Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 april 2011
gepubliceerd op 10 juni 2011

Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement

bron
vlaamse overheid
numac
2011035447
pub.
10/06/2011
prom.
08/04/2011
ELI
eli/besluit/2011/04/08/2011035447/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 APRIL 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water, artikelen 3 en 4, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2007;

Gelet op het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, artikel 3, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005 en 21 december 2007, artikel 4, artikel 5, § 1 en 3, artikel 6, § 1 en 2, artikel 6bis, § 5 ingevoegd bij het decreet van 24 december 2004 en gewijzigd bij decreten van 23 december 2005, 7 december 2007 en 23 december 2010, artikel 7, § 4, gewijzigd bij decreten van 12 december 2008 en 23 december 2010, artikel 8, artikel 16, gewijzigd bij decreten van 12 december 2008 en 23 december 2010; artikel 16bis, ingevoegd bij decreet van 24 december 2004 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005, 22 december 2006, 21 december 2007 en 18 december 2009, artikel 16ter, ingevoegd bij het decreet van 24 december 2004 en gewijzigd bij het decreet van 21 december 2007 en artikel 16quater, ingevoegd bij het decreet van 24 december 2004 en vervangen bij decreet van 21 december 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie Gelet op de consultatie van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 maart 2010;

Gelet op het advies van de Mina-raad, gegeven op 27 mei 2010;

Gelet op het advies van de SERV, gegeven op 28 mei 2010;

Gelet op het advies van de Reguleringsinstantie gegeven op 3 mei 2010;

Gelet op advies 49.254/3 van de Raad van State, gegeven op 1 maart 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet van 24 mei 2002 : het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending;2° het besluit van 13 december 2002 : het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie;3° aftakking : het geheel van leidingen en apparatuur, gebruikt voor de watervoorziening van een onroerend goed, inclusief de watermeter, dat door de exploitant wordt aangelegd vanaf de distributieleiding tot aan een binneninstallatie;4° binneninstallatie : het huishoudelijke leidingnet, vermeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 24 mei 2002, alsmede alle systemen en toestellen die ermee verbonden zijn;5° controleambtenaar : de ambtenaar, vermeld in artikel 7 van het decreet van 24 mei 2002;6° exploitant : de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk, vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet van 24 mei 2002;7° ecologisch toezichthouder : het afdelingshoofd van de afdeling, bevoegd voor het ecologische toezicht, van de Vlaamse Milieumaatschappij of de door hem aangestelde van de afdeling;8° erkende instelling voor schuldbemiddeling : instelling, erkend volgens het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling van de Vlaamse Gemeenschap;9° gemiddelde jaarverbruik : het gemiddelde verbruik per jaar van water bestemd voor menselijke consumptie, geleverd door de exploitant, dat berekend wordt op basis van de verbruiken in de drie voorgaande gemeten én gefactureerde verbruiksperioden, telkens omgerekend naar 365 dagen;10° huisaansluiting : de afvoerleiding voor het afvalwater of voor het niet-verontreinigd hemelwater vanaf de hoofdriool tot aan de rooilijn, of in voorkomend geval vanaf de vastgestelde opvang van het afvalwater of niet-verontreinigd hemelwater tot aan de rooilijn;11° klant : de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de exploitant de door hem geleverde diensten factureert en die ertoe gehouden is de verplichtingen na te komen die inherent zijn aan de geleverde diensten.Het betreft een van de volgende personen : a) de abonnee;b) de abonnee die over een huisaansluiting beschikt of van wie onweerlegbaar vermoed wordt dat hij over een huisaansluiting beschikt;c) de gebruiker van een private waterwinning die over een huisaansluiting beschikt of van wie onweerlegbaar vermoed wordt dat hij over een huisaansluiting beschikt;d) de gebruiker van de individuele sanering; 12° openbaar saneringsnetwerk : alle openbare gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsinfrastructuur, waaronder : a) openbare infrastructuur bijvoorbeeld leidingen, retentievoorzieningen ... voor de afvoer van afvalwater; b) openbare infrastructuur bijvoorbeeld leidingen, retentie- en infiltratievoorzieningen, bufferbekkens ... die niet behoort tot het hydrografische net en die bestemd is voor de infiltratie of de afvoer van niet-verontreinigd hemelwater indien een gescheiden stelsel aanwezig is; c) bijbehorende inspectieputten en hydraulische structuren zoals overstorten, terugslagkleppen, wervelventielen, afsluiters, schuiven, pompstations en bergbezinkingsbekkens;d) huisaansluitingen;e) straatkolkaansluitingen, met inbegrip van de straatkolken en sifons;f) individuele sanering, met uitzondering van de privéwaterafvoer;13° openbaar waterdistributienetwerk : openbaar leidingnet en alle toebehoren voor de levering van water, bestemd voor menselijke consumptie;14° privéwaterafvoer : geheel van leidingen, greppels en toestellen, bestemd voor het opvangen, transporteren en in voorkomend geval zuiveren van afvalwater of niet-verontreinigd hemelwater, stroomopwaarts van de rooilijn of het aansluitingspunt voor de individuele sanering;15° titularis : elke persoon die beschikt over een recht van eigendom, van vruchtgebruik of van opstal of die enig zakelijk recht geniet op het onderscheiden deel van het onroerend goed dat aangesloten is of wordt op het openbaar waterdistributienetwerk of saneringsnetwerk, en daardoor voor zijn deel de voorwaarden van het algemeen en van het bijzonder waterverkoopreglement onderschrijft, waardoor hij de verplichtingen die inherent zijn aan de leveringen en diensten door de exploitant, mee moet naleven;16° toezichthoudende ambtenaar : de ambtenaar, vermeld in artikel 17 van het decreet van 24 mei 2002;17° Vlarem : het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;18° watermeter : het toestel dat beantwoordt aan de wetgeving op de metrologie, dat eigendom is van de exploitant en dat geplaatst is bij de klant om het volume van het water, geleverd door de exploitant,te registreren;19° werkdag : elke dag van de week, met uitzondering van zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap;20° wooneenheid : elke eenheid in een woongebouw die ontworpen of aangepast is om afzonderlijk te worden gebruikt en die minstens over de volgende woonvoorzieningen beschikt : een woonruimte in combinatie met een toilet, een douche of bad en een keuken of kitchenette. De definities, vermeld in artikel 2 van het decreet van 24 mei 2002 en de definities vermeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 zijn van toepassing in dit besluit. HOOFDSTUK 2. - Levering van water, bestemd voor menselijke consumptie

Art. 2.§ 1. Met behoud van de toepassing van het aansluitrecht conform het besluit van 13 december 2002 wordt een verzoek tot aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk gericht tot de exploitant. Afhankelijk van de situatie verwijst de exploitant de aanvrager door naar de gemeente voor een voorafgaande goedkeuring tot aansluiting.

Behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande weigering van de titularis acht de exploitant het bewezen dat de aanvrager van een verzoek tot aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk het akkoord van de titularis daarvoor heeft verkregen.

De exploitant gaat over tot effectieve aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk nadat de aanvrager van een verzoek tot aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk zich akkoord heeft verklaard met de wijze van aanrekening van de kosten, het algemeen waterverkoopreglement en indien van toepassing het bijzonder waterverkoopreglement. § 2. Als er al een aftakking aangelegd is en de waterlevering gestopt werd, wordt die opgestart via een vernieuwde indienststelling van de waterlevering.

De waterlevering en de bijbehorende rechten en plichten gaan in vanaf de datum van de hernieuwde indienststelling van de waterlevering of, in geval van verzuim van de aanvraag tot indienststelling, vanaf het moment waarop de klant feitelijk van de waterlevering gebruik maakt. § 3. Als een volgende klant de levering voor een aansluitende periode overneemt, kan die levering worden geregeld via een tegensprekelijke overname. Bij een tegensprekelijke overname worden de volgende gegevens aan de exploitant verstrekt : 1° de watermeterstand en het watermeternummer;2° de datum van de opname van de watermeterstand;3° het verzendingsadres van de vertrekkende klant;4° voor zover beschikbaar, een bankrekeningnummer van de vertrekkende klant voor een eventuele terugbetaling;5° de contactgegevens van de volgende klant. De tegensprekelijke overname wordt zowel door de vertrekkende klant als door de volgende klant ondertekend, en wordt onverwijld aan de exploitant bezorgd, die een eindfactuur opstelt.

De exploitant bevestigt aan zowel de vertrekkende klant als de opvolgende klant de tegensprekelijke overname.

De verplichtingen die inherent zijn aan de waterlevering, houden voor de vertrekkende klant op vanaf de datum van de opname van de watermeterstand. De vertrekkende klant blijft echter verplicht om alle verbintenissen ten opzichte van de exploitant na te leven voor zover die ontstaan zijn voor die datum, met behoud van toepassing van de bepalingen van artikel 20.

De verplichtingen die inherent zijn aan de waterlevering, gaan voor de volgende klant in vanaf de datum van de opname van de watermeterstand.

