Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 december 2006
gepubliceerd op 12 januari 2007

Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de samenstelling, de vergoeding van de leden en de werking van de Beroepscommissie voor tuchtzaken in uitvoering van het artikel 138 van het Gemeentedecreet en 134 van het Provinciedecreet

bron
vlaamse overheid
numac
2007035006
pub.
12/01/2007
prom.
15/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/15/2007035006/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 DECEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de samenstelling, de vergoeding van de leden en de werking van de Beroepscommissie voor tuchtzaken in uitvoering van het artikel 138 van het Gemeentedecreet en 134 van het Provinciedecreet


De Vlaamse Regering, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 2 juni 2006, inzonderheid op artikel 138;

Gelet op het Provinciedecreet van 9 december 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 2 juni 2006, inzonderheid op het artikel 134;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 oktober 2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 26 oktober 2006;

Gelet op protocol nr. 2006/2 van 27 november 2006 van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 41.581/3, gegeven op 21 november 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - De samenstelling van de Beroepscommissie voor tuchtzaken

Artikel 1.De werkingskosten van de Beroepscommissie voor tuchtzaken zijn ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.De Beroepscommissie is samengesteld uit drie leden, die door de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur worden benoemd voor een hernieuwbare periode van zes jaar. De vacatures voor de Beroepscommissie zullen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De Beroepscommissie bestaat uit een voorzitter, een assessor die werkzaam is in een lokaal of provinciaal bestuur en een assessor-deskundige met bijzondere kennis van het tuchtrecht of van het administratief recht.

Voor de drie leden gelden de volgende voorwaarden 1° ze zijn Belg;2° ze hebben het volledige genot van alle burgerlijke en politieke rechten;3° ze oefenen geen mandaat uit van gemeente- of provincieraadslid. Voor ieder effectief lid van de Beroepscommissie wijst de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur een plaatsvervanger aan die voldoet aan dezelfde voorwaarden.

Art. 3.De voorzitter van de Beroepscommissie voldoet aan een van de volgende voorwaarden : 1° Hij oefent een middenkaderfunctie uit op ten minste het N-1 niveau zoals bepaald in het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 of een andere functie bij een overheidsdienst, die geen lokaal of regionaal bestuur is, van een lidstaat van de Europese unie waarvan de beginwedde minstens gelijk is aan het niveau N-1;2° hij oefent in België een ambt uit van magistraat;3° hij is lid van het academisch personeel en getuigt van deskundigheid inzake publiek recht en bestuurswetenschappen.

Art. 4.De assessor, afkomstig uit een lokaal of provinciaal bestuur, moet minstens zeven jaar een functie op A-niveau uitoefenen in een lokaal of provinciaal bestuur.

Art. 5.De assessor-deskundige met bijzondere kennis van het tuchtrecht moet een academische graad of een graad van academisch niveau in rechtswetenschappen, ten minste op master-niveau, bezitten en minstens zeven jaar ervaring hebben met tuchtrechtspraak over personeel van een openbare dienst. Hij mag niet behoren tot het personeel van een lokaal of provinciaal bestuur of lid zijn van de magistratuur indien de voorzitter een magistraat is.

Kandidaten die een academische graad of een graad van academisch niveau, ten minste op master-niveau, hebben komen eveneens in aanmerking voor de functie van assessor-deskundige als ze aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° ze beschikken over 10 jaar relevante ervaring met administratief recht en met de werking van lokale besturen;2° ze behoren niet tot het personeel van een lokaal of regionaal bestuur;3° als de voorzitter een magistraat is, zijn ze zelf geen lid van de magistratuur;

Art. 6.Een lid van de Beroepscommissie mag niet optreden als raadsman van een personeelslid voor de Beroepscommissie of voor de tuchtoverheid. De assessor afkomstig uit een lokaal of provinciaal bestuur mag niet deelnemen aan de behandeling van een zaak waarbij zijn eigen bestuur betrokken partij is.

Art. 7.Bij ontslag van een effectief lid beëindigt de plaatsvervanger het mandaat. De Vlaamse minister, bevoegd voor binnenlands bestuur, benoemt voor de resterende periode een nieuw plaatsvervangend lid.

Art. 8.De Beroepscommissie wordt bijgestaan door een griffier, die ter zitting het verslag opmaakt en de Beroepscommissie in al zijn taken administratief ondersteunt.

De griffier en een plaatsvervangend griffier worden aangewezen door de leidinggevende ambtenaar van het agentschap dat bevoegd is voor het binnenlands bestuur binnen het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken.

Art. 9.Als het nodig is voor de werkzaamheden van de Beroepscommissie kan de Vlaamse minister, bevoegd voor binnenlands bestuur, meerdere kamers inrichten binnen de Beroepscommissie of meer plaatsvervangers voor de leden van de Beroepscommissie aanwijzen. Ingeval van meerdere kamers zal elke kamer worden samengesteld uit een voorzitter en twee assessoren, op de wijze en onder de voorwaarden zoals bepaald in de artikelen 2 tot en met 5. HOOFDSTUK II. - De vergoeding van de leden van de Beroepscommissie

Art. 10.§ 1. De voorzitter krijgt een vergoeding van 150 euro per dossier dat door de Beroepscommissie wordt behandeld.

Elke assessor krijgt per behandeld dossier een vergoeding van 100 euro. § 2. De leden van de Beroepscommissie maken aanspraak op de terugbetaling van reis- en verblijfkosten volgens dezelfde regeling die geldt binnen de Vlaamse administratie. HOOFDSTUK III - De werking van de Beroepscommissie voor tuchtzaken

Art. 11.De voorzitter van de Beroepscommissie bepaalt het verloop van de hoorzitting en beslist in samenspraak met de andere leden over de voortzetting of over aanvullende onderzoeksdaden.

Onder leiding van de voorzitter zorgt de griffier voor de voorbereiding van de hoorzitting. De voorzitter ondertekent de briefwisseling. Hij kan die bevoegdheid delegeren.

Art. 12.Op het einde van elke hoorzitting wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat aan het betrokken personeelslid en aan de tuchtoverheid voor ondertekening wordt voorgelegd, waarna hen een afschrift wordt overhandigd

Art. 13.Op elk ogenblik van de beroepsprocedure kan de Beroepscommissie aanvullende onderzoeksdaden stellen.

Tot het sluiten van de debatten kunnen nieuwe stukken en elementen worden aangebracht.

Art. 14.Met toepassing van artikel 141 van het Gemeentedecreet en artikel 137 van het Provinciedecreet kan de Beroepscommissie een andere kwalificatie aan de feiten geven en kan een andere tuchtstraf worden opgelegd.

Art. 15.De Beroepscommissie stemt bij meerderheid van stemmen over de beslissing. De drie leden van de Beroepscommissie ondertekenen de beslissing.

Art. 16.Het betrokken personeelslid en de tuchtoverheid krijgen tegelijk een afschrift van de beslissing van de Beroepscommissie.

Art. 17.De Beroepscommissie stelt een intern reglement op. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.

Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 december 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

^