Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 december 2008
gepubliceerd op 03 februari 2009

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake topsport

bron
vlaamse overheid
numac
2009035068
pub.
03/02/2009
prom.
19/12/2008
ELI
eli/besluit/2008/12/19/2009035068/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake topsport


De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding, artikel 2, 9°, artikel 4, gewijzigd bij het decreet van 24 december 2004, artikel 18 en 26;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot omvorming van de Vlaamse Openbare Instelling Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie tot het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Bloso, artikel 5, eerste lid, 6° en 7°, vervangen bij het decreet van 5 mei 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake topsport, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 en 16 september 2005;

Gelet op het advies van de Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 20 oktober 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 6 november 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 december 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding;2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven;3° het Bloso : het agentschap ter Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, meer bepaald de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap, vermeld in het decreet;4° de Vlaamse Trainersschool : het samenwerkingsverband tussen het Bloso, de topsportmanager, de universitaire opleidingsinstituten Lichamelijke Opvoeding, de Vlaamse Hogescholen Lichamelijke Opvoeding en de erkende Vlaamse sportfederaties, dat sportkaderopleidingen organiseert in Vlaanderen, afgekort VTS;5° de sportfederatie : de Vlaamse unisportfederatie die in het kader van het decreet gesubsidieerd wordt voor de uitvoering van de basisopdrachten en die een beleid inzake topsport voert dat past in het topsportbeleid, vermeld in artikel 2, 9°, van het decreet;6° de topsporttakkenlijst : de nominatieve lijst van sporttakken, opgesteld conform artikel 2, 9°, van het decreet, die als bijlage I, bij dit besluit is gevoegd;7° olympiade : de periode van vier jaar die begint op 1 januari van het jaar na de Olympische Zomerspelen, en die eindigt op 31 december van het jaar van de Olympische Zomerspelen;8° het globaal topsportconvenant : de overeenkomst, gesloten op 25 maart 1998, aangepast op 25 juni 2004 en 1 mei 2007, die een doorgedreven topsportopleiding voor jongeren in combinatie met een volwaardige schoolse vorming tot voorwerp heeft;9° het bijzonder convenant : onderdeel van het topsportconvenant, afgesloten tussen de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, de betrokken sportfederatie en de betrokken school, dat de in overleg afgesproken modaliteiten ter uitvoering van het globaal topsportconvenant bevat, alsook de wederzijdse rechten en plichten van alle ondertekende partijen;10° de selectiecommissie : de commissie die krachtens het globaal topsportconvenant de leerling-topsporter selecteert met het oog op de toekenning van een topsportstatuut;11° de leerling-topsporter : de topsporter aan wie, op basis van de normen die de selectiecommissie bepaalt, een topsportstatuut wordt toegekend en die is ingeschreven in een topsportschool;12° de keuringscentra : de medische keuringscentra, vermeld in artikel 19 van het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening;13° het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 tot vaststelling van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding;14° de Stuurgroep Topsport : de stuurgroep voor het integrale Vlaamse topsportbeleid, vermeld in artikel 9 van het decreet van 7 mei 2004 tot omvorming van de Vlaamse Openbare Instelling Commisariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie tot het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Bloso;15° het BOIC : het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité dat de topsporters selecteert die deelnemen aan de Olympische Spelen, de Paralympische Spelen, de Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en de Wereldspelen;16° topsportpiramide : de populatie (huidige en toekomstige) topsporters binnen een bepaalde sporttak, op wie het topsportbeleid van de sportfederatie gericht is.Het gaat om elitesporters, beloftevolle jongeren en jonge topsporttalenten. HOOFDSTUK II. - De sporttakken die voor topsport in aanmerking komen en de indeling in categorieën

Art. 2.§ 1. De sporttakken die zijn opgenomen in het topsportbeleid, vermeld in artikel 2, 9°, van het decreet, worden per olympiade op voorstel van het Bloso na advies van de Stuurgroep Topsport, vastgelegd door de Vlaamse Regering en ingedeeld in vier categorieën, als vermeld in artikel 18 van het decreet.

Deze indeling geschiedt op basis van de volgende criteria : 1° de mate van uitbouw van de topsportstructuur, de begeleiding en het topsportbeleid die worden beoordeeld op basis van : a) de uitbouw van de sporttechnische, medische, paramedische en sportpsychologische omkadering en begeleiding;b) de invulling van de topsportpiramide;c) het vastleggen van een leer- en begeleidingsmethodiek, het technische, tactische, conditionele en mentale niveau en het trainingsvolume per leeftijdscategorie;d) de uitgewerkte trainingsopleiding en bijscholing, die beantwoordt aan de kwaliteitseisen en de noden inzake topsport;2° de door de elitesporters en de beloftevolle jongeren op internationaal vlak geleverde sportprestaties, die worden geëvalueerd op basis van hetzij de behaalde medailles, finaleplaatsen en halve finaleplaatsen op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereldspelen, Wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen, hetzij de rangschikking op wereldniveau;3° de uitstraling van de sporttak in het binnenland, meer bepaald de mate van beoefening en populariteit van de sporttak, alsook de mate van bekendheid van de topsporters bij het grote publiek;4° de uitstraling van de sporttak in het buitenland, meer bepaald de mate van beoefening van de sporttak, wereldwijd. § 2. Er wordt voor topsporters met een handicap in een aparte categorie voorzien. § 3. Voor de sporttakken die niet behoren tot de categorieën, vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2, maar die wel beoefend worden door topsporters die aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen deelnemen, wordt in een afzonderlijke categorie voorzien.

