Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 februari 2011
gepubliceerd op 23 februari 2011

Besluit van de Vlaamse Regering over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties

bron
vlaamse overheid
numac
2011035139
pub.
23/02/2011
prom.
18/02/2011
ELI
eli/besluit/2011/02/18/2011035139/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties


De Vlaamse Regering, Gelet op het kader decreet van 22 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/06/2007 pub. 14/08/2007 numac 2007036209 bron vlaamse overheid Kaderdecreet inzake ontwikkelingssamenwerking sluiten inzake ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op het decreet van 9 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2010 pub. 28/07/2010 numac 2010035533 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010, artikel 67;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 20/10/2006 numac 2006036693 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het financieringsprogramma voor jongerenstages bij internationale organisaties sluiten betreffende het financieringsprogramma voor jongerenstages bij internationale organisaties;

Gelet op het ministerieel besluit van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/09/2006 pub. 20/10/2006 numac 2006036694 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit betreffende het financieringsprogramma voor jongerenstages bij internationale organisaties sluiten betreffende het financieringsprogramma voor jongerenstages bij internationale organisaties;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 december 2010;

Gelet op advies 49.087/3 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op advies 11/02 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 2 februari 2011;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid en van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het buitenlands beleid en de Europese aangelegenheden;2° stage : een onbezoldigde stage bij een internationale organisatie;3° kandidaat : een persoon die een beroep wil doen op een subsidie voor een stage;4° het departement : het Departement internationaal Vlaanderen.

Art. 2.§ 1. Stages bij de volgende vestigingen van internationale organisaties komen in aanmerking voor een subsidie : 1° binnen het systeem van de Verenigde Naties : a) het secretariaat, de programma's, de gezamenlijke programma's, de fondsen, de instituten en andere diensten van de Verenigde Naties die gevestigd zijn in New York, Genève, Wenen, Bonn en Nairobi;b) de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Internationale Telecommunicatie-Unie (ITU), de Wereldpostunie (UPU), de Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO) en de Wereldmeteorologische Organisatie (WMO), gevestigd in Genève;c) de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO), gevestigd in Parijs;d) de Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO), het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) en het voorbereidend comité van de Organisatie voor het Omvattend Verbod op Kernproeven (CTBTO), gevestigd in Wenen;e) de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), het Internationale Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD) en het Wereldvoedselprogramma (WFP), gevestigd te Rome;f) de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), gevestigd in Londen;g) de Wereldorganisatie voor Toerisme (UNWTO), gevestigd in Madrid;h) de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), het i) Internationaal Gerechtshof en de internationale strafgerechten gevestigd in Den Haag;i) het Internationaal Tribunaal voor het Recht van de Zee (ITLOS), gevestigd in Hamburg;j) de trainingsinstituten van de Verenigde Naties en de Internationale Arbeidsorganisatie, gevestigd in Turijn;k) het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de onderdelen van de Wereldbankgroep, gevestigd in Washington;l) de Internationale Organisatie voor Burgerluchtvaart (ICAO), gevestigd in Montréal;m) het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), gevestigd in Amman;n) de Universiteit van de Verenigde Naties, gevestigd in Tokyo;2° de Wereldhandelsorganisatie, de Internationale Organisatie voor Migratie, het Internationale Comité voor het Rode Kruis (ICRC) en de Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO), gevestigd in Genève;3° de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), gevestigd in Parijs, met inbegrip van het Agentschap voor Atoomenergie en het Internationaal Energieagentschap;4° de Raad van Europa, gevestigd in Straatsburg;5° de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, gevestigd in Wenen, met inbegrip van de diensten van de Vertegenwoordiger voor de Vrijheid van de Media, de Vertegenwoordiger inzake Nationale Minderheden in Den Haag en het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) in Warschau;6° de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD), gevestigd in Londen;7° de vestigingen van het Europees Ruimtevaartagentschap (ESA) in Europa;8° de Werelddouaneorganisatie en het secretariaat van de groep van Afrikaanse, Caribische en Pacifische staten (ACP-secretariaat), gevestigd in Brussel;9° de instellingen, organen en agentschappen van de Europese Unie;10° de instellingen van de Benelux-Unie en van de Benelux-Organisatie voor Intellectuele Eigendom, gevestigd in Brussel en Den Haag;11° de Nederlandse Taalunie, gevestigd in Den Haag;12° de Internationale Scheldecommissie, gevestigd in Antwerpen, de Internationale Maascommissie, gevestigd in Luik, en de Centrale Rijnvaartcommissie, gevestigd in Straatsburg;13° de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), gevestigd in Gaborone;14° de vestigingen en verbindingskantoren van de bovenvermelde organisaties in de partnerlanden van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking, vermeld in artikel 6 van het kader decreet van 22 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/06/2007 pub. 14/08/2007 numac 2007036209 bron vlaamse overheid Kaderdecreet inzake ontwikkelingssamenwerking sluiten inzake ontwikkelingssamenwerking;15° andere vestigingen en verbindingskantoren van de bovenvermelde organisaties, wanneer de stage verband houdt met een project of programma van de organisatie dat door de Vlaamse Gemeenschap wordt gefinancierd;16° de vestigingen en verbindingskantoren van de bovenvermelde organisaties in België. § 2. De volgende stages komen niet in aanmerking voor subsidiëring : 1° stages als medewerker van een lid of van een politieke fractie van een internationale parlementaire vergadering;2° stages die als doelstelling hebben om wetenschappelijk onderzoek te verrichten voor een internationale organisatie;3° stages op een permanente vertegenwoordiging bij een internationale organisatie. HOOFDSTUK 2. - Subsidiëring van stages bij internationale organisaties

