Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 oktober 2005
gepubliceerd op 08 juni 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie

bron
vlaamse overheid
numac
2006035861
pub.
08/06/2006
prom.
21/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/21/2006035861/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 OKTOBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie


De Vlaamse Regering, Gelet op het artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het artikel 6, § 2, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 14 juli 2005;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 38.969/1, gegeven op 22 september 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het aangewezen is voor een efficiënte vervulling van sommige taken van beleidsuitvoering binnen het Vlaams ministerie van Werk en Sociale Economie, een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid op te richten;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming en de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Tewerkstellingsbeleid, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Beroepsomscholing en -bijscholing, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Sociale Promotie, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Sociale Economie. HOOFDSTUK II. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Art. 2.§ 1. Binnen het Vlaams ministerie van Werk en Sociale Economie wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, hierna het agentschap te noemen.

Alle officiële akten, officiële aankondigingen of andere officiële stukken, uitgaande van het agentschap, moeten de benaming van het agentschap vermelden, met onmiddellijk daarvoor of daarna, deze leesbaar en voluit geschreven woorden : « intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid van de Vlaamse overheid ».

Deze verplichting geldt niet voor informatieverstrekking om promotionele redenen of voorlichtingsredenen. § 2. Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Werk en Sociale Economie. Het agentschap wordt opgericht voor de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid. § 3. Het agentschap heeft een centrale zetel. De minister bepaalt de vestigingsplaats van de centrale zetel. Het hoofd van het agentschap kan beslissen één of meer vestigingen buiten de centrale zetel op te richten.

Art. 3.Het agentschap heeft als missie het duurzaam ondersteunen, versterken en stimuleren van de werkgelegenheid in de reguliere sector, de non-profitsector en in de sociale economie in Vlaanderen.

Het voert, door middel van labeling, erkenningen, vergunningen, subsidie- en andere maatregelen, de programma's inzake bevordering van de werkgelegenheid uit die de Vlaamse overheid beslist.

Art. 4.§ 1. Teneinde de in artikel 3 bedoelde missie waar te maken, staat het agentschap in voor volgende taken : 1° het uitvoeren van de Vlaamse maatregelen tot het bevorderen van de creatie van werkgelegenheid, hetzij door stimulering van de directe tewerkstelling, hetzij door steunverlening aan ondersteuningsstructuren, hetzij door toekenning van investeringssubsidies;2° het uitvoeren van maatregelen tot het reguleren van de arbeidsmarkt;3° het uitvoeren van maatregelen tot het faciliteren en reguleren van de in-, herin- of uittrede op de arbeidsmarkt en van de mobiliteit op de arbeidsmarkt;4° het opvolgen van de aanwending van de ingezette middelen voor de taken, bedoeld in 1° tot en met 3°;5° het verwerken en ter beschikking stellen van de uit de beleidsuitvoering verworven informatie met het oog op de beleidsvoorbereiding, beleidsadvisering en de beleidsevaluatie. De inspectie- en toezichtstaken met betrekking tot de taken, bedoeld in 1° tot en met 3°, worden uitgevoerd door het departement. § 2. Daarnaast voert het agentschap alle taken uit die kaderen binnen de missie, bedoeld in artikel 3, en bij decreet of door de Vlaamse Regering aan het agentschap worden toevertrouwd alsmede taken ingevolge afspraken met en op initiatief van het departement, de andere verzelfstandigde agentschappen en andere beleidsdomeinen.

Art. 5.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op namens de rechtspersoon Vlaamse Gewest en desgevallend de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK III. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 6.Het agentschap ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de minister.

Art. 7.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

De beheersovereenkomst, alsmede elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, wordt voorafgaandelijk aan de Vlaamse Regering ter goedkeuring voorgelegd, op voorstel van de minister.

Art. 8.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap. HOOFDSTUK IV. - Financiële middelen

Art. 9.De realisatie van de ontvangsten en de aanwending van de uitgavenkredieten door het agentschap gebeuren overeenkomstig de wetten op de rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991, de bepalingen van de begrotingsdecreten en gebeurlijke andere decreten, de delegatieregeling en de beheersovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Controle, opvolging en toezicht

Art. 10.De minister is verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap.

Art. 11.De daartoe aangewezen diensten van het Vlaams ministerie die instaan voor de financiële en budgettaire aangelegenheden, zijn bevoegd voor de financiële controle en de certificering van de rekeningen.

Art. 12.De minister kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 13.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Tewerkstellingsbeleid, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Beroepsomscholing en -Bijscholing, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Sociale Promotie, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Sociale Economie, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 oktober 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT

^