Indien geen tegensprekelijke overname kan worden gerealiseerd met de vertrekkende klant, wordt de waterlevering voor de opvolgende klant opgestart via een vernieuwde indienststelling van de waterlevering. § 4. De klant kan op elk moment de waterlevering opzeggen, via een melding aan de exploitant. De exploitant bevestigt de vraag tot opzegging en maakt met de klant een afspraak rond de opname van de watermeterstand. De eindwatermeterstand wordt uiterlijk 1 maand na de aanvraag van de opzegging opgenomen door de exploitant of zijn aangestelde, tenzij de opname van de watermeterstand wordt verhinderd of met goedkeuring van de klant een latere datum voor opname van de watermeterstand wordt afgesproken.

De verplichtingen die inherent zijn aan de waterlevering, houden voor de vertrekkende klant op vanaf de datum van de opname van de eindwatermeterstand. De vertrekkende klant blijft echter verplicht om alle verbintenissen ten opzichte van de exploitant na te leven voor zover die ontstaan zijn voor die datum, met behoud van toepassing van de bepalingen van artikel 20. § 5. Een vraag tot afkoppeling of verwijdering van de aftakking moet door de klant of titularis gericht worden aan de exploitant en is alleen mogelijk als het onroerend goed onbewoond of in onbruik is, of voor zover alle bewoners of verbruikers er schriftelijk mee akkoord gaan. De afkoppeling en uitname wordt uitgevoerd op kosten van de aanvrager.

De aftakking kan, om redenen van volksgezondheid, veiligheid of exploitatie, door de exploitant of zijn aangestelde altijd afgekoppeld en geheel of gedeeltelijk verwijderd worden. De kosten hiervoor zijn niet ten laste van de klant of titularis tenzij door deze een aantoonbare fout werd begaan die in oorzakelijk verband staat met de reden voor de afkoppeling of met de gehele of gedeeltelijke verwijdering van de aftakking.

De exploitant beslist over de wijze van afkoppeling en over de gehele of gedeeltelijke verwijdering van de aftakking.

Art. 3.§ 1. De exploitant levert water dat beantwoordt aan de Europese en Vlaamse kwaliteitseisen voor water, bestemd voor menselijke consumptie, inzonderheid aan de kwaliteitsnormen, vermeld in artikel 2 van het besluit van 13 december 2002, op het punt binnen een onroerend goed waar het water uit de kranen komt die gewoonlijk worden aangewend voor water, bestemd voor menselijke consumptie.

Daarbij wordt op elk moment voldaan aan de bepaling van artikel 2 van het besluit van 13 december 2002.

De controle van het water aan de kranen die gewoonlijk worden aangewend voor water bestemd voor menselijke consumptie, door de verbruiker, van de binneninstallatie en van de watermeter, wordt uitgevoerd conform de bepalingen van artikel 7 van het decreet van 24 mei 2002 en van hoofdstuk III van het besluit van 13 december 2002.

De bepalingen over de toegang tot gebouwen, vermeld in artikel 21 van dit besluit, zijn van toepassing.

Als de klant gegronde twijfels heeft over de kwaliteit van het water, bestemd voor menselijke consumptie, neemt hij contact op met de exploitant. De exploitant onderzoekt de klacht volgens de bepalingen van artikel 26, § 2, van dit besluit en neemt de nodige maatregelen binnen zijn bevoegdheden. Als dat wenselijk is, onderzoekt de exploitant de waterkwaliteit.

De klant of titularis kan het door de exploitant geleverde water, bestemd voor menselijke consumptie, op zijn verzoek laten analyseren door de exploitant. De prijsofferte wordt gratis voor de aanvrager opgesteld en bezorgd binnen drie weken vanaf de datum van de aanvraag.

De offerte is twee maanden geldig vanaf de offertedatum. § 2. De exploitant zet alle passende middelen in om de continuïteit van de waterlevering op elk moment te verzekeren. De exploitant levert water onder normale druk op straatniveau. De klant moet zelf de nodige maatregelen treffen om de door hem gewenste druk en het door hem gewenste debiet te garanderen op de aftappunten.

De klant die van oordeel is dat een geleden schade veroorzaakt werd door een fout handelen van de exploitant of zijn aangestelde, kan klacht indienen bij de exploitant welke de klacht behandelt volgens de procedure opgenomen in artikel 26, § 3 van dit besluit.

De exploitant maakt een objectief verslag op van de feiten. De klant ontvangt een kopie van dit verslag.

De exploitant brengt indien nodig zijn verzekeraar hiervan op de hoogte.

De exploitant kan de waterlevering onderbreken of beperken, telkens als werkzaamheden voor herstelling, vernieuwing, wijziging, verplaatsing, onderhoud of exploitatie dat vereisen. De exploitant zal zich inspannen om het aantal onderbrekingen of beperkingen en de duur ervan tot een minimum te beperken om de klant zo weinig mogelijk te hinderen. De betrokken klanten worden uiterlijk drie werkdagen voor de aanvang van de werkzaamheden op de hoogte gebracht van de werken. In geval van onderbrekingen van minder dan 1 uur worden de betrokken klanten binnen een redelijke termijn voor de aanvang van de werkzaamheden op de hoogte gebracht van de werken. Dringende bewarende of schadebeperkende maatregelen mogen plaatsvinden voor het op de hoogte brengen van de betrokken klanten.

Als de uitgevoerde werkzaamheden de kwaliteit van het water, bestemd voor menselijke consumptie, kunnen beïnvloeden, moet de exploitant de klant informeren over de situatie en de maatregelen die getroffen moeten worden vóór de watervoorziening door de klant weer in gebruik genomen kan worden. § 3. Als niet aan de kwaliteitseisen voor het water bestemd voor menselijke consumptie wordt voldaan, moeten alle verplichtingen worden nageleefd als vermeld in artikel 6, § 2, van het decreet van 24 mei 2002 en in artikel 13 en 14 van het besluit van 13 december 2002.

Zodra de eventuele bedreiging voor de volksgezondheid wegvalt, gaat de exploitant over tot de heraansluiting en heropstarten van de levering.

Hij brengt de toezichthoudende ambtenaar daarvan op de hoogte en zorgt voor een gepaste communicatie aan de betrokken klanten. In die communicatie worden de genomen herstelmaatregelen toegelicht en wordt de klant in voorkomend geval geïnformeerd over de maatregelen die hij zelf nog moet nemen voor hij de watervoorziening opnieuw in gebruik neemt.

Art. 4.§ 1. In het kader van zijn decretale milieuzorgplicht draagt de exploitant zorg voor het milieu zowel bij de productie van het water, bestemd voor menselijke consumptie, als bij de distributie ervan. De exploitant beheert en onderhoudt het openbaar waterdistributienetwerk in die mate dat waterverliezen minimaal zijn.

Hij voert daarvoor de nodige metingen uit aan de ingangen en uitgangen van het distributienet en, in voorkomend geval, in het distributienet.

De exploitant bevordert het duurzaam watergebruik bij de klant en de verbruikers, waarbij hij actieprogramma's en sensibiliseringscampagnes voor de diverse doelgroepen voert, met bijzondere aandacht voor kwetsbare doelgroepen. § 2. De klant of titularis gebruikt in het kader van de milieuzorg bij de aanleg, het gebruik en het onderhoud van de binneninstallatie geen milieuschadelijke materialen, grond- of hulpstoffen.

Art. 5.Als de klant een natuurlijke persoon is die bij de exploitant aangesloten is om te voorzien in zijn eigen behoeften aan water en die van zijn gezin, dat bestaat uit de klant en de personen die samen met hem in de desbetreffende wooneenheid hun hoofdverblijf hebben, mag de exploitant de waterlevering alleen afsluiten volgens de procedure en de voorwaarden vermeld in artikel 4 en 6 van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water.

De kosten die verbonden zijn aan de afsluiting en de heraansluiting zijn ten laste van de klant behalve in het geval dat de afsluiting en de heraansluiting gebeurde omwille van een onmiddellijke bedreiging voor de veiligheid van de waterlevering of voor de volksgezondheid waarvan de oorzaak bij de exploitant ligt.

Als een klant van oordeel is dat de afsluiting niet meer gerechtvaardigd is, kan hij met een gewone brief een heraansluiting bij de exploitant aanvragen. Als de exploitant binnen vijf werkdagen na de verzending van het verzoek de klant niet opnieuw aangesloten heeft of daartoe geen actie ondernomen heeft, kan de klant een heraansluiting vragen volgens de procedure en de voorwaarden, vermeld in artikel 7, § 3, van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water.

Art. 6.§ 1. Alleen de exploitant of zijn aangestelde mag de aftakking plaatsen, wijzigen, versterken, verplaatsen, wegnemen, onderhouden, herstellen, in dienst stellen en buiten dienst stellen, of de werkzaamheden daarvoor laten uitvoeren. De aftakking is eigendom van de exploitant, zonder afbreuk te doen aan bestaande zakelijke rechten die voor de inwerkingtreding van dit besluit werden gevestigd.

De exploitant zorgt voor de goede uitvoering ervan en draagt de kosten. Als de werkzaamheden door de klant of titularis aangevraagd worden of als ze noodzakelijk zijn door schade of storing die de klant of titularis heeft aangericht, kan de exploitant hiervoor een bijdrage vragen van de klant.

Behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande weigering van de titularis acht de exploitant het bewezen dat de aanvrager van de werken aan een aftakking het akkoord van de titularis daarvoor heeft verkregen.