Art. 3.Binnen de perken van de daartoe bestemde kredieten van de jaarlijks vastgelegde begroting zal een subsidie worden verstrekt om stage te lopen bij een internationale organisatie.

Art. 4.Voor elke subsidie om stage te lopen bij een internationale organisatie wordt een individueel subsidiebesluit genomen ten gunste van een kandidaat.

Een kandidaat die voldoet aan de voorwaarden van dit besluit kan via het elektronische formulier op de website van het departement een aanvraag indienen met het oog op het verkrijgen van een subsidie.

De aanvraag tot subsidiëring kan op zijn vroegst zes maanden voor de aanvang van de stage worden ingediend en moet ten laatste de dag voor de aanvang ervan ingediend worden.

Als de financiële middelen van de daartoe bestemde kredieten van de jaarlijks vastgelegde begroting nog niet zijn uitgeput, onderzoekt de minister of aan de voorwaarden van dit besluit is voldaan. HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor financiering van de kandidaat

Art. 5.Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten kandidaten voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° zij voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden door de internationale organisatie waar zij hun stage willen lopen;2° zij hebben een aanbod gekregen van de betrokken internationale organisatie om er een stage te lopen;3° zij hebben een diploma secundair onderwijs, uitgereikt door een door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming gefinancierde, gesubsidieerde of erkende instelling, of zij hebben aan een ambtshalve geregistreerde instelling als vermeld in artikel 7 van het decreet van 4 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2003 pub. 14/08/2003 numac 2003035868 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen sluiten betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, een diploma behaald van een bacheloropleiding of van een masteropleiding, die geaccrediteerd is, die erkend is als nieuwe opleiding, of die tijdelijk erkend is.4° zij hebben bij aanvang van de stage de leeftijd van 35 jaar nog niet bereikt.

Art. 6.De subsidieaanvraag moet de volgende documenten bevatten : 1° het ingevulde standaardformulier voor de subsidieaanvraag;2° een document, uitgaande van de internationale organisatie, waaruit blijkt dat de kandidaat een aanbod heeft gekregen om stage te lopen;3° een ingescande versie van een identiteitsbewijs van de kandidaat;4° een ingescande versie van het in artikel 5, 3°, bedoelde diploma. Onvolledige aanvragen worden als onontvankelijk beschouwd. De kandidaat wordt daarvan op de hoogte gebracht. HOOFDSTUK 4. - Omvang van de subsidiëring

Art. 7.§ 1. De subsidie geldt voor een maximumduur van zes maanden en een minimumduur van twee maanden.

Zij omvat een vergoeding voor de kosten van levensonderhoud en verblijf, en een reisvergoeding. Voor onvolledige stagemaanden wordt het bedrag a rato van het aantal stagedagen toegekend. § 2. Voor de kosten van levensonderhoud en verblijf wordt een bedrag per maand toegekend.