Art. 3.De Vlaamse Regering kan jaarlijks, op voorstel van het Bloso, na advies van de Stuurgroep Topsport, een sporttak die door een sportfederatie wordt aangeboden, toevoegen aan de topsporttakkenlijst en indelen in een categorie. De sporttak wordt toegevoegd voor de resterende duur van de lopende olympiade.

Art. 4.De sportfederatie die een sporttak aanbiedt die opgenomen is in de topsporttakkenlijst en die voldoet aan de algemene subsidiëringsvoorwaarden, heeft recht op een subsidie : 1° voor de voorbereiding en de deelname aan internationale wedstrijden, de structurele topsportwerking, de begeleiding en omkadering van geregistreerde elitesporters, beloftevolle jongeren en jonge topsporttalenten en voor programma's van talentdetectie en talentontwikkeling aanvullend op de werking van de topsportschool;2° voor de voorbereiding en de deelname aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen van de gepreselecteerde en geselecteerde topsporters, als die sportfederatie bovendien voldoet aan de bijzondere voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III, afdeling II;3° voor de participatie in een topsportschool, als die sportfederatie bovendien voldoet aan de bijzondere voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III, afdeling III;4° voor de organisatie van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, als die sportfederatie bovendien voldoet aan de bijzondere voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III, afdeling IV. De unisportfederatie die in het kader van het decreet gesubsidieerd wordt voor de uitvoering van de basisopdrachten en die een sporttak aanbiedt die is opgenomen in bijlage I in de afzonderlijke categorie 6°, komt in aanmerking voor een subsidie voor deelname aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen als ze voldoet aan de bijzondere voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III, afdeling II. HOOFDSTUK III. - Subsidiëringsvoorwaarden Afdeling I. - Algemene subsidiëringsvoorwaarden

Art. 5.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de subsidies voor topsport, vermeld in artikel 15, 3°, van het decreet, komt de facultatieve opdracht topsport afzonderlijk aan bod in het vierjaarlijkse beleidsplan, vermeld in artikel 2, 13°, van het decreet, overeenkomstig artikel 18 van het decreet en artikel 13, § 2, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit.

In het deel van het beleidsplan waarin de facultatieve opdracht topsport is uitgewerkt, moet de sportfederatie : 1° de evaluatie geven van de werking en de resultaten van de voorbije olympiade;2° aantonen hoe de sportfederatie een integraal topsportbeleid voert;3° de doelstellingen voor de olympiade inzake resultaten van elitesporters en beloftevolle jongeren op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD), Wereldspelen, Wereldkampioenschappen, Europese kampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden weergeven;4° de topsportstructuur binnen de sportfederatie om die doelstellingen te bereiken weergeven.Het gaat om de topsportcommissie, coördinator(en), trainers, andere trainingstechnische en medisch/paramedische omkadering en in voorkomend geval de rol van de topsportschool (en/of ander talentontwikkelingsproject) in dit geheel; 5° een nominatieve lijst van elitesporters, beloftevolle jongeren en geïdentificeerde topsporttalenten indienen;6° het project of de werking inzake talentdetectie weergeven, gericht op het identificeren van jonge topsporttalenten;7° de begroting voor de olympiade voor de structurele topsportwerking indienen. § 2. Overeenkomstig artikel 13, § 3, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit, moet de sportfederatie in het jaarlijks actieplan de facultatieve opdracht topsport afzonderlijk aan bod laten komen.

In het deel van het jaarlijks actieplan waarin de facultatieve opdracht topsport is uitgewerkt, moet de sportfederatie : 1° de doelstellingen voor het komende jaar wat de resultaten betreft van elitesporters en beloftevolle jongeren op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD), Wereldspelen, Wereldkampioenschappen, Europese kampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden weergeven;2° een aangepaste lijst indienen met de namen van de voorgestelde elitesporters, beloftevolle jongeren en geïdentificeerde topsporttalenten;3° het topsportprogramma indienen met de omschrijving van de voorbereiding en deelname aan internationale wedstrijden van de elitesporters, beloftevolle jongeren en geïdentificeerde topsporttalenten;4° het topsportprogramma indienen met de omschrijving van het project van talentdetectie buiten de topsportschool;5° de topsportbegroting indienen;6° zo nodig een programma indienen voor de voorbereiding en de deelname aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen;7° zo nodig een jaarlijks actieplan voor de topsportschool indienen waarin de sportfederatie participeert, met : a) een beschrijving van de wijze waarop de sportfederatie de topsportschool ondersteuning biedt;b) de begroting voor de topsportschool;8° zo nodig een programma indienen voor de organisatie van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. § 3. Het deel van het jaarlijks actieplan waarin de facultatieve opdracht topsport is uitgewerkt dient als basis voor het afsluiten van een convenant als vermeld in artikel 18 van het decreet. Dat convenant wordt jaarlijks en na bespreking gesloten tussen de sportfederatie en de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 6.De resultaten van de beleidsplannen inzake de facultatieve opdracht topsport van de sportfederaties worden geëvalueerd met het oog op beleidsaanpassingen in een volgende subsidieperiode.