Per onroerend goed wordt in één aftakking voorzien. Als de aanvrager meer aftakkingen wil, bepaalt de exploitant in overleg met hem het aantal aftakkingen en de bijbehorende voorwaarden.

Ter hoogte van elke aftakking die in gebruik is, moet een watermeter aanwezig zijn. Bij nieuwbouw wordt voor een individuele bemetering per wooneenheid gezorgd. De exploitant bepaalt in overleg met de aanvrager de voorwaarden voor de installatie van de watermeters. Bij bestaande gebouwen met meerdere wooneenheden wordt de niet-individuele bemetering tijdelijk behouden. Als ten gevolge van een renovatie van de binneninstallatie individuele bemetering technisch mogelijk wordt, plaatst de exploitant voor elke wooneenheid een watermeter. De exploitant kan aftakkingen uitrusten met een systeem voor afstandslezing.

Het traject van de aftakking en de opstelling worden in onderling overleg met de aanvrager bepaald, zodat de algemene veiligheid, de instandhouding en de normale werking van de elementen van de aftakking en het toebehoren verzekerd zijn, het verbruik gemakkelijk gemeten kan worden en het toezicht, het nazicht en het onderhoud ervan gemakkelijk uitgevoerd kunnen worden. § 2. De prijsofferte voor elke nieuwe, te herstellen of te wijzigen aftakking wordt door de exploitant opgesteld in een document dat de uitvoeringsmodaliteiten voor de werkzaamheden, de totale geraamde prijs, de samenstellende elementen ervan en de betalingsmodaliteiten, alsook de nodige informatie over de samenstelling van de aftakking bevat. De samenstellende delen van het totale werk worden niet meegedeeld in geval van een forfaitaire prijsberekening per eenheid.

De prijsofferte wordt gratis voor de aanvrager opgesteld en wordt bezorgd binnen vijftien werkdagen nadat de aanvrager alle nodige gegevens en inlichtingen aan de exploitant heeft verstrekt. De offerte is ten minste twee maanden geldig.

De werkzaamheden aan de aftakking worden uitgevoerd door de exploitant binnen de periode die met de aanvrager wordt afgesproken, rekening houdend met eventuele noodzakelijke planaanvragen, toestemmingen en vergunningen, nadat de aanvrager zich uitdrukkelijk akkoord heeft verklaard met de prijsofferte en nadat hij alle overeengekomen formaliteiten en werkzaamheden correct heeft uitgevoerd, en dat ook aan de exploitant heeft gemeld. § 3. De exploitant waarschuwt de klant of bij ontstentenis de titularis als er werkzaamheden aan de aftakking zullen plaatsvinden, zodat de klant of titularis de mogelijkheid heeft om zelf in voorkomend geval de nodige werkzaamheden uit te voeren, meer bepaald om de toegang tot de aftakking op privé-eigendom mogelijk te maken.

Als de klant of titularis de nodige werkzaamheden niet heeft uitgevoerd binnen de met de exploitant afgesproken periode, of als hij weigert de werkzaamheden uit te voeren binnen een redelijke termijn die de exploitant voorstelt, mag de exploitant de nodige werkzaamheden zelf uitvoeren. In geval van dringende noodzakelijkheid mag de exploitant de nodige werkzaamheden, en inzonderheid de werkzaamheden om de toegang tot de aftakking op privé-eigendom mogelijk te maken, altijd zelf uitvoeren zonder de klant of titularis daarvan vooraf op de hoogte te brengen. § 4. De kosten voor een nieuwe aftakking en voor wijzigingen van de aftakking die door de klant of titularis om persoonlijke of technische redenen noodzakelijk worden geacht, zijn ten laste van de aanvrager.

De wijzigingen die de exploitant verplicht is aan te brengen ten gevolge van het specifieke gebruik van de aftakking door de klant, zijn ten laste van de klant.

De klant of titularis verbindt zich ertoe de exploitant binnen een zo kort mogelijke tijd in te lichten over elke wijziging van de afnamekarakteristieken of over elk ander aan hem toe te schrijven feit, die aanpassingen aan de aftakking tot gevolg kunnen hebben. § 5. Het traject van de aftakking op privé-eigendom moet vrij zijn van enige constructie, niet-wegneembare bekleding of beplantingen, of moet in een mantelbuis geplaatst worden zodat de exploitant zonder moeilijkheden aan de aftakking kan werken. Als de aftakking voor een gedeelte binnen het gebouw loopt, moet ze zichtbaar en gemakkelijk toegankelijk blijven.

De klant of titularis moet de plaats waar de watermeter zich bevindt, in nette staat houden en moet ervoor zorgen dat de watermeter altijd veilig onderhouden en afgelezen kan worden.

De klant of titularis als bewaarder van de aftakking treft als een goede huisvader de nodige schikkingen om iedere oorzaak van beschadiging en verontreiniging te vermijden. Hij verzekert de bescherming tegen onder andere bevriezing van het toegankelijke gedeelte van de aftakking en van de plaats waar de watermeter zich bevindt. Hij brengt de exploitant onmiddellijk op de hoogte van elke onregelmatigheid, beschadiging, elke afwijking van of strijdigheid met de gangbare wettelijke en technische voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen. Als die het gevolg zouden zijn van een tussenkomst of van nalatigheid van de klant of titularis, zullen de kosten voor de herstelling of vervanging voor zijn rekening zijn.

Art. 7.§ 1. Met behoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 2 en 3, legt de klant of titularis de binneninstallatie aan en onderhoudt ze zodat de waterkwaliteit erin blijft beantwoorden aan de wettelijke en reglementaire voorschriften.

De klant gebruikt de binneninstallatie zodat de waterkwaliteit erin blijft beantwoorden aan de wettelijke en reglementaire voorschriften.

De binneninstallatie moet onder meer volledig in overeenstemming zijn met de gangbare wettelijke en technische voorschriften, ook om het waterdistributienetwerk te beschermen tegen eventuele terugstroming.

De exploitant is niet verantwoordelijk voor kwaliteitswijzigingen die zich voordoen in de binneninstallatie die door het bestaan of het gebruik van de binneninstallatie veroorzaakt worden.

Bij een afzonderlijke binnenleiding voor tweedecircuitwater is elke verbinding met de binneninstallatie absoluut verboden. § 2. Bij nieuwbouw wordt de binneninstallatie zo geïnstalleerd dat verplichte individuele bemetering per wooneenheid, alsook voor het gemeenschappelijke verbruik, mogelijk is. Er worden in overleg met de exploitant afzonderlijke stijgleidingen aangelegd.

Als er verbouwingswerken worden uitgevoerd aan een bestaand gebouw met meerdere wooneenheden, waaronder een renovatie van het collectieve deel van de binneninstallatie, is het verplicht om de aanleg van voorzieningen om individuele bemetering mogelijk te maken, in het pakket van werkzaamheden op te nemen. § 3. Iedere binneninstallatie moet gekeurd worden op gelijkvormigheid met de gangbare wettelijke en technische voorschriften in de volgende gevallen : 1° vóór de eerste ingebruikname;2° bij belangrijke wijzigingen;3° bij heringebruikname na een afsluiting wegens een onmiddellijke bedreiging voor de gezondheid van de verbruiker of voor de volksgezondheid en de veiligheid van de drinkwatervoorziening;4° na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid, op verzoek van de exploitant. De exploitant of diens aangestelde is verantwoordelijk voor de keuring van de binneninstallatie.

De klant of titularis kan de exploitant verzoeken een keuring van de binneninstallatie uit te voeren.

De keuring ontslaat de klant respectievelijk titularis evenwel niet van zijn verantwoordelijkheid voor het behoud van de waterkwaliteit in de binnensinstallatie.

De kosten, verbonden aan de keuring van de binneninstallatie, zijn ten laste van de aanvrager.

De minister kan nadere regels bepalen met betrekking tot de keuring. HOOFDSTUK 3. - Sanering

Art. 8.Overeenkomstig artikel 6bis, § 1, van het decreet van 24 mei 2002 is de exploitant belast met de saneringsverplichting voor het door hem geleverde water voor menselijke consumptie dit met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde water.

Overeenkomstig artikel 6, § 3 van het decreet van 24 mei 2002 kan de exploitant aan zijn gemeentelijke saneringsverplichting voldoen door een contract af te sluiten met de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of een door de gemeente na publieke marktbevraging aangestelde entiteit.

Wanneer de exploitant een contract sluit zoals bedoeld in het tweede lid, dient het begrip exploitant, in afwijking van de bepalingen van artikel 1, 6° van dit besluit, verder in dit hoofdstuk 3 gelezen te worden als de betrokken gemeente, het betrokken gemeentebedrijf, de betrokken intercommunale of het betrokken intergemeentelijk samenwerkingsverband of de betrokken door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit, desgevallend beperkt tot die aangelegenheden waarvoor deze contractueel verantwoordelijk zijn.

Art. 9.§ 1. De klant is verantwoordelijk voor alles wat de opvang van afvalwater en niet-verontreinigd hemelwater in en op het onroerend goed betreft, voor de eerbiediging van een eventuele lozings- of milieuvergunning en andere wettelijke of reglementaire beperkingen en voor de naleving van de bepalingen van dit besluit, door eenieder die gebruik maakt van de huisaansluiting.

