Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 februari 2005
gepubliceerd op 18 april 2005

Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de vertegenwoordiging van de Vlaamse Regering in het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035419
pub.
18/04/2005
prom.
18/02/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de vertegenwoordiging van de Vlaamse Regering in het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 10 november 1967 houdende oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, gewijzigd bij de wetten van 7 juli 2002 en 22 december 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 tot aanduiding van de vertegenwoordiging van de Vlaamse Regering in het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau;

Overwegende dat het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1988 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse Regering, voorzitters en leden van adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen die onder de Vlaamse Regering ressorteren, inzonderheid artikel 4, § 1, c, artikel 9, eerste lid, c, en artikel 13, de toelagen en presentiegelden voor de commissarissen, gemachtigden van financiën en afgevaardigden van de Vlaamse Regering als gedelegeerden van de Vlaamse Regering bij de instellingen, ondernemingen of bijzondere commissies die gerangschikt worden in categorie III vaststelt, worden naar analogie hiervan aan de regeringscommissaris van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau dezelfde forfaitaire jaarlijkse toelage- en presentiegelden betaald, evenwel binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten.

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 10 november 1967 houdende oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, gewijzigd bij de wet van 7 juli 2002;2° het Bureau : het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau.

Art. 2.Overeenkomstig artikel 6 van de wet worden de volgende personen aangewezen als lid van de raad van bestuur van het Bureau : 1° de heer Johnny Demaiter als effectief lid;2° de heer Hugo Van Driessche als effectief lid;3° de heer Johan Heyman als plaatsvervangend lid;4° de heer Gilbert Van Den Bremt als plaatsvervangend lid.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 7 van de wet wordt de heer Johnny Demaiter aangewezen als lid van het bestendig comité van het Bureau.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 8 van de wet wordt de heer Herman Hooyberghs benoemd tot regeringscommissaris.

Art. 5.Aan de regeringscommissaris wordt een jaarlijkse forfaitaire toelage toegekend van 2.041,79 euro.

Art. 6.Aan de regeringscommissaris worden, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, presentiegelden toegekend van maximaal 68,06 euro per zitting.

Art. 7.De bedragen, genoemd in artikelen 5 en 6, zijn gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen (index 376,87 - vanaf 1 januari 2004) en worden als gevolg hiervan om de twee jaar herzien.

Art. 8.Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 tot aanduiding van de vertegenwoordiging van de Vlaamse Regering in het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid en de Zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 februari 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME

^