Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 december 1997
gepubliceerd op 25 december 1997

Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de sociale huisvestingsmaatschappijen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1997036536
pub.
25/12/1997
prom.
17/12/1997
ELI
eli/besluit/1997/12/17/1997036536/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 DECEMBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de sociale huisvestingsmaatschappijen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 33, § 2, 3°, 40, 42 en 106;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 december 1997.

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de artikelen van de Vlaamse Wooncode die de erkenning van de sociale huisvestingsmaatschappijen regelen op 1 november 1997 in werking zijn getreden;

Overwegende dat het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van een Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, die de erkenning en de intrekking van de erkenning van sociale huisvestingsmaatschappijen regelde, werd opgeheven met ingang van 1 november 1997 en dat het besluit van de Vlaamse regering van 13 juni 1990 houdende het algemeen reglement tot erkenning van sociale bouwmaatschappijen slechts blijft gelden voor zover het niet in tegenstrijd is met de Vlaamse Wooncode;

Overwegende dat de continuïteit van de openbare dienst, die de sociale huisvestingsmaatschappijen is opgedragen, moet worden verzekerd en het daarom vereist is snel een nieuw erkenningsbesluit uit te vaardigen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij kan, onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden, burgerlijke vennootschappen in de vorm van naamloze of coöperatieve vennootschappen met een sociaal oogmerk erkennen als sociale huisvestingsmaatschappijen.

Art. 2.Om erkend te kunnen worden, moet een vennootschap, bedoeld in artikel 1, voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de vennootschap is werkzaam in het Vlaamse Gewest;2° de zetel van de vennootschap is gevestigd in het Vlaams Gewest;3° de vennootschap streeft de realisatie van de bijzondere doelstellingen van het Vlaams woonbeleid na, zoals omschreven in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, hierna Vlaamse Wooncode te noemen;4° de vennootschap verbindt er zich toe de opdrachten uit te voeren die haar worden opgelegd door : a) de Vlaamse Wooncode en de besluiten van de Vlaamse regering ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode, of b) een ander decreet of besluit van de Vlaamse regering, voorzover die betrekking hebben op aspecten van het sociaal woonbeleid.5° de vennootschap verbindt er zich toe het toezicht van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij te aanvaarden, zoals omschreven in de Vlaamse Wooncode, in de besluiten van de Vlaamse regering ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode of, desgevallend, in de beheersovereenkomst die wordt afgesloten tussen de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de vennootschap;6° de vennootschap neemt de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij opgestelde modelstatuten aan en verbindt er zich toe haar statuten onmiddellijk aan te passen aan elke latere wijziging die de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij aan die modelstatuten zou aanbrengen.

Art. 3.De vennootschappen dienen hun aanvraag tot het bekomen van de erkenning met een aangetekende brief in bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. De aanvraag is slechts ontvankelijk als ze vergezeld is van de verbintenis om de bepalingen van dit besluit te aanvaarden.

De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij brengt haar beslissing tot erkenning of tot weigering van de erkenning met een aangetekende brief ter kennis van de vennootschap binnen een termijn van drie maanden na de datum van de ontvankelijke aanvraag. Wanneer de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij geen kennis heeft gegeven van haar beslissing binnen deze termijn, wordt de erkenning geacht te zijn verleend.

De erkenning kan slechts worden geweigerd nadat de vennootschap werd gehoord. De vennootschap kan zich daarbij laten bijstaan.

Art. 4.Wanneer de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij de erkenning weigert, kan de vennootschap daartegen in beroep gaan bij de Vlaamse minister, bevoegd voor huisvesting. Het beroep moet worden ingesteld met een aangetekende brief binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de weigeringsbeslissing van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.

Het beroepschrift bevat, op straffe van nietigheid, een uiteenzetting van de middelen die de vennootschap tegen de weigeringsbeslissing aanvoert.

Wanneer de Vlaamse minister, bevoegd voor huisvesting, geen uitspraak heeft gedaan over het beroep binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het beroepschrift, wordt het beroep geacht te zijn aanvaard.

Art. 5.§ 1 De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij kan de erkenning van een sociale huisvestingsmaatschappij intrekken wanneer die : 1° de bepalingen van dit besluit niet naleeft;2° de opdrachten, vermeld in artikel 2, 4°, a), manifest niet of onbehoorlijk uitvoert;3° het toezicht, vermeld in artikel 2, 5°, weigert;4° haar statuten weigert aan te passen overeenkomstig de wijzigingen die de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij aan de modelstatuten aanbrengt;5° haar statuten aanpast zonder voorafgaande toestemming van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. De intrekking kan slechts gebeuren nadat de sociale huisvestingsmaatschappij werd gehoord. De sociale huisvestingsmaatschappij kan zich daarbij laten bijstaan. § 2 De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij trekt de erkenning in van een sociale huisvestingsmaatschappij waarvan de ontbinding is uitgesproken overeenkomstig artikel 164ter van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, zodra de beslissing van de rechtbank in kracht van gewijsde is gegaan.

Art. 6.Een sociale huisvestingsmaatschappij waarvan de erkenning werd ingetrokken overeenkomstig artikel 5, § 1, kan daartegen beroep instellen bij de Vlaamse regering. Het beroep moet worden ingesteld met een aangetekende brief binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de beslissing van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. Het beroepschrift bevat, op straffe van nietigheid, een uiteenzetting van de middelen die de sociale huisvestingsmaatschappij tegen de beslissing van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij aanvoert.

Wanneer de Vlaamse regering geen uitspraak heeft gedaan over het beroep binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het beroepschrift, wordt het beroep geacht te zijn aanvaard.

Art. 7.Het besluit van de Vlaamse regering van 13 juni 1990 houdende het algemeen reglement tot erkenning van sociale bouwmaatschappijen wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 december 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS

^