De klant voert het afvalwater en, in voorkomend geval, het niet-verontreinigde hemelwater van zijn onroerend goed af tot aan het openbaar saneringsnetwerk, als dat aanwezig is. § 2. Bij klachten kan de klant de exploitant verzoeken om het openbaar saneringsnetwerk te controleren. De exploitant behandelt de klacht volgens de bepalingen van artikel 26 van dit besluit. § 3. De exploitant zet alle passende middelen in om de continuïteit van de afvoer en, in geval van individuele sanering, de zuivering van het afvalwater tot de toepasselijke lozingsvoorwaarden op elk moment te verzekeren.

De klant die van oordeel is dat een geleden schade veroorzaakt werd door een fout handelen van de exploitant of zijn aangestelde, kan klacht indienen bij de exploitant welke de klacht behandelt volgens de procedure uit artikel 26 van dit besluit.

De exploitant maakt een objectief verslag op van de feiten. De klant ontvangt gratis een kopie van dit verslag.

De exploitant brengt indien nodig zijn verzekeraar hiervan op de hoogte. § 4. De exploitant kan de sanering onderbreken of beperken, telkens als werkzaamheden voor herstelling, vernieuwing, wijziging, verplaatsing, onderhoud of exploitatie dat vereisen. In die gevallen zal de exploitant zich inspannen om het aantal onderbrekingen en de duur ervan tot een minimum te beperken, zodat de klant er zo weinig mogelijk hinder van ondervindt. De betrokken klanten worden uiterlijk drie werkdagen voor de aanvang van de werkzaamheden op de hoogte gebracht van de werken. In geval van een dringende noodzaak of onderbrekingen van minder dan 1 uur worden de betrokken klanten binnen een redelijke termijn voor de aanvang van de werkzaamheden op de hoogte gebracht van de werken. Dringende bewarende of schadebeperkende maatregelen mogen plaatsvinden voor het op de hoogte brengen van de betrokken klanten.

In geval van schorsing of stopzetting van de dienstverlening om redenen van algemeen belang, overmacht of bij in gebreke blijven van de klant, is de exploitant geen schadeloosstelling of vergoeding verschuldigd. § 5. In het kader van het duurzaam watergebruik moet de exploitant aandacht besteden aan het zuinig omgaan met water, bestemd voor menselijke consumptie, aan de afkoppeling, het hergebruik en de infiltratie van niet-verontreinigd hemelwater. Daarnaast participeert de exploitant actief in actieprogramma's en sensibiliseringscampagnes voor de diverse doelgroepen.

Art. 10.§ 1. Een verzoek tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk moet altijd worden gericht tot de exploitant.

Afhankelijk van de situatie verwijst de exploitant de aanvrager door naar de gemeente voor een voorafgaande goedkeuring tot aansluiting.

Behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande weigering van de titularis acht de exploitant het bewezen dat de aanvrager van een verzoek tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk het akkoord van de titularis daarvoor heeft verkregen.

De exploitant gaat over tot effectieve aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk nadat de aanvrager van een verzoek tot aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk zich akkoord heeft verklaard met de wijze van aanrekening van de kosten, het algemeen waterverkoopreglement en indien van toepassing het bijzonder waterverkoopreglement. § 2. De verplichtingen van de klant gaan in vanaf de datum van de (her)ingebruikname van de waterlevering, de ingebruikname van de private waterwinning als de klant beschikt over een aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk of, voor de klant die beschikt over een private waterwinning voordat het openbaar saneringsnetwerk beschikbaar was, wanneer het openbaar saneringsnetwerk beschikbaar is. § 3. De overname van de sanering is gekoppeld aan de overname van de waterlevering. Dat geldt tevens voor de sanering van het afvalwater dat afkomstig is van de private waterwinning wanneer de klant aangesloten is op het openbaar waterdistributienetwerk. De overeenkomstige regels, vermeld in artikel 2, zijn van toepassing.

Wanneer de klant die aangesloten is op het openbaar saneringsnetwerk uitsluitend over een private waterwinning beschikt, kan er een tegensprekelijke overname gebeuren. Bij een tegensprekelijke overname worden de volgende gegevens, ondertekend door zowel de vertrekkende als de volgende klant, aan de exploitant verstrekt : 1° de datum van de overname;2° het verzendingsadres van de vertrekkende klant;3° voor zover beschikbaar, een bankrekeningnummer van de vertrekkende klant voor een eventuele terugbetaling;4° de contactgegevens van de volgende klant. De tegensprekelijke overname wordt zowel door de vertrekkende klant als door de volgende klant ondertekend, en wordt onverwijld aan de exploitant bezorgd, die een eindfactuur opstelt.

De exploitant bevestigt aan zowel de vertrekkende klant als de opvolgende klant de tegensprekelijke overname.

Bij ontstentenis van een tegensprekelijke overname is de overname van de sanering gekoppeld aan de overname, in eigendom of huur, van het onroerend goed waarmee de private waterwinning verbonden is. § 4. Voor de klant die uitsluitend over een aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk beschikt is de opzegging van de sanering gekoppeld aan de opzegging van de waterlevering. De regels, vermeld in artikel 2, zijn overeenkomstig van toepassing.

Voor de klant die zowel over een aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk beschikt als over een private waterwinning is de opzegging van de sanering gekoppeld aan de opzegging van de waterlevering en de afmelding van de private waterwinning. De regels in artikel 2 zijn overeenkomstig van toepassing. De klant die zowel over een aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk beschikt als over een private waterwinning kan de aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk opzeggen respectievelijk de private waterwinning afmelden, los van de opzegging van de huisaansluiting.

Voor de klant die uitsluitend over een private waterwinning beschikt en die aangesloten is op het openbaar saneringsnetwerk is de opzegging van de sanering gekoppeld aan de afmelding van de private waterwinning. § 5. Een verzoek tot afkoppeling, buitendienststelling of verwijdering van de huisaansluiting op het openbaar saneringsnetwerk moet door de klant gericht worden aan de exploitant en is alleen mogelijk als de klant kan aantonen dat hij voldoet aan de wettelijke en reglementaire verplichtingen inzake de afvoer en zuivering van afvalwater en niet-verontreinigd hemelwater. De afkoppeling en uitname worden uitgevoerd op kosten van de klant.

De exploitant kan om redenen van volksgezondheid, veiligheid of de goede werking van het openbaar saneringsnetwerk de huisaansluiting of de individuele sanering altijd afkoppelen en geheel of gedeeltelijk verwijderen. De kosten hiervoor zijn niet ten laste van de klant of titularis tenzij door deze een aantoonbare fout werd begaan die in oorzakelijk verband staat met de reden voor de afkoppeling of met de gehele of gedeeltelijke verwijdering van de huisaansluiting of de individuele sanering.

De exploitant beslist over de wijze van afkoppeling en over de gehele of gedeeltelijke verwijdering van de huisaansluitingen of de individuele sanering. § 6. Wanneer de exploitant een contract sluit zoals voorzien in artikel 8, tweede lid van dit besluit, zijn, in afwijking van artikel 8, derde lid van dit besluit, de paragrafen 2 tot en met 4 van dit artikel van toepassing in de verhouding van de klant tot de exploitant zoals bedoeld in artikel 1, 6°.

Ten aanzien van de betrokken gemeente, het betrokken gemeentebedrijf, de betrokken intercommunale of het betrokken intergemeentelijk samenwerkingsverband of de betrokken door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit gelden, desgevallend beperkt tot die aangelegenheden waarvoor deze contractueel verantwoordelijk zijn, de in dit besluit vermelde verplichtingen van de klant van zodra en zolang de klant op enigerlei wijze, niet noodzakelijk doorlopend, gebruik maakt van of aangesloten is op het openbaar saneringsnetwerk.

Art. 11.§ 1. Alleen de exploitant mag de huisaansluiting plaatsen, wijzigen, versterken, verplaatsen, wegnemen, onderhouden, herstellen, in dienst stellen en buiten dienst stellen of de werkzaamheden daarvoor laten uitvoeren.

De huisaansluiting is eigendom van de exploitant, zonder afbreuk te doen aan bestaande zakelijke rechten die voor de inwerkingtreding van dit besluit werden gevestigd. De exploitant zorgt voor de goede uitvoering ervan en draagt de kosten. Als de werkzaamheden door de klant of titularis aangevraagd worden of als ze noodzakelijk zijn door schade of storing die de klant of titularis heeft aangericht, kan de exploitant hiervoor een bijdrage vragen aan de klant.

Principieel wordt per onroerend goed in één huisaansluiting voor de afvoer van afvalwater en, als dat van toepassing is, in één huisaansluiting voor de afvoer van niet-verontreinigd hemelwater voorzien. Als de aanvrager meer huisaansluitingen wil, bepaalt de exploitant in overleg met hem het aantal huisaansluitingen en legt hij de voorwaarden vast.