Art. 7.Om in aanmerking te komen voor de subsidies voor topsport moet de sportfederatie een topsportcommissie oprichten. Die topsportcommissie heeft minimaal de volgende bevoegdheden inzake topsport : het opstellen, voorstellen en verdedigen van het vierjaarlijkse beleidsplan en jaarlijkse actieplan topsport bij de raad van bestuur van de sportfederatie, en het uitvoeren, opvolgen en bijsturen van het beleids- en actieplan.

De topsportcommissie wordt voorgezeten door de coördinator topsport of door de sporttechnische coördinator, als de sportfederatie niet beschikt over een coördinator topsport. De commissie bestaat verder minstens uit de sporttechnische coördinator, een vertegenwoordiger van de topsporters, een vertegenwoordiger van de topsporttrainers en een vertegenwoordiger van de medische, paramedische en mentale omkadering van de topsporters.

Art. 8.De coördinator topsport beschikt minimaal over het diploma van hoger secundair onderwijs, uitgereikt door een instelling die door het Ministerie van Onderwijs en Vorming werd erkend, en het getuigschrift/diploma Trainer A in de betrokken sporttak, uitgereikt of geassimileerd door de VTS. Als de sportfederatie een coördinator topsport met een diploma of getuigschrift wil laten subsidiëren dat niet binnen de Vlaamse Gemeenschap is verworven, moet de sportfederatie de gelijkwaardigheid van de verworven beroepskwalificatie laten vaststellen door de daartoe bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap. De gelijkwaardigheid kan worden vastgesteld uit een vergelijking van de bekwaamheden die blijken uit de diploma's, certificaten en andere titels en de relevante ervaring.

Als de sportfederatie een coördinator topsport wil laten subsidiëren, moet dat personeelslid over een positief advies van het Bloso beschikken. Daarbij zal het Bloso rekening houden met de topsportervaring, met de pedagogische ervaring, met elders verworven competenties en met de behaalde resultaten inzake topsport.

Voor de berekening van de geldelijke anciënniteit van de coördinator topsport wordt de anciënniteit vastgelegd door het Bloso die hierbij rekening houdt met de topsportervaring, met elders verworven competenties en met de behaalde resultaten inzake topsport. Afdeling II. - Bijzondere voorwaarden, opgelegd aan de sportfederaties

voor het verkrijgen van subsidies voor de voorbereiding en de deelname aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen

Art. 9.Om voor subsidies voor voorbereiding en deelname aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen in aanmerking te komen, moeten de sportfederaties beschikken over gepreselecteerden of geselecteerden voor de desbetreffende wedstrijden. Afdeling III. - Bijzondere voorwaarden, opgelegd aan de

sportfederaties voor het verkrijgen van subsidies voor de participatie in een topsportschool

Art. 10.Om voor subsidies voor de participatie in een topsportschool in aanmerking te komen, moeten de sportfederaties aan de volgende aanvullende voorwaarden voldoen : 1° de sportfederatie moet een bijzonder convenant ondertekenen in de zin van artikel 1, 9°;2° de sportfederatie moet beschikken over leerling-topsporters voor het volgende schooljaar die : a) geselecteerd zijn door de selectiecommissie, vermeld in artikel 1, 10°, op grond van de prestaties tijdens het lopende en het voorgaande schooljaar, en vastgesteld volgens de selectiecriteria van de selectiecommissie op voorstel van de sportfederatie;b) medisch geschikt zijn bevonden voor topsport en in het bezit zijn van een medisch geschiktheidsattest, dat werd uitgereikt door een van de keuringscentra, vermeld in artikel 1, 12°;3° de sportfederatie moet beschikken over lesgevers die in het bezit zijn van : a) één van de volgende kwalificaties : licentiaat Lichamelijke Opvoeding/master in de Lichamelijke Opvoeding en de bewegingswetenschappen met aggregatie voor het hoger secundair onderwijs of regent Lichamelijke Opvoeding/bachelor in het onderwijs : secundair onderwijs met onderwijsvak Lichamelijke Opvoeding of een erkend pedagogisch diploma;b) een sporttechnische kwalificatie : trainer A in de betrokken sporttak of geassimileerd van de VTS.Als er nog geen VTS trainer A-opleiding in de betrokken sporttak bestaat, moet de betrokken sportfederatie binnen de vier jaar die opleiding binnen de VTS uitwerken.

