift van de benoemingsakte van de inrichtende macht als het om een openbare dienst gaat.Uit dat afschrift moet blijken dat de nieuwe of bijkomende tewerkstelling, vermeld in punt c), het gevolg is van de compensatie van de vrijstelling van arbeidsprestaties; e) als het agentschap erom verzoekt, een kopie van de RSZ-aangifte waarin het personeelsbestand is opgenomen;f) als het agentschap erom verzoekt, het bewijs dat de voordelen, vermeld in artikel 3 van dit besluit, worden toegepast. § 2. Elke voorziening moet elk trimester de gegevens, vermeld in paragraaf 1, via de elektronische vragenlijst die het agentschap ter beschikking stelt, invullen of bijwerken, uiterlijk op het einde van het trimester dat volgt op het trimester waarop de gegevens betrekking hebben.

De voorziening is verplicht om de voorlopige tegemoetkomingen, vermeld in artikel 8, die eventueel te veel betaald zijn, terug te storten aan het agentschap als blijkt dat ze op geen andere wijze gerecupereerd kunne worden.

Op 30 september nadat de referentieperiode is afgelopen, gaat het agentschap na of voor alle trimesters de elektronische vragenlijst is bezorgd. Als de gegevens, vermeld in paragraaf 1, op 16 oktober nog altijd niet zijn bezorgd, kan het agentschap de terugbetaling eisen van de voorlopige tegemoetkomingen, vermeld in artikel 8.

Art. 6.§ 1. De tegemoetkoming, vermeld in artikel 3, wordt door het agentschap berekend aan de hand de gegevens, vermeld in artikel 5, voor elke periode, vermeld in artikel 8, § 1. § 2. De tegemoetkoming per personeelslid dat heeft gekozen voor het behoud van de arbeidsduur (Tp1) wordt vastgesteld met de volgende formule: Tp1 = Y1 * vte-premie, waarbij: 1° Y1 = de gemiddelde jaarlijkse loonkosten tijdens de referentieperiode, gedekt door het contract van de werknemer in functie van zijn categorie, berekend op basis van de bedragen, vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd;2° vte-premie = de som van de vte-premie van elk trimester van de referentieperiode.De vte-premie per trimester wordt berekend met de volgende formule:((X - (38 - T))/38 * A)/4, waarbij: a) X = het trimestriële gemiddelde van het aantal uren per week dat overeenstemt met de premie die toegekend is aan een voltijds personeelslid in de leeftijdscategorie waartoe hij behoort;b) T = de wekelijkse arbeidsduur voltijdse prestaties van de voorziening;c) A = het jaarlijkse voltijds equivalent (vte) dat beperkt is tot 1, verricht in de functie die het voordeel van de maatregel, vermeld in artikel 3 van dit besluit, verantwoordt.Dat vte wordt op de volgende wijze berekend: 1) voor de periode van voltijdse tewerkstelling: het vte per trimester tx = ((P/(P+NP)) x (d1/d2)), waarbij: a) P = het aantal gepresteerde en het aantal gelijkgestelde dagen in trimester tx;b) NP = het aantal niet gelijkgestelde dagen in trimester tx;c) d1 = het aantal dagen van voltijdse tewerkstelling;d) d2 = het aantal dagen in het trimester;2) het voltijds equivalent voor deeltijds werkende personeelsleden:het vte per trimester tx = (P/H), waarbij: a) P = het aantal gepresteerde en- geassimileerde uren tijdens het trimester, met uitsluiting van het aantal uren van voltijdse tewerkstelling, vermeld in punt 1);b) H = het aantal dagen van maandag tot vrijdag, gedurende het trimester, vermenigvuldigd met 7,6 uur per dag. Als de vte-premie per trimester kleiner dan nul is, wordt ze herleid naar nul. § 3. De tegemoetkoming voor een werknemer die de uren van vrijstelling van een personeelslid dat gekozen heeft voor de vrijstelling van de arbeidsprestaties (Tp2), compenseert, wordt vastgesteld conform het tweede tot en met het zesde lid.