De exploitant bepaalt, in overleg met de aanvrager, het traject van de huisaansluiting en, in geval van individuele sanering, de opstelling van de installatie voor individuele sanering, op die manier dat de algemene veiligheid, de instandhouding en de normale werking van de elementen van de huisaansluiting en, in geval van individuele sanering, van de installatie voor individuele sanering, verzekerd zijn en dat het toezicht, het nazicht en het onderhoud gemakkelijk uitgevoerd kunnen worden. § 2. De prijsofferte voor elke nieuwe, te herstellen of te wijzigen huisaansluiting wordt door de exploitant opgesteld in een document dat de uitvoeringsmodaliteiten voor de werkzaamheden, de totale geraamde prijs, de samenstellende elementen ervan en de betalingsmodaliteiten, alsook de nodige informatie over de samenstelling van de huisaansluiting bevat. De samenstellende elementen van het totale werk worden niet meegedeeld in geval van een forfaitaire prijsberekening per eenheid.

De prijsofferte wordt gratis door de exploitant opgesteld en wordt in principe bezorgd binnen vijftien werkdagen nadat de aanvrager alle nodige gegevens en inlichtingen aan de exploitant heeft verstrekt. De offerte is ten minste twee maanden geldig. De huisaansluiting, de herstelling op het gedeelte tussen de rooilijn en de aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk, en andere werkzaamheden om de afvoer te verzekeren, worden aangerekend aan de aanvrager tegen de prijzen die gelden op het moment dat de offerte wordt opgemaakt. Buitengewone en uitzonderlijke werkzaamheden om de afvoer te verzekeren, kunnen worden aangerekend aan de aanvrager tegen de prijzen die gelden op het moment van de uitvoering.

De werkzaamheden aan de huisaansluiting worden uitgevoerd of de individuele sanering wordt geplaatst door de exploitant binnen de periode die met de aanvrager wordt afgesproken, rekening houdend met eventuele noodzakelijke planaanvragen, toestemmingen en vergunningen, nadat de aanvrager zich uitdrukkelijk akkoord heeft verklaard met de prijsofferte en nadat hij alle overeengekomen formaliteiten en werken correct heeft uitgevoerd, en dat ook aan de exploitant heeft gemeld. § 3. De exploitant waarschuwt de klant, of bij ontstentenis ervan de titularis, als er werkzaamheden aan de huisaansluiting zullen plaatsvinden, zodat de klant, respectievelijk de titularis de mogelijkheid heeft om zelf in voorkomend geval de nodige werkzaamheden uit te voeren, meer bepaald om de toegang tot de privéwaterafvoer mogelijk te maken. Als de klant of titularis de nodige werkzaamheden niet heeft uitgevoerd binnen de met de exploitant afgesproken periode, of als hij weigert de werkzaamheden uit te voeren binnen een redelijke termijn die de exploitant voorstelt, mag de exploitant de nodige werkzaamheden zelf uitvoeren.

In geval van dringende noodzakelijkheid mag de exploitant de nodige werkzaamheden en inzonderheid de werkzaamheden om de toegang tot de huisaansluiting op privé-eigendom mogelijk te maken, altijd zelf uitvoeren zonder de klant of titularis daarvan vooraf op de hoogte te brengen. § 4. De wijzigingen die de exploitant verplicht is aan te brengen ten gevolge van het specifieke gebruik van de huisaansluiting door de klant, zijn ten laste van de klant.

De klant of titularis die al een huisaansluiting heeft, verbindt er zich toe de exploitant binnen een zo kort mogelijke tijd in te lichten over elk aan hem toe te schrijven feit dat aanpassingen aan de huisaansluiting tot gevolg kan hebben.

De klant bezorgt alle nodige informatie over zijn installatie en afvoerstelsel aan de exploitant opdat die een huisaansluiting of een wijziging in de huisaansluiting kan uitvoeren.

Het is verboden een huisaansluiting van een onroerend goed op het openbaar saneringsnetwerk of een privéwaterafvoer te verbinden of te laten verbinden met die van een ander onroerend goed, behoudens bij uitdrukkelijk en voorafgaand akkoord van de exploitant.

De klant of titularis treft als een goed huisvader de nodige schikkingen om iedere oorzaak van beschadiging en verontreiniging van de huisaansluiting en van het openbaar saneringsnetwerk te vermijden.

Hij brengt de exploitant onmiddellijk op de hoogte van elke onregelmatigheid of beschadiging, van elke afwijking van of strijdigheid met de wettelijke en technische voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen. Als die het gevolg zijn van een tussenkomst of nalatigheid van de klant of titularis, zullen de kosten voor de herstelling of vervanging voor zijn rekening zijn.

Art. 12.§ 1. De klant of titularis is verantwoordelijk voor de plaatsing, de wijziging, de herstelling en het onderhoud, alsook voor de goede werking van zijn privéwaterafvoer en draagt daar ook alle kosten van.

De klant gebruikt de privéwaterafvoer zodanig dat de goede werking ervan behouden blijft.

De privéwaterafvoer moet conform de gangbare wettelijke en technische voorschriften zijn. Zij moet in de volgende gevallen hierop gekeurd worden : 1° voor de eerste ingebruikname;2° bij belangrijke wijzigingen;3° na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid, op verzoek van de exploitant;4° bij de aanleg van gescheiden riolering op het openbaar domein, met de verplichting om af te koppelen op privédomein, conform de bepalingen van Vlarem. De exploitant of diens aangestelde is verantwoordelijk voor de keuring van de privéwaterafvoer.

De klant of titularis kan de exploitant verzoeken een keuring van de privéwaterafvoer uit te voeren.

De keuring ontslaat de klant respectievelijk titularis evenwel niet van zijn verantwoordelijkheid voor de staat van de privéwaterafvoer.

De minister kan nadere regels bepalen met betrekking tot de keuring. § 2. De exploitant kan de klant of titularis verplichten om de privéwaterafvoer te herstellen of te wijzigen als de exploitant dat noodzakelijk acht om deze conform de wettelijke en reglementaire bepalingen te maken.

De exploitant kan, als de voorschriften voor de privéwaterafvoer met het oog op de veiligheid, gezondheid of bescherming van het leefmilieu niet worden nageleefd, de dienstverlening schorsen of beperken. HOOFDSTUK 4. - Integrale waterfactuur : levering en sanering

Art. 13.§ 1. De watermeterstand wordt opgenomen door de exploitant of zijn aangestelde, of, in voorkomend geval, door de klant zelf op de wijze die de exploitant vaststelt. De stand van de watermeter is bindend. De exploitant zorgt ervoor dat de klant automatisch of via de door hem aangestelde die de meterstand opneemt, geïnformeerd wordt als het verbruik, herrekend op jaarbasis, met minimum 50 % en met minstens 100 m3 is toegenomen ten opzichte van de vorige verbruiksperiode.

Als er geen watermeterstand verkregen werd of als de watermeter defect is, buiten gebruik is of verdwenen is, als hij om technische redenen niet meer kan worden getest of als de aftakking tijdelijk niet van een watermeter voorzien is, wordt het verbruikte volume berekend op basis van het geraamde of bij vorige opnames genoteerde verbruik. De exploitant kan evenwel rekening houden met het door de nieuwe watermeter aangegeven verbruik. Daarbij wordt rekening gehouden met elementen die aangevoerd zijn door beide partijen. § 2. Als de klant een hoog verbruik van water, bestemd voor menselijke consumptie, vaststelt bij de opgave van de meterstand of bij de ontvangst van de jaarfactuur of eindfactuur, dat niet kan worden verklaard door gewijzigde afnamekarakteristieken, kan hij binnen de zes maanden na de factuurdatum van de jaarfactuur of eindfactuur contact opnemen met de exploitant.

De exploitant hoeft niet aan te tonen of te verklaren waarvoor het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie werd gebruikt.

De exploitant adviseert de klant over te nemen maatregelen. Als uit een vergelijking met het watergebruik in voorafgaande perioden of op basis van kencijfers over het watergebruik vastgesteld kan worden dat het om een afwijkend verbruik gaat, voert de exploitant, ingeval het meerverbruik, herrekend op jaarbasis, minimum 50 % en minstens 100 m3 bedraagt, binnen een redelijke termijn in onderling overleg kosteloos op verzoek en in aanwezigheid van de klant een eerste controleonderzoek uit waarbij de oorzaak van het afwijkende verbruik wordt onderzocht.

In geval van twijfel over de goede werking van de watermeter voert de exploitant een controleonderzoek uit. Bij aangehouden betwisting heeft zowel de exploitant, als de klant het recht de technische controle van de watermeter te laten verrichten volgens de wettelijke reglementering op de metrologie. Als de aan de controle onderworpen watermeter conform de normen wordt bevonden, zoals die vermeld worden in de reglementering die van toepassing is, zijn de integrale kosten met betrekking tot de technische controle ten laste van de klant. Als de watermeter niet conform is, worden de kosten van de technische controle door de exploitant gedragen. Afhankelijk van de resultaten van een controle van de watermeter kan de betwiste facturering worden herzien. Het verschil zal niet verrekend worden als het rekenkundig gemiddelde van de gemeten procentuele afwijkingen van de onderzochte watermeter binnen de desbetreffende metrologische normen valt.

Art. 14.§ 1. Het waterverbruik wordt gefactureerd op basis van opgemeten of door de klant gemelde watermeterstanden. Als de opname van de meterstand werd verhinderd, wordt gefactureerd op basis van bekende afnamekarakteristieken overeenkomstig artikel 13. § 2. De exploitant hanteert een integraal tarief voor water, bestemd voor menselijke consumptie.