Als de sportfederatie een lesgever met een diploma of getuigschrift wil laten subsidiëren dat niet binnen de Vlaamse Gemeenschap is verworven, moet de sportfederatie de gelijkwaardigheid van de verworven beroepskwalificatie laten vaststellen door de daartoe bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap. De gelijkwaardigheid kan worden vastgesteld uit een vergelijking van de bekwaamheden die blijken uit de diploma's, certificaten en andere titels en de relevante ervaring.

De lesgevers die niet over het vereiste pedagogische diploma beschikken, moeten dat behalen binnen drie jaar na hun aanstelling.

Een deelattest module B of C van het getuigschrift pedagogische bekwaamheid, specifiek georganiseerd in functie van de pedagogische begeleiding in topsportscholen, komt voor die lesgevers eveneens in aanmerking als pedagogische kwalificatie. Afdeling IV. - Bijzondere voorwaarden, opgelegd aan de sportfederaties

voor het verkrijgen van subsidies voor het organiseren van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden

Art. 11.Om voor subsidies voor het organiseren van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden in aanmerking te komen, moeten de sportfederaties aan de volgende aanvullende voorwaarden voldoen : 1° de sportfederatie zelf treedt op als organisator;2° de wedstrijden vinden plaats in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° alleen de organisatie van de wedstrijden voor junioren en senioren komt in aanmerking;4° de betrokken discipline of disciplines komen voor op de topsporttakkenlijst;5° de organisatie is gericht op de deelname van Vlaamse elitesporters of beloftevolle jongeren, binnen het kader van hun topsportprogramma. HOOFDSTUK IV. - Aard en wijze van subsidiëring Afdeling I. - Toekenning en aanwending van subsidies voor de

voorbereiding en deelname aan internationale wedstrijden, de structurele topsportwerking, de begeleiding en omkadering van geregistreerde elitesporters, beloftevolle jongeren en jonge topsporttalenten en voor programma's van talentdetectie en talentontwikkeling aanvullend op de werking van de topsportschool

Art. 12.§ 1. De subsidies voor de voorbereiding en deelname aan internationale wedstrijden, de structurele topsportwerking, de begeleiding en omkadering van geregistreerde elitesporters, beloftevolle jongeren en jonge topsporttalenten en voor programma's van talentdetectie en talentontwikkeling aanvullend op de werking van de topsportschool worden overeenkomstig de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 26, § 2, van het decreet, als volgt toegekend aan de sportfederaties : 1° voor elke sporttak, ingedeeld in categorie I : maximaal een bedrag van 350.000 euro (driehonderdvijftigduizend euro); 2° voor elke sporttak, ingedeeld in categorie II : maximaal een bedrag van 225.000 euro (tweehonderdvijfentwintigduizend euro); 3° voor elke sporttak, ingedeeld in categorie III : maximaal een bedrag van 120.000 euro (honderdtwintigduizend euro); 4° voor elke sporttak, ingedeeld in categorie IV : maximaal een bedrag van 65.000 euro (vijfenzestigduizend euro); 5° voor de gehandicaptensport : maximaal een bedrag van 350.000 euro (driehonderdvijftigduizend euro).

De kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring, worden vermeld in bijlage II, deel I, die bij dit besluit is gevoegd. § 2. Voor de berekening van de subsidies komen alleen de kosten, vermeld in bijlage II, deel I, die bij dit besluit is gevoegd, in aanmerking, die zijn vastgelegd in het convenant tussen de sportfederatie en de Vlaamse Gemeenschap. Het Bloso legt de wijze vast waarop die kosten voor de berekening van de subsidies in het rekeningstelsel opgenomen moeten worden. Afdeling II. - Tegemoetkoming in de kosten voor de voorbereiding en

deelname van topsporters aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen

Art. 13.§ 1. Voor de financiering van de voorbereiding van topsporters aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen komt het Bloso jaarlijks voor een totaal bedrag van maximaal 175.000 euro (honderdvijfenzeventigduizend euro) tegemoet in de door de sportfederaties gedragen kosten. § 2. Voor de voorbereiding van topsporters die deelnemen aan de wedstrijden, vermeld in paragraaf 1, komen dezelfde kosten voor voorbereiding in aanmerking als vermeld in bijlage II, deel I, die bij dit besluit is gevoegd. § 3. Voor de financiering van de voorbereiding en deelname van topsporters aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen komt het Bloso in een niet-Olympisch jaar voor een totaal bedrag van maximaal 400.000 euro (vierhonderdduizend euro) tegemoet in de hiervoor door het BOIC gedragen kosten. In een Olympisch jaar wordt dat bedrag opgetrokken tot maximaal 800.000 euro (achthonderdduizend euro). Die financiering kan pas worden toegekend na het afsluiten van een samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en het BOIC. § 4. De kosten die in aanmerking komen voor de financiering, vermeld in paragraaf 3, worden vermeld in bijlage II, deel II, die bij dit besluit is gevoegd. § 5. Voor de berekening van de subsidies komen alleen de kosten, vermeld in bijlage II, deel I, respectievelijk deel II, die bij dit besluit is gevoegd, in aanmerking, die zijn vastgelegd in het convenant tussen de sportfederatie en de Vlaamse Gemeenschap. Het Bloso legt de wijze vast waarop die kosten voor de berekening van de subsidies in het rekeningstelsel opgenomen moeten worden. Afdeling III. - Toekenning van subsidies aan de sportfederaties die