Voor stages in het Koninkrijk België wordt dit maandbedrag vastgesteld op 740 euro.

Voor stages in het Groothertogdom Luxemburg wordt dit maandbedrag vastgesteld op 1.000 euro.

Voor stages in andere staten wordt dit maandbedrag vastgesteld op 1.000 euro, waarop de in augustus van het voorgaande jaar vastgestelde coëfficiënt voor kosten van levensonderhoud en huisvesting van de International Civil Service Commission van de Verenigde Naties wordt toegepast, omgevormd met Brussel als uitgangspunt. De minister stelt jaarlijks bij besluit de gedetailleerde lijst van maandbedragen per bestemming vast.

Hetzelfde maandbedrag geldt voor de volledige gesubsidieerde periode, ook al strekt deze zich over twee kalenderjaren uit. § 3. De reisvergoeding geldt alleen voor stages buiten het Koninkrijk België en wordt per stage forfaitair vastgesteld op een eenmalig bedrag van 200 euro voor bestemmingen in Europa, waaronder wordt verstaan de lidstaten van de Raad van Europa, Wit-Rusland en Kosovo, en op een eenmalig bedrag van 500 euro voor bestemmingen in andere staten. HOOFDSTUK 5. - Uitbetaling en verantwoording van de subsidiering

Art. 8.De subsidie wordt uitbetaald in twee schijven.

Een eerste schijf van 85 % van de subsidie wordt uitbetaald na ontvangst van een officiële bevestiging van de aanvang van de stage.

Een tweede schijf ten bedrage van het saldo van de subsidie (15 %) wordt uitbetaald na afloop van de subsidieringsperiode en na ontvangst van de verantwoordingsstukken waaronder : een stageverslag en een door de stagebegeleider ingevulde vragenlijst.

Art. 9.De verantwoordingsstukken moeten binnen twee maanden na de definitieve beëindiging van de gesubsidieerde stageperiode worden ingediend.

Het departement verzendt een officiële aanmaning aan stagiairs die de verantwoordingsstukken niet tijdig indienen. Als de stagiair binnen vijftien kalenderdagen na verzending van de aanmaning nog altijd geen verantwoordingsstukken heeft ingediend, wordt de subsidie teruggevorderd.

Art. 10.Het is niet toegestaan om voor dezelfde stageperiode een financiële toelage te ontvangen van een andere Belgische of buitenlandse overheid of van de internationale organisatie zelf. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 11.De minister stelt modellen op voor : 1° een standaardformulier voor de subsidiëringsaanvraag;2° het subsidiebesluit met de voorwaarden tot subsidiëring;3° het stageverslag;4° de vragenlijst voor de stagebegeleider. Die formulieren worden ter beschikking gesteld op de website van het departement en worden op eenvoudig verzoek naar elke belangstellende gestuurd.

Art. 12.Telkens als de modellen, vermeld in artikel 13, een handtekening vereisen, moet het document dat elektronisch wordt ingediend, ofwel een gewone handtekening bevatten en ingescand worden, ofwel een elektronische handtekening bevatten.

Art. 13.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 20/10/2006 numac 2006036693 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het financieringsprogramma voor jongerenstages bij internationale organisaties sluiten betreffende het financieringsprogramma voor jongerenstages bij internationale organisaties;2° het ministerieel besluit van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/09/2006 pub. 20/10/2006 numac 2006036694 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit betreffende het financieringsprogramma voor jongerenstages bij internationale organisaties sluiten betreffende het financieringsprogramma voor jongerenstages bij internationale organisaties. Zij blijven evenwel uitwerking hebben op de financiering van stages die voor de inwerkingtreding van dit besluit een aanvang namen.

De financieringsperiode die al genoten is in het kader van die regelingen, wordt gelijkgesteld met een financieringsperiode in het kader van dit besluit.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor het buitenlands beleid en de Europese aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

In afwijking van artikel 4, derde lid, en van artikel 7, § 1, eerste lid, kunnen aanvragen tot subsidiëring van stages die reeds een aanvang namen in de periode van 1 januari 2011 tot de datum van bekendmaking van dit besluit, worden ingediend tot vijftien dagen na de bekendmaking van dit besluit. De financiering kan echter enkel betrekking hebben op de periode die ingaat op de datum van dit besluit.

Brussel, 18 februari 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET

^