Ter financiering van de kosten die verbonden zijn aan de saneringsverplichting, kan de exploitant een gemeentelijke en bovengemeentelijke bijdrage en vergoeding aanrekenen aan zijn klant conform artikel 16bis, 16ter, 16quater, 16quinquies en 16sexies van het decreet van 24 mei 2002.

Voor de klant kan de integrale waterfactuur betrekking hebben op de productie en levering van het water, bestemd voor menselijke consumptie, op de bovengemeentelijke bijdrage en, als die van toepassing is, op de gemeentelijke bijdrage.

Voor de klant die zowel over een aansluiting op het openbaar waterdistributienetwerk beschikt als over een private waterwinning, kan een aparte waterfactuur opgemaakt worden voor de gemeentelijke en bovengemeentelijke vergoeding, indien van toepassing.

De exploitant rekent de vergoeding aan per kubieke meter water, opgenomen via de private waterwinning, zoals bepaald in het decreet van 24 mei 2002. § 3. De bovengemeentelijke en de gemeentelijke bijdrage zijn, als die van toepassing zijn, verschuldigd op het waterverbruik vanaf het moment dat de exploitant water levert aan de klant tot op het ogenblik van de opzegging of overname. De gemeentelijke vergoeding is, als die van toepassing is, verschuldigd door de klant die aangesloten is op het openbaar saneringsnetwerk vanaf het moment dat de private waterwinning in gebruik genomen of overgenomen wordt of, voor de klant die beschikt over een private waterwinning voordat het openbaar saneringsnetwerk beschikbaar was, wanneer het openbaar saneringsnetwerk beschikbaar is, tot aan de opzegging of overname ervan.

Art. 15.Bij toestellen die ter beschikking worden gesteld voor tijdelijke waterlevering, kan een waarborg worden toegepast.

Na aftrek van de eventueel nog verschuldigde bedragen zal de waarborg op initiatief van de exploitant worden vrijgegeven, uiterlijk bij de beëindiging van de overeenkomst, op voorwaarde dat de klant al zijn verplichtingen is nagekomen.

Art. 16.§ 1. De exploitant levert aan zijn klant 15 m3 water, bestemd voor menselijke consumptie, conform artikel 16, 17 en 18 van het besluit van 13 december 2002.

Op bovengemeentelijk vlak zijn de vrijstellingen of compensaties, vermeld in het decreet van 24 mei 2002, van toepassing. Op gemeentelijk vlak verstrekt de exploitant, op eenvoudig verzoek van de klant, informatie met betrekking tot de vrijstellingen en compensaties van de bijdrage en vergoeding. § 2. De exploitant maakt op de integrale waterfactuur duidelijk melding van de hoeveelheid gratis geleverd water. Op dat gratis geleverde water is de bovengemeentelijke en gemeentelijke bijdrage verschuldigd, tenzij in een vrijstelling voorzien is. De exploitant maakt op de integrale waterfactuur duidelijk melding van de toegekende vrijstelling van de bovengemeentelijke of gemeentelijke bijdrage, als die van toepassing is.

Art. 17.§ 1. De exploitant factureert het waterverbruik en de kosten die er verband mee houden via een integrale waterfactuur of een aparte waterfactuur zoals bepaald in artikel 14 van dit besluit.

De klant ontvangt deze waterfactuur onder de vorm van een verbruiksfactuur of een eindfactuur.

De verbruiksfacturen voor het waterverbruik worden opgemaakt volgens de periodiciteit, bepaald door de exploitant. Ze worden, behalve bij onvoorziene omstandigheden, minstens jaarlijks opgemaakt.

Zowel de algemene als de bijzondere vermeldingen op de verbruiksfactuur of eindfactuur moeten duidelijk en volledig zijn. De verbruiksfactuur of eindfactuur bevat voldoende details, zodat de klant het aangerekende bedrag kan verifiëren. De exploitant maakt op de verbruiksfactuur of eindfactuur duidelijk melding van de toegekende vrijstelling van de bovengemeentelijke of de gemeentelijke bijdrage en/of vergoeding, als die van toepassing is. De exploitant hanteert de terminologie uit het decreet.

Het tarief dat van kracht is op het moment van het verbruik, wordt toegepast, in voorkomend geval pro rata naar de toepasselijke delen van een de verbruiksperiode waarop de verbruiksfactuur of de eindfactuur betrekking heeft.

Op of bij de verbruiksfactuur en de eindfactuur met betrekking tot het waterverbruik moeten ten minste de volgende gegevens meegedeeld worden : 1° de naam van de klant;2° het leveringsadres en, in geval van een private waterwinning, het adres van de private waterwinning;3° de periode waarop de factuur betrekking heeft;4° het vastgestelde verbruik in die periode;5° het vastgestelde verbruik van het geleverde water in de vorige vergelijkbare verbruiksperiode;6° indien artikelen 16, 17 en 18 van het besluit van 13 december 2002 van toepassing is, de hoeveelheid drinkwater die kosteloos wordt geleverd, met duidelijke vermelding van het aantal gedomicilieerde natuurlijke personen die in rekening werden gebracht voor de berekening ervan;7° indien van toepassing het vastgestelde of forfaitair bepaalde verbruik van water afkomstig van een private waterwinning in die periode;8° de hoeveelheid water die aangerekend wordt;9° de respectievelijke integrale tarieven, uitgedrukt in euro /m3;9° de vaste vergoeding, als die wordt aangerekend;11° de andere vergoedingen, die worden aangerekend;12° het totale bedrag, dat bestaat uit de kostprijs van het verbruikte water, bestemd voor menselijke consumptie, de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsbijdrage en de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsvergoeding als die van toepassing zijn;13° de btw;14° het al aangerekende bedrag via aanbetalingen of tussentijdse facturen;15° de factuurdatum;16° de uiterste betalingsdatum;17° informatie over de gevolgen bij laattijdige betaling;18° de frequentie van aanbetalingen voor de volgende verbruiksperiode, met vermelding van het te betalen bedrag;19° de gegevens van het contactpunt waar de klant terecht kan als hij vragen heeft over de factuur;20° een vermelding dat kencijfers over het waterverbruik kunnen worden opgevraagd bij de exploitant inclusief de wijze waarop. De exploitant bezorgt op verzoek van de klant kosteloos een duplicaat van de factuur aan een derde partij die de klant aanwijst.

De exploitant bezorgt op verzoek van de klant kosteloos een meer gedetailleerd document ter verduidelijking van de verbruiksfactuur of eindfactuur. Een dergelijk document kan door de klant worden opgevraagd binnen een termijn van vierentwintig maanden te tellen vanaf de factuurdatum. Het document bevat minimaal informatie over de verschillende componenten van het integrale tarief en een toelichting over de berekeningswijze van het integrale tarief. Indien een individueel tarief van toepassing is, worden de basisgegevens voor de berekening ervan expliciet vermeld alsook een princiepsberekening voor het individueel tarief. § 2. De exploitant heeft het recht om tussentijds aan te rekenen op het waterverbruik en op de bijdrage of de vergoeding voor sanering.

Deze tussentijdse aanrekening komt in mindering van de verbruiksfactuur of de eindfactuur. Het aan te rekenen bedrag wordt bepaald op basis van de voorafgaande afnamekarakteristieken van de klant. Op verzoek van de klant kan het aangerekende bedrag worden aangepast op basis van een wijziging in de afnamekarakteristieken.

De tussentijdse aanrekening gebeurt via een aanbetaling of een tussentijdse factuur. De exploitant bepaalt de betalingsvoorwaarde van de aanbetaling. De klant, die zich niet akkoord verklaart met een aanbetaling, ontvangt een tussentijdse factuur.

De klant heeft het recht om op zijn vraag een aanbetaling te doen of een tussentijdse factuur te ontvangen. De frequentie is hierbij driemaandelijks.

Op een tussentijdse factuur moeten ten minste de volgende gegevens medegedeeld worden : 1° de naam van de klant;2° het leveringsadres of het adres van de private waterwinning;3° de periode waarop de factuur betrekking heeft;4° het totale bedrag, dat bestaat uit de kostprijs van het geraamde verbruik water, bestemd voor menselijke consumptie, de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsbijdrage en de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsvergoeding als die van toepassing zijn;6° de factuurdatum;7° de uiterste betalingsdatum;8° informatie over de gevolgen bij laattijdige betaling;9° de gegevens van het contactpunt waar de klant terecht kan als hij vragen heeft over de factuur. § 3. De facturen voor andere door de exploitant geleverde diensten met betrekking tot de waterlevering, bijvoorbeeld werkzaamheden aan de aftakking, of eventuele beginfacturen zijn eveneens gemakkelijk verstaanbaar en volledig. § 4. De uiterste betalingsdatum die op bovenvermelde facturen vermeld wordt, valt niet vroeger dan vijftien kalenderdagen na ontvangst. De factuur wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag na de factuurdatum. Als de klant na het verstrijken van de uiterste betalingsdatum niet heeft betaald, stuurt de exploitant hem een herinneringsbrief. In de herinneringsbrief vermeldt de exploitant de procedure voor ingebrekestelling, vermeld in § 5. § 5. Als de klant na het verstrijken van de uiterste datum voor het treffen van een regeling voor de betaling van de openstaande rekeningen, maar met een minimumtermijn van vijftien kalenderdagen na de verzending van de herinneringsbrief, nog geen regeling heeft getroffen voor de betaling van de openstaande rekening, stelt de exploitant de klant in gebreke met een aangetekende brief. § 6. De exploitant vermeldt zowel in de herinneringsbrief als in de ingebrekestelling de volgende gegevens : 1° de naam en het telefoonnummer van zijn bevoegde dienst;2° de van toepassing zijnde mogelijkheden om in geval van betalingsmoeilijkheden een regeling te treffen voor de betaling van de openstaande rekeningen.Die mogelijkheden kunnen zijn : a) de uitwerking van een afbetalingsplan met de exploitant;b) de uitwerking van een afbetalingsplan via het OCMW;c) de uitwerking van een afbetalingsplan via een erkende instelling voor schuldbemiddeling;3° de procedure voor het afsluiten van de watertoevoer. Alle kosten die voortvloeien uit het feit dat de klant de facturen niet betaalt binnen de gestelde termijnen, alsook de verwijlintresten, berekend tegen de wettelijke rentevoet vanaf de datum van ingebrekestelling, kunnen aan de klant worden aangerekend.