participeren in een topsportschool

Art. 14.Jaarlijks wordt aan de sportfederaties een subsidie voor de participatie in een topsportschool toegekend naar rato van het beschikbare bedrag in de goedgekeurde Bloso-begroting : 1° maximaal 25 percent van dat bedrag wordt toegekend naar rato van het aantal leerlingen-topsporters in een topsportschool;2° minimaal 75 percent van dat bedrag wordt toegekend naar rato van de kosten, vermeld in bijlage II, deel III. Voor de berekening van de subsidies komen alleen de kosten, vermeld in bijlage II, deel III, die bij dit besluit is gevoegd, in aanmerking, die zijn vastgelegd in het convenant tussen de sportfederatie en de Vlaamse Gemeenschap. Het Bloso legt de wijze vast waarop die kosten voor de berekening van de subsidies in het rekeningstelsel opgenomen moeten worden. Afdeling IV. - Tegemoetkoming in de kosten voor het organiseren van

Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden

Art. 15.De voor subsidiëring in aanmerking komende kosten voor het organiseren van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, worden vermeld in bijlage II, deel IV, die bij dit besluit is gevoegd.

Voor de berekening van de subsidies komen alleen de kosten, vermeld in bijlage II, deel IV, die bij dit besluit is gevoegd, in aanmerking, die zijn vastgelegd in het convenant tussen de sportfederatie en de Vlaamse Gemeenschap. Het Bloso legt de wijze vast waarop die kosten voor de berekening van de subsidies in het rekeningstelsel opgenomen moeten worden.

Voor de financiering van de organisatie van deze wedstrijden komt het Bloso tegemoet in de door de sportfederatie gedragen kosten, vermeld in het eerste lid, voor een bedrag van maximaal 30.000 euro (dertigduizend euro) voor Wereldkampioenschappen, maximaal 15.000 euro (vijftienduizend euro) voor Europese Kampioenschappen en maximaal 7.500 euro (zevenduizendvijfhonderd euro) voor Wereldbekerwedstrijden. HOOFDSTUK V. - Procedure voor de aanvraag van subsidies

Art. 16.De subsidiëringsprocedure verloopt conform de procedure, vermeld in hoofdstuk V, afdeling I, II en III, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit.

De sportfederatie stuurt de documenten, vermeld in artikel 5, § 1 en § 2, samen met de subsidiëringsaanvraag uiterlijk op 1 september aangetekend naar het Bloso. HOOFDSTUK VI. - Verificatie en afrekening, en inspectie Afdeling I. - Verificatie en afrekening

Art. 17.De verificatie en afrekening verloopt conform de procedure, vermeld in hoofdstuk V, afdeling IV, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit. Afdeling II. - Inspectie op de uitvoering van het convenant tussen de

sportfederatie en de Vlaamse Gemeenschap

Art. 18.Het Bloso kan op elk ogenblik een inspectie uitvoeren over de wijze waarop het convenant, vermeld in artikel 5, § 3, wordt uitgevoerd tijdens het werkingsjaar. HOOFDSTUK VII. - Wijze en tijdstip van uitbetaling

Art. 19.§ 1. De subsidies, vermeld in artikel 12 en 14, worden als volgt uitbetaald : per trimester wordt een voorschot uitbetaald. Elk voorschot bedraagt 22,5 percent van de subsidies die toegekend werden voor het voorlaatste werkjaar, voorafgaand aan het begrotingsjaar.

Voor sportfederaties die tijdens het voorlaatste werkjaar, voorafgaand aan het begrotingsjaar, geen subsidies hebben ontvangen, bedraagt elk voorschot 20 percent van de subsidies waarop de sportfederatie aanspraak kan maken op basis van de ingediende subsidiëringsaanvraag voor het begrotingsjaar.

Het saldo van de subsidies wordt uitbetaald vóór 1 juli van het jaar dat volgt op het gesubsidieerde activiteitenjaar, nadat het Bloso de uitgaven die in het voorbije jaar gedaan werden en de voorgelegde betalingsbewijzen heeft goedgekeurd. § 2. De subsidies, vermeld in artikel 13, § 1, en artikel 15, worden als volgt uitbetaald : per trimester wordt een voorschot uitbetaald.

Elk voorschot bedraagt 20 percent van de toegekende subsidies.

