Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 oktober 2008
gepubliceerd op 03 december 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2008036360
pub.
03/12/2008
prom.
24/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/24/2008036360/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 74, vervangen bij het decreet van 14 februari 2003;

Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs XIII-Mozaïek, artikel IX.2, § 2;

Gelet op het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, artikel X.40 en X.42;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juni 2008;

Gelet op protocol nr. 669 van 10 juli 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op protocol nr. 434 van 10 juli 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het advies 45.093/1 van de Raad van State, gegeven op 2 oktober 2008, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 7, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007, worden een punt 8°bis, 8°ter en 8°quater ingevoegd, die luiden als volgt : « 8bis. een bekwaamheidsbewijs van het niveau PBA : een van de basisdiploma's, vermeld in artikel 6, punt 12 tot en met 42, met uitzondering van het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en vanaf 1 september 2000 het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, en vanaf 1 september 2002 het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs; 8ter. een bekwaamheidsbewijs van het niveau master : een van de basisdiploma's, vermeld in artikel 6, punt 1 tot en met 11; 8quater. een bekwaamheidsbewijs van het niveau secundair onderwijs : - een van de basisdiploma's, vermeld in artikel 6, punt 47 tot en met 56; - de studiebewijzen die hieronder vermeld zijn als ASBO, HSBO, HSTO en HSKO. »

Art. 2.In artikel 7, § 1, 13°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007, worden de woorden « Lichamelijke opvoeding-bewegingsrecreatie vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling » vervangen door de woorden « Lichamelijke opvoeding-bewegingsrecreatie vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling ».

Art. 3.In artikel 12, § 1, van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Voor de toepassing van voormelde bepaling worden niet als dienstonderbreking beschouwd : 1° de vakantieperioden;2° de loopbaanonderbreking;3° de militaire dienst;4° de perioden van wederoproeping;5° de ziekte- en bevallingsverloven;6° de borstvoedingsverloven;7° de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;8° de verloven van korte duur met behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;9° de verloven zonder behoud van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;10° een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren.»

Art. 4.In artikel 12quater van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De overgangsmaatregelen blijven behouden : - voor wat de vast benoemde personeelsleden betreft : zolang deze personeelsleden in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd; - voor wat de tijdelijke personeelsleden betreft : zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Voor de toepassing van deze bepaling worden niet als onderbreking beschouwd : 1° de vakantieperioden;2° de loopbaanonderbreking;3° de militaire dienst;4° de perioden van wederoproeping;5° de ziekte- en bevallingsverloven;6° de borstvoedingsverloven;7° de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;8° de verloven van korte duur met behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;9° de verloven zonder behoud van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;10° een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren.»

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 12quinquies.§ 1.Overgangsmaatregelen worden toegekend aan de personeelsleden die : 1° uiterlijk op 31 augustus 2008 vast benoemd waren in het ambt van kinderverzorger in het gewoon kleuteronderwijs en in het ambt van kinderverzorger in het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling;2° tijdens de schooljaren 2005-2006, 2006-2007 of 2007-2008 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast waren met een opdracht in het ambt van kinderverzorger in het gewoon kleuteronderwijs en in het ambt van kinderverzorger in het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling. § 2. De personeelsleden, vermeld in § 1, die op basis van de reglementering die van kracht was voor 1 september 2008, organiek of via overgangsmaatregelen, in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van kinderverzorger in het gewoon kleuteronderwijs en voor het ambt van kinderverzorger in het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling, en die vanaf 1 september 2008 geen vereist bekwaamheidsbewijs meer hebben, worden geacht in bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs. § 3. De personeelsleden, vermeld in § 1, die op basis van de reglementering die van kracht was voor 1 september 2008, organiek of via overgangsmaatregelen, in het bezit waren van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van kinderverzorger in het gewoon kleuteronderwijs en voor het ambt van kinderverzorger in het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling, en die vanaf 1 september 2008 geen voldoend geacht bekwaamheidsbewijs meer hebben, worden geacht in bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs. § 4. De overgangsmaatregelen, vermeld in § 2 en § 3, worden toegekend op 1 september 2008, rekening houdend met de onderstaande bepalingen : 1° de personeelsleden, vermeld in § 1, 1°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang ze in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd;2° de personeelsleden, vermeld in § 1, 2°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap.Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd : 1° de vakantieperioden;2° de loopbaanonderbreking;3° de militaire dienst;4° de perioden van wederoproeping;5° de ziekte- en bevallingsverloven;6° de borstvoedingsverloven;7° de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;8° de verloven van korte duur met behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;9° de verloven zonder behoud van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;10° een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren.»

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12sexies ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 12sexies.§ 1. Een personeelslid dat in juni 2008 als contractueel personeelslid of als tijdelijk personeelslid ten laste van de inrichtende macht in dienst was in een functie van studiemeester-opvoeder in een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd internaat, zoals vermeld in artikel 84quaterdecies van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, en dat : 1° ofwel niet in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger secundair onderwijs (ten minste HSO), 2° ofwel in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger secundair onderwijs (ten minste HSO) dat voor dat ambt geen vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is volgens dit besluit, wordt met ingang van 31 augustus 2008 bij overgangsmaatregel geacht in het bezit te zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, met salarisschaal 125, voor het ambt van studiemeester-opvoeder in een internaat. § 2. Een personeelslid dat in juni 2008 als tijdelijk personeelslid in dienst was als studiemeester-opvoeder in een internaat en dat in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger secundair onderwijs (ten minste HSO) dat voor dat ambt geen vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is volgens dit besluit, wordt met ingang van 31 augustus 2008 bij overgangsmaatregel geacht in het bezit te zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, met salarisschaal 125, voor het ambt van studiemeester-opvoeder in een internaat. § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder « internaat » : 1° internaat, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;2° tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling;3° tehuis voor kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben. § 4. De personeelsleden behouden de overgangsmaatregelen, vermeld in § 1 en § 2, zolang zij ononderbroken in dienst blijven in een door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerd internaat. Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd : 1° de vakantieperioden;2° de loopbaanonderbreking;3° de militaire dienst;4° de perioden van wederoproeping;5° de ziekte- en bevallingsverloven;6° de borstvoedingsverloven;7° de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;8° de verloven van korte duur met behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;9° de verloven zonder behoud van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;10° een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren.»

Art. 7.Aan hoofdstuk III van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 1991, 14 juli 2004, 30 september 2005 en 9 november 2007, wordt een artikel 13quater toegevoegd, dat luidt als volgt : »

Art. 13quater.De personeelsleden, vermeld in artikel 12quinquies, blijven de salarisschaal genieten die hun op grond van de voor 1 september 2008 geldende reglementering verleend mocht worden, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover de personeelsleden beschikken, recht geeft op een hogere salarisschaal. »

Art. 8.Artikel 15bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 15bis.De bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen, vermeld in de bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd, treden in werking op 1 september 2008. »

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt bijlage I vervangen door de bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008, met uitzondering van artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2007.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 oktober 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingssregeling in het gewoon basissonderwijs.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^