Indien de klant gebruik wenst de maken van de mogelijkheid om via het O.C.M.W. of een erkende instelling voor schuldbemiddeling een afbetalingsplan uit te werken, maakt hij schriftelijk zijn keuze over aan de exploitant. De exploitant maakt, afhankelijk van de keuze van klant, het betalingsdossier over aan het O.C.M.W. van diens woonplaats of aan de door de klant aangeduide erkende instelling voor schuldbemiddeling. § 7. Als het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water van toepassing is, wordt de waterlevering voor huishoudelijk gebruik in de periode tussen de ingebrekestelling en de beslissing van de lokale adviescommissie niet beperkt. § 8. Als het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water van toepassing is, kan de exploitant bij wanbetaling pas overgaan tot het indienen bij de lokale adviescommissie van een verzoek tot afsluiting van de watertoevoer in de onderstaande gevallen : 1° de klant heeft binnen vijftien kalenderdagen na de verzending van de ingebrekestelling niet schriftelijk meegedeeld welke regeling hij wil treffen voor de betaling van de openstaande facturen;2° de klant heeft binnen vijftien kalenderdagen nadat hij schriftelijk heeft meegedeeld welke regeling hij wil treffen voor de betaling van de openstaande facturen, geen van de onderstaande acties ondernomen : a) zijn vervallen factuur betaald;b) een afbetalingsplan aanvaard;3° de klant komt, na de aanvaarding van een afbetalingsplan, zijn afbetalingsverplichtingen niet na. § 9. Bij bestaande gebouwen waarvoor niet-individuele bemetering tijdelijk toegestaan is, berekent de beheerder van het gebouw de correcte verdeling van de integrale waterkosten onder de bewoners van het complex. § 10. De titularis kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de nalatigheid van de klant met betrekking tot de betaling van de facturen van de klant.

Art. 18.§ 1. Klanten die niet akkoord gaan met een of meer elementen van de factuur, wenden zich tot de exploitant. De exploitant behandelt de klacht volgens de bepalingen van artikel 26, § 3, van dit besluit. § 2. Als de bedragen die van de klant gevorderd worden verkeerd of onvolledig zijn, voert de exploitant een rechtzetting uit op eigen initiatief of op verzoek van de klant. De klant blijft in dat geval wel gehouden tot betaling van de niet-betwiste bedragen.

Voor de rechtzetting van verschuldigde bedragen kan maximaal vierentwintig maanden in de tijd worden teruggegaan te tellen vanaf de factuurdatum. Daarop kan een uitzondering worden gemaakt : op basis van de resultaten van de controle van de watermeter kan de betwiste verbruiksfacturering worden herzien als de watermeter buiten de metrologische normen valt. Eventuele aanpassingen ten gevolge van de aanvraag tot vrijstelling van de gemeentelijke of bovengemeentelijke vergoeding of bijdrage worden niet beschouwd als een rechtzetting. § 3. Als de rechtzetting in het voordeel is van de exploitant, ontvangt de klant een rechtzettingsfactuur of, in geval van een voorafgaande betaling door de klant, een aanvullende factuur. De uiterste betalingsdatum van die factuur valt niet vroeger dan vijftien kalenderdagen na de verzending ervan.

Als de rechtzetting in het voordeel is van de klant, ontvangt hij een rechtzettingsfactuur waarop een uiterste betalingsdatum wordt vermeld die niet vroeger is dan vijftien kalenderdagen na de verzending van de factuur. In geval van voorafgaande betaling door de klant kan het verschuldigde bedrag in mindering komen van de daaropvolgende voorschotfactuur of integrale waterfactuur. Op eenvoudig verzoek van de klant betaalt de exploitant hem het verschuldigde bedrag binnen de daaropvolgende tien werkdagen terug. De klant krijgt binnen één maand na het verzoek tot rechtzetting uitsluitsel van de exploitant.

Art. 19.De klant kan binnen zes maanden na de factuurdatum van de verbruiksfactuur of eindfactuur een verzoek tot minnelijke schikking indienen bij de exploitant in geval van een afwijkend verbruik.

De klant blijft gehouden tot betaling van het deel van de verbruiksfactuur en eindfactuur waarvoor geen minnelijke schikking werd aangevraagd.

De exploitant berekent het abnormaal hoge verbruik, namelijk het totale verbruik van de verbruiksperiode van het abnormaal hoge verbruik, verminderd met het verbruik dat voor de betreffende verbruiksperiode op basis van het gemiddelde jaarverbruik kon worden verwacht. De exploitant verleent een minnelijke schikking voor het abnormaal hoge verbruik als aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de klant heeft gehandeld als een goede huisvader;2° het abnormaal hoge verbruik is het gevolg van een verborgen oorzaak;3° het abnormaal hoge verbruik, herrekend op jaarbasis, moet het gemiddelde jaarverbruik met minstens 100 % overschrijden en minimaal 100 m3 bedragen.Als er geen historische verbruiksgegevens bestaan, wordt het gemiddelde jaarverbruik bepaald via een opname van de meterstand drie maanden na de herstelling van de oorzaak van het abnormaal hoge verbruik; 4° de oorzaak van het abnormaal hoge verbruik moet worden vastgesteld door de exploitant of moet door de klant bewezen worden door de herstellingsfactuur;5° de oorzaak van het abnormaal hoge verbruik moet hersteld of weggenomen zijn;6° er is geen sprake van kwaad opzet of bedrog;7° het abnormaal hoge verbruik wordt niet veroorzaakt of in stand gehouden door een inbreuk op de gangbare wettelijke en technische voorschriften voor de binneninstallatie. Als aan de voorwaarde voor een minnelijke schikking voor een abnormaal hoog verbruik is voldaan, geldt de volgende regeling : 1° het gemiddelde jaarverbruik wordt aangerekend tegen het integrale tarief dat van toepassing is;2° voor de aanrekening van het abnormaal hoge verbruik hanteert de exploitant een voordeeltarief, dat maximaal 50 % bedraagt van het integrale tarief dat van toepassing is. De exploitant legt een procedure voor een minnelijke schikking vast en bezorgt die voor kennisgeving aan de toezichthoudende ambtenaar en de economisch toezichthouder.

Art. 20.Bij een tegensprekelijke overname of opzegging maakt de exploitant altijd een eindfactuur op. Die eindfactuur geldt als bewijs van overname en opzegging en wordt aan de vertrekkende klant bezorgd binnen een maand na zijn opzegging. De exploitant brengt de vertrekkende klant schriftelijk op de hoogte indien de eindfactuur niet binnen de maand kan worden opgemaakt en vermeldt de reden.

De vertrekkende klant moet zich ervan vergewissen dat hij een eindafrekening heeft ontvangen binnen een maand na zijn opzegging.

Voor de eindfactuur gelden dezelfde betalingsvoorwaarden en procedures voor eventuele rechtzetting als bij de verbruiksfactuur.

De titularis kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de nalatigheid van de klant met betrekking tot de overname of opzegging. HOOFDSTUK 5. - Toegang en Informatie

Art. 21.§ 1. De personeelsleden van de exploitant of zijn aangestelde hebben het recht private of publieke gebouwen te betreden met het oog op de uitvoering van de controle-, onderhouds- en inventarisatietaken, vermeld in artikel 7 van het decreet van 24 mei 2002. De klant of titularis moet ervoor zorgen dat de exploitant gemakkelijk en zonder gevaar toegang kan hebben tot de privé-installatie om er iedere nodig geachte vaststelling en controle te verrichten. Als dringende redenen van veiligheid, volksgezondheid, leefmilieu, exploitatie of beheer dat vereisen, verleent de klant of bij ontstentenis ervan de titularis aan de exploitant, zonder onnodig uitstel, het recht van toegang tot zijn installaties, zelfs tijdens het gebruik ervan.