Het saldo van de subsidies wordt uitbetaald vóór 1 juli van het jaar dat volgt op het gesubsidieerde activiteitenjaar, nadat het Bloso de uitgaven die in het voorbije werkjaar gedaan werden en de voorgelegde betalingsbewijzen heeft goedgekeurd. § 3. De financiering van de kosten, vermeld in artikel 13, § 3, wordt jaarlijks aan het BOIC uitbetaald na voorlegging en controle van de afrekeningsstukken van de door het Bloso aanvaarde uitgaven betreffende de voorbereiding en deelname aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen. HOOFDSTUK VIII. - Communicatie

Art. 20.De gesubsidieerde sportfederatie verbindt er zich toe om in alle communicatie over topsport de steun van de Vlaamse overheid als volgt te vermelden : het standaardlogo van "Topsport Vlaanderen" wordt op elke mededeling, verklaring, publicatie en presentatie - ongeacht de drager - en bij publieksmomenten vermeld. Voor publieksmomenten worden aanvullende communicatieve afspraken gemaakt over het gebruik van banners, spandoeken en vlaggen van Topsport Vlaanderen. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 21.Het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake topsport, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 en 16 september 2005, wordt opgeheven.

Art. 22.In afwijking van artikel 16 zijn, voor de sportfederaties die reeds erkend zijn of die uiterlijk op 1 september 2008 een erkenningsaanvraag hebben ingediend of die overeenkomstig artikel 58 van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit een erkenningsaanvraag hebben ingediend en die in aanmerking willen komen voor subsidiëring voor de facultatieve opdracht topsport voor het jaar 2009, de volgende regels van toepassing : 1° in afwijking van artikel 22, § 1, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit, wordt de aanvraag tot subsidiëring voor het jaar 2009 ingediend uiterlijk op 22 december 2008;2° in afwijking van artikel 22, § 3, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit brengt het Bloso voor 5 januari 2009 de sportfederaties op de hoogte die een onontvankelijke aanvraag hebben ingediend;3° in afwijking van artikel 23, § 1, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit brengt het Bloso voor 15 januari 2009 advies uit bij de minister over de sportfederaties die gesubsidieerd kunnen worden;4° in afwijking van artikel 23, § 2, van het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit deelt de minister voor 15 februari 2009 zijn beslissing mee om de sportfederatie al dan niet te subsidiëren.

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 24.De Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 december 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

Bijlage I Subsidieerbare sporttakken topsport met hun disciplines zoals bepaald in artikel 2, 9°, van het decreet - Olympiade London 2009-2012 : 1° Categorie I : maximaal 350.000 EUR (driehonderd vijftig duizend euro) per sporttak : - Atletiek : sprintnummers en kampnummers (Olympische disciplines) - Basketbal - Gymnastiek : artistieke gymnastiek (Olympisch), acro-gym (Wereldspelen) - Judo - Tennis : dames en heren : enkel, dubbel en dubbel gemengd - Volleybal : zaalvolleybal, beachvolleybal - Wielrennen : wegwielrennen, piste, mountainbike, bmx (Olympische disciplines) - Zwemmen : Olympische zwemafstanden (zwembad en open water) 2° Categorie II : maximaal 225.000 EUR (tweehonderd vijfentwintig duizend euro) per sporttak : - Kajak : lijnvaren (sprint : 200, 500 en 1000m) - Paardrijden : jumping, dressuur, eventing - Roeien - Triatlon en Duatlon : triatlon-olympische afstand, triatlon-lange afstand, duatlon - Zeilen : zeilen en windsurfen (Olympische klassen) 3° Categorie III : maximaal 120.000 EUR (honderd twintig duizend euro) per sporttak : - Badminton : enkel en dubbel : dames, heren en gemengd - Handbal - Ski en Snowboard : snowboard half pipe (Olympisch), snowboard big air (niet Olympisch) - Tafeltennis : dames en heren : enkel, dubbel en team 4° Categorie IV : maximaal 65.000 EUR (vijfenzestigduizend euro) per sporttak : - Handboogschieten : doelschieten (Olympisch), field - Ju-Jitsu : fighting en duo-systems (Wereldspelen) - Korfbal - Rolschaatsen : snelschaatsen - Schermen : degen, floret, sabel - Squash - Taekwondo : sparring (Olympisch) 5° Aparte categorie : maximaal 350.000 EUR (driehonderd vijftig duizend euro) : - Gehandicaptensport : disciplines Paralympische Spelen 6° Aparte categorie : - Sporttakken die niet behoren tot punt 1° tot en met 5° maar die wel door topsporters worden beoefend die deelnemen aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008, tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake topsport.

