Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 oktober 2008
gepubliceerd op 10 december 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw

bron
vlaamse overheid
numac
2008036377
pub.
10/12/2008
prom.
17/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/17/2008036377/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, inzonderheid op artikel 12, gewijzigd bij de decreten van 19 juli 2002, 24 december 2004 en 23 juni 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 maart 2004, 14 juli 2004, 3 december 2004 en 16 juni 2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 juni 2008;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de steunmaatregelen onverwijld in overeenstemming gebracht moeten worden met het programma voor plattelandsontwikkeling van Vlaanderen voor de programmeringsperiode 2007-2013, en dat bij het sterk stijgende volume aan subsidiabele investeringen dringend maatregelen nodig zijn om binnen de beschikbare begrotingsenveloppe te blijven en zodoende geen onverantwoord grote achterstand in de behandeling van de aanvragen om steun en de uitbetaling ervan op te lopen, waardoor land- en tuinbouwers in moeilijkheden dreigen te komen met de financiering van hun investeringen of vestigingskosten;

Gelet op advies 45.251/3 van de Raad van State, gegeven op 30 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° de landbouwer : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een land- of tuinbouwbedrijf exploiteert met een arbeidsbehoefte van minimaal 0,5 volle arbeidskrachten (VAK) per bedrijfsleider, en die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in punt 2° of 3°;» 2° in punt 2°, 3°, a), 4), en 3°, d), 3), wordt het woord « inkomen » vervangen door het woord « beroepsinkomen ».

Art. 2.In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de woorden « Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) » vervangen door de woorden « Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) ».

Art. 3.In artikel 6, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Het maximale percentage steun voor de investering dat de landbouwer, uitgezonderd de consumentencoöperatie of de sociale instelling, kan genieten, bedraagt naargelang van de aard ervan : 1° 40 % voor investeringen die specifiek zijn voor de biologische landbouw, als vermeld in de bijlage bij dit besluit;2° 30 % voor investeringen die gericht zijn op de realisatie van een landbouw met verbrede doelstellingen, duurzame landbouw of op de reconversie van het landbouwbedrijf, als vermeld in de bijlage bij dit besluit;3° 20 % voor investeringen in onroerend goed die gericht zijn op de realisatie van een structuurverbetering, als vermeld in de bijlage bij dit besluit;4° 10 % voor overige investeringen die gericht zijn op de realisatie van een structuurverbetering, als vermeld in de bijlage bij dit besluit. De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, bepaalt de andere soortgelijke investeringen, vermeld in de bijlage bij dit besluit, waarvoor investeringssteun verkregen kan worden. »

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 maart 2004 en 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Investeringen die betrekking hebben op het bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen, in het bijzonder voor de huisvesting van dieren, mogen niet meebrengen dat op het bedrijf een productiecapaciteit ontstaat die groter is dan de toegestane capaciteit, vermeld in de milieuvergunning.Bovendien wordt voor dat deel van de investering waarvoor de noodzakelijke productie- en/of emissierechten niet zijn toegekend geen steun verleend. »; 2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De volgende investeringen komen niet in aanmerking voor investeringssteun als vermeld in artikel 6 : 1° de aankoop van grond;2° het bouwen, verbouwen en uitrusten van varkens- en pluimveestallen die niet voorkomen op de lijst van ammoniakemissiearme stallen ter uitvoering van het Vlarem;3° het verbouwen en uitrusten van bestaande varkens- en pluimveestallen, behalve als de investeringen gericht zijn op de verbetering van het leefmilieu, de hygiëne en het welzijn van de dieren;4° de aankoop van productie- en emissierechten;5° de aankoop van bedrijfsgebouwen die ouder zijn dan 15 jaar;6° investeringen in mestbewerking en -verwerking;7° investeringen in bijkomende mestopslagcapaciteit tenzij voor de opslag op het veebedrijf van mest van de veestapel van het bedrijf in afwachting van de verspreiding op het land en om te voldoen aan de bepalingen van artikel 9, § 1 van het Decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;8° vervangingsinvesteringen, meer bepaald de vervanging van gesubsidieerde onroerende goederen die minder dan tien jaar oud zijn of van roerende goederen die minder dan vijf jaar oud zijn;9° het aanleggen van een boorput voor diep grondwater en investeringen die gericht zijn op het gebruik van dat water;10° de aankoop van dieren, behalve uitzonderingen bij omschakeling naar de biologische productiemethode;11° de aankoop van tweedehandse bedrijfsuitrusting, behalve als de aanvrager minder dan vijf jaar gevestigd is als landbouwer en jonger is dan 40 jaar, en van tweedehands- en demonstratiematerieel.

Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De aanvraag moet de noodzakelijke informatie verschaffen om een bedrijfsplan op te stellen op basis van een begroting van het arbeidsinkomen. De bevoegde ambtenaar maakt met de landbouwer de begroting van het bedrijf op. »

Art. 6.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) » vervangen door de woorden « Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) »;2° In het derde lid, wordt het woord « startplan » vervangen door de woorden « bedrijfsplan bij vestiging ».

Art. 7.In artikel 11, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt het woord « startplan » vervangen door de woorden « bedrijfsplan bij vestiging ».

Art. 8.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 12.De vestigingssteun kan een of meer van de volgende maatregelen omvatten : 1° de steun in de vorm van een vestigingspremie;2° de steun in de vorm van een rentetoelage;3° de waarborg, vermeld in artikel 12, § 5, van het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994. De totale gekapitaliseerde vestigingssteun bedraagt maximaal 55.000 euro; ten hoogste 25.000 euro in de vorm van een vestigingspremie en aanvullend 30.000 euro in de vorm van een gekapitaliseerde rentetoelage als de aanvrager zich vestigt als landbouwer-natuurlijke persoon of maximaal 40.000 euro in de vorm van een vestigingspremie en aanvullend 15.000 euro in de vorm van een gekapitaliseerde rentetoelage als de aanvrager zich vestigt als beherende vennoot, zaakvoerder, bestuurder of gedelegeerd bestuurder met de kwalificatie landbouwer van een landbouwer-rechtspersoon. »

Art. 9.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : «

Art. 13.Om de vestigingssteun, vermeld in artikel 12, te verkrijgen, moeten vestigingskosten aangetoond worden. Voor de steun in de vorm van een vestigingspremie bedragen die kosten het dubbele van de vestigingspremie. Voor de steun in de vorm van een rentetoelage wordt het bedrag van de aan te tonen kosten jaarlijks vastgesteld op basis van de actualisatievoet. De actuele waarde van de maximale rentetoelage gedurende de maximale duur ervan op dat bedrag mag niet groter zijn dan 30.000 euro bij een vestiging als landbouwer-natuurlijke persoon, en 15.000 euro bij een vestiging als beherende vennoot, zaakvoerder, bestuurder of gedelegeerd bestuurder met de kwalificatie landbouwer van een landbouwer-rechtspersoon. Bij kleinere bedragen aan vestigingskosten kan de steun proportioneel verkregen worden. »

Art. 10.Artikel 14 en 15 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 11.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden het tweede en het derde lid vervangen door wat volgt : « De aanvraag moet de noodzakelijke informatie verschaffen om een bedrijfsplan bij vestiging op te stellen op basis van een begroting van het arbeidsinkomen. De bevoegde ambtenaar maakt met de landbouwer de begroting van het bedrijf op.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, stelt de wijze vast waarop het bedrijfsplan bij vestiging en de begroting om het arbeidsinkomen te bepalen, moeten worden opgesteld. »

Art. 12.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 30.De landbouwer die de steunmaatregelen, vermeld in dit besluit, wil genieten, verbindt er zich toe geen andere steun aan te vragen of aangevraagd te hebben in de vorm van rentetoelage, toelage of premie van welke aard ook voor de investeringen of de vestiging, vermeld in hoofdstukken II en III, die tot gevolg zou hebben dat het niveau van de steun, vermeld in respectievelijk artikel 26, tweede lid en artikel 22, tweede lid van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), overschreden wordt. »

Art. 13.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 31.De steun, vermeld in dit besluit, kan alleen verkregen worden voor investeringen waarvan de uitvoering van start gegaan is nadat het eerste luik van de steunaanvraag is ingediend. »

Art. 14.Artikel 32 en 33 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 15.De bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 27 juni 2008, met uitzondering van artikel 4 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2009 en artikel 8, 9 en 10 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2008.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 oktober 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

Bijlage I : Overzicht van de investeringen volgens hun aard en het overeenstemmende percentage steun ten opzichte van subsidiabele investeringen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en de installatie in de landbouw.

Brussel, 17 oktober 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

^