De regelgeving op de toegang tot gebouwen en de procedures die gevolgd worden als de toegang geweigerd wordt, vermeld in artikel 7, § 2, van het decreet van 24 mei 2002, zijn van toepassing. § 2. De exploitant stelt op verzoek van de klant informatie over druk en debiet ter beschikking van de klant. Bovendien krijgt elke klant van de exploitant telefonisch, via internet, of schriftelijk toegang tot recente informatie over de kwaliteit en de levering van het water, bestemd voor menselijke consumptie, in zijn leveringsgebied. De exploitant moet op eenvoudig verzoek passende en recente extra aanvullende informatie over de kwaliteit van het geleverde water ter beschikking stellen van de klant, overeenkomstig de wettelijke normen inzake de openbaarheid van bestuur.

De exploitant stelt de tarieven, alsook de vrijstellingen en compensaties, van de bovengemeentelijke en gemeentelijke bijdrage en vergoeding die van toepassing zijn, op zijn website ter beschikking van het publiek, en deelt ze op eenvoudig verzoek mee.

De exploitant stelt informatie over de integrale waterfactuur, alsook over de samenstelling van de waterprijs, de voorwaarden voor vrijstelling en compensatie en voor de aanvraag ervan, op zijn website ter beschikking van het publiek, en deelt die informatie op eenvoudig verzoek van de klant mee.

De exploitant bezorgt op eenvoudig verzoek een informatiefolder over de integrale waterfactuur aan de klant. Aan iedere nieuwe klant wordt uiterlijk bij de verzending van de eerste factuur of voorschotfactuur een dergelijke informatiefolder bezorgd.

De exploitant stelt kencijfers over het watergebruik op zijn website ter beschikking van het publiek, en deelt die op eenvoudig verzoek van de klant mee.

De exploitant stelt informatie over duurzaam watergebruik ter beschikking op zijn website en deelt die informatie op eenvoudig verzoek van de klant mee. § 3. Elke klant laat zijn klantgegevens registreren bij de exploitant.

De exploitant behandelt de klantgegevens overeenkomstig de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Met een schriftelijke, gedateerde en ondertekende aanvraag die hij tot de exploitant richt, kan de klant die zijn identiteit aantoont, inzage krijgen in zijn persoonlijke gegevens. Als die gegevens verkeerd zijn, kan hij de rechtzetting ervan vragen.

Wanneer klantgegevens wijzigen, brengt de klant de exploitant daarvan onmiddellijk op de hoogte. Bij ingebruikname of stopzetting van een private waterwinning moet de klant dat melden aan de Vlaamse Milieumaatschappij. De nodige formulieren zijn beschikbaar op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij of bij de gemeente. § 4. De exploitant die zijn gemeentelijke saneringsverplichting geheel of gedeeltelijk overdraagt aan de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of een door de gemeente na publieke marktbevraging aangestelde entiteit, informeert de klant hierover via zijn website en op eenvoudig verzoek.

In de informatie wordt duidelijk aangegeven welke onderdelen van de saneringsverplichting overgedragen worden en voor welke bepalingen uit hoofdstuk 3 de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of een door de gemeente na publieke marktbevraging aangestelde entiteit aldus verantwoordelijk is. HOOFDSTUK 6. - Algemeen en bijzonder waterverkoopreglement

Art. 22.Het algemeen waterverkoopreglement bevat de bepalingen, vermeld in hoofdstuk 1 tot en met 5 en 7 en het bepaalde in de artikels van het decreet van 24 mei 2002 en het besluit van 13 december 2002 waarnaar wordt verwezen.

Het algemeen waterverkoopreglement, vermeld in het eerste lid, wordt enkel verspreid samen met een bijbehorend informatiedocument dat wordt opgesteld door de toezichthoudende ambtenaar, de ecologisch toezichthouder en de economisch toezichthouder.

De exploitant stelt het algemeen waterverkoopreglement, vermeld in het eerste lid, ter beschikking van zijn klanten. Klanten worden op de hoogte gebracht van het algemeen waterverkoopreglement door mededelingen op de website en de facturen. Het algemeen waterverkoopreglement kan op eenvoudig verzoek worden aangevraagd bij de exploitant en is raadpleegbaar op zijn website.

Art. 23.Het bijzonder waterverkoopreglement, dat de exploitant kan opstellen als aanvulling op het algemeen waterverkoopreglement, moet worden voorgelegd aan de minister die hierover na advies van de toezichthoudende ambtenaar, de ecologisch toezichthouder en de economisch toezichthouder, kan beslissen. Bij ontstentenis van een beslissing binnen de negentig kalenderdagen, wordt het bijzonder waterverkoopreglement geacht goedgekeurd te zijn.

Als de exploitant een bijzonder waterverkoopreglement opmaakt, moet dat reglement samen met het algemeen waterverkoopreglement worden verspreid, waarbij duidelijk aangegeven wordt dat het om een aanvulling op het algemeen waterverkoopreglement gaat.

Art. 24.Wanneer de exploitant een contract afsluit zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid van dit besluit kan de betrokken gemeente, het betrokken gemeentebedrijf, de betrokken intercommunale of het betrokken intergemeentelijk samenwerkingsverband of de betrokken door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit, desgevallend beperkt tot die aangelegenheden waarvoor deze contractueel verantwoordelijk zijn, aanvullende voorwaarden vaststellen als aanvulling op het algemeen waterverkoopreglement. Voor deze aanvullende voorwaarden gelden de procedures van goedkeuring en verspreiding van het bijzonder waterverkoopreglement. HOOFDSTUK 7. - Klachtenbehandeling en rapportering

Art. 25.Wanneer de exploitant een contract sluit zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, dient het begrip exploitant, in aanvulling op de bepalingen van artikel 1, 6° van dit besluit, in dit hoofdstuk 7 gelezen te worden als de betrokken gemeente, het betrokken gemeentebedrijf, de betrokken intercommunale of het betrokken intergemeentelijk samenwerkingsverband of de betrokken door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit, desgevallend beperkt tot die aangelegenheden waarvoor deze contractueel verantwoordelijk zijn.

Art. 26.§ 1. Klachten kunnen door de klant of titularis telefonisch, per brief of via e-mail worden ingediend bij de exploitant. § 2. De exploitant start een onderzoek over een klacht omtrent de kwaliteit van het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie of omtrent de goede afvoer naar het openbaar saneringsnetwerk binnen de tien werkdagen na ontvangst van de klacht.

De exploitant geeft binnen de vijftien werkdagen na ontvangst van de klacht een bevestiging van de klacht met vermelding van het gevolg dat de exploitant gaf of binnen de vermelde termijn zal geven en desgevallend de herstelmaatregelen die de klant of titularis kan nemen. De indiener van de klacht kan een schriftelijke bevestiging opvragen bij de exploitant.

Als de kwaliteit van het geleverde water bestemd voor menselijke consumptie of de afvoer naar het openbaar saneringsnetwerk in orde wordt bevonden, kunnen de veroorzaakte kosten niet aangerekend worden aan de indiener van de klacht als hij te goeder trouw was en gegronde redenen had om aan te nemen dat het water bestemd voor menselijke consumptie niet voldeed aan de wettelijke kwaliteitseisen of dat de afvoer naar het openbaar saneringsnetwerk gebreken vertoonde. § 3. Met betrekking tot alle andere klachten bevestigt de exploitant de klacht aan de indiener van de klacht binnen de tien werkdagen. In deze bevestiging wordt minstens gemeld of de klacht al dan niet terecht is, met inbegrip van de motivering indien de klacht niet terecht wordt geacht, of verder moet worden onderzocht. Indien de klacht verder moet worden onderzocht, wordt de termijn binnen dewelke de indiener van de klacht het definitieve antwoord zal krijgen, medegedeeld. De indiener van de klacht kan een schriftelijk afschrift van deze bevestiging opvragen bij de exploitant. § 4. De kosten voor het onderzoek van de klacht worden niet aangerekend aan de indiener van de klacht als hij te goeder trouw was en een gegronde reden had voor de indiening van de klacht.

Art. 27.De exploitant informeert en rapporteert jaarlijks aan de Vlaamse Milieumaatschappij over de volgende aspecten : 1° de toepassing van artikel 4 paragraaf 1;2° de toepassing van artikel 5;3° de toepassing van artikel 7, paragraaf 3;4° de toepassing van artikel 12, paragraaf 1;5° de toepassing van artikel 17, paragrafen 5, 6 en 8;6° de toepassing van artikel 19;7° de klachtenbehandeling zoals bedoeld in artikel 26;8° de gerechtelijke procedures met betrekking tot de inning van uitstaande schulden. De Vlaamse milieumaatschappij legt jaarlijks aan de minister een verslag over de informering en rapportering door de exploitanten voor.

De minister kan nadere regels bepalen met betrekking tot de rapportering en informering. HOOFDSTUK 8. - Wijzigings- en slotbepalingen

Art. 28.In artikel 19, § 1, van het besluit van 13 december 2002 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° in het bestaande tweede lid, dat het eerste lid wordt, wordt tussen het woord « kan » en tussen het woord « om » het woord « enkel » ingevoegd;3° in het bestaande tweede lid, dat het eerste lid wordt, worden tussen het woord « aansluiting » en het woord « weigeren » de woorden « op het bestaande openbare waterdistributienetwerk » ingevoegd.

Art. 29.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2011, met uitzondering van artikel 27 dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2012.

Art. 30.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 april 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Mevr. J. SCHAUVLIEGE

^