Brussel, 19 december 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

Bijlage II. Subsidieerbare kosten inzake topsport Deel I. Kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring voor de voorbereiding van en de deelname aan internationale wedstrijden, de structurele topsportwerking, de begeleiding en omkadering van geregistreerde elitesporters, beloftevolle jongeren en jonge topsporttalenten en voor programma's van talentdetectie en talentontwikkeling buiten de topsportschool : - de verplaatsingskosten van elitesporters, beloftevolle jongeren en jonge topsporttalenten, de coördinator topsport, de sporttechnisch coördinator, trainers, gasttrainers, medici, paramedici, sportpsychologen en vaste begeleiders; - de verblijfkosten van elitesporters, beloftevolle jongeren en jonge topsporttalenten, de coördinator topsport, de sporttechnisch coördinator, trainers, gasttrainers, medici, paramedici, sportpsychologen en vaste begeleiders; - de kosten voor personeel, verplaatsing, verblijf en materiaal verbonden aan het programma van talentdetectie en talentontwikkeling buiten de topsportschool; - de huurgelden van de sportaccommodaties; - de kosten voor materiaal en sportmateriaal, ten belope van maximum 20 percent van de totaal toegekende subsidies, waarvan de afschrijvingstermijn vooraf in het convenant met het Bloso is vastgelegd. Voor de sporttakken met uitzonderlijk hoge materiaalkosten eigen aan de sporttak, kan een hoger percentage worden vastgelegd op basis van een gemotiveerde aanvraag en schriftelijk akkoord van het Bloso; - het subsidieerbare gedeelte van de bezoldiging van de vaste sporttechnische medewerkers in voltijds dienstverband, die niet gesubsidieerd worden via de basissubsidies, genoemd in artikel 9, 1°, van het decreet, bedraagt ten hoogste 50 percent van de bezoldiging berekend overeenkomstig artikel 28 en 29 het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit.

De bezoldiging van de occasionele medewerkers wordt bepaald overeenkomstig de categorie waartoe de betrokkene behoort volgens de in deel V opgenomen bezoldigingstabel. De uurlonen tegen 100 percent vermeld in de als bijlage opgenomen bezoldigingstabel, zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 van 1 januari 1990. Deze uurlonen worden jaarlijks op 1 januari van het kalenderjaar aangepast aan het spilindexcijfer.

Alle sporttechnische medewerkers dienen in het bezit te zijn van een sporttechnische kwalificatie : minimaal het VTS-getuigschrift/diploma van trainer B of geassimileerd, in de betrokken sporttak. De medici en de paramedici worden vergoed volgens de geldende RIZIV-nomenclatuur; - de specifieke kosten eigen aan de sporttak, die worden opgenomen in het convenant tussen de sportfederatie en het Bloso. - inschrijvingsgelden of bijdragen om te kunnen deelnemen aan internationale wedstrijden.

Deel II. Kosten die in aanmerking komen voor de financiering van de kosten van de voorbereiding en deelname van geselecteerde topsporters aan Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen via het BOIC : - verplaatsingskosten van de topsporters; - verplaatsingskosten van de sporttechnische, medische en paramedische begeleiders, sportpsychologen en verplichte juryleden in functie van het aantal geselecteerde topsporters per sportfederatie; - verblijfskosten van de topsporters; - verblijfskosten van de sporttechnische, medische en paramedische begeleiders, sportpsychologen en verplichte juryleden in functie van het aantal geselecteerde topsporters per sportfederatie; - kosten voor vervoer van persoonlijk (sport)materiaal dat nodig is om te kunnen deelnemen aan stages en wedstrijden; - verzekeringskosten voor de topsporters en hun (sport)materiaal; - verzekeringskosten voor de sporttechnische, medische en paramedische begeleiders, sportpsychologen en verplichte juryleden in functie van het aantal geselecteerde topsporters per sportfederatie; - inschrijvingsgelden of bijdragen om te kunnen deelnemen aan desbetreffende wedstrijden in functie van het aantal geselecteerde topsporters per sportfederatie.

Deel III. Kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring voor de participatie in een topsportschool, zoals bepaald in artikel 14, eerste lid, 2° : - 90 percent van het brutosalaris, het vakantiegeld, de eindejaarsuitkering en de bijdrage krachtens het wettelijke stelsel van de sociale voorzieningen van de gekwalificeerde lesgevers overeenkomstig het diploma of getuigschrift van de betrokkenen en de, daarbijhorende salarisschalen, bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende de vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid. Voor de berekening van de subsidies worden de salarisschalen jaarlijks op 1 januari van het kalenderjaar aangepast aan het spilindexcijfer. Voor de berekening van de geldelijke anciënniteit wordt rekening gehouden met de anciënniteit opgebouwd in de topsportschool of een gelijkwaardige topsportschool in de andere gemeenschappen of in een andere lidstaat van de EU; - het huurgeld voor de sportinfrastructuur die niet beschikbaar is in de school en die van derden wordt afgehuurd; - de verplaatsingskosten van de leerlingen-topsporters van de school naar de sportinfrastructuur en de verplaatsingskosten van de lesgevers; - de kosten voor de medische en paramedische begeleiding en voor de begeleiding door de sportpsychologen; - de specifieke kosten eigen aan de sporttak waarvoor met het Bloso een overeenkomst werd bereikt.

