Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 september 1997
gepubliceerd op 15 november 1997

Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimale levering van elektriciteit en tot regeling van de procedure bij wanbetaling

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1997036369
pub.
15/11/1997
prom.
16/09/1997
ELI
eli/besluit/1997/09/16/1997036369/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 SEPTEMBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimale levering van elektriciteit en tot regeling van de procedure bij wanbetaling


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektricteit, gas en water, inzonderheid op de artikelen 3, tweede lid, 4, eerste lid, en 5;

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, inzonderheid op de artikelen 1, eerste lid, 57, § 1, en 61;

Gelet op het begrotingsakkoord van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid van 3 juni 1997;

Gelet op het advies van het Beperkt Comité van het Controlecomité voor de elektriciteit en het gas van 9 juli 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 10 juni 1997, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 juli 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting en de Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media;

Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° minimale levering : het ter beschikking stellen van een bepaald elektrisch vrmogen voor huishoudelijk gebruik om, volgens de geldende levensstandaard, menswaardig te kunnen leven;2° specifiek sociaal elektriciteitstarief : door het controlecomité voor elektriciteit en gas ingevoerd gereduceerd tarief voor bepaalde categorieën van rechthebbenden;3° erkende instelling voor schuldbemiddeling : instelling erkend volgens het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Minimale levering

Art. 2.De minimale levering kan worden verwezenlijkt door het plaatsen van een stroombegrenzer. Met instemming van de distributeur kan worden gekozen voor een budgetmeter.

Art. 3.De minimale levering van elektriciteit wordt vastgesteld op een vermogen dat overeenkomst met 6 ampère onder één maal 230 Volt.

Het elektriciteitsverbruik verbonden aan de minimale levering blijft ten laste van de abonnee.

Art. 4.De distributeur is ertoe gehouden binnen 14 dagen een begrenzer of een budgetmeter te plaatsen bij elke abonnee die er schriftelijk om verzoekt.

Art. 5.Alle kosten verbonden aan de bezoeken van de contactpersoon van de distributeur die geleid hebben tot een minimale levering, het plaatsen en het wegnemen van een begrenzer of budgetmeter en de afsluiting van de abonnee komen ten laste van de distributeur. HOOFDSTUK III. - Procedure bij wanbetaling

Art. 6.Als de abonnee na het verstrijken van de uiterste datum voor betaling zoals bepaald in de elektriciteitsfactuur niet heeft betaald, stuurt de distributeur een herinneringsbrief. In deze herinneringsbrief wordt de abonnee voorgesteld om, in geval van betalingsmoeilijkheden, contact op te nemen met de distributeur, het OCMW of een erkende schuldbemiddelaar om een afbetalingsplan op te maken.

De herinneringsbrief vermeldt de bevoegde dienst aangewezen door de distributeur en de mogelijkheid om de plaatsing van een stroombeperker of een budgetmeter aan te vragen.

Art. 7.Als de abonnee binnen 15 dagen na de verzending van de herinneringsbrief met de distributeur geen regeling voor de betaling van de openstaande factuur heeft getroffen, wordt de abonnee per aangetekend schrijven in gebreke gesteld. Elke ingebrekestelling vermeldt de mogelijkheden die ter bechikking staan van de abonnee om bij betalingsmoeilijkheden aan zijn verplichtingen te voldoen.

Deze zijn : 1° uitwerking van een afbetalingsplan met de distributeur;2° uitwerking van een afbetalingsplan via het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn;3° uitwerking van een afbetalingsplan via een erkende instelling voor schuldbemiddeling. De abonnee wordt uitgenodigd om, met een formulier, opgesteld overeenkomstig het model dat als bijlage bij dit besluit gevoegd is, zijn keuze schriftelijk kenbaar te maken binnen 15 dagen na de ingebrekestelling.

Art. 8.Naargelang de keuze van de abonnee, zoals bepaald in artikel 7, stuurt de distributeur het dossier voor verder onderzoek naar het OCMW of de aangewezen erkende instelling voor schuldbemiddeling.

Art. 9.Als de abonnee zijn keuze binnen 15 dagen na de verzending van de ingebrekestelling niet schriftelijk heeft kenbaar gemaakt aan de distributeur, heeft deze het recht om over te gaan tot de minimale levering van elektriciteit. De distributeur kan aan het OCMW de naam van de abonnee meedelen en een verzoek tot afsluiting wegens klaarblijkelijke onwil naar de lokale adviescommissie sturen.

Art. 10.Als binnen 30 dagen na de reactie van de abonnee op de ingebrekestelling de abonnee zijn vervallen facturen niet heeft betaald of geen afbetalingsplan heeft aanvaard, of als de afbetalingsverplichtingen niet worden nagekomen, heeft de distributeur het recht over te gaan tot een minimale levering.

De distributeur kan aan het OCMW de naam van de abonnee meedelen en kan een verzoek tot afsluiting wegens klaarblijkelijke onwil naar de lokale adviescommisie sturen. HOOFDSTUK IV. - Procedure bij fraude

Art. 11.Als de distributeur oordeelt dat er gegronde redenen zijn om de levering te onderbreken wegens fraude, wordt onmiddellijk een verzoek tot afsluiting wegens fraude naar de lokale adviescommmissie gericht.

HOOFSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 september 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS De Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY Bijlage 1 Modelformulier waarop de abonnee zijn keuze maakt omtrent afbetalingsplannen Ondergetekende (naam van de abonnee) . . . . . wonende (adres) . . . . . wenst zijn elektriciteitsfactuur van . . . . . (datum) te regelen via een afbetalingsplan en kiest hiertoe - de bevoegde diensten van de distributeur - het plaatselijk OCMW - een erkende instelling voor schuldbemiddeling, met name . . . . .

Zo geen keuze wordt gemaakt binnen 15 dagen, heeft de distributeur het recht om onmiddellijk over te gaan tot een beperkte elektriciteitslevering van 6 ampère.

Handtekening en datum,

^