De vte-vervanging die gefinancierd moet worden in de vermelde periode, wordt op de volgende wijze berekend: het agentschap berekent de hoeveelheid aan vte-arbeidsduurvermindering die effectief worden toegekend in de referentieperiode aan de personeelsleden die in aanmerking komen voor de maatregel ('Sigma'1) en de hoeveelheid aan vte van de uren die besteed worden aan hun vervanging ('Sigma'2), waarbij 'Sigma'1 en 'Sigma'2 op de volgende wijze worden berekend: 1° 'Sigma'1: som voor alle personeelsleden die gekozen hebben voor arbeidsduurvermindering, van de vte-arbeidsduurvermindering, die op de volgende wijze wordt berekend per werknemer: U1/T * (V - (38 - T))/38 * C/365, waarbij: a) U1 = aantal uren/week van het contract van het personeelslid;b) T = wekelijkse arbeidsduur voltijdse prestaties van de voorziening;c) V = aantal uren vrijstelling per week waarvan het personeelslid geniet;d) C = aantal dagen in de periode in kwestie, gedekt door het contract van het personeelslid. Als de vte- arbeidsduurvermindering per werknemer kleiner dan nul is, wordt ze herleid naar nul; 2° 'Sigma'2: som, van de vte-vervanging, berekend per contract van de werknemer, voor alle personeelsleden die de uren arbeidsduurvermindering compenseren Het vte-VERV per contract van de werknemer stemt overeen met de som van het vte-vervanging van elk trimester van de vermelde referentieperiode.Het vte-VERV per trimester wordt berekend met de volgende formule: (Z/U2 * A)/4, waarbij: 1° Z = het aantal uren per week voor de vervanging van een of meer personeelsleden die het voordeel van de maatregel krijgen;2° U2 = het aantal uren per week van het contract van de vervanger 3° A = het jaarlijkse voltijds equivalent (vte) berekend volgens de formule, vermeld in paragraaf 2, 2°. Als met toepassing van het tweede en het derde lid 'Sigma'2 < 'Sigma'1, wordt de tegemoetkoming begrensd tot 'Sigma'2. Als met toepassing van het tweede en het derde lid 'Sigma'2 > 'Sigma'1, wordt de tegemoetkoming begrensd tot 'Sigma'1. In dat geval worden de vervangers in chronologische volgorde van hun aanwerving of van de wijziging van hun arbeidsovereenkomst in aanmerking genomen.

Het agentschap past voor de berekening van de tegemoetkoming per vervangingscontract voor elk vervangingscontract de volgende formule toe: Tp2 = Y2 * vte-VERV, waarbij Y2 gelijk is aan de gemiddelde jaarlijkse loonkosten tijdens de referentieperiode, gedekt door het contract van de werknemer in functie van zijn categorie, berekend op basis van de bedragen, vermeld in de bijlage die bij dit besluit is toegevoegd.

Als met toepassing van het vifde lid 'Sigma'2 > 'Sigma'1, wordt het te financieren vte-vervanging in chronologische volgorde in rekening gebracht, totdat 'Sigma'1 bereikt is.

Art. 7.In afwijking van artikel 6, § 2, wordt de tegemoetkoming begrensd tot 13 uur per week als een revalidatievoorziening een nieuwe werknemer heeft aangeworven om de uren van vrijstelling van arbeidsprestaties, die effectief zijn toegekend aan haar personeelsleden en waarvan de som minder dan 13 uur per week bedraagt, te compenseren.

Art. 8.§ 1. De bedragen van de voorlopige tegemoetkomingen per personeelslid, hierna voorschotten te noemen, en de bedragen van de definitieve tegemoetkomingen per personeelslid, worden door het agentschap meegedeeld aan de voorziening en worden gestort op de financiële rekening die de voorziening doorgeeft aan het agentschap.