Deel IV. Kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring voor het organiseren van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad : - publiciteitskosten : zoals kosten voor de aanmaak en verspreiding van affiches, brochures, strooibrieven, speciaal voor de manifestatie gerealiseerde persmappen, briefomslagen, aankondigingen in kranten, weekbladen en reclamebladen, publiciteitsspots op radio en televisie en andere publiciteitskosten; - kosten voor de huur en het onderhoud : zoals huur en onderhoud van sportinfrastructuur en kleedkamers, huur van wagens, huur van sportmateriaal, huur van een geluidsinstallatie die nodig is voor de realisatie van het sportgedeelte, huur van een lichtinstallatie die nodig is voor de realisatie van het sportgedeelte, huur van systemen voor tijdsopname en fotofinish en andere kosten voor huur en onderhoud; - verzekeringskosten : alle door de sportfederatie afgesloten polissen in verband met brand, materiaal, en burgerlijke aansprakelijkheid die uitsluitend betrekking hebben op de sportmanifestatie waarvoor subsidies worden aangevraagd en andere verzekeringskosten; - kosten voor het vervoer en de verplaatsingen in de periode van één dag vóór de sportmanifestatie tot één dag na de sportmanifestatie : van buitenlandse atleten, buitenlandse scheidsrechters en buitenlandse juryleden van het station of de luchthaven naar de plaats van overnachting en terug en van de plaats van overnachting naar de plaats waar de sportmanifestatie plaatsvindt en terug, van juryleden, van scheidsrechters en seingevers, vervoerskosten van sportmateriaal, aankoop van brandstof voor huurwagens en ter beschikking gestelde wagens en andere kosten voor het vervoer en de verplaatsingen; - kosten voor het verblijf, te rekenen vanaf de avond voor de sportmanifestatie tot en met de middag na de sportmanifestatie : overnachtingskosten voor atleten, juryleden en scheidsrechters, restaurantkosten voor atleten, juryleden en scheidsrechters en andere kosten voor het verblijf; - kosten voor medische hulpposten.

Deel V. Bezoldigingstabel voor de occasionele medewerkers in het kader van de subsidiëring van de facultatieve opdracht topsport

CATEGORIE

II

III

IV

V

Voor de occasionele medewerker met de specifieke functie van lesgever of trainer die in het bezit is van één van de volgende diploma's of getuigschriften :

? VTS-Instructeur B/Trainer B in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) ? Regent/bachelor L.O. ? Bijkomend voor de gehandicaptensport : gegradueerde/bachelor Kinesitherapie

? VTS-Trainer A in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) ? Regent/bachelor L.O. met Instructeur B/Trainer B diploma in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) ? Licentiaat/master L.O. ? Bijkomend voor de gehandicaptensport : gegradueerde/bachelor Kinesitherapie met Instructeur B/Trainer B diploma in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) en de licentiaat/master Kinesitherapie

? VTS-Toptrainer in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) ? Regent/bachelor L.O. met Trainer A diploma in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) ? Licentiaat/master L.O. met Instructeur B/Trainer B diploma in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) ? Bijkomend voor de gehandicaptensport : gegradueerde/bachelor Kinesitherapie met Trainer A diploma in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) en licentiaat/master Kinesitherapie met Instructeur B/Trainer B diploma in de betrokken sporttak (of geassimileerd*)

? Licentiaat/Master L.O. met Trainer A diploma in de betrokken sporttak (of geassimileerd*) ? Licentiaat/Master L.O. met sporttechnisch postgraduaat in de betrokken sporttak ? Bijkomend voor de gehandicaptensport : licentiaat/master Kinesitherapie met Trainer A diploma in de betrokken sporttak (of geassimileerd*)

Voor de occasionele medewerker met de specifieke functie van :

* Licentiaat/master in de psychologie


Brutojaarloon tegen 100%**

euro 16.900,00

euro 19.100,00

euro 21.100,00

euro 23.150,00

Geïndexeerd bruto-uurloon*** (sinds 1 oktober 2008)

euro 12,7084

euro 14,3627

euro 15,8666

euro 17,4082

Reisvergoeding per km (sinds 1 juli 2008)

euro 0,3093


* Zie de geactualiseerde assimilatietabel van de Vlaamse Trainersschool op de Bloso - website ** Het brutojaarloon tegen 100% is gebaseerd op de categorieën en de salarisschalen, vermeld in bijlage 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006 houdende organisatie van het Commissariaat-generaal voor de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel (Belgisch Staatsblad 23 maart 2006).

Het brutojaarloon tegen 100% is gekoppeld aan de spilindex 138,01 (1 januari 1990).

Het brutojaarloon tegen 100% wordt verhoogd met de lineaire loonsverhogingen die toegekend worden aan de ambtenaren van de Vlaamse overheid. *** geïndexeerd bruto-uurloon = (Het brutojaarloon tegen 100% + lineaire loonsverhogingen) x indexcoëfficiënt / 1976 Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake topsport.

Brussel, 19 december 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

^