Voor de voorzieningen die de voorwaarden, vermeld in artikel 5, § 2, naleven, worden de voorschotten en de definitieve tegemoetkomingen op de volgende wijze geregeld: 1° het voorschot van 31 januari, 30 april, 31 juli en 31 oktober van het jaar J is gelijk aan: 1/4 x (bedrag van de definitieve tegemoetkoming voor het derde en vierde trimester van het jaar J-2 en het eerste en tweede trimester van het jaar J-1 x 1,02).De voorschotten van 31 januari en 30 april worden samen met het verschil, vermeld in paragraaf 2, betaald in januari. De voorschotten van 31 juli en 31 oktober worden samen met het eventueel resterende verschil, vermeld in paragraaf 2, betaald in juli; 2° vervolgens wordt het verschil tussen de tegemoetkomingen voor de laatste twee trimesters van het jaar J en de eerste twee trimesters van het jaar J + 1, en de voorschotten voor diezelfde trimesters, verrekend bij de betaling van het voorschot van 31 januari van het jaar J + 2. § 2. Als een voorziening te veel voorschotten heeft ontvangen, en als de terugvordering via de volgende vier voorschotten niet mogelijk is, wordt het saldo door de voorziening teruggestort aan het agentschap vóór het einde van de maand die volgt op de maand waarin het agentschap het terug te vorderen bedrag aan de voorziening heeft meegedeeld. Dat bedrag kan eventueel worden teruggevorderd via een compensatie op de bedragen die het agentschap in de loop van datzelfde jaar verschuldigd is aan de voorziening met toepassing van hoofdstuk 3. § 3. Als de voorziening de gegevens, vermeld in artikel 5, heeft meegedeeld, kan de voorziening die gegevens nog wijzigen tot dertig dagen na de dag waarop de voorziening van het agentschap de berekening heeft ontvangen. Het agentschap bezorgt de berekening aan de voorziening tussen 16 oktober en 31 oktober.

In afwijking van het eerste lid, zijn aanvullende gegevens of correcties van gegevens die eerder zijn meegedeeld over de periode van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2018 nog ontvankelijk tot 10 januari 2019.

Art. 9.Het agentschap staat in voor de coördinatie van de controle op de juistheid van de gegevens die de voorzieningen meedelen.

Art. 10.Tegen de beslissingen, vermeld in artikel 8, § 1, tweede lid, 1°, is er geen administratief beroep mogelijk.

In geval van een gerechtelijk geschil over de beslissingen, vermeld in artikel 8, stort het agentschap, in afwachting van een uitspraak door de rechtbank, het bedrag van de tegemoetkomingen op basis van de berekeningen van het agentschap. HOOFDSTUK 3. - Tegemoetkoming in de vakbondspremie in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten

Art. 11.In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° voorzieningen: a) de woonzorgcentra;b) de centra voor kortverblijf;c) de revalidatieziekenhuizen;2° vakbondspremiebijdrage: de bijdrage, vermeld in artikel 4, 2°, van de wet van 1 september 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/09/1980 pub. 05/10/2012 numac 2012000585 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie sluiten betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector;3° referentiejaar: het kalenderjaar voorafgaat aan het jaar waarin het recht op de uitbetaling van de vakbondspremie ontstaat.

Art. 12.Elk jaar stort het agentschap een tegemoetkoming in de kosten voor de vakbondspremiebijdrage aan de RSZ. Die tegemoetkoming moet worden aangewend bij de inning van de vakbondspremiebijdragen die verschuldigd zijn voor de werknemers die werken in de voorzieningendie tot de provinciale en lokale besturen behoren.

Elk jaar stort het agentschap een tegemoetkoming in de kosten voor vakbondspremies aan het Syndicaal Fonds Non-Profit dat bestaat uit de representatieve werknemersorganisaties en dat de juridische vorm heeft van een vzw. Die tegemoetkoming wordt aangewend om een vakbondspremie uit te keren.

Art. 13.De tegemoetkoming, vermeld in artikel 12, eerste lid, bedraagt 562.316,74 euro.

De tegemoetkoming, vermeld in artikel 12, tweede lid, bedraagt 1.039.066,10 euro.

De bedragen, vermeld in het eerste en tweede lid, zijn de bedragen die gelden op 1 juni 2017, tegen spilindexcijfer 103,04, waarbij basis 2013 = 100.

Art. 14.De vzw Syndicaal Fonds Non-Profit, met KBO-nummer 0480.161.084, stuurt het agentschap jaarlijks zijn begroting die in de algemene vergadering is goedgekeurd, de jaarrekening, de toelichting bij de balans en de resultatenrekening met een duidelijke opsplitsing van de gedane uitgaven en het rapport van de bedrijfsrevisor.

De documenten, vermeld in het eerste lid, moeten bezorgd zijn voor het agentschap het bedrag, vermeld in artikel 13, tweede lid, aan de vzw Syndicaal Fonds Non-Profit kan storten.

Het bedrag, vermeld in artikel 13, tweede lid, wordt gestort op voorwaarde dat uit de laatste balans die door de algemene vergadering van de vzw Syndicaal Fonds Non-Profit is goedgekeurd, blijkt dat het eigen vermogen groter dan 1 euro (een euro) is en dat de schulden maximaal 3.500.000 euro (drie miljoen vijfhonderdduizend euro) bedragen. Als uit diezelfde balans blijkt dat het eigen vermogen groter dan 7.000.000 euro (zeven miljoen euro) is, wordt het bedrag van de tegemoetkoming verminderd met het bedrag van het verschil tussen het eigen vermogen en die 7.000.000 euro (zeven miljoen euro).

Art. 15.Het agentschap stort de tegemoetkoming, vermeld in artikel 13, eerste lid, uiterlijk op 31 januari van het jaar na het referentiejaar daan de RSZ, met vermelding van het referentiejaar.

Het agentschap stort de tegemoetkoming, vermeld in artikel 13, tweede lid, uiterlijk op 31 januari van het jaar na het referentiejaar aan de vzw Syndicaal Fonds Non-Profit, met vermelding van het referentiejaar.

Art. 16.Voor de voorzieningen die behoren tot de provinciale en lokale besturen, aangesloten bij de RSZ, wordt de vakbondspremiebijdrage voor een deel gedekt door de tegemoetkoming, vermeld in artikel 13, eerste lid. Het agentschap berekent die tegemoetkoming, per aangeslotene, met de volgende formule: OA = (T/PB) * PA, waarbij: 1° OA = de omslag van de tegemoetkoming voor aangeslotene A; 2° T = de tegemoetkoming, vermeld in artikel 13, eerste lid;. 3° PB = het totale aantal erkende woongelegenheden in de woonzorgcentra die behoren tot de provinciale en lokale besturen en die aangesloten zijn bij de RSZ, op 30 juni van het referentiejaar;4° PA =het aantal woongelegenheden in de woonzorgcentra die behoren tot de provinciale en lokale besturen en die aangesloten zijn bij de RSZ, op 30 juni van het referentiejaar. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen

Art. 17.In artikel 475, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten9 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten5 houdende de Vlaamse sociale bescherming worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 2°, b), wordt de zinsnede "artikel 4, § 1, 3° van het koninklijk besluit van 15 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022989 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006202803 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de toekenning van een sociale premie voor gesyndikeerden type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 18/10/2006 numac 2006202801 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de verhoging van de eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen, in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juni 2005 type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 16/10/2006 numac 2006202918 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de eindejaarspremie in uitvoering van artikel 4 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen" vervangen door de zinsnede "artikel 5, § 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten";2° in het tweede lid wordt de zinsnede "het koninklijk besluit van 15 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022989 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006202803 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de toekenning van een sociale premie voor gesyndikeerden type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 18/10/2006 numac 2006202801 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de verhoging van de eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen, in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juni 2005 type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 16/10/2006 numac 2006202918 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de eindejaarspremie in uitvoering van artikel 4 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen" vervangen door de zinsnede "hoofdstuk 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten". HOOFDSTUK 5. - Indexering

Art. 18.De bedragen vermeld in dit besluit, met uitzondering van de bedragen vermeld in artikel 14, derde lid, van dit besluit, en in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, worden geïndexeerd conform artikel 4 en artikel 6 van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, waarbij de verhoging of de vermindering wordt toegepast vanaf de eerste maand die volgt op de maand waarvan het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt.

De koppeling aan het indexcijfer, vermeld in het eerste lid, wordt berekend en toegepast conform artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.

De bedragen vermeld in dit besluit en in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd zijn de bedragen die gelden op 1 juni 2017, tegen spilindexcijfer 103,04, waarbij basis 2013 = 100. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 19.De volgende regelingen worden opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 15 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022989 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006202803 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de toekenning van een sociale premie voor gesyndikeerden type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 18/10/2006 numac 2006202801 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de verhoging van de eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen, in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juni 2005 type koninklijk besluit prom. 15/09/2006 pub. 16/10/2006 numac 2006202918 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de eindejaarspremie in uitvoering van artikel 4 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft;2° het koninklijk besluit van 26 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2003 pub. 28/04/2003 numac 2003022388 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 59ter van de programmawet van 2 januari 2001 wat de tegemoetkoming in de vakbondspremie betreft sluiten tot uitvoering van artikel 59ter van de programmawet van 2 januari 2001 wat de tegemoetkoming in de vakbondspremie betreft, met uitzondering van artikel 5, laatste lid.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019, met uitzondering van artikel 4, tweede lid, 4° tot en met 21°, die in werking treden op 1 juli 2019.

Art. 21.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 december 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Bijlage. Bedrag van de jaarlijkse loonkosten in het kader van de financiering van de eindeloopbaan (tegen spilindexcijfer 103,04 (1 juni 2017; basis 2013 = 100)) als vermeld in artikel 6.

Aanduiding categorie per functie:

functie

categorie

1° het verpleegkundige personeel (inclusief de ziekenhuisassistenten en de sociaal verpleegkundigen)

A

2° de opvoeders-begeleiders die geïntegreerd zijn in de zorgteams

A

3° het zorgkundige personeel

B

4° de logistiek assistenten

B

5° de werknemers, vermeld in artikel 54bis en 54ter van het koninklijk besluit nr.78 van 10 november 1967

B

6° de medewerkers patiëntenvervoer

C

7° gelijkgestelden

C

8° de laboratoriumtechnologen

D

9° de maatschappelijk assistenten en de psychologisch assistenten in de zorgteams of die geïntegreerd zijn in het therapeutische programma

D

10° de kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten en diëtisten

D

11° de psychologen, orthopedagogen en pedagogen in de zorgteams of die geïntegreerd zijn in het therapeutische programma

D


Bedrag van de jaarlijkse loonkosten in het kader van de financiering van de eindeloopbaan op 1 juni 2017 (tegen spilindexcijfer 103,04 (basis 2013 = 100)):

categorie

woonzorgcentra, dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf

psychiatrische verzorgingstehuizen, revalidatiecentra en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve zorg

premie

vervanging

premie

vervanging

A

59.716,76

46.621,95

63.797,13

49.259,10

B

45.062,48

43.247,21

48.126,27

43.405,86

C

42.525,72

42.157,46

56.151,24

43.909,14

D

42.525,72

49.494,46

56.151,24

53.457,49


Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en --diensten.

Brussel